Anton Pieck, een negentigjarige kunstenaar
,,Ik heb de wereld altijd door een mooi gekleurd glas getekend''
Zelf noemt hij zich een conservatieve zeventiendeeeuwer. Jaren geleden dachten de mensen dat hij al dood was, zó gericht is zijn werk op het verleden. Toch hoopt hij echt morgen (19 april) zijn negentigste verjaardag te vieren: Anton Pieck. Zijn naam is een begrip geworden en dat blijkt wel uit het feit dat er een boek over hem geschreven is naar aanleiding van deze gedenkdatum.,,Een leven als een sprookje" heet het, maar een sprookje was Piecks leven allerminst. Dat wordt in het boek wel duidelijk. Het geeft in de vorm van een interview met Anton Pieck (en zijn zoon) een goed beeld van deze negentigjarige kunstenaar. Alleen jammer dat de volgorde wal rommelig is, maar daarvoor is het dan ook de weergave van een gesprek. Als een van een tweeling werd Anton Pieck in Den Helder geboren. Zijn jeugd was hard, gekenmerkt door gebrek, want vader Pieck, hoofdmachinist, dronk. ,,Hettekenen in mijn kinderjaren betekende ook een vlucht, het was onderduiken om de boel te ontlopen." Een anekdote uit Piecks derde levensjaar: op een dag zat hij thuis voor het raam; buiten kletterde de regen tegen de vensters. Toen zijn moeder vroeg wat hem mankeerde antwoordde hij: ,,Ik kan de regen niet tekenen." De vage herinnering van Pieck aan deze gebeurtenis bewijst dat dit niet zomaar een verhaaltje is. Op zijn zesde of zevende jaar kreeg Pieck al tekenlessen van een Helderse decoratieschilder en tekenleraar. Hij denkt daar graag aan terug. ,,Ik tekende al vroeg met het potloodje waarmee mijn moeder de was opschreef." Later verhuisde het gezin naar Den Haag, voor Antons ontwikkeling een goede stap. Hij leerde er andere schilders en de stad kennen. Nadat de tweeling Pieck eerst korte tijd op de Haagse Academie voor Beeldende Kunsten had gezeten, stapten ze over naar het Haags Teekeninstituut. ,,Mijn opleiding was die van een dorre tekenleraar, ze was totaal technisch. Je leerde goed perspectief, goed gipsen beelden tekenen, maar geen mooie schilderijen maken of waarderen."
Tekenleraar
Op veertienjarige leeftijd verwierf de tweeling de tekenakte voor het Lager Onderwijs, drie jaar later die voor het Middelbaar Onderwijs. Het Haags Teekeninstituut bood Anton een baan aan, die hij accepteerde. Hij koos voor bestaanszekerheid, hij wenste zijn vrouw en drie kinderen een vast inkomen te geven. Veertig jaar is hij tekenleraar geweest. Maar wanneer hij op school plotseling over een vrij uurtje beschikte, nestelde hij zich vlug thuis achter z'n tekentafel. De school was een verplicht nummer om het gezin financiële zekerheid te verschaffen. ,,Ik heb het veertig jaar gedaan,
maar te weinig beleefd; ik heb de kinderen perspectief geleerd, gips tekenen, potjes en pannetjes, bloemetjes. Net zoals ik dat vroeger als kind ook heb geleerd. (...) Elk uur echter dat ik in de klas stond heb ik gedacht: ik wil tekenen.
Geen miljonair
Dat hij bijna een halve eeuw aan school is verbonden geweest, heeft nog een reden: Pieck is gespeend van elk zakelijk gevoel.
,,Als hij bijvoorbeeld meer dan zestig aquarellen maakte voor de Sprookjes van 1001 Nacht waarover hij dertien jaar deed, stelde hij ze voor een relatief gering bedrag ter beschikking van de uitgever. Het besef dat ze feitelijk zijn eigendom waren, dat hij recht kon doen gelden op copyright, dat drong niet of nauwelijks tot hem door." Piecks zoon Max vertelt:
,,Hij heeft altijd geweigerd zijn werk te laten gebruiken voor koektrommels, dienblaadjes en dat soort zaken. Wanneer hij zijn werk daarvoor geleend zou hebben had hij miljonair kunnen worden. Dat is-ie dus beslist niet."
In de oorlogsjaren kwam Piecks tekentalent ook van pas: hij tekende persoonsbewijzen en stempels na; in ruil voor zijn tekeningen kon hij eten krijgen. Het tekenen van sprookjes gaf de mogelijkheid om de narigheid even te vergeten. Pieck heeft liever de stilte van het atelier dan het gedruis van het woelige leven. Hij vindt er beschutting en dat stimuleert zijn activiteiten. ,,Ik heb de wereld altijd door een mooi gekleurd glas getekend. Maar ik heb mijn ogen niet dicht voor de narigheid."
Wintermens
Enkele opvallende uitspraken van Pieck:,, Ik ben een uitgesproken wintermens" (maar dat is aan zijn platen wel te zien).,, De basis van alles is drie dingen: de werkelijkheid, je schetsboek en je potlood."
,,Het lerarenmilieu was voor mij niet inspirerend. Vlaanderen was een verademing." „Ik vertoef een beetje in een harnasje, maar heeft niet iedereen dat nodig in deze wereld?" Enigszins vreemd aandoend is het feit dat Anton Pieck tijdens zijn leven een monument is geworden. In 1983 onthulde hij een bronzen kop die hemzelf voorstelt. „Een merkwaardig gevoel om je eigen kop te onthullen" merkte Pieck toen op.
De sfeer van zijn „prentjes", zoals hij ze zelf noemt, wordtin ,,Een leven als een sprookje" heel treffend weergegeven: ,,Geknerpin het gebeente van de architectuur, het is Anton Piecks specialiteit, het doet zijn potlood of etsnaald vibreren. De tand des tijds moet eerst flink aan het hout en het metselwerk hebben geknaagd, wil een poortje, een toren of een huisje hem op zijn eeuwige speurtocht doen stilhouden. Restauratie van al dat prachtigs heeft zijn instemming vanwege het behoud voor het nageslacht, maar de daardoor vaak ontstane frisse kleur, de helderheid van gereinigde gevelwanden, het verse cement doen hem zijn pas versnellen op zoek naar wat vervallens." Zelf zegt Pieck ervan: ,,Ik ben blij dat ik Nederland heb gekend zoals het was begin 1900, zonder druk verkeer, toen er nog ruimte was. De olielamp verlichtte het vertrek, dat was heel behaaglijk."
N.a.v. „Anton Pieck. Een leven als een sprookje" door Frans Keijsper, uitg. Van Holkema & Warendorf, Weesp,
192 blz., prijs ƒ 34,50.
-------------------------------------------------------------------------
Boeken
De negentigste verjaardag van Pieck was voor uitgeverij Kok aanleiding om een aantal Pieck-boeken opnieuw te laten verschijnen en wel tegen een,,speciale prijs". Het betreft de serie ,, De wereld van Anton Pieck",
die zes deeltjes omvat. In elk deel staan minstens 16 kleurenplaten, waarbij steeds een passend stukje literatuur is gekozen.
Voorafgaand aan de platen staat een korte inleiding over het thema, tevens titel van het boekje. De zes delen heten: Langs de waterkant. Ontmoeting met Hildebrand, Volksvermaak, Iedere stad een toren. De kleine nering en Van reizen en trekken. Stuk voor stuk gezellige bladerboeken met platen in de bekende Pieckstijl: nauwe straatjes, knusse winkeltjes, vervallen gevels en vaak vuile sneeuw. Goed voor een hele poos kijk- (en lees)genot.
„De wereld van Anton Pieck" door Hans Vogelesang, uitg. Kok, Kampen, zes delen van elk 48 blz., prijs per deel ƒ 14,90
Illustrator
,, Anton Pieck als illustrator", dat onlangs verscheen bij Elsevier geeft weer een heel ander beeld van de 90- jarige kunstenaar. Hij verzorgde honderden boekomslagen voor verschillende uitgevers. In dit boek zijn er meer dan honderd in kleur bijeengebracht. Naast iedere tekening staat een kort citaat uit de desbetreffende roman en enkele bibliografische gegevens. Het spreekt voor zichzelf dat de platen in dit boek over het algemeen genomen weinig samenhang vertonen, omdat bijna elke tekening uit een andere roman afkomstig is.
„Anton Pieck als illustrator", ingeleid door Hans Vogelesang, uitg. Elsevier, Amsterdam, 1984, 224 blz., prijs ƒ 45,-.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 april 1985
Terdege | 64 Pagina's