Egels spreiden hun winterbed
Wanneer u dit verhaal leest, is juist de tijd aangebroken dat de egelfles hun winterslaapplaatsen gaan opzoeken. Dat zijn heerlijk warme nesten van droge bladeren en gras. Veel van die leuke dieren, vooral jonge egeltjes, beleven dat niet. Die zijn, door hun merkwaardige verdedigingstactiek, in nazomer en herfst gedood. Want wat doe je als egel, wanneer er gevaar dreigt? Je oprollen, stekels uitzetten en roerloos afwachten. Een verdediging die meestal afdoende is. Het moderne gevaar is echter zo anders, snel en verpletterend. In voor- en najaar vooral zien we op de wegen veel platgereden ,,stekelvarkentjes". Onvermijdelijk! Egels zijn nachtdieren. Hun gezicht is niet al te best, wat voor dieren die vooral in het donker op pad gaan, niet zo erg is. Die moeten het vooral hebben van andere zintuigen. Die hebben egels dan ook: reuk en gehoor zijn heel goed ontwikkeld. Bij het 's nachts rondscharrelen, op zoek naar voedsel, zijn ze nogal luidruchtig. Ze knorren en snuiven of smakken hoorbaar als ze iets eetbaars vinden. Kieskeurig zijn ze niet, maar hun voornaamste voedsel bestaat uit allerlei insekten, regenwormen en naaktslakken. Daaronder houden ze flink opruiming. Egels zijn daardoor welkome gasten in onze tuinen; ze helpen mee om het natuurlijk evenwicht in stand te houden en lastig gedierte op milieuvriendelijke wijze te bestrijden.
Kraaloogjes
Je kan met egels aardige dingen meemaken, zoals uit de volgende oude notitie blijkt: ,,In een bosje naast me begint iets te ritselen, steeds nadrukkelijker. Even is het stil, dan begint het weer. Er scharrelt daar een dier tussen blad en dode takken. Gespannen tuur ik in die richting, maar het wordt al te donker om op afstand iets te kunnen onderscheiden. Dan zie ik opeens een klein rond geval aalvlug naar me toe schuifelen. Vriend egel is op speurtocht. Hij loopt in mijn richting, stopt pas binnen handbereik. Nog net kan ik zijn glimmende kraaloogjes zien. We kijken elkaar een poosje aan. Hij kan dat vreemde geval bepaald niet thuisbrengen. Ik geef hem voorzichtig een duwtje met mijn pijpesteel; snel trekt hij zijn snuit terug, rolt zich vlug in elkaar, de pennen beschermend opgezet. Laat komen wat wil!" Dit was op een warme zomeravond, bijna dertig jaar geleden, dichtbij het huisje van ,,Hannes Hu", oudere Veenendalers wel bekend...
Het is veel langer geleden dat vader mij meenam naar het nest van een egel. Wat een wonderlijk mooie diertjes zijn die jonge dingen, plat liggend in het nestkuiltje, met bleke slappe stekeltjes, twee weken lang blind, doof en hulpeloos. Dat was op de Joodse begraafplaats te Hilversum, waaraan ik zoveel herinneringen heb. Wat was daar een rijke en veelzijdige natuur op zo'n kleine plek. Ook andere gedachten komen terug van de plaats waar in het Hebreeuws de kernachtige Bijbeltekst staat: ,,De kleine en de grote is daar; en de knecht vrij van zijn heer''. De egels kwamen bij ons op het straatje voor de keukendeur op het schoteltje melk af. Dat wordt op veel plaatsen beleefd. Als egels eenmaal weten waar ze getrakteerd worden komen ze steeds. In droge tijden hebben ze behoefte aan vocht en drinken dan veel als ze de kans krijgen. Ze vinden dan te weinig vochtrijk voedsel. Ik hoef van de bekende stekelbal geen beschrijving te geven. Wie de egel van dichtbij aandachtig bekijkt, ziet dat de stekels in het midden geelachtig zijn en aan de top donkerbruin. Aan de buikrand groeien geelbruine haren, terwijl de vochtige snuit zwart is. Dat is het kwetsbare lichaamsdeel; de egel buigt bij gevaar zijn kop snel naar binnen. Dat kan hij gemakkelijk want over zijn rug loopt een brede spierenband die dat oprollen zo snel mogelijk maakt. Die kringspieren liggen als een soort brede hoes onder het met stekels bedekte ruggedeelte. Bij het oprollen wordt de rughuid gespannen waardoor de stekels omhoog gaan staan. Welke natuuriijke vijand kan met zo'n prikkelgeval iets doen? Vossen schijnen egels wel in het water te rollen als dat er is. Dan moet zo'n dier wel gaan zwemmen en bijt de vos toe. Ook wordt beweerd dat vossen op een ineengerolde egel plassen, met hetzelfde gevolg. Uit eigen ervaring kan ik dat niet bevestigen. Waarschijnlijk is een enkele hongerige vos wel zo slim. Dat egels slangen, zelfs adders, eten heb ik eveneens nooit meegemaakt, maar wel door foto's bevestigd gezien. Toch zal ook dat naar mijn mening tot de uitzonderingen behoren. Egelsjagen immers 's nachts en dan hebben slangen zich allang teruggetrokken in hun schuilplaatsen.
Egels vinden trouwens volop ander voedsel en lusten vrijwel alles wat ze vinden in de bovenlaag van de aarde en op de grond. Op hun officiële menulijst staan wormen, slakken, insektelarven, hagedissen, hazelwormen, slangen, kikkers, mollen, jonge haasjes, vogeleieren, vruchten, zaden, knollen, wortels, paddestoelen enz. Ze komen dus niet gauw iets tekort! Egels hebben vrij korte pootjes waardoor het lijkt alsof ze over de grond schuifelen. Ze maken een wattrage indruk, maar als het nodig is kunnen ze snel lopen met gestrekte pootjes, het lichaam vrij van de grond.
Vijf maanden rust
In Nederland en België zijn egels vrij algemeen. Ze hebben een duidelijke voorkeur voor droge streken en open landschap met wat lage begroeiing. We treffen ze dan ook vaak aan in tuinen en parken. Ik weet altijd of ze 's nachts bij mij op bezoek zijn geweest, doordat dan op het gazon of het tuinpad de karakteristieke lange zwarte keutels liggen. Een aantal jaren geleden had een egel in onze straat, in een nogal rommelige tuin, zijn winternest gemaakt. Dat doen egels graag onder een heg of lage struik, soms in een hol en altijd van droog gras en bladeren. Daarin trekken ze zich terug voor de winter. Wie egels in zijn tuin wil hebben moet zorgen voor dichte ruige hoeken en vooral de struiken niet opsnoeien.
Tijdens de winterslaap daalt de lichaamstemperatuur van egels tot ongeveer vijf graden, hun lichaam wordt enigszins stjf, de ademhaling gaat heel langzaam en onregelmatig en er vindt vrijwel geen energieverbruik plaats. Zo liggen de dieren helemaal ineengerold met de stekels naar buiten wijzend, veilig en volkomen inactief. Als regel worden tussen mei en juli jonge egeltjes geboren. Soms krijgt de egelmoeder nog een tweede maal jongen; twee, maar ook weleens acht. Als de jongen Iaat in het jaar worden geboren groeien ze niet voldoende uit en zijn hun levenskansen vaak niet erg groot. Ook is de winterslaap van jonge dieren minder regelmatig; ze ontwaken nogal eens. Men heeft wel midden in de winter, met sneeuw, egels gezien die op zoek waren naar voedsel, wat er dan voor hen niet is. Dergelijke dieren verzorgen is niet gemakkelijk. Er zijn in ons land een aantal adressen waar men met de opvang en verzorging van egels ervaring heeft.
Egelasiel
Laatgeboren egeltjes zijn in de herfst te klein maar vooral ook te licht van gewicht. Ze moeten minstens 800 gram wegen. Als dat niet het geval is kunnen ze niet op eigen kracht de winter doorkomen. Ze worden dan uit hun winterslaap wakker doordat ze niet voldoende reserve-energie hebben in de vorm van vet. Vooral het bruine vetweefsel tussen de schouderbladen is onmisbaar. Dat wordt wel ,,winterslaapklier" genoemd. Dat bruine vet produceert veel warmte, terwijl het witte vetweefsel vooral isoleert. Die vetvoorraad moet vóór de winter op peil zijn. Reeds een aantal jaren zijn er mensen die te kleine egels en ook andere probleemegels met veel geduld verzorgen. Mevrouw Groothedde uit Wissel bij Epe doet dat al zeven jaar. Vorigjaar verzorgde zij totaal 180 van deze dieren, want het was een slecht jaar voorde egels. Dit jaar is niet veel beter. De zorg voor egels vergt veel geduld en tijd. Heeljonge dieren, die nog moedermelk nodig hebben, moeten met ,,de fles" worden gevoed. Dat kan nodig zijn als de oude egel verongelukt is of niet voldoende melk produceert. De jongen moeten overdag om de drie uur, 's nachts om de vier uur drinken. Dus elke nacht er uit, zoals het ook voor pasgeboren baby's nodig is. Een hele opgave waaraan de verzorgster een uur nachtrust opoffert. In de tijd dat het huis van de familie Groothedde als egelasiel dienst doet, zijn daar zeker 500 dieren bezorgd en verzorgd. Afkomstig uit alle delen van het land. Natte en koude zomers zijn fataal, vooral doordat er dan veel ziekte onder deze dieren is. In ons land zijn meer mensen op deze wijze bezig egels te verzorgen. Er wordt nu getracht dit landelijk te coördineren. Wie overdag egels aantreft kan aannemen dat zulke nachtdieren dan niet in goede conditie zijn. Zeker wanneer dat na oktober is, want dan zijn ze in de regel in winterslaap gegaan. Neem in zo'n geval contact op met de plaatselijke dierenbescherming, die zorg kan dragen voor het onderbrengen in een van de egel-asiels. Waar alles wordt gedaan om te kleine, te jonge, te lichte egeltjes door de winter heen te helpen. Want er worden er al zoveel doodgereden, weet u!
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 16 oktober 1985
Terdege | 64 Pagina's