Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Wat doet u met uw tijd?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Wat doet u met uw tijd?

"maar dit zeg ik, broeders, dat de tijd voorts kort is"

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

<br />

Het leven des mensen is een machine gelijk. Velen gaan in het arbeidsproces zodanig op dat schier nergens meer tijd voor is. Gelukkig, zei laatst iemand tegen mij. is de zondag er nog, anders zou de mens helemaal in de maalstroom meegesleurd worden.
Met een zeker heimwee luisteren wij toch wel naar de verhalen van onze ouders en grootouders, toen alles er nog zo rustig en kalm aan toe ging. De tij d ligt toch wel ver achter ons dat iemand de tijd ,,nam" om zich tot onderzoek te buigen boven Gods Woord en de geschriften van de oudvaders te bestuderen. Wie heeft er in onze dagen nog lust en vermaak in het Boek der Boeken? Staan we allemaal niet schuldig? Als men deze leegte bescheidenlijk opmerkt dan moet men op huisbezoek dikwijls horen het stopwoord van jong en oud: , ,Maar daar hebben we geen tijd voor!" Is het niet indroevig dat er zo een geslacht opgroeit zonder de minste belangstelling voor het Woord des Heeren? Zegt de Heere dan niet: ,,Mijn volk gaat verloren omdat het geen kennis heeft"?
Neen, mijn lezer, dit geldt niet alleen de mens der wereld die zich hier uitleeft en zegt:,, Aan de kennis Uwer wegen hebben wij geen lust," maar ook dikwijls de kerkmens, waar al het andere voor gaat en het enige nodige vergeten wordt. En toch komt de Heere Jezus in de bergrede ernstig te waarschuwen: ,,Maar zoekt eerst het Koninkrijk Gods en Zijn gerechtigheid, en al deze dingen (eten, drinken, kleding) zullen u toegeworpen worden."

Overal hebben we tijd voor behalve voor de dingen die alleen waarde hebben voor de eeuwigheid. Voor feest, plezier en vermaak in o.a. sport en spel hebben we alle tijd, maar voor de kerkgang één- of tweemaal per zondag? De psalmist zegt: ,,Mijn huis zal eeuwig staan.'' Doch met deze gedachte zal de mens bedrogen uitkomen. Aan het leven: laat ons eten en drinken en vrolijk zijn, kan spoedig een eind komen en dan. . . ? Wat zegt de dichter: ,,Wij schenen sterk, maar ach wij vliegen heen." Paulus komt ons waarschuwen. Hij schrijft aan de gemeente van Corinthe: ,,Maarditzegik, broeders, dat de tijd voorts kort is." We hebben dus te maken met een korte tijd. Deze boodschap wordt als 't ware de jonggehuwden meegegeven op hun huwelijksweg (1 Cor. 7). Wordt dan niet menigmaal gedacht aan een lange gelukkige echtverbintenis? Wij hebben geen lange tijd te leven op aarde. Job zegt het ons wel anders: ,,De mens van een vrouw geboren is kort van dagen en zat van onrust.'' En wil Mozes ons niet onderwijzen: ,,Leer ons alzo onze dagen tellen, dat wij een wijs hart bekomen," Ps. 90:12. In de wereld heet het: Tijd genoeg! Het Woord des Heeren leert ons: ,, Aangaande de dagen onzer jaren, daarin zijn zeventig jaren, of zo wij zeersterkzijn tachtig jaren en het uitnemendste van die is moeite en verdriet, want het wordt snellij k afgesneden en wij vliegen daarheen," Ps. 90.

Wat wij een lange tijd noemen is in het licht der eeuwigheid zeer kort. En horen wij het niet vaak uit de mond der ouden zelf: ,,Waaristochde tijd gebleven?" Inderdaad, wij brengen onze jaren door als een gedachte. ,,Eris een tijd om geboren te worden en een tijd om te sterven" (Pred. 3). Tussen wieg en graf geeft God de Heere ons in Zijn goedheid nog de genadetijd. En van deze tijd zegt ons tekstwoord, dat die maar kort is. Wat doen wij met dit vermaan? Nemen van het leven van wat er maar te genieten is? Luisteren naar de influisteringen van de vorst der duisternis? Immers de satan en zijn handlangers zeggen ons: Mens, je hebt nog tijd genoeg. Bekeren dat kan altijd nog. De duivel en z'n trawanten zeggen altijd:,,Nog niet." En de ene mens doet de andere de onzalige dienst aan hem op dit punt te blinddoeken en te bedriegen. Als in een refrein heet het,,Nog niet." Nu aan sterven denken als je jong bent?,,Nog niet." En tot de man in de kracht des levens: Je kunt in deze wereld nog niet gemist worden, want wie zou je op je werk kunnen vervangen,,,nog niet."

Zelfs tegen een stervende woord soms tegen beter weten in gezegd: ,,Nog niet." O, dat,,nog niet, nog niet," hoe zal het eenmaal branden op het hart van hen die er anderen door hebben misleid. De tijd is kort en de eeuwigheid lang en de afrekening komt.,, Want wij allen moeten geopenbaard worden voor de rechterstoel van Christus, opdat een iegelijk wegdrage hetgeen door het lichaam geschiedt, naar dat hij gedaan heeft, hetzij goed, hetzij kwaad," 2 Cor. 5:10.

De Heere heeft geen lust in uw verderf, daarom zoekt de Heere nu het nog kan! Wie kunnen bij Hem terecht? Zondige en schuldige mensen, die al maar bezig zijn de genadetijd te verknoeien. De deur der genade staat nog wijd open en is nog niet in het nachtslot gevallen. Nog is het: het heden der genade. De korte genadetijd kan ook voor u spoedig voorbij zijn. Verhardt u niet, maar laatuleiden. ,,WievervanUde weelde zoekt, vergaat eerlang en wordt vervloekt." Dan zal de korte tijd verwisseld worden met een altoos durende eeuwigheid. Gelukkig de mens die, in de korte tijd op aarde. God mocht zoeken en vinden. De vijf dwaze maagden vonden de genadedeur voor eeuwig in het nachtslot. Maar Gods volk mag ingaan tot de Bruiloft des Lams. Ja, ook hun dagen op aarde zijn kort. Soms als ze wel gesteld zijn mag er wel eens een heimwee zijn in het hart en dan verlangen ze wel eens om ontbonden en met Christus te zijn, omdat dit verreweg het beste is. Dat eeuwig geluk wenkt hen toe over dood en graf heen.

Mag ik u vragen: Hebt u de Heere gezocht en gevonden? Het kind Gods zal antwoorden: Neen, ik was de eerste niet, maar de Heere, want Hij heeft mij gezocht. Ik wou niet, maar de Heere trok. Ik was onwillig en Hij was de sterkste; Jes. 65:1. Bent u dan zoekende gemaakt? Weet het wel: Godzoekers worden eenmaal op Gods tijd ook vinders! Eens dan zult gij de korte genadetijd verwisselen voor de eeuwige heeriijkheid. Dan zult gij uw wens verkrijgen. Dan zult gij die lange eeuwigheid nodig hebben om het wonder uit te wonderen. O

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 september 1984

Terdege | 64 Pagina's

Wat doet u met uw tijd?

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 september 1984

Terdege | 64 Pagina's