Sprookjes: onschuldig vermaak of gevaarlijke gemakzucht?
,,Heel lang geleden waren er eens een koning en een koningin die. . . " Kinderen kunnen er uren naar luisteren en ook ouderen raken onwillekeurig in de ban. Hans en Grietje, Klein Duimpje, Doornroosje, Roodkapje, het zijn bekende namen uit bekende sprookjes. Zijn de verhaaltjes zo onschuldig als ze lijken? Mag je een kind dat je een bijbelse opvoeding wil geven sprookjes vertellen? Voor veel ouders een probleem. Is een sprookje gewoon een leuk en spannend verhaaltje of zit er meer achter? <br />
Het valt niet te ontkennen dat sprookjes opvoedkundige waarde iiebben vindt de heer G. D. Pas, docent Nederlands en godsdienst aan de O.K. en de PABO van de ,,Driestar" te Gouda.,,Sprookjes zijn de symbolische uitdrukking van levenservaring van eeuwen, maar die staat in een kader dat niet bepaald uitgaat van bijbelse waarden. De ouderwetse volkssprookjes zijn symbolische verhalen. In hoeverre ze ook zo bedoeld zijn is de vraag. Ze zijn vaak moralistisch, maar ze zijn niet gemaakt óp de moraal. Kijk, een tandartsverhaaltje over goed-poetsen-en-dankrijg-je-geen-gaatjes is gemaakt op die moraal, een sprookje niet. Er zit wel een moraal in. Ik heb bezwaar tegen de wereldse moraal van deugdzaamheid of het recht van de sterkste, hoewel je ook wel tegenkomt dat de onderdrukte aan 't slot recht gedaan wordt.
Sprookjes handelen over thema's die te maken hebben met de levensgeschiedenis, er zitten,,levenslessen" in, om dat grote woord maar te gebruiken."
Geïsoleerd
Is het verstandig om kinderen die je een bijbelse opvoeding wilt geven verhalen te vertellen die niet uitgaan van bijbelse waarden?
,,Sprookjes? Als je ze wilt vertellen moet je 't op een degelijke reformatorische school doen, op vrijdagmiddag, helemaal geïsoleerd van het lesprogramma, dat kan geen kwaad. Ze zijn gewoon een stuk cultuurgoed. Begrijp me goed, ik ben er niet vóór, ik zeg altijd tegen de leerlingen: je kunt best een goede kleuterleidster zijn als je geen sprookjes vertelt. Iemand schreef eens in een artikel dat kinderen in deze materialistische wereld via sprookjes met immateriële dingen in aanraking kunnen komen, ze kunnen een kind ontvankelijk maken voor iets anders dan het,,zienlijke en zinlijke". Maar daar hebben wij het Woord van God voor, daar hebben we geen sprookjes voor nodig!
We moeten sprookjes zeker niet gebruiken om de kinderen levenslessen te leren, want de ethiek van het sprookje is onbijbels. Je moet ook nooit een moraliteitsgesprek met de kinderen houden naar aanleiding van een sprookje. Met een ander verhaal kun je datweldoen.zovan: ,,Was het nou wel goed wat Jan deed" of: ,,als dat jou nu overkomen was, wat had je dan gedaan." Meteen sprookje moet je dat zeker niet doen. Je moet het duidelijk als een sprookje vertellen. Zoals je een gelijkenis uit de Bijbel niet zonder meer als verhaal mag vertellen, ook niet aan kleuters, zo moet je een sprookje alleen als sprookje vertellen.
Ik heb er overigens geen behoefte aan om ze te vertellen, we hebben ze zo weinig nodig.
Ik zou wel willen dat ze op school niet verteld werden, maar ik vind het extreem om te zeggen dat het verkeerd is. Wie ze vertelt moet ze als sprookje vertellen, als een stuk cultuurgoed, als literaire verhaalvorm."
Waarde
Dat een sprookje de fantasie van het kind kan stimuleren vindt Pas heel duidelijk. ,,In een sprookje gaat het over dingen die niet in de werkelijkheid voorkomen en die er toch wel zijn, dat zet een kind aan het denken Ik geloof dat ik dat de belangrijkste waarde van sprookjes vindt, dat ze de creativiteit en de fantasie van de kinderen kunnen stimuleren."
Sommige mensen zijn,,tegen" sprookjes op grond van het feit dat er sprekende dieren in voorkomen. Wat is dan het verschil met de verhalen van bijvoorbeeld W. G. van der Hulst, die toch ook vaak dieren laat spreken? ,,Sprekende dieren komen uit de Indische fabel. In de Bijbel wordt die tabelvorm ook wel gebruikt, bijvoorbeeld in de fabel van Jotham. Daar is het gebruikt als literaire vorm. Mogen we dan bezwaren maken tegen verhalen van sprekende dieren? 't Is wat anders hóe dat gebeurt. Het is niet goed als een dier wordt gebruikt ter vermaking van mensen, bijvoorbeeld een circusdier. In een verhaal mag dat ook niet. Je moet proberen de kinderen eerbied bij te brengen voor de Schepping en dat kan niet door een verhaal dat het dier op een verkeerde plaats zet. Ook in een verhaal magje niet met een dier sollen." De heer Pas wil niet alle sprookjes op één lijn stellen. ,,Nee, Hans en Grietje, Klein Duimpje, die zijn zozeer gemeengoed geworden, ik zou het geen enkele kleuterieidster kwalijk nemen als ze die vertelde. Maar sommige sprookjes zijn zo gruwelijk en wreed, daar wordt soms gesold met de dood. Die kun je niet vergelijken met de bekende sprookjes. Maar, hoe aardig de bekende sprookjes ook kunnen zijn, het geluk ligt in de Schrift op een totaal ander niveau dan in het sprookjes." Ds. M. Golverdingen, predikant van de Gereformeerde gemeente te Utrecht, neemt een geheel afwijzende houding aan ten opzichte van sprookjes, al erkent ook hij de opvoedkundige waarde die sommige van de verhaaltjes hebben. ,,Opvoedkundige waarde, dat kan soms het geval zijn, bijvoorbeeld met de fabels van La Fontaine. Die hebben me vroeger wel eens aangesproken. Veel sprookjes zijn door volwassenen geschreven en het zijn ook de volwassenen die de opvoedkundige strekking eruit halen. Hoewel ik het bestaan van het genre erken heb ik beslist bezwaren tegen het gebruik van sprookjes in de opvoeding. Het kind wordt in de wereld van de illusie gezet en niet in aanraking gebracht met de wereld van alledag. Ik heb als gereformeerd opvoeder allereerst principiële bezwaren, maar ook opvoedkundige. Die laatste betreffen dan de wereld van de illusie waarin het sprookje een kind leidt. Ik heb vroeger zelf veel verhalen aan kinderen verteld die gegrond waren op gegevens uit de werkelijkheid van het leven. Dat biedt mogelijkheden om kinderen in aanraking te laten komen met de eisen van het leven van vandaag en de norm van het Woord van God. Ik erken dus het genre en de opvoedkundige strekking van sommige sprookjes, maar als gereformeerd opvoeder zal ik ze niet gebruiken." Scheert u alle sprookjes zo niet over één kam? ,,Binnen het genre zijn er verhalen die zonder meer geen waarde hebben. Maar een verhaal als,, de steenhouwer" van Multatuli heeft wel waarde. Over de gewone sprookjes, Klein Duimpje, Rood Kapje, enz. oordeel ik zeer negatief.
En dat doe ik dus omdat de opvoeder het kind in aanraking moet brengen met het werkelijke leven en de norm daarvoor van Gods Woord.
Van een schrijver als Van der Hulst, hoewel zijn stijl nu wat ouderwets is, kunnen we leren dat de werkelijkheid aanknopingspunten te over biedt om verhalen te vertellen die kinderen aanspreken. Ik heb wezenlijk bezwaar tegen het vertellen van sprookjes, omdat het ook een stuk gemakzucht is. De ouders doen geen moeite om een eigen verhaal te vertellen. Mijn derde bezwaar is gericht tegen de strekking van het sprookje.
Het vertellen van sprookjes in onze kring illustreert de armoede aan goede vertellers, we moeten zelf goede verhalen voor onze kinderen produceren." Een sprookje kan dus ook niet verteld worden als er ,, iets bij verteld wordt'' ? ,,Kijk, als de kinderen ermee in aanraking gekomen zijn, dan zal ik ze erover vertellen, ik zal er dan kritisch over spreken. Maar zelf zal ik daar niet mee beginnen.
Ook als middel om fantasie aan te kweken keurt ds. Golverdingen het sprookje af. ,,Het wordt dan een illusoire fantasie, een fantasie die het kind geen enkele voorbereiding biedt op het volle leven. Wil je de fantasie van kinderen stimuleren, doe dat dan met gewone verhalen die op de werkelijkheid gebaseerd zijn. De moraal van een sprookje hoeft niet altijd afkeurenswaardig te zijn, maar zo'n verhaal brengt een kind niet in een wereld waar de vreze des Heeren functioneert.
Laat ik het maar scherp zeggen: het sprookje is wezensvreemd aan het gereformeerde opvoedingsmilieu."
Nauwelijks
Als het sprookje dan wezensvreemd is aan het gereformeerde opvoedingsmilieu zou dit betekenen dat in een christelijke boekhandel ook geen sprookjesboeken te koop zijn. Bij boekhandel Lindenberg in Rotterdam is dat inderdaad wel ongeveer het geval. ,,Ik heb ze nauwelijks," vertelt de heer P. Lindenberg, ,,maar er is ook nauwelijks vraag naar. Als ik goed zoek zou ik misschien twee boeken vinden."
Ze liggen dus een beetje achteraf? ,,Nou, nee, maar als ik ze in de etalage zet zou dat bij sommige klanten in het verkeerde keelgat schieten. Hoewel, op die boeken staat niet het woord ,,sprookjes", ze hebben een gewone titel, bijvoorbeeld de naam van het sprookje."
Als er wel vraag naar was, zou u dan sprookjesboeken in het assortiment opnemen?,,Dat is moeilijk. Je richt je op wat er uit het publiek gevraagd wordt. Ik weet er eigenlijk weinig van af, want ik ben niet bij sprookjes opgevoed. Ik ben niet van a tot z een verklaarde tegenstander van sprookjes maar er zitten wel dingen in die ik afwijs, bijvoorbeeld dat er,, wonderen" gebeuren. Maar ik heb geen bezwaar tegen het zinnebeeldige van de verhalen, dat is toch net als in het Grote Voorleesboek van Van der Hulst, daar heb je ook van die zinnebeeldige verhalen. En dat leest men de kinderen wel voor, dat mag dan wel. Vroeger waren er vanuit het reformatorische publiek bedenkingen tegen romans. Maar men las wel Schippers en die schreef goed beschouwd ook romans! Ik denk dat het met sprookjes ook een beetje zo is, er is meer aversie tegen het wóórd sprookje dan tegen de inhoud."
Wel bestellen
,,Ik zou het persoonlijk niet toejuichen als er grote belangstelling voor zou ontstaan, maar dat wil niet zeggen dat, als de mensen ernaar vragen, ik ze niet zou opnemen. Kijk, ik verkoop geen stripverhalen maar die tref je wel aan bij m'n klanten thuis. Dat kan met sprookjes ook zo zijn. Daarvoor ga je niet naar een reformatorische boekhandel. Ik denk wel dat het bezit van sprookjesboeken in onze gezindte beduidend minder is dan bij de rest van het Nederlandse volk."
Dit alles wil niet zeggen dat Lindenberg voor mensen die erom vragen geen sprookjesboeken bestelt. ,,Er komt een nieuwe uitgave van de sprookjes van Grimm met platen van Anton Pieck, dat boek is meer voor de volwassenen bestemd. Ik heb hier uit de buurt een stuk of zes aanvragen gehad om het te bestellen. Maar dat waren geen klanten. Ik heb die boeken voor hen besteld, maar ik heb ze niet in voorraad.
Uitgeverij Voorhoeve komt met een serie sprookjes van Andersen, in ieder deeltje staat dan een sprookje waarin een bijbelse gedachte of waarheid wordt uitgelegd. Op de laatste bladzijde staat het bijbelgedeelte waar het om gaat. Ik heb er een setje van besteld om ze zelf eens te bekijken, om dat eens te beoordelen. Want eigenlijk zijn zulke boekjes gevaarlijker dan een algemeen sprookje. Hier wordt duidelijk een link naar de Bijbel gelegd.
Ik vind het ook vreemd dat men in het onderwijs, ook op een reformatorische school, het sprookje eigenlijk aanvaard heeft, zoals in de leesmethode Letterstad."
---------------------------------------------------------------------------------------
Sprookjes en Bijbel
In de paperback ,,Sprookjes, Bijbel en kind" probeert de auteur uit te leggen waarom je een jong kind beter niet meteen met te moeilijke bijbelverhalen op de nek kan vallen, je moet het kind eerst voorbereiden op de bijbelse sfeer door ze sprookjes te vertellen, waarin weliswaar ook veel onbegrijpelijke dingen staan, maar die het kind volgens de schrijver makkelijk met zijn wereld in overeenstemming kan brengen. In vrijwel alle sprookjes ziet Van Dreven bijbelse symboliek, die bij mij soms gewoonweg grof overkomt. ,,. . . als de ware prins Doornroosje wakker kust, hebben vóór hem al vele prinsen de dood gevonden; maar als hij komt wijkt de doornhaag uiteen en is, zonder dat hij het zelf weet, de tijd vervuld. Waaraan heeft hij dat ,,verdiend"?
Het ligt bij deze en andere sprookjes voor de hand om te denken aan bijbelteksten zoals Rom. 8:30: en die Hij tevoren bestemd heeft, dezen heeft Hij ook geroepen; en die Hij geroepen heeft enz. Er is oppervlakkig gezien niet direct een parallel. Maar wie dieper kijkt, ziet evenmin een tegenstrijdigheid. . ."
Van Dreven kan zich wel voorstellen dat sommige ouders wat huiverig zijn om eerbied voor de bijbelverhalen door middel van sprookjes bij te brengen, maar hij heeft daarvoor slimme argumenten. Mij heeft hij bepaald niet kunnen overtuigen. Op zo'n manier met de Bijbel omspringen gaat me te ver.
Sprookjes, Bijbel en kind, door Jan van Dreven, uitg. Kok, Kampen, 1984,65 blz., prijs ƒ 12,50.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 november 1984
Terdege | 64 Pagina's