Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voor u gelezen: vaccinatie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor u gelezen: vaccinatie

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Begin juni 2013 werd onder de niet-gevaccineerde kinderen in de gemeenten Aalburg, Brakel en Woudrichem mazelen vastgesteld. Eén a twee weken later werd door het RIVM geconstateerd dat het virus zich verspreid had naar andere regios in ons land met een relatief lage vaccinatiegraad. Door de GGD werd deze uitbraak van mazelen aangegrepen om ouders van niet-gevaccineerde kinderen op te roepen, hun kinderen (alsnog) te laten vaccineren. Enkele gemeentes met een relatief lage vaccinatiegraad startten zelfs een campagne om die vaccinatiegraad omhoog te krijgen. Van verschillende zijden was met dus weer in de weer om de vaccinatie aan te bevelen. Een helder tegengeluid is daarom op zijn plaats.

Dr. C. Steenblok

We lazen voor u bij dr. Steenblok in zijn brochure ‘Inenting als voorbehoedmiddel’ (Gouda 1978, p. 7-10) dat hij schreef:

“Men hoort nogal eens vragen waarom er bezwaar is tegen het inenten als voorbehoedmiddel en zo kort geleden nog (maart 1963) in verband met de waarschuwing van ds. T. Dorresteijn (1894-1965) in Opheusden tegen het inenten van kinderen daar ter plaatse tegen kinderverlamming. Wij achten dat ds. Dorresteijn zo terecht tegen dat inenten als voorbehoedmiddel heeft gewaarschuwd. Immers:

Ten eerste zegt de Heere in Exodus 15 vers 26 dat als het volk Israël in Zijn wegen zou wandelen, Hij geen van de krankheden zou opleggen die Hij Egypte opgelegd had. Daar zit immers in dat de Heere vanwege uitgebroken zonden en overtredingen van de mensen met Zijn slaande hand en epidemieën het mensdom komt bezoeken. Wanneer de waarschuwingen niet meer baten, komt de Heere met Zijn gerichten. Nu zal de als vanzelf aangewezen weg deze zijn dat de mens de roepstem des Allerhoogsten opmerkt, de zonde belijdt en wederkeert tot onderwerping onder de Heere. In plaats van dat echter te doen, gaat de mens van nature verder tegen God in en zegt hij als met sprekende daden: Wie is de HEERE dat ik Zijn stem gehoorzaam zou zijn (Ex. 5:2). En dan neemt de mens tegen de slaande hand Gods in zijn toevlucht tot aardse middelen, roept iedereen op om daarin met hem mee te werken, maar gaat ondertussen door in zijn diep zondige weg en wandel en neemt zodoende maatregelen van verzet tegen de Heere. Nu moet men weten dat de Heere Zelf nog van tevoren getrouw laat waarschuwen; dat Hij liever voorkomt en heelt in de rechte weg dan slaat en ziek maakt. Maar de mens roept zelf de oordelen van de hemel af en als ze dan komen vanwege de veelheid der ongerechtigheden, dan wapent hij zich en wil dan massaal optrekken tegen de Heere met doorgaan in de zonde en met gebruikmaking niet slechts van geoorloofde genezingsmiddelen, maar zelfs van zogenaamde voorbehoedmiddelen, alsof hij daarmee de oordelen Gods de baas zou kunnen zijn. Daartegenin is er een volk op de wereld dat dergelijke methoden van verharding onder en tegen de roepstemmen en gerichten van de grote Schepper en Onderhouder afkeurt en zegt: ‘Wij mogen daar niet aan meedoen.’

Ten tweede geeft de Heere Jezus de regel dat zij die gezond zijn, de medicijnmeester niet van node hebben (Matth. 9:12). Iemand die gezond is, behoeft zich niet onder geneeskundige behandeling te stellen, ook niet in de vorm van een soort voorbehoedmiddel, waar hij van Godswege geroepen is om door bij zijn gezondheidstoestand passende middelen in het leven te blijven. (…)

Ten derde kan ook uit zeker sociaal oogpunt daar niet aan toegegeven worden, daar een als zondig beschouwde handeling doen of zich laten welgevallen zondig is en blijft in alle omstandigheden en dus niet mag worden begaan, noch dat er aan mag worden deelgenomen. Men moet Gode meer gehoorzaam zijn dan de medemens van dienst zijn. (…) Aan de liefde tot God, en daarmee aan het in alles aan Hem onderwerpen, zal de naastenliefde ondergeschikt zijn.

Ten vierde is het zeker verkeerd om door inenting als voorbehoedmiddel de oordelen Gods trachten te ontkomen, daar er een betere weg is, namelijk zich verootmoedigen voor de Heere en in gebed de plaag des Heeren den lande afbidden zoals David deed in 2 Samuël 24. Zich vernederen onder de bezoekingen Gods zal de weg zijn in plaats van met verharding van het hart en misbruik van Gods middelen, wat ook de inentingsstof is, tegen God en Zijn bezoekingen in ongeloof en wederspannigheid in te gaan en voorbehoedmiddelen elkeen op te dringen. Die oordelen komen over een land en volk, opdat er een onderzoek zou plaatshebben waarom de Heere met zulke ziekten komt? Welke oorzaak niet ver te zoeken is, daar ze gelegen is in de roepende zonden en ten hemel schreiende ongerechtigheden, die alleen recht weggenomen kunnen worden in de weg van gebed en hartgrondige bekering tot God door genade.

Ten vijfde gaat het inenten als voorbehoedmiddel ook in tegen de voorzienigheid Gods. Tegen de onderhouding, die als gewone middellijke onderhouding zo plaatsgrijpt dat de Heere door de gewone middelen bij het leven en de gezondheid bewaart. In ziekte en ongeval komen de genezingsmiddelen te pas. Roeping is hierbij dat de mens zijnerzijds middellijkerwijs ook zelf zijn gezondheid niet schaadt en daartoe onder biddend opzien naar Boven de gewone middelen gebruikt bij gezondheid en de genezingsmiddelen in geval van ziekte.

Nu doet er zich een kwaad op, bijvoorbeeld een ziekte breekt uit. De mens komt in gevaar en in de vrees dat het ook hem treffen zal. Wat nu te doen? Alvast inenting? En God aan de plaats laten? Zich niet tot Hem begeven in gebed en erkenning dat God rechtvaardig is om met die ziekte te komen? Zo wil de wereld, die de toevlucht neemt tot zo’n voorbehoedmiddel voor ze door de ziekte wordt aangetast en vertrouwt op de ziektewerende kracht van het middel. Dat kan de rechte Godverheerlijkende houding in dergelijke omstandigheden echter niet zijn. Hier komt het principiële onderscheid voor de dag. Want beide tegelijk doen - de gezondheid onder gebruik van de gewone middelen in de hand des Heeren laten en tegelijk al een voorbehoedmiddel tegen de gevreesde ziekte nemen - kan zeker niet goedgaan. Dat is toch niets anders dan feitelijk zijn gezondheid niet langer aan de Heere en Zijn voorzienig bestel toevertrouwen, zo tegen Zondag 9 en 10 in, alsook tegen Zondag 50. Deze laatste Zondag spreekt de erkenning uit dat noch zorg noch arbeid noch gaven des Heeren zonder Zijn zegen gedijen kunnen; en derhalve alle vertrouwen van elk creatuur af te trekken en op God alleen te stellen.” Tot zover dr. Steenblok.

Ds. J.A. Weststrate

In maart dit jaar verscheen er onder de titel van ‘Vaccinatie: voorzienigheid, vertrouwen en verantwoordelijkheid’ een brochure die een gezamenlijke uitgave is van de Nederlandse Patiënten Vereniging en de Academische werkplaats AMPHI. In deze brochure lazen we een interview met ds. J.A. Weststrate waarin hij zijn bezwaren tegen de vaccinatie helder uiteenzet (p. 23-28). Een gedeelte uit dit interview laten we hieronder volgen.

Ds. Westrate: “Ik wil voorop stellen dat ziekte en gezondheid ons op grond van Gods Woord en de Heidelbergse Catechismus niet bij toeval maar van Zijn Vaderlijke hand toekomen. Tegelijk hebben we een grote verantwoordelijkheid van de Heere gekregen. Anders gezegd, we moeten de middelen waarnemen. Dat wil echter niet zeggen dat alle middelen geoorloofd zijn. Bij geoorloofde middelen denk ik aan reddingssloepen op een boot of een dikke jas in de winter. Het zou zeer onverantwoord zijn om die middelen niet waar te nemen. Ik denk ook dat we het maximale moeten doen aan ziektepreventie zoals vitamines en versterkende middelen innemen als dat nodig is. Maar middelen zijn niet geoorloofd als het wezen van het middel niet klopt of als je door dat middel de afhankelijkheid van de Heere gaat uitbannen. Dat is het geval bij vaccins. Bij vaccineren worden er verzwakte of dode aanstichters van een ziekte in het lichaam ingespoten. (…) Op het moment dat de verzwakte of dode ziekteverwekker wordt ingebracht, ga je op Gods stoel zitten. Als we belijden dat ziekten niet bij toeval, maar ons door de hand des Heeren toekomen, dan zie je meteen dat vaccineren een ongeoorloofd middel is. Bij vaccineren gaan we ziekteverwekkers inbrengen met het oog op het verkrijgen van immuniteit voor die ziekte, zodat we vanaf dat moment die ziekte niet meer kunnen krijgen. Dat is het fundamentele bezwaar dat ik tegen vaccineren heb. Ik ben dus niet tegen vaccineren omdat het een voorzorgsmaatregel is, maar omdat het een ongeoorloofde voorzorgsmaatregel is. Vaccineren is vooruitlopen op de Heere en is ook het verzoeken van de Heere. Je zegt: ‘Heere, ik ga nu even op Uw stoel zitten, want er komen zoveel gevaren op me af of ze kunnen ooit op me afkomen, nu ga ik alvast mezelf maar ziekteverwekkers toe laten dienen.’ (…) Verder zijn er hoe dan ook veel gevaren aan vaccineren verbonden. De risico’s zijn een stuk lager dan in het verleden, ook al vanwege het gebruik van dode virussen, maar ik kom wel eens in aanraking met mensen die juist vanwege de risico’s tegen vaccineren zijn. Niettemin, al zouden er 0,0 bijwerkingen zijn, dan blijft het voor mij dat je op Gods stoel gaat zitten, jezelf ziek maakt en vooruit grijpt op Zijn voorzienigheid.” Tot zover ds. Weststrate.

Ten besluite

In het vervolg van zijn interview hamert ds. Weststrate er sterk op dat we wel de plicht hebben om een goede hygiëne in acht te nemen. Dat is inderdaad Bijbels evenals de afzondering wanneer we ziek zijn. Let u maar op de regels die in Israël golden bij melaatsheid. We hopen dat de bovenstaande woorden van dr. Steenblok en die van ds. Weststrate nog tegenwicht mogen bieden aan de uitnodigingen van de GGD en enkele gemeentes om (alsnog) tot vaccinatie van de kinderen over te gaan. Voor meer informatie over de bezwaren tegen het vaccineren kunt u onder meer de artikelen van de heer A. Verwijs raadplegen in het oktobernummer van 2009.

Dit artikel werd u aangeboden door: In het spoor

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 juli 2013

In het spoor | 68 Pagina's

Voor u gelezen: vaccinatie

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 juli 2013

In het spoor | 68 Pagina's