Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Stotteren kan vele oorzaken hebben

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Stotteren kan vele oorzaken hebben

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Al dagenlang praat Arnoud over zijn verjaardag. „Hoeveel nachtjes nog, mama?" vraagt hij steeds. Maar eindelijk is het zover! Vol spanning zit hij op de bank en wacht op de cadeautjes. Wat zal hij krijgen? Daar komen vader en moeder al aan. Arnoud wipt op en neer van plezier, terwijl hij uitroept: ,,Ha, daar zijn de ca... ca. .. cadeautjes!" ,,Nou, nou", zegt moeder,,, wat stotter jij ineens? Je kunt als je al vier jaar bent toch wel gewoon cadeautjes zeggen?" En vader doet er nog een schepje bovenop: ,,Geen gestotter, hoor! Vooruit, zeg me na: cadeautjes". En vanaf dat moment stottert Arnoud.

Zoals een kind leert lopen door vallen en opstaan, door waggelen, strompelen en struikelen, zo leert een kind ook zijn taal te spreken, in de voorgaande artikelen hebben we gezien hoe de taal en het spreken zich ontwikkelen bij het jonge kind. Een peuter spreekt niet ineens foutloos. Hij moet proberen, en nog eens proberen. Hij maakt fouten, doet het soms half goed en weet dan plotseling het grotemensenwoord niet meer. Sommige letters zijn zó moeilijk uit te spreken dat het kind die maar gemakshalve overslaat en we horen: ,,Eén. . . tee. . . die!"

Maar al doende leert men en al doende leert het peutertje. Hoe langer hoe meer krijgt het de beheersing over de spraakorganen; de spieren, de lippen, de tong, het gehemelte kunnen de kleine bewegingen al veel gemakkelijker maken dan in het begin. Ook de woordenschat van ons kind wordt hoe langer hoe groter. In deze oefenperiode — de spraakontwikkelingsperiode - komt stotteren heel veel voor.

Dat is een heel normaal verschijnsel. Het past bij het jonge, zich ontwikkelende kind. Vooral in de periode dat kindernamen (tik-tak, woef-woef en dergelijke) plaats gaan maken voor de grote-mensennamen, horen we herhalingen. Het kind wiliets zeggen waar het twee namen voor kent. Het moet kiezen, weifelt en. . . stottert. Ook bij het zeggen van hele zinnen, hebben jonge kinderen vaak even tijd nodig om de zin in gedachten te vormen, 't Kan gebeuren dat ze in deze periode langzaam gaan praten, of soms zelfs wat zeurig. Ze herhalen klanken of stukken van woorden wel twee-of driemaal: ,,Ga-gagaje-je m-m-mee? Als een kind van 3 a 4 jaar nu zo stottert, is het heel belangrijk hoe vader, moeder, broers of zussen daar op reageren. ,,Wat praat Arnoud toch raar!" vindt grote zus. Vader en moeder voelen zich ongerust. ,,Daar moeten we wat aan doen", spreken ze samen af. Ze gaan corrigeren, voorzeggen, oefenen met moeilijke woorden en steeds weer opnieuw wordt Arnoud er met zijn neus bovenop gedrukt: hij stottert!

Hoe ouder Arnoud wordt, hoe meer hij zich gaat schamen. Hij kan niet eens goed spreken zoals het moet. Vader en moeder bedoelen hun hulp aan Arnoud goed, maar de uitwerking is voor het kind verschrikkelijk. Juist door de aandacht op het stotteren te vestigen, versterken ze het gebrek bij Arnoud en hij zal hoe langer hoe meer angst krijgen om te spreken. De spanning om tóch wat te moeten zeggen zal bij voorbaat hem het spreken al onmogelijk maken.

Voorbeeld
Kunnen ouders dan niets aan dat stotteren doen? Ja, zeker wel, maar niet opzettelijk. Ze mogen nooit alle aandacht richten op het verkeerde van de spraak. Ongemerkt proberen vader en moeder om hun kind over het dode punt heen te helpen. Het goede voorbeeld is natuurlijk - zoals altijd heel belangrijk. Het kan best zijn, dat vader of moeder erg snel spreekt. Het kind wil nabootsen en zal ook het tempo proberen na te doen, maar. . . het struikelt over z' n woorden.

Langzamer spreken van vader of moeder is hier de beste oplossing om het spreken van het kind gunstig te beïnvloeden. In de meeste gevallen zal het ontwikkelingsstottcren vanzelf overgaan, als we er maar niet de aandacht op vestigen en als we proberen om het goede voorbeeld te geven met onze manier van spreken.

Psychologisch
Er zijn echter kinderen die ondanks alle goede voorbeelden - blijven stotteren. Zij hebben vaak een gevoeliger aanleg, weinig zelfvertrouwen en zijn gauw angstig. De moeilijkheden met stotteren beginnen zodra een kind voelt, dat zijn spraak anders is dan die van andere kinderen. Anderszijn en anders-doen wil een kind niet. Het moet bij de groep horen en zich in niets van hen onderscheiden. Het zal dan ook alles in het werk stellen om zijn spraak te verbeteren. Het kind gaat ,,denken". Het stotteren is nu niet meer beperkt tot een zich ontwikkelende spraak. Het denken, voelen en willen worden erbij betrokken en dit stotteren noemt men dan ook wel psychologisch stotteren.
Zo doet het stotterende kind heel goed zijn best om aan de anderen niet te laten merken dat zijn spraak gebrekkig is. Hij spant zijn spieren, maakt kramp- en persachtige bewegingen en drukt zijn lippen stijf op elkaar om de ,,p" te zeggen. Het gaat echter allemaal zó gespannen, dat het wel lijkt of de spieren de lippen op elkaar houden, of de ,,p" er niet uit kan komen. De klanken worden uitgerekt en herhaald: ,,Gggajjjje mmmmmmmmmee?'' Niet alleen de spraakbewegingen worden verkrampt, maar terwijl het kind probeert te spreken, stampt het met de voeten, of zwaait met de armen. Een ander schudt met het hoofd of draait met de ogen. Het is alsof het kind de spanning af wil reageren door dergelijke bewegingen. Verschrikkelijk is het als ons kind in nood in zo'n situatie uitgelachen, bespot of nagedaan wordt! Het is geen wonder dat het stotterende kind weinig zelfvertrouwen heeft (,,Ik kan toch niets") en dat het zich het liefst terugtrekt.

Latere leeftijd
We hebben gezien, dat er kinderen zijn die al heel vroeg met stotteren begonnen en dat zijn blijven doen. Zij krijgen moeilijkheden bij de overgang van de kleutertaal naar de grote-mensentaal. Er zijn echter ook kinderen die bij de overgang van het vertrouwde wereldje thuis naar school gaan stotteren. De school oefent druk uit; er worden aan het kind eisen gesteld en sommige kinderen kunnen dat niet verwerken. De een gaat nagelbijten, de ander plast in bed en een derde stottert! Zelfs in de puberteit kan het stotteren nog beginnen. Er verandert dan zo veel lichamelijk en psychisch. De puber is bijzonder gevoelig en kan soms moeilijk spanningen verdragen. Dat kan zich uiten in het stotteren. Trouwens ook na hevige schrik, een ongeluk, een ernstige ziekte, spanningen thuis (bijvoorbeeld het scheiden van vader en moeder), spanningen op school en psychische trauma's (psychische verwonding door heel nare gebeurtenissen) kunnen kinderen én volwassenen gaan stotteren. Een arts maakte in de Tweede Wereldooriog een hevig bombardement mee. Jaren later loopt hij op een ochtend in een ziekenzaal om zijn patiënten te bezoeken. Met iedere patiënt maakt hij een praatje, maar plotseling trekt hij wit weg en krimpt in elkaar. Een ambulance komt met gierende banden het ziekenhuisterrein oprijden. ,,W-w-wat een a-a-akelig ge-ge-geluid!" stottert hij. Drie dagen lang heeft de arts last van het stotteren. Pas later kan hij er met zijn collega's over praten en dan blijkt, dat hij na het bombardement maanden had gestotterd. Door het geluid van die gierende banden was ineens het vreselijke van oorlog herleefd en de angst van toen had hem nu weer in het stotteren teruggeworpen. Pas toen hij de angst verwerkt had, verdween de remming op zijn spraak.

Op school
In de beginperiode van het stotteren is het rustige voorbeeld van vader en moeder heel belangrijk. Zij vestigen geen aandacht op het foute spreken. Het stotterende kind komt echter ook op school. Hoe wordt het daar opgevangen? De taak van meester en juf is heel moeilijk. Zij kunnen het kind niet direct helpen, ingrijpen in de spraak. Er zit immers een volle klas bij! En een stotteraar wil tot elke prijs voorkomen dat de aandacht van die klas op hem gevestigd wordt. Nu kan de meester of juf het kind dan maar géén beurt geven. Het gevolg is, dat het kind zich ongelukkig voelt: ,,Zieje wel, meester geeft me geen beurt, omdat ik er toch niets van terecht breng. . .". Geeft de meester wel een beurt en de woorden stokken, dan komt er onrust in de klas en de aandacht richt zich op het kind. Dan komt er zeker geen klank meer over zijn lippen en het leed is niet te overzien - het kind wordt moedeloos, kan niet goed meedoen en zijn schoolprestaties kunnen heel wat te lijden hebben van deze mislukkingen. Soms gaat het wat beter met het spreken. Juf of meester zouden er dan direct op in moeten spelen en het kind een normale beurt geven. Zo kan het dan een goedkeuring krijgen en een bemoedigend knikje. Maar bij alles is heel veel geduld nodig! Dwang of bedreiging helpen de stotteraar de verkeerde kant uit. Dat bleek wel toen een leraar van de mavo tegen Peter zei:,, Jij kunt ook een spreekbeurt houden, maar als je stottert trek ik twee punten van je cijfer af!" Peter kon geen woord uitbrengen. . . Een andere leraar liet Peter na vieren even blijven. Peter mocht dan een stukje lezen, waarbij de leraar de eerste regels halfluid meelas. Dan werd de stem zachter en het laatste gedeelte las de jongen alleen. ,,Zieje wel, datje het wel kunt! Het ging al heel aardig!" zei hij. Het zelfvertrouwen van het kind groeide en dat hielp heel wat meer dan alle dwang, bedreiging, overdoen en voordoen.

Logopedie
Een stotterend kind kan een groot probleem worden voor de ouders. We voelen dat ons kind in nood verkeert, maar we weten niet hoe hem te helpen. Het is al zo moeilijk om ons geduld niette verliezen, om rustig te blijven en het woord dat maar niet gezegd kan worden alvast vóór te zeggen. Ouders hebben dan ook deskundige hulp nodig. De huisarts zal waarschijnlijk aanraden om het kind te laten zwemmen, om hem geen opwindend spel te laten doen en om er een logopedist bij te halen. Een logopedist geeft een kind les in spreken. Hij zal proberen om het goede in de spraak te versterken en het vertrouwen van het kind te winnen. In veel gevallen zal de logopedist met de ouders van het stotterende kind een gesprek willen hebben. Vaderen moeder krijgen dan inzicht in de problemen van hun kind en zij zullen beter in staat zijn om hun stotteraartje op te vangen, 't Allereerste advies kan zijn, om er totaal geen aandacht aan te schenken of ook maar enige opmerking te maken wat betreft het spreken. We mogen alleen maar letten op dat wat het kind wél kan! En dan beginnen de oefeningen; het leren ontspannen van de spieren, het leren beheersen van de ademhaling en dergelijke. Op het tempo van het spreken en op de zinsmelodie let de logopedist. Hoe dat alles te werk gaat hangt er vanaf welke behandeling de logopedist uitkiest. Dat zal zeker die behandeling zijn die aansluit bij de problemen van dit stotterende kind.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 11 december 1985

Terdege | 64 Pagina's

Stotteren kan vele oorzaken hebben

Bekijk de hele uitgave van woensdag 11 december 1985

Terdege | 64 Pagina's