Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ongesubsidieerd eerbetoon aan redders

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ongesubsidieerd eerbetoon aan redders

Het Reddingmuseum weet zichzelf aardig te redden

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Reddingboten, wippertoestellen, zwemvesten, vlotten, medailles en een enorme hoeveelheid foto's en dia's die alles met het reddingwezen te maken hebben. Een compleet museum, geheel verzorgd door vrijwilligers, dat in z'n korte bestaan al vele duizenden bezoekers heeft getrokken. Men weet zich best te redden daar in Den Helder, dus ook de ophanden zijnde verhuizing zal niet voor ontreddering zorgen.

We doen alles hier met zo'n dertig vrijwilligers en we hebben onze handen vol. We krijgen geen subsidie, alleen een garantiesubsidie van de gemeente voor de huur. Alle vitrines en dergelijke hebben we in eigen beheer gemaakt." De heer P. Liefhebber, een van de vrijwilligers van het nationaal Reddingmuseum Dorus Rijkers te Den Helder, maakt duidelijk dat de oprichting van het museum een particulier initiatief was en dat het veel moeite gekost heeft voor het museum geopend kon worden. ,,We hebben het eerst via de gemeente geprobeerd, maar dat duurde zo lang. Toen hebben we het uit de ambtelijke sfeer gehaald, we hebben er veel publiciteit aan gegeven en nu kunnen ze niet meer om ons heen." Op lOjuli 1981 werd het museum geopend en het bezoekersaantal is nog steeds stijgend. Ditjaar verwacht men zo'n 20.000 belangstellenden. ,,'t Is nu de stilte voor de storm, in de vakantie komen er weer heel veel mensen," weet Liefhebber zeker.

Hommage
Het idee voor het museum leefde bij een aantal mensen die in een actiecomité zaten voor het behoud van een oud marineschip. Liefhebber zelf kwam op het idee toen hij tijdens het schrijven van een boekje over het waddenjutten bij de Reddingmaatschappij aanklopte. „Daar lag materiaal over 150 jaar Reddingmaatschappij," vertelt hij. „Wij vonden dat het hierheen moest. Het lag daar maar in hun magazijn en zij wisten niet wat ze ermee moesten. Het museum wilden we oprichten als een hommage aan al die redders, dus niet alleen aan de reddingmaatschappij, maar aan iedereen die ermee te maken gehad heeft. Dat is ook onze doelstelling. Nou ja, en dat museum kon natuuriijk het beste in Den Helder omdat hier ook het nationaal reddingmonument is. We zijn alleen niet zo gelukkig met de ruimte hier." Het museum bevindt zich in een winkelstraat en ondanks het bord buiten loopje er gauw voorbij. Bovendien moetje eerst een stel trappen op (of met de lift) voor je iets van de reddingen te zien krijgt. ,,De entree is niet geweldig," beaamt Liefhebber, ,,maar hier konden we zo in, dus dan doe je dat. Het nadeel is dat we hier geen schepen kunnen plaatsen, dat is vooral voor kinderen zo leuk."

Politiek
Door middel van beeld en geluid laat het museum alles zien wat te maken heeft met het redden. Daarbij behoort ook de veiligheid.,,Dat willen we gaan uitbreiden als er een nieuwe opzet komt,'' licht Liefhebber toe.,,In januari loopt ons huurcontract namelijk af. We kunnen het niet opbrengen, het is erg duur hier in het winkelcentrum. Daarom hebben we twee ideeën ingediend voor nieuwbouwplannen. Je wilt graag op een plek die toeristisch gezien mooi ligt; we hadden twee plekjes richting Texelse boot op het oog. Maar dat kan niet doorgaan: om politieke redenen is het niet gelukt. Nou, wij hebben ons best gedaan, nu moet de gemeente met een voorstel komen. We kunnen misschien in het oude stadhuis, want de gemeente krijgt een nieuw onderkomen. Maar daar kunnen we ook geen boten plaatsen. Dat gebouw valt onder monumentenzorg."

Romantiek
De spullen in het magazijn van de Reddingmaatschappij leverden niet de enige inbreng voor het museum. Particulieren, het gemeente-archief en de KNBRD gaven ook spullen. ,,Pas kwam hier een arts uit Den Briel met vrouw en kinderen, meteen prachtig schilderij onder z'n arm, de redding van de Renown.,,Meneer' ', zeiden wij,,, dat kunnen wij niet betalen." ,,Hoeftniet",zeihij, ,,ik geefhetu." ,,Prachtigis dat," vertelt vrijwilliger Liefhebber. ,, We hebben veel publiciteit gehad hieromheen, dat trekt de mensen. Zo'n reddingmuseum geeft ze een romantisch idee, avontuurlijk. De gevaarlijke kant vergeten ze maar. De maatschappij is tegenwoordig veel te clean, vandaar die hang naar romantiek. Er zijn zeker 500 artikelen over ons geschreven, want wij weten hoe we publiciteit moeten aanpakken: ik leef van de journalistiek, een van ons heeft bij het Nationaal Bureau voor Toerisme gewerkt, een ander is WVdirecteur, de directeur van de Reddingmaatschappij is ook vrijwilliger; wij weten de ingangen."
Dorus Rijkers, de man naar wie het museum genoemd is, is ongetwijfeld een van de bekendste redders. Hij werd dan ook als eerste in de geschiedenis van de Reddingmaatschappij onderscheiden met de grote gouden medaille. ,,Een plaatselijke bekendheid," noemt Liefhebber hem. ,, Ene Henry ter Hall trok zich het leed van de redders aan en richtte een fonds op. Hij had iemand nodig om er bekendheid aan te geven en daarvoor vroeg hij Dorus Rijkers. Het fonds werd naar hem genoemd en hij fungeerde als PR-trekker, hij werd overal heengesleepten er werden foto's van 'm gemaakt. Door allerlei acties kwam er veel geld binnen, dat besteed werd voor de oude dag van de redders. Vandaar dat wij het museum ook naar hem genoemd hebben."

Flop
We maken een rondgang door het museum, waar de tijd vóórdat men ging,,redden" niet vergeten is: de schepen werden leeggeroofd terwijl men de mensen liet verdrinken. In 1529 vaardigde Karel V een wet op de strandvonderij uit. Deze wet is steeds bijgesteld en bestaat nog. Door middel van dia's krijgen de bezoekers een beeld van de oorzaken van strandingen. De eerste reddingboten zijn op platen te zien. ,,Die boten, dat was een flop," oordeelt Liefhebber. ,,Ze vroegen natuuriijk niet aan de mensen die aan de kust woonden hoe zo' n boot er uit zou moeten zien, nee, dat werd vanuit het binnenland geregeld. Met als gevolg datje onhandelbare dingen kreeg. Dorus Rijkers heeft veel reddingen metz'n eigen vlet gedaan, daar was-ie beknijsd mee." In 1824 werd de eerste reddingmaatschappij opgericht. Op 14 oktober van dat jaarvergingen er 17 schepen langs de kust. Er werden inzamelacties gehouden voor de weduwen en wezen die achterbleven en de NZHRM werd opgericht. ,,En dan zouden we Holland niet wezen als de volgende dag niet een tweede maatschappij werd opgericht," verklaart Liefhebber de oprichting van de ZHMRS. Er werden prijsvragen uitgeschreven waarbij de bevolking ideeën en tips kon leveren voor reddingboten. Dit leidde tot heel wat verbeteringen, zoals op foto's te zien is. Verder staan er diverse stukken materiaal opgesteld, onder andere lijnwerp- en wippertoestellen. Deze worden gebruikt als een boot zo dicht onder de kust strandt dat de reddingboot er niet bij kan komen. Overdag kan de bemanning met een helicopter van boord gehaald worden, 's nachts is dat vaak niet mogelijk. Met het genoemde toestel wordt dan een lijn geschoten naar het schip in nood. Aan die lijn hangt men,,stoeltjes" waarin de bemanning het schip kan verlaten.

Medailles
Als blijk van hulde aan de redders bevindt zich in het Helderse museum een medaillekast, waarin alleriei medailles en onderscheidingen uitgestald zijn. ,.Alleen nog maar van Helderse redders", vertelt Liefhebber, ,, kun je nagaan wat een ontzettend groot station Den Helder is." Ook straatnaamborden met namen van redders hangen bij deze kast, evenals de vlag van de ,, Vereniging van Moed, volharding en zelfopoffering'', voor oud-roeiredders. Op grafieken is te zien hoe lang iemand in water van een bepaalde temperatuur kan vertoeven voor hij bewusteloos wordt en hoeveel uur het dan duurt voor de levensgeesten geweken zijn. Daarnaast hangt een uitstalling van diverse soorten zwemvesten. ,,Dit" Liefhebber pakt een oud zwemvest van de grond ,,kregen we vorige week van iemand, die had het nog ergens liggen.'' Vooral kinderen zullen het dinkyvlot interessant vinden. Drie jonge Duitsertjes hebben tenminste de grootste pret als ze van de hen rondleidende vrijwilliger in het vlot mogen. Er zijn er twee, één in opgevouwen toestand en één opengevouwen. ,,Deze lijn moetje natuuriijk wel altijd vasthouden," wijst Liefhebber, ,,veel mensen vergeten dat en dan drijft het vlot weg.'' Het overievingspakket dat zich aan boord van de dinky bevindt is ook uitgestald. In het museum is een filmzaaltje, waar zestig personen tegelijk een,,reddingfilm" kunnen bekijken, ,,'s Zomers liggen ze hier op de grond, zo druk is het dan," vertelt Liefhebber trots. Een paar treden lager ligt een expositieruimte. Het thema van dit jaar was muziek op zee, volgend jaar komen er schilderijen, ,,'t Moet wel wat met de zee te maken hebben," vindt mijn gids. ,,Die schilderijen stellen zee- en stadsgezichten voor, en die man schildert ook veel schepen. Bloemetjes hoefik hier niet."

Storm op zee
We gaan de trap op naar boven, waar de modernere ontwikkelingen op reddinggebied tentoongesteld worden. ,,Dit stelt de stuurhut van een reddingboot voor. Liefhebber stapt een tamelijk donker podium op. Goed dat hij het erbij vertelt, denk ik, want afgezien van de wat vreemde raampjes doet niets daaraan denken, geen apparatuur en zo. Een druk op de knop brengt daar verandering in: ik hoor de storm om de hut gieren en door de raampjes zie ik een woeste zee, waarbij het ene moment het dek van de reddingboot zichtbaar is, het andere ogenblik is dat verdwenen onder de golven. Af en toe doemt een schip op, dat wild heen en weer danst op de golven, dan is het weer door het water aan het oog onttrokken. ,,Gefilmd vanuit de stuurhut van de reddingboot," licht mijn gids toe. Door het uitzicht op het woelige water krijg je haast het idee dat je op een stampend schip staat. Er kunnen weliswaar geen echte schepen in het museum, exemplaren op schaal zijn er voldoende. Zo ook de Suzanna, de plaatselijke reddingboot. De huidige boten gaan automatisch over de kop als ze 92 graden kantelen.

Net
Kleurige platen met verlichting erachter geven weer hoe de redding verloopt van mensen op passagiersschepen zoals veerboten die vlak onder de kust stranden. Een groot net wordt van het schip naar een ander gespannen, waarzo'n 70 mensen in kunnen. Eén boot trekt het net strak, zodat de mensen erdoor kunnen lopen, een andere zorgt ervoor dat de geredde mensen aan land gebracht worden. Veel van de museumvrijwilligers zijn tevens vrijwilliger op de reddingboot. ,,Als de pieper hier gaat, rent de helft weg," deelt Liefhebber mee. ,,Als ik zelf niet wegloop zet ik de radio op kanaal nul, dan kun je het hier volgen. Maar dan willen de bezoekers hier niet weg, die vinden het prachtig om dat te horen. Er komen natuurlijk mensen die hier in geïnteresseerd zijn, maar het leukst zijn de mensen uit het oosten van het land. Die weten nergens van, er gaat een wereld voor hen open!" De entree van het reddingmuseum is ƒ 2,50. Kinderen tot 12 jaar betalen ƒ 1,50, terwijl er verder kortingen zijn voor bejaarden, groepen, enz. Het museum is elke dag geopend van tien tot vijf uur.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 13 november 1985

Terdege | 64 Pagina's

Ongesubsidieerd eerbetoon aan redders

Bekijk de hele uitgave van woensdag 13 november 1985

Terdege | 64 Pagina's