Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een vredig waddeneiland in opspraak

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een vredig waddeneiland in opspraak

Heeft Schiermonnikoog een besmet oorlogsverleden?

22 minuten leestijd

Het waddeneiland Schiermonnikoog was tot 1945 eigendom ^ ~van een Duitse graaf. In zijn (verboden) boek „Schiermonnikoog, oogappel van Hitler" beticht Wilko Bergmans verschillende eilanders - onder wie de toenmalige burgemeester - ervan dat ze daardoor de Duitse bezetter in de jaren '40-'45 wel zeer vriendelijk tegemoet traden. Hoe reageren de Schiermonnikogers op deze beschuldiging? Uit gesprekken met eilanders blijkt dat Bergmans op sommige punten over een , forse duim beschikt. Zo relativeert de,, held'' van het boek zijn l eigen rol tot normale proporties. Oorlogsverleden of niet, het ' prachtige waddeneiland metz'n walvisvaarders, reddingbootkapiteins, stropers, jutters en driekoppige politiemacht rnèt spreekuur v&n elf tot twaalf is eöri reptórtage meer dan waard.

Roerloos zit een houtduif op een van de vele zerken rond het oude hervormde kerkje van het dorp Schiermonnikoog, het voormalige Oosterburen. De stroom natuurliefhebbers die in de zomer het eiland bezoekt is nog niet gearriveerd. Stil en ongerept ligt het in de Waddenzee. Niet voor niets werd Schiermonnikoog enkele jaren geleden door minister Braks aangewezen als toekomstig nationaal park. De bronzen monnik op het grasveld tegenover de kerk herinnert aan de eerste bewoners van het eiland: de Cisterciënzer monniken van de abdij Claerkamp te Rinsumageest. Rond 1400 staken in schiere (grijze) pijen geklede monniken het wad over om het afgelegen oord in cultuur te brengen en er een uithof te stichten. Sindsdien verstreken de eeuwen, ieder met hun eigen geschiedenis. Een geschiedenis die werd vastgelegd door de 85 jaar oude eilandbewoonster Louise Nolthenius Mellema.


Duitse graaf
Achter elke zerk schuilt de geschiedenis van de enkeling. Aan de voet van de kerk liggen ze begraven, de vissers, de walvisvaarders, de jutters. Op de zerk van de omstreden beeldhouwer en schilder Martin van Waning prijkt een door hemzelf uitgehouwen borstbeeld. Wat verderop ligt Bonne Meintema, de aannemer die als 17-jarige jongen door zijn broer werd overgehaald om toe te treden tot de SS, een daad die hij na de ooriog met enkele jaren dwangarbeid in een kolenmijn moest bekopen. Het grootste graf herinnert aan de Duitse grafelijke familie, die tot 1945 Schiermonnikoog in bezit had. Het stenen kruis is bedekt met alg. De inscriptie is nauwelijks meer te lezen.,, Ich bin die Aufstehung und das Leben''. Eronder de woorden: Hier ruht in Gott, Achim Graf Bernstorff, Geb. 5 Augustus 1888, Gest. 10 Oktober 1899. 
In 1892 had zijn vader, graaf Bemstorff zu Wehningen, het eiland voor 150.000 gulden van de Haagse zakenman J. E. Banck gekocht. Zeven jaar later vond Achim er de dood en kreeg een plaats tussen de overleden eilanders. De graaf hoefde niet mee te maken dat het eiland na de Tweede Wereldooriog door de Nederlandse regering als vijandelijk vermogen in beslag werd genomen. Zijn zoon, de nu 83-jarige graaf Bechtold Eugen Bemstorff, stelde alles in het werk om het familiebezit terug te krijgen. Resultaat had het niet, ondanks het feit dat zelfs de toenmalige minister-president Schermerhom het onredelijk vond dat het gebied van de allesbehalve nazigezinde Duitser werd geannexeerd. Processen tegen de Duitse regering om schadevergoeding hadden evenmin succes. ,,Onkel Bechtold", zoals prins Claus de vriend van zijn vader eens noemde, had tevergeefs gestreden.

Slot Rijsbergen
„Een schande," vindt eilander Bouke Henstra. ,,Ik ken weinig goeie Duitsers, maar hij is er één van. Als hij Amerikaan was geweest, had hij Schiermonnikoog nog in bezit gehad. De oude eilanders spreken met veel achting over hem. Hij heeft veel goeds gedaan; dennenbossen geplant, boerderijen gebouwd en een dijk voor de veerpont aangelegd. De familie Bemstorff behoorde tot de rijkste families in Duitsland. Na de oorlog waren ze hun meeste bezittingen kwijt. Tachtig procent ervan ligt nu op Oostduits grondgebied. En Schiermonnikoog is gewoon afgejat, zo zie ik dat." Enkele jaren geleden werd de graaf door hetjachtgczelschapvan Schiermonnikoog uitgenodigd om deel te nemen aan de jacht. Ontroerd betrad de oude baas, in gezelschap van zijn vrouw, het waddeneiland. De uitnodiging was balsem in de nog altijd schrijnende wond. Sindsdien is hij ieder jaar present bij de jachtpartij. Zijn tachtigste verjaardag vierde de graaf op zijn voormalig eigendom. Hij sprak toen zijn waardering uit voor de vriendschap die hij na zoveel jaren nog ontvangt. Maar hij weigerde gefotografeerd te worden voor de jeugdherberg, een monumentaal gebouw aan de rand van het dorp. Dat herinnert hem te pijnlijk aan het feit dat het pand waar nu jeugdige toeristen hun slaapzakken neergooien eens slot Rijsbergen heette.

Oogappel
Buiten de zomermaanden wordt de rust op het voor auto's gesloten eiland zelden verstoord. Mens en dier leven dan in een vergeten gebied, waarvoor het vasteland geen belangstelling toont. Hierin kwam vorig jaar verandering door de verschijning van het geruchtmakende boek „Schiermonnikoog, oogappel van Hitler''. Auteur is de 63-jarige journalist Wilko Bergmans, die twee jaar op het eiland woonde en met veel bewoners gesprekken voerde. De pennevrucht die hieruit werd geboren bracht grote beroering teweeg onder de ruim 900 inwoners tellende bevolking. De titel van het boek sprak boekdelen. En voorop prijkte een grote foto van Adolf Hitler. Vooral oud-burgemeester H. W. van de Berg kwam er in het geromantiseerde oorlogsverhaal niet best af. Hij kreeg van Bergmans een ,,judasrol" toebedeeld. Dit op grond van een briefje dat Van de Berg op 16 mei 1940 schreef, waarin hij de Duitse Marine om bescherming van het nog niet bezette eiland verzoekt. Dezelfde dag arriveerden de bezetters. Maar niet alleen Van de Berg, ook verschillende overleden eilanders kregen een veeg uit de pan. Vooral hotelhouder Sake van der Werff en kunstenaar Martin van Waning, de schepper van de bronzen monnik. Bovendien zou de bevolking zeer vriendschappelijk zijn omgegaan met de pakweg 1250 Duitsers die op het eiland gestationeerd lagen. Voetbalpartijen tussen eilanders en bezetters en vrijages tussen Duitse soldaten en Schiermonnikoogse schonen waren volgens Bergmans algemeen.

Bestseller
Het boek werd een bestseller voor uitgeverij Seiffert in Wijchen. Op initiatief van de Amersfoortse zakenman L. Scheepstra, die naar eigen zeggen diep in het verzet heeft gezeten en op Schiermonnikoog een tweede huis heeft, werd de hele editie opgekocht en vemietigd. De gemeenteraad steunde deze operatie door een bedrag van 9000 gulden beschikbaar te stellen. Alleen raadslid Klompsma stemde tegen. In de eerste plaats omdat hij van mening was dat deze actie een volgende uitgave niet voorkwam. Daarnaast wees hij er op dat de belangstelling voor het boek erdoor zou toenemen. „Als je alles van tevoren wist zou je veel dingen anders doen," zegt de huidige burgemeester J. W. Boekhoven voorzichtig. Want de tijd heeft geleerd dat Klompsma's visie de juiste was. De pers richtte de schijnwerper op het waddeneiland dat door het boek in diskrediet was gebracht. Met vette koppen verscheen het bericht over de vernietiging van het omstreden boek in de dagbladen. Bergmans kon geen betere reclame wensen. ,,Toch hebben we geen spijt van onze beslissing," vervolgt de burgemeester. ,,De naam van Schiermonnikoog is door dat boek door het slijk gehaald. Bovendien heeft het de verhoudingen in het dorp lange tijd op scherp gezet."

Proces
Korte tijd later verscheen een iewat afgezwakte versie op de markt, nu door Bergmans zelf uitgegeven. Het beloofde opnieuw een succes te worden, maar het proces dat door de zoon van de oud-burgemeester werd aangespannen maakte hier een einde aan. De president van de rechtbank in Alkmaar stelde hem in het gelijk en oordeelde dat het boek uit de handel moest worden genomen. Hij achtte het bewijsmateriaal dat de auteur aanvoerde niet toereikend om de oud-burgemeester van hoogverraad of verraad te beschuldigen. Om te verhoeden dat Bergmans opnieuw dergelijke uitlatingen zou doen werd een boete van 10.000 gulden in het vooruitzicht gesteld. Voor ieder verkocht boek zou hij dan bovendien 1000 gulden neer moeten tellen. Vele eilanders haalden opgelucht adem. Te vroeg, bleek al snel. Uitgeverij ,,De Denker" in het Gelderse Vaassen waagde het een derde editie uit te geven, waarin het woord verraad werd geschrapt en Bergmans burgemeester Van de Berg omschreef als een grenzeloos laf persoon. Opnieuw kwam Van de Bergjr. in actie en wederom met succes. DeZutphense rechtbank verbood de verkoop van het boek. Uitgever M. Sanders bleef met 10.000 exemplaren zitten, een strop van zo'n 40.000 gulden. Voor Bergmans was de zaak nog beroerder, want inmiddels waren 207 boeken verkocht. Het sommetje was voor de rechter eenvoudig: 207 maal 1000 plus 10.000 maakt de somma van 217.000 gulden. Of meneer Bergmans even wil betalen.

Speurtocht
De Texelse auteur ging in hoger beroep, evenals de Vaassense uitgever. Een maand geleden bepaalde het gerechtshof in Arnhem dat het boek in deze vorm niet mag worden verkocht. Dit betekent niet dat een einde is gekomen aan het drama van Schiermonnikoog, dat nog steeds de gemoederen op het eiland bezighoudt. Een speurtocht van Sanders heeft nieuw belastend materiaal tegen de oud-burgemeester opgeleverd. In het najaar zal waarschijnlijk een ietwat gewijzigd boek verschijnen, zij het onder een andere titel en met een andere voorplaat. ,,Die deugden niet," vindt Sanders. ,,Dat heb ik Bergmans destijds al gezegd, maar hij wilde het nu eenmaal zo hebben. Omdat ik nogal wat kosten heb gemaakt, heeft hij afstand gedaan van de rechten op het boek en het mij geschonken. De nieuwe titel staat nog niet vast, maar ik denk aan,,Eiland der berusting" of iets dergelijks. De naam van de schrijver zal vervangen worden door een pseudoniem." Het boek zal worden aangevuld met enkele bijlagen, documenten die de pro-Duitse houding van de oudburgemeester moeten bewijzen. Het belangrijkste bewijsstuk is wellicht de door Sanders ontdekte brief, die Van de Berg op 7 juni 1940 schreef aan de Commissaris der Koningin in Friesland, Mr. P. A. V. Baron van Harinxma thoe Slooten. Het gaat vooral om de wat stuntelig opgestelde passage: „De verhouding tussen mij en de Duitse militaire commandant in de gemeente is zeer goed en doen we beiden ons best samen te werken in het belang van het algemeen".

Zaag
Leo van der Veen kucht verontwaardigd als in zijn lage Schiermonnikoogse woning het verboden boek ter sprake komt. „Natuurlijk is niet alles gelogen,'' verklaart hij, „ maar die vent haspelt alles door elkaar. En hij heeft een produktieve duim. Ik heb m'n neus vol van zijn verhalen." De 73-jarige eilander wordt in het boek als de held van Schiermonnikoog getekend. „Een boomlange man die voor de duvel niet bang is". Op een andere plaats staat hij te boek als „de met humor geladen reus". Van der Veens verdiensten dateren vooral uit de late oorlogsdagen, toen zo'n 120 SS'ers uit het door de geallieerden veroverde Groningen naar het eiland vluchtten. Ze betrokken in de polder enkele boerderijen die ze in korte tijd grondig vernielden. Van der Veen kreeg opdracht om reparaties uit te voeren bij het geboefte. Tegelijk nam hij alles goed in zich op en bracht rapport uit bij oud-zeekapitein Jan Weber, die na het vertrek van NSB-burgemeester Perdok was aangesteld als waarnemend burgemeester en contact met het verzet op het vasteland onderhield. Dat Van der Veen niet voor de poes was bewijst het antwoord dat hij volgens Bergmans gaf aan de beruchte SS'erRobertLehnhoff, die vroeg of hij niet bang was. ,,Zolang ik een zaag in mijn handen heb kan niemand mij bang maken. Ik kan er erg goed mee omspringen en ik heb de tandjes vannacht extra scherp gevijld. Nee, ik ben niet bang voor u, maar wat moet ik doen? Ik geloof dat we niet lang hoeven te praten.'' ,, Kolder," zegt de gepensioneerde timmerman geïrriteerd. ,,In werkelijkheid liepen er twee herdershonden. Lehnhoff vroegof ik daarvoor niet bang was. Toen heb ik gezegd: Zolang ik een zaag in handen heb, niet. Dat is alles. Zo staat het boek vol met leugens. De moeder van Taeke Holwerda zou op kousevoeten over de kwelder lopen, 't Mens kwam nooit buiten het dorp. Ik hou niet van gepoch. Echte helden bestaan niet. De één valt toevallig de goede kant op, een ander de foute. Je moet mensen die onjuist hebben gehandeld en daarvoor al gestraft zijn geen trap nageven. Ik heb inderdaad weleens wat voor het verzet gedaan. Wat tekeningen gemaakt van het bunkercomplex en de zaak naar de overkant gebracht. En later m' n ogen de kost gegeven bij die SS'ers. Maar is dat nou iets om over naar huis te schrijven?"

Humor
Dat Van der Veen humor bezit liegt Bergmans in ieder geval niet. Zijn ogen beginnen te glinsteren als hij over het Schiermonnikoogse verzet begint. „Wat viel er voor verzet te bieden op zo'n klein eiland met bijna twee keer zo veel bezetters als bewoners? 'k Vergeet nooit dat we naar de 7-decemberrede van Wilhelmina zaten te luisteren, Jan Weber met een kennis en ik. De radio had ik weggemoffeld in de schoorsteen. Op dat moment werd er gebeld door een mof. Ik naar de deur. Of ik wist waar zwarthandelaar Sliep woonde. Toen ik de weg gewezen had ging ik weer naar binnen. Wat denk je? Niemand te zien. Weber en z'n kameraad waren van angst in de kast gekropen. Dat was het verzet van Schiermonnikoog. Na de oorlog werd ik beschuldigd van vriendschap met de vijand, omdat ik zo vaak bij de SS'ers op die boerderij had gezeten. Dat werd door verzetsmensen rechtgezet. Ineens wist toen ook een eilander dat ik goed was geweest. Hij had ook bij de ondergrondse gezeten. Ik zei tegen' m: Jij zat zo diep onder de grond dat niemand je zag. Bij mij moeten ze niet aankomen met die heldenverhalen. En ook niet met verhalen dat iedere NSB'er een schoft was. Na Van de Berg kregen we een NSBburgemeester, Perdok. Een prima kerel. Juffrouw Karst, die een Jodinnetje in huis had, vroeg hij op het gemeentehuis. Daar kreeg ze een persoonsbewijs voor het meisje. ,,Je weet niet wie na mij komt'', zei Perdok. Na de oorlog hebben ze met lijsten gelopen om hem vrij te krijgen. Van Bon van de toko was ook bij de NSB. Hij heeft z'n halve winkeltje in de oorlog weggegeven, zo'n goedzak was 't. Negen jaar heb ik bij Bonne Meintema gewerkt, 'k Heb nooit een betere baas gehad." In de zestig jaar die Van der Veen nu op het eiland woont zag hij veel veranderen. De tijd dat Schiermonnikoog pleisterplaats voor de Groningse elite was is voorbij. Toen hij als 14-jarige jongen naar het eiland kwam leefden bijna alle bewoners van de zeevaart. Na de lagere school ging de jeugd naar de zeevaartschool, de enige vorm van voortgezet onderwijs. ,,Daar ging iedereen naartoe, rijp of onrijp," lacht de nagenoeg kale eilander. ,,Meisjes kregen een aangepast programma, 't Was een hele klap dat die school in de crisisjaren werd opgeheven." Dat betekent niet dat Schiermonnikoog momenteel gespeend is van onderwijs. Naast een openbare en een christelijke lagere school bezit het eiland zelfs een mavo.

Walvisvaart
In de na-oorlogse jaren bezorgde de walvisvaart menige eilander een goede boterham. Kapitein van de Nederlandse walvisvaarder Willem Barendsz was de Schiermonnikoger Klaas Visser. Zeven jaar voer Van der Veen als scheepstimmerman mee naar de Zuidpool, waar hij de slachtpartij onder de grootste zoogdieren ter wereld van nabij meemaakte. In 1950 nam Visser een onderkaak van een blauwe walvis mee naar het eiland als souvenir. De timmerman boorde er gaten in, zodat alle traan eruit kon lopen. Een halfjaar lag de kaak op het wad om schoon te spoelen. Daarna kreeg hij een ereplaats in het centrum van het dorp, waar hij als poort fungeert.

Eigenwijze lui
Aan de walvisvaart hield Van der Veen een mooi eigen huis over aan de Middenstreek, een van de lange, rechte straten met karakteristieke huizen die het dorp charme geven. Zijn vrije tijd brengt hij voor een groot deel door in de moestuin. Als ik vraag of hij er niet meer voor voelt om de schatten op te graven die de SS'ers volgens Bergmans in een moerassig gebied hebben laten zinken, begint hij bulderend te lachen.,,Klaas Visser zou ook tot z' n nek in de derrie hebben gestaan om die kisten met goud te vinden. Nou, hij ging wel het water in, maar dan om paling te vangen. Die gouddelversverhalen zijn aan Bergmans duim ontsproten." Slechts één zorg heeft de eilander. Dat zijn de biologen. ,, Als die het voor het zeggen krijgen mogen wij nergens meer komen. En de praktijk is dat ze de kwelder in korte tijd verpest hebben. Alles moest verwilderen, dus er mochten geen koeien meer grazen. Wij weten dat gras en helm dan de overhand krijgen en alles verstikken. De plantjes die ze wilden beschermen verdwenen juist. Gelukkig zijn de heren er ook achter gekomen. De koeien zijn weer terug. Maar het zijn eigenwijze lui. Ik ben benieuwd wat dat gaat worden als Schiermonnikoog nationaal park wordt.''

Nationaal park
De berzorgdheid van Van der Veen leeft bij meer eilanders. ,, Onterecht," vindt het hoofd van de openbare lagere school H. Koning, die op het eiland een centrale plaats inneemt. Hij geeft niet alleen les in de drie hoogste klassen van de school, tezamen tien leerlingen, maar is ook bestuurslid van het educatieve bezoekerscentrum ,,De Centrale", geeft van april tot oktober op dinsdagavond lezingen in het dorpshuis over het eiland en is lid van het Overiegorgaan Nationaal Park. „Het idee om een aantal gebieden tot nationaal park te verheffen is afkomstig van de Tweede Kamer'', betoogt hij. ,,Het moet een aaneengesloten natuurgebied van minstens duizend hectare zijn, dat van grote landschappelijke en biologische waarde is en zich leent voor recreatief gebruik. Minister Braks heeft duidelijk gesteld dat een nationaal park wordt gedragen door de bevolking. Voorheen kon Domeinen zelfstandig beslissingen nemen. Ze werd hierbij geadviseerd door de Natuur Wetenschappelijke Commissie, waarin vooraanstaande biologen zitting hadden. Hieruit is het Adviesorgaan ontstaan, dat het Beheersen Inrichtingsplan voor het nationaal park moet schrijven. Het Overlegorgaan kan daarop commentaar leveren, dus de zaak is juist opener geworden. Wel is een feit dat de wensen van de biologen vaak haaks staan op die van de bevolking. Dat maakt dat het proces nogal moeizaam verloopt. In de loop van '87 zal de beslissing vallen of Schiermonnikoog werkelijk nationaal park wordt. In ieder geval zal volgens de formulering van minister Braks rekening moeten worden gehouden met de wensen van de bevolking."

Niet zonder zorg
Dat het nationaal park desondanks een dankbaar onderwerp van gesprek blijft, heeft volgens René Lanzee, hoofd van de Schiermonnikoogse politie, alles te maken met de beslotenheid van de gemeenschap, „'t Is net als met dat boek van Bergmans. Een prul vol insinuaties, maar het geeft weer stof tot spreken. De bevolking is sympathiek, maar als je aan het begin van het dorpje been breekt wordt binnen vijf minuten aan het eind verteld datje dood bent. De sociale controle is hier sterk. Dat betekent dat er veel wordt gepraat, maar ook dat problemen zo lang mogelijk binnenshuis worden gehouden. Bij een echtelijke ruzie bijvoorbeeld word je pas ingeschakeld als er wel erg enthousiast geslagen wordt." De 35-jarige postcommandant woont in de nieuwbouwwijk van Schiermonnikoog. Naast de deur van zijn riante woning bevindt zich een gevelsteen waarin een gebogen manneke is uitgebeiteld.,,Niet zonder moeite", staat eronder. Onduidelijk is of dit te maken heeft met het opbrengen van de hypotheeklasten. Het feit dat Lanzee kamers verhuurt pleit voor deze veronderstelling, evenals de houtkachel waarin hij gejut hout stookt. Maar de gerieflijke inrichting van het huis is er weer mee in tegenspraak. Niemand van het driekoppige politiekorps is afkomstig van het eiland. „Om vriendjespolitiek te voorkomen'' weet René. Van elf tot twaalf uur houden de agenten spreekuur in het bureautje aan de Middenstreek. Wanneer zich buiten die tijd ongeregeldheden voordoen moet contact worden opgenomen met Leeuwarden. De politiemacht van het eiland is dan waarschijnlijk op pad in de allang afgeschreven landrover.

Superstil
Zomers is het bureau de hele dag open. ,,Dan is er werk genoeg," vertelt René. „Mensen die hun kinderen of de weg kwijt zijn, spullen die verdwenen of gestolen zijn, je kent dat wel." Van criminaliteit heeft het eiland weinig last. Omdat toeristen alleen zonder auto welkom zijn en de uitgaansmogelijkheden beperkt zijn, wordt Schiermonnikoog bijna uitsluitend bezocht door een natuurminnend publiek. ,, In het begin werd ik hier gek,'' zegt de agent openhartig. ,,Vooral's winters. Dan is het hier superstil. Je moet omschakelen, ook in je werk. Nu ben ik eraan gewend. De ambtenaar van Domeinen en de jachtopziener helpen als onbezoldigd ambtenaar van de Rijkspolitie mee met het opsporen van illegale kampeerders. Meestal hoeven wij alleen af te rekenen. Die diensten kunnen we in de winter terugbetalen, door mee te helpen met het voederen van vogels." Een monotoon geronk breekt het gesprek af. ,,Dc heli," meldt René. „Waarschijnlijk wordt een nieuwe piloot geïnstrueerd. Naast de steiger voor de veerboot ligt een veldje waar een helikopter kan landen. Wat dat betreft hoefje niet benauwd te zijn om hier te wonen. Binnen een kwartier lig je in het ziekenhuis van Dokkum of Leeuwarden. Vooral zomers wordt nogal eens gevlogen. Je kent dat wel, onverwachte bevallingen, hartinfarcten, de hele mik mak."

Reddingboot
Ook de reddingboot, de Nine Anne, ligt bij de steiger. Drie jaar geleden moets de orginele strandreddingsboot plaats maken voor de overdekte vlet.
,,De eilanders hebben het gevoel dat ze hun reddingsboot kwijt zijn,'' steld schipper Keubie Rickal vast. De 43-jarige Schiermonnikoger, die in het dagelijks leven timmerman is, voldoet aan de eisen die je aan de schipper van een reddingsboot mag stellen. Verwarde haardos, ruige rode baard, blaauwe schipperstrui en manchester broek.
,,De strandreddingsboot stod in het boothuis,'' licht hij toe. ,,Als er alarm werd geslagen hoorde het hele dorp ons gaan. Nu merkt niemand iets als we uitrukken'' Zijn stem klinkt spijtig. Dan vermant hij zich. ,,Deze is moderner hé. Een betere sleepboot is sneller.''

Hoofdkustlichtwachter Sietse de Jong deelt zijn mening niet. ,,Ze hadden de strandreddingboot nooit wegmoeten doen," zegt hij weemoedig. ,,DeNine Anne zit lekker droog, dat geef ik toe, maar hij is niet geschikt om in de branding te werken. Ik vertrouw 'm niet. Twee jaar geleden is hij zelfs met een procfvaart omgeslagen. En je kunt 'm niet, zoals de strandreddingboot, ter plaatse te water laten." Vanaf z' n vijfde jaar zat Sietse aan het strand en jutte alles wat los en vast zat. Z'n leven sleet hij op lichtschepen en in vuurtorens. Saai heeft hij zijn werk nooit gevonden. ,,Je hebt een taak. Als er iets loos is moet je direct alarm slaan. Contact opnemen met Radio Scheveningen, de reddingcommissie waarschuwen en indien nodig ook een sleepdienst en vliegveld Valkenburg voor een helikopter, 't Is een prachtig beroep, maar met de moderne navigatie-apparatuur zal het op den duur wel uitsterven. Nu zitten we eigenlijk voornamelijk voor de watersport.
In het seizoen vaart bijna dagelijks de reddingboot uit om afgedreven zwemmers of surfers op te pikken.''
Het wonen op een eiland is voor De Jong geen straf.



Stroper
“Als ik een dag aan wal ben geweest heb ik weer voor weken m’n buik vol. Toen Toxopeus – de enige bewoner van Rottumeroog – vertrok, had ik graag z’n plaats ingenomen. Jammer genoeg werd die post niet meer bezet. Maar las het mogelijk was pakte ik vandaag m’n boeltje nog. Wil je mooier wonen dan daar? De hele dag in de natuur. Lekker vissen en jutten!” Een hartinfarct maakte abrupt een einde aan de carrière an de 54-jarige vuurtorenwachter. Binnenkort wordt hij arbeidsongeschikt verklaard. Zijn kustwachterswoning aan de voet van de vuurtoren verwisselde hij al voor een nieuwbouwhuis. Tot overmaat van ramp naast een politieagent. Toch maakte de stroper zich daar niet al te druk over. Zijn jachtgeweer staat open en bloot in de kamer. Hij is een gladde jongen. Wandelingetjes met zijn jongste spruit combineerde hij destijds met zijn hobby, door het dubbelloops onder het matrasje van de kinderwagen te verbergen. Een jachtopziener die schoten had gehoord vroeg Sietse of hij niemand had gezien. “Niemand, “ verzekerde Sietse. Hij had wel een knal gehoord, maar meende dat dat een rotje was. Met een knipoog naar de kleine nam de jachtopziener afscheid. “Natuurlijk bestaat de kans dat Van der Wal me op een dag te grazen neemt, vertrouwt De Jong me toe. “ik mag ‘m graag, maar hij is een beetje fanatiek. Mocht hij me grijpen, dan betaal ik zonder morren. Je moet sportief blijven.”

Ruige driehoek
Moeizaam plonzen we door het zompige rietland van Schiermonnikoog. Candy, de glanzend zwarte labrador van jachtopziener Kees van de Wal, zwamt meer dan dat hij lopt. Hij en zijn baas bezitten de bevoorrechte positie om dagelijks over het eiland rond te kunnen trekken, met z’n vele boeiende punten, zoals Vredenhof, het zeemanskerkhof dat in 1922 door hotelhouder Sake van der Werff werd gesticht. Samen met zijn zoon ligt hij er begraven, temidden van drenkelingen en aangespoelde soldaten, slachtoffers van twee wereldoorlogen. Engelsen, Fransen, Canadezen, Nieuwzeelanders, polen, Duitsers. En vele onbekenden. Hun doodskisten werden getimmerd door Leo van de Veen, die met z’n vriend Nico Faver de macabere taak had de lijken op herkenningstekens te onderzoeken. Verderop ligt de 300 hectare polderland met z’n zeven boerderijen waar op 31 mei 1945 de SS’ers zich ondanks alle gesnoef zonder problemen overgaven. Op een hoge duin tekent het overschot van een bunker zich af als een waarschuwend monument. Maar het liefst verkeert de jachtopziener in het moerasgebied dat hij “De ruige driehoek” noemt. Ver verwijderde stipjes herkent hij als kiekendieven. Feilloos onderscheidt hij de verschillende soorten vogels door de variatie in gestjilp, gefluit en gepiep. Om de paar stappen staat hij stil. Het water komt angstig dicht bij de bovenkant van onze laarzen. “Jodelende wilpen,” doceert hij. “Mooi hè?” M’n onkunde ontgaat hem niet. “Je hoeft niet alles te weten,” zegt hij bemoedigend. “Als je er maar van kunt genieten. Een koolmees is even mooi als een purperreiger.”

Lomp
Enkele meters onder ons moeten volgens Bergmans de schatten liggen die de SS'ers lieten zinken. Kees gelooft het wel; hij heeft genoeg aan de natuurweelde. ,, De zangvogeltjes zijn weer gearriveerd," constateert hij blij., ,Nu ga ik vroeg het veld in om hun concert te beluisteren. Als ik alleen ben geniet ik het meest. Oren, ogen en neus op scherp. Dan ontgaat me niets. Vooral in het voorjaar is het biereen lusthof. De natuur is dan zo mooi gestoffeerd, dat ik soms de neiging heb om er op mijn tenen weer uit te lopen. Tussen al die schoonheid ervaar ik alleen mijn eigen lompheid als een storende factor. "

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 29 april 1986

Terdege | 64 Pagina's

Een vredig waddeneiland in opspraak

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 29 april 1986

Terdege | 64 Pagina's