Proletarisch winkelen
Proletarisch winkelen" is één van de kreten waarmee mensen tegenwoordig de wereld op z'n kop willen zetten. We moeten onder dit begrip natuurlijkgewoon winkeldiefstal verstaan. Met het proletarisch winkelen bedoelt men te zeggen dat het niet eerlijk is, dat de één, in dit geval de winkeleigenaar, zo veel heeft, terwijl de winkeldief ieder dubbeltje moet omkeren.
Nu is het, zeker ook in bijbels licht, heel duidelijk dat wij onze naasten niet hebben te laten verkommeren. Ben ik mijns broeders hoeder werd vanuit een verwerpelijke instelling gevraagd. In Israël mocht geen bedelaarzijn. Dat wil echter niet zeggen dat men het,,recht" in eigen hand mag nemen. Dat is en blijft inderdaad gewoon diefstal. Zo moeten we dat ook onze kinderen leren. Wel denk ik daarbij, dat we ons veel inspanning moeten getroosten om jongeren het goede en rechtvaardige van de geboden bij te brengen. Alleen maar zeggen dat iets niet mag en daar dan de zwaarste bedreigingen aan te verbinden werkt meestal weinig vruchtbaar.
Een mevrouw vertelde mij, dat ze heel streng in de sfeer van: dit mag niet en dat mag niet, want anders. . . was opgevoed. ,,Ik herinner mij, dat er een schaaltje heerlijke bonbons op de tafel in de huiskamer stond, terwijl er verder niemand aanwezig was. De verleiding was te groot en ik pakte een blommige. Op de trap naar boven dacht ik evenwel: nu ga jenaardehel. . . Toen ben ik teruggegaan en heb die bonbon weer op het schaaltje gelegd. Toen ik wat ouder was heb ik radicaal gebroken met die harde mentaliteitvan thuis, waar nooit werd vertelde waarom iets verkeerd was en je zelfs op vragen geen antwoord kreeg."
Wat is het nodig dat we die goede geboden van God zien binnen de context waar ze thuis horen: God liefhebben bovenal en de naaste als jezelf. Dat kan niet genoeg benadrukt worden. Dan immers zullen proletarisch winkelende consumenten er niet alleen maar op uitzijn om zelf aan hun trekken te komen, maar ook bedenken hoeveel nadeel ze anderen berokkenen. Ook de bestolen winkelierkan immers, ondanks zijn harde werken en een winkel vol met aantrekkelijke artikelen, iemand zijn die maar net het hoofd boven waterkan houden. Overigens denk ik dat proletarisch winkelen ons allemaalin hetbloedzit. Als we bijvoorbeeld zelf de lof naar ons toe proberen te trekken die anderen toekomt, zijn we op dezelfde manier bezig als de door ons terecht bekritiseerde winkeldieven. De oude Heidelberger is ook op dit terrein helemaal actueel.
Vraag 111: „Maar wat gebiedt God in dit — achtste gebod?" Antwoord: ,,Datik mijns naasten nut, waar ik kan en mag, bevordere; met hem alzo handele als ik wilde, dat men met mij handelde; daarenboven ook, dat ik trouwelijk arbeide opdat ik de nooddruftige helpen moge. " 't Had vandaag geschreven kunnen zijn.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 19 maart 1986
Terdege | 64 Pagina's