Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Onweer eiste vroeger veel meer slachtoffers

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Onweer eiste vroeger veel meer slachtoffers

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het KNMI houdt al sinds jaar en dag het aantal dodelijk door de bliksem getroffen personen bij, vroeger vermeld in een jaariijkse uitgave met verslag van alle onweders die er in een jaar voor kwamen, plus de schade, de hagel en de regenval die zij veroorzaakten. Uit die lijst blijkt dat vroeger het aantal dodelijk door de bliksem getroffen personen aanmerkelijk groter was dan nu.

Om een idee te hebben van deze afname even de volgende cijfers, per 10 jaar. 1909-1918:147; 1919- 1928:119; 1929-1938: 114; 1939-1948: 85; 1949- 1958:84; 1959-1968: 49; 1969-1978:40. Een paar andere voorbeelden over een vol jaar: in 189145 dodelijk getroffenen; 1910: 34; 1920: 32; 1938: 20; 1953:17; 1960: 5. Het gemiddelde van de laatste jaren schommelt tussen de 3 en 4 dodelijke slachtoffers.

Bliksemafleiders
Men zou kunnen stellen dat dit zijn oorzaak vindt in het feit dat er steeds minder onweer voorkomt. Dat is niet het geval. De oorzaak moet hier op de grond worden gezocht. In de loop van de jaren en zeker na de oorlog verstedelijkte Nederland in sterke mate. Steeds meer gebouwen, fabrieken, kerken, boerderijen, enz. werden van bliksemafleiders voorzien. Op die wijze alleen al wordt een groot aantal ontladingen op veilige wijze naar de grond (grondwater) afgevoerd. Een ander oorzaak is de sterke afname van de agrarische bevolking. Komt er nu een zwaar onweer opzetten dan bevindt bijna iedereen zich ergens onder dak. Slechts hier en daar zie je nog iemand op onverantwoorde wijze (b.v. onder een boom) schuilen. Het aantal mensen dat zich in open veld bevindt zoals hooiende boeren is veel en veel kleiner geworden. Ook de tijd die de overgebleven landbouwer op het veld vertoeft is korter. Vroeger was men weken bezig om te hooien of om het graan te oogsten. Dat gebeurt nu als het weer het toelaat in een paar dagen. Ook bevinden de meesten zich bij dat werk op een trekker of ander voertuig dat een betere schuilplaats biedt dan wagen en paard waarmee men zich vroeger op het veld bevond. Was het, als wij cijfers zien van 20 tot 40 dodelijk getroffen personen per jaar, een wonder dat men vrees had voor onweer? Trouwens, die vrees is, zoals ik vaak merk, nog in sterke mate aanwezig. Als ik de vooroorlogse periode neem (vóór 1940 bedoel ik dan); toen was het bij ons op het platteland zo dat slechts een enkele grote boerderij al was voorzien van een bliksemafleider. Bijna al deze bedrijven hadden rieten daken. Het aantal boerderijen en andere woningen dat in een zomer door blikseminslag in vlammen op ging loog er niet om. Gemiddeld zo'n 30 a 40 per jaar. Gebeurt dit nu dan komt er een foto van in bijna alle kranten.

Blauwe trommel
Als jongen herinner ik mij nog al te goed, en wie van mijn leeftijd en ouder niet, dat als er 's nachts onweer kwam wij uit bed werden getrommeld. Het licht ging op en daar zat je tijdens de bui met elkaar in de kamer. Moeder met een grote blauwe trommel op schoot (wij hebben hem nog!) waar wat geld en verzekeringspapieren in zaten. Kreeg men inslag dan was iedereen paraat om als het mocht lukken nog iets te blussen. Lukte dat niet, dan had men zijn kostbaarheden en papieren bij de hand. Maar dit alles had wel tot gevolg datje als kind, wanneer je zag dat de oudelui zich al allerminst op hun gemak voelden, extra vrees voor onweer kreeg.

Laken over de spiegel
Uit die vroegere periode stammen ook de gebruiken. Mogelijk hebben enkelen van u ze al wel eens horen vertellen en/of zelf mee gemaakt. Hoe moeder wollen lappen op het koperwerk in de kamer hing, een wit laken over de spiegel. Sommigen maakten de kachel aan want, zo was hun stelling, als er maar rook uit de schoorsteen komt krijg je geen inslag. Al deze maatregelen zijn achterhaald en komen voor zo ver ik weet momenteel niet meer voor. Wat ik nog wel weet is dat mijn vader als er onweer naderde de zeis uit de boom haalde en in de schuur legde, omdat daar anders de bliksem op af zou komen. Nu komt het vrijwel nooit meer voor dat iemand binnenshuis door de bliksem wordt getroffen. Elke woning heeft veel goed geleidende leidingen (elektrische, water- en gasleidingen) die de bliksem snel zoekt om afgevoerd te worden. Mensen die bekennen bang te zijn voor onweer zal ik dat zeker niet kwalijk nemen. Wel wil ik ter geruststelling zeggen dat de veiligheid in huis veel groter is dan vroeger. Is men buiten de deur dan raad ik u aan een veilige schuilplaats (schuur/keuken enz) bij iemand te vragen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 augustus 1985

Terdege | 60 Pagina's

Onweer eiste vroeger veel meer slachtoffers

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 augustus 1985

Terdege | 60 Pagina's