Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Bevrijd van de Duitse overheersing

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Bevrijd van de Duitse overheersing

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Inleiding

"Het is nu al weer 20 jaar geleden", zo schreef ir. C.N. van Dis sr. als hoofdredacteur in De Banier van 6 mei 1965*), "dat er aan de bezetting van ons land een einde kwam. Hoewel het niet ons voornemen is om bij dit feit breedvoerig stil te staan, achten wij het toch geboden om er een en ander van te vermelden (...), daar de mens maar al te zeer geneigd is om wat er toen geschied is, te vergeten. Vooral als men er zelf nog betrekkelijk goed is afgekomen, doordat men gespaard is gebleven voor het verlies van familieleden, vrienden en eigendommen. Ook voor de jeugd, die de bezetting niet heeft meegemaakt of nog te jong was om er uit ervaring veel van te kunnen weten, is het goed om er aan herinnerd te worden in hoe grote nood en dood ons volk toen heeft verkeerd. En dat vooral ook om herinnerd te worden aan de grote weldaad die de Heere ons volk bewezen heeft door het van de Duitse overheersing te bevrijden.

Veel leed geleden

In het eerste jaar van de bezetting werden de druk en onderdrukking nog niet zo zeer gevoeld. Daarna echter namen zij van jaar tot jaar in ontstellende mate toe. Tal van Nederlanders werden gedwongen om in Duitsland te gaan werken. Vele andere Nederlanders hebben in kampen moeten verkeren, waarbij een niet gering aantal van hen door een wrede en hardvochtige behandeling het leven erbij ingeschoten heeft, gelijk ook in het eigen land velen door de bezetter zijn doodgeschoten.

Wij denken in dit verband aan wat de bewoners van het Veluwse dorp Putten is overkomen. Op zondag 1 oktober 1944 werden toen de mannen in de Hervormde Kerk samengedreven om de volgende dag op transport te worden gesteld naar concentratiekampen in Duitsland, vanwaar de meesten van hen nooit weer zijn teruggekeerd, waardoor heel het dorp in diepe rouw werd gedompeld.

Uiterst zwaar was voor ons volk voorts het laatste jaar van de bezetting met zijn vreselijke Hongerwinter, waarin velen de schrikkelijke hongerdood zijn gestorven. Het is daarin voorgekomen dat op een enkele dag in Den Haag dertig mensen als slachtoffer van de honger op straat ineenzakten. Wat al lange en gevaarlijke reizen zijn er toen afgelegd om enig voedsel te bekomen en wat voor voedsel heeft men toen al gegeten om in het leven te blijven!

Had de bezetting ook nog maar enige tijd langer geduurd, het aantal mensen dat alsdan van de honger gestorven zou zijn, zou in de duizenden gelopen hebben. Voorwaar, er is in die bezettingsjaren heel wat leed geleden en er zijn toen heel wat tranen geschreid, alsook heel wat angst en verschrikkingen doorstaan, behalve dan nog het groot aantal aangerichte verwoestingen. Wanneer het mogelijk zou zijn om de lezers van ons blad in de gelegenheid te stellen in De Banier te laten meedelen wat ze hebben doorstaan en meegemaakt, wat zouden we dan al niet vernemen! Welk een hartverscheurende taferelen zouden wij dan onder het oog krijgen, welk een leed zou ons onthuld worden, waarvan velen van ons zich geen voorstelling hadden kunnen maken.

Oorzaak

Waar moet echter de diepste oorzaak van al die ellende worden gezocht? Bij Hitler en zijn trawanten? Gewis, dezen moeten wij wel zeer schuldig verklaren, zowel aan het binnenrukken van de Duitse troepen in ons land, wat op Hitlers bevel geschiedde, als aan al het leed dat hierop is gevolgd. Toch moeten wij echter nog verder zien. Daarom vroegen we ook waar de diepste oorzaak moet worden gezocht. Het antwoord hierop kan in het licht van Gods Woord niet anders zijn dan dit: dat het onze zonden zijn die al die ellende en al dat leed over ons volk en de andere volkeren, ook het Duitse volk, hebben gebracht. Zo is naar waarheid door een van onze vaderlandse dichters eens gezegd dat (...) op de bodem aller vragen der wereld zondeschuld ligt.

Niemand gaat in dezen vrij uit. Wij allen hebben als behorende tot het Nederlandse volk door onze zonden ertoe bijgedragen dat de Heere met Zijn oordelen de volkeren der aarde, ook ons volk, heeft bezocht. Hoe toch is Hij, de Heere des hemels en der aarde, gesmaad en getergd, niettegenstaande de door Hem betoonde lankmoedigheid en verdraagzaamheid, niettegenstaande de vele, ja ontelbare roepstemmen waarin tot bekering werd opgeroepen. Hoe werd Zijn Woord veracht en tot contrabande verklaard in de vergaderingen van de regeerders van deze wereld, alsmede in die van de Volkenbond. Wat werden Zijn geboden allerwegen vertrapt, hetzij in openbare goddeloosheid of meer in het verborgen. Gewis, de oordelen konden niet uitblijven, zoals ze bij het volk van Israël weleer niet zijn uitgebleven. Het waren toch - naar het getuigenis van de profeten - Israëls zonden waarvoor de Heere het door de Assyriërs met de oorlog tuchtigde. Zo ook zijn het de zonden van de Christenvolken, dat wil zeggen: de volken waaronder het Christendom is verbreid, die oorzaak zijn dat Hitler als een ware gesel over hen werd losgelaten. Zeer terecht dichtte Da Costa ten onzent: 'God riep Napoleon', daarmee te kennen gevende dat Napoleon moest dienen om de volkeren van Europa om hun zonden wil te tuchtigen.

Geen schulderkenning

Zo is ook de zonde oorzaak dat de Heere onze nationale zonden met een nationale straf heeft bezocht. De miskenning, verachting en verzaking van God en Zijn Woord hebben de oorlog en de bezetting als het ware van de hemel afgesmeekt. Het benauwende is echter dat dit door zo onnoemelijk velen niet wordt erkend en dat ontbreekt wat bij de profeet Daniël aanwezig was toen hij zei: Bij U, o Heere, is de gerechtigheid, maar bij ons de beschaamdheid der aangezichten, (...) omdat wij tegen U gezondigd hebben. Mocht deze belijdenis onder ons maar veel gevonden worden! Ook het volk van de Joden wensen wij dit toe. Wat hebben ook zij onder de oordelen moeten doorgaan. Dat er bij hen een opmerken moge zijn en een bukken en buigen voor Hem Die aan hun voorgeslacht zulke grote wonderen heeft verricht. Dat zij vooral mochten komen tot de erkenning dat Christus is de Messias, Die in het Paradijs was beloofd en op Wie hun Godzalige voorvaderen het oog des geloofs gevestigd hadden en door Wie zij ook zalig zijn geworden. Ja, mocht de tijd niet verre meer zijn dat het oordeel der verharding over Israël zal weggenomen worden. Dan toch zal in vervulling gaan, wat wij in Romeinen 11 lezen: En alzo zal geheel Israël zalig worden".

*) De tussenkopjes zijn door de redactie toegevoegd en hier en daar is een zin iets veranderd om deze beter leesbaar te maken.


VAN DE MENS WORDT HET HEIL VERWACHT

"Op 5 mei jl. is herdacht dat de bezetting na vijf bange jaren haar door de Nederlanders vurig verlangde einde kreeg. Het is even merkwaardig als droevig dat, afgaande op de verslagen in de pers, in de redevoeringen die daarbij gehouden zijn, met geen enkel woord gesproken is over de goedertierenheid Gods, aan Wiens almachtig en genadig bestuur het toch alleen te danken is dat de bezettende troepen uit ons land moesten wegtrekken en ons land zijn eigen bestaan herkreeg. Merkwaardig is dit, omdat het ons bij vernieuwing weer te zien geeft in welk een tijd van openlijke Godsmiskenning wij leven, en droevig, omdat de Heere beroofd werd van de eer die Hem toekomt. Het is in deze redevoeringen de mens geweest wie de hulde gebracht is voor hetgeen geschied is; gelijk het nu al negen jaren lang de mens is van wie de machtigen der aarde en de grote massa het heil verwachten. (...) En waardoor zou die zo heilrijke toekomst wis en zeker dagen? Waardoor anders dan door het overleg en het verstandelijk inzicht der mensen! Naar dit inzicht handelende, werd de Organisatie der Verenigde Naties in het leven geroepen, de ene conferentie na de andere gehouden en vurig gepleit voor de eenheid van Europa; werd zelfs de Raad van Europa samengesteld. En het waren en zijn niet alleen de wereldwijzen die daarvan het heil verwachten, maar evenzeer een zeer groot aantal personen die prat gaan op hun Christelijkheid, en er hoog van opgeven dat zij de Christelijke beginselen voorstaan"!

-Ds. P. Zandt, 'Na negen jaren', in: De Banier, 13 mei 1954, p. 2 (herspeld)-


Dit artikel werd u aangeboden door: In het spoor

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 mei 2011

In het spoor | 56 Pagina's

Bevrijd van de Duitse overheersing

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 mei 2011

In het spoor | 56 Pagina's