Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

,,Alles is zo zakelijk geworden, het moet allemaal zo jachtig tegenwoordig''

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

,,Alles is zo zakelijk geworden, het moet allemaal zo jachtig tegenwoordig''

Gerrit Hartman, een van de laatste parlevinkers

12 minuten leestijd

Gerrit Hartman uit Woudrichem is een van de weinige parlevinkers die Nederland nog telt. Door weer en wind stuurt hij zijn drijvende winkel naarbinnenvaartschepen die om proviand verlegen zitten. Zijn vrouw drijft een groentewinkeltje aan de wal. Ze maken lange dagen, maar ,,we lopenniet te grienen en te zemelen als om vijf uur de wekker gaat". Terdege ging de boot in en parlevinkte een dagje mee op de Merwede.

Een stevige kabel verbindt de drijvende handel van Gerrit Hartman, herkenbaar aan de groene en witte strepen boven het gangboord, aan het vasteland van Woudrichem. Het scheepje ligt ingeklemd tussen de twee veerboten die voetvolk, al dan niet met tweewieler, van Woudrichem naar Gorinchem transporteren en omgekeerd. Als een schilderij ligt het vestingstadje op de achtergrond. Blikvanger is de oude poort met aan weerskanten de massieve stadswal, waarop aantrekkelijke huisjes pronken. In de verte verrijst het stoere slot Loevestein. De parievinker woont achter de wal in de Molenstraat.
Z'n gezicht is getekend door diepe groeven die weer en wind gedurende 37 jaar parlevinken trokken. De dikke bos gekruld vlashaar geeft hem het uiteriijk van een echter germaan. Onder z'n overall gaat een pelsdikke schipperstrui schuil, ledere dag trekt de Woerkummer, zoals een inwoner van het stadje door de autochtone bevolking genoemd wordt, de rivier op. Aan wind stoort hij zich niet. Zelfs met de beruchte februaristorm in 1953 kon hij niet binnen blijven. Terwijl de wind om zijn roeiboot gierde trachtte hij nog aardappelen en groenten te slijten aan paniekerige schippers vrouwen.

Drugsmannen
Dooreen rolluik te openen verschaft Hartman zich toegang tot zijn domein. Het is geen overbodige luxe dat hij de zaak goed afsluit. Zijn handel is een geliefd object voor gauwdieven. Dit jaar is al weer twee keer ingebroken, waardoor het totale aantal inbraken gestegen is totzeven.,,Negenduizend gulden weg in twee keer,'' zegt de parlevinker gelaten. ,, Vooral dure spullen nemen ze mee. Shag, koffie, kaas. Van de zeven inbraken zijn er vijf opgelost. Meestal zijn het van die drugsmannen uit Rotterdam die een auto kapen en hier m' n schuit leeghalen. Die jongens hebben nogal wat nodig hè. En geloof maar niet datje wat terugziet. Eén keer m'n verrekijker en het kaasmes. En de laatste keer 350 gulden. Dat was alles." Inmiddels zijn maatregelen getroffen. Hartmans zoon heeft een beveiligingssysteem aangelegd.,,' t Werkt metinfra-rood," laat de parlevinker los. ,,Als het aan staat worden we gealarmeerd zodra iemand aan boord komt. Dat moet ook wel, want de laatste keer kwamen ze via een raampje binnen." ,, Vroeger was't wel anders," spreekt de 57-jarige Woerkummer uit ervaring. ,,Toen lieten we 's avonds alle handel buiten staan. De jeugd pikte wel 's een appeltje, maar dat zette geen zooien aan de wal." Op z'n twintigste jaar nam Gerrit de handel van zijn vader over. De concurrentie was in die tijd niet mis. Alleen Woudrichem telde al zestien parievinkers. Nu zijn er nog zeven in heel Nederland. Tot 1960 moest hij zich behelpen met een roeiboot. Maar de zaken gingen goed en de eerste motorboot werd aangeschaft. Het schip werd vernoemd naar Hartmans vrouw Arida. Zes jaar geleden maakte het plaats voor de Arida 2, voorheen eigendom van een parievinker uit Lobith. „ De een na de ander scheidt er uit," verklaart Hartman.

Plezier
De Woudrichemse parlevinker opereert niet in het slechtste afzetgebied. Er zijn beroerdere plaatsen denkbaar dan het knooppunt van Waal, Maas en Merwede. Dat vindt hij zelf ook.,,' k Zit op een gunstig punt. Je krijgt hier schepen uit Rotterdam en Antwerpen. Want je moet 't van de internationale vaart hebben.'' Zonder duidelijk aanwijsbare reden stapt Hartman over op de meervoudsvorm. ,,Aan schepen die ieder weekend thuis liggen verkopen we bijna niks. Die nemen alles van moeder de vrouw mee. Ook de grote duweenheden leveren niet veel op. Die slaan bij groothandelbedrijven in. Zodoende hebben we niet zo veel klanten. Op een slappe dag zo'n vier, op een goeie dag twintig. Maar in doorsnee genomen is een klant bij ons geen klant van een pakkie margarine. De meeste zijn de moeite waard. Gemiddeld zo'n honderd gulden." Desondanks is het niet meer mogelijk om van het parlevinken rond tekomen. Het gezinsbudget wordt aangevuld met de inkomsten uit het kleine groentewinkeltje dat moeder Daa^e drijft en door groenteleveranties aan restaurants in de omtrek. Er worden lange dagen gemaakt. Om zes uur staat het echtpaar op. Als Hartman de bestellingen van de restaurants heeft afgeleverd moet hij de voorraad in de boot aanvullen, zodat hij meestal niet voor tien uur het ruime sop kiest. Half zes keert hij terug om te eien. Daarna scharrelt hij tot acht uur in en rond de boot en vaart uit als hij door een schipper wordt opgeroepen via de marifoon. Het komt zelfs voor dat ze hem thuis oproepen via Scheveningen Radio. Zaterdagmiddag om vijf uur wordt een punt gezet achter de weektaak. Dat is voor de parievinker geen reden tot klagen. „We werken met plezier. M'n vrouw ook. We lopen niet te grienen en te zemelen als om vijf uur de wekker gaat. Je hebt mensen die zondagmiddag al zitten te mieren, omdat ze de volgende dag weer moeten beginnen. Dat heb ik nooit gehad.''

Dictators
Hoewel de verkoopruimte beperkt is heeft Hartman bijna alle gangbare produkten aan boord. De groenteafdeling ligt direct achter de stuurhut. In een ijzeren kooi aan het stalen dak hangt de weegschaal. Op de zwarte verhoging waaronder de motor schuilgaat staan kistjes met bananen en komkommers. De kruideniers-, sigaretten- en drankafdeling bevindt zich twee treden lager in het achterste gedeelte van het schip. Onder het kaasvak hangt een uitschuifbare plank waarop de kaas geslacht kan worden. Het vlijmscherpe mes ligt bedrijfsklaar. Via een klein trapje bereiken we de stuurhut. Zonder gekuch slaat de motor aan. Met een kalm gangetje zakken we de Merwede af richting Hardinxveld, om olie te bunkeren. Hartman is voldoende handelsman om even in de haven van Gorinchem te kijken. Wellicht liggen er potentiële kopers. De moeite is tevergeefs. Alleen jachten zijn goed vertegenwoordigd en daar moet de parievinker niet al te veel van hebben.,,Daar beleef je drama's mee. Die lui zijn zelden de vaarkunst machtig. En de enkele keer dat ze wat kopen krijg je bij het langszij leggen gemelk over beschadigen." Vroeger bracht hij nog wel eens een bezoek aan het kantoortje van de Rijkspolitie te Water, maar dat is voorbij sinds hij woorden heeft gehad met een paar jongedienstkloppers. ,,Dan wil ik er helemaal niet meer komen. Daar ben ik erg makkelijk in. Bij die ouwe beren kwam ik graag, maar die jongeren zijn net dictators. Ze lopen rond in hun pakkie of ze' k weet niet wat zijn. En ze weten niks. De ouwen waren niet alleen gemoedelijker, maar ook kundiger. En ze hielden tenminste van een beroerdigheidje. Die jongelui zijn zo snel in hun er aangetast."

Rekenen
Terwijl we de haven verlaten zet Hartman de voor- en nadelen van zijn beroep uiteen. ,,'kWirt nog een paar jaar zien vol te houden. Ik zit graag op het water. Je bent eigen baas. Maar 't betekent wel datje ook voor je eigen moet zorgen. We zijn vanmorgen begonnen en we weten niet wat we vrijdag binnen hebben. Als je voor een baas werkt maakt het niet zo veel uit als je motor in de puinpoeier loopt. maar wij moeten alles zelf betalen. Dat zijn de nadelen van 't vrije leven. Daar kun je over mopperen, maar dat helpt niks. Gewoon betalen en daarmee is de kous af." De kleine zelfstandige is geen man om alle kosten exact bij te houden.,, Om de veertien dagen bunker ik olie. De rekening krijg ik iedere maand toegestuurd. Dan betaal ik en klaar. Je hebt mensen die alles piekfijn uitrekenen, zelfs voor een ander. Hoe het mogelijk is dat een ander een huis of een boot kan kopen. Daar hou ik niet van. Ik hoef niet bang te zijn dat ze morgen voor de deur staan met schuldbrieven. Ik betaal m'n rekeningen en dan niet meer over praten. Dat is een klare zaak. En zo rommelen we maar aan."

Jachtig
Een opvolger heeft Hartman niet.,, Ik heb' t m' n zoon afgeraden. Nou werktie veertig uur. Misschien zelfs 38. En hij heeft nergens kopzorgen over.'' Toch heeft de Woerkummer zelf z' n werk altijd met plezier gedaan. ,,Wij zijn gewend om te werken, aan te pakken. Dat maakt het moeilijk om te stoppen. Wat heb je voor hobby's? Ja, 'k vis weleens wat, maar meestal is daar ook geen tijd voor. Als je dan stopt, wat moetje dan?" De vraag of zijn beroep uitsterft vindt hij moeilijk te beantwoorden.,,Je kunt welzeggen: ,,'t Is over vijf jaar gebeurd," net als met die kleine winkeltjes aan de wal. Maar die komen in Amerika alweer terug. De mensen veriangen terug naar gezelligheid. Alles is zo zakelijk geworden. Ik wil er niet aan, maar 't is gewoon zo. Vroeger had je aan' t eind van de dag een lichaam vol koffie. Hier een bakkie drinken, daar een praafle maken. Daar is tegenwoordig geen tijd meer voor. Alles moet jachtig. De mensen maken zonder dat ze 't zelf weten een machine van d'r eigen lichaam. En je moet meedraaien in 't wereldje van de wal."

Tanker
We naderen de Merwedebrug als de parlevinker uit het geschetter door de marifoon opmaakt dat de eerste klant in aantocht is. Een tankeruit Duitsland. Meteen sierlijke bocht draait Hartman z'n boot naast het schip. Een matroos staat al gereed om de „ Arida 2'' vast te leggen. Als die klus geklaard is stapt hij over in de drijvende winkel, die vastgeklemd aan het moederschip snel richting de plaats van vertrek glijdt. Hartman heeft z'n notablok gepakt en noteert wat de man van de schappen pakt. Popla toiletpapier ligt naast de filterzakjes. Op blikjes haring in tomatensaus liggen wat tubes tandpasta. De matroos scharrelt rond alsof hij kind aan huis is en hoeft geen enkele keer te vragen waar iets staat. Hij betaalt met honderd Duitse Mark. Dat is geen probleem. Deparlevinkboot fungeert tevens als wisselkantoor. Hoewel de parlevinker matig Duits en nog minder Frans spreekt heeft hij totaal geen moeite met internationale klanten. Ze zoeken hun boodschappen maar uit. Hij schrijft wel. Voor een Franse die niet aan boord durfde komen sjouwde hij z'n hele negotie naar de ingang van zijn boot, zodat ze uit kon kiezen. Ze was een goede klant, zodat hij na afloop hartelijk kon lachen toen ze hem in vloeiend Nederlands complimenteerde voor de keurige bediening. Als de matroos weer op het gangboord van de tanker staat reikt Hartman hem de inkopen aan. Het touw is al bijna losgegooid als een ruwe rivierbonk aan komt hollen die nog vijf pakjes shag en een pak appelsientje nodig heeft. Dan is de kooplust van de mannen werkelijk gestild en wordt hetscheepje na een joviale groet van beide matrozen losgemaakt van de tanker.

Sterke drank
Als in Hardinxveld olie is getankt keren we terug naar het vaste stekkie van de parlevinker. Voor de met riet begroeide uiterwaarden naast de haven van Sleeuwijk. Hier zullen we de rest van de dag liggen, wachtend en hopend op handel. ,, Maandag is een slappe dag," heeft Hartman me verzekerd. Vandaar dat hij dan meestal het schip schoonmaakt. Het ordenen van de goederen is een dagelijks weerkerende bezigheid. Terwijl het schip langzaam stroomafwaarts dobbert zet de parlevinker blikken recht, stapelt de kratten met groenten en rommelt wat in het koelcelletje. ,,Aan diepvries begin ik niet," merkt hij tussen de bedrijven door op. ,, Als de elektriciteit ' s nachts uitvalt is de hele boel's morgens ontdooid. Vers vlees is me ook veel te kwetsbaar." Het spreekt voor zich dat de parlevinker met zijn prijzen niet kan wedijveren met grootgrutters aan de wal. Hij houdt zich aan de adviesprijzen. Z'n vergunning om sterke drank te verkopen maakt hem tot een uitzondering in parlevinkend Nederland. Slechts één collega deelt in dit voorrecht. Om te bewijzen dat hij het geestrijke vocht niet illegaal slijt toont de Woerkummer een document met indrukwekkende stempels. ,, Iemand die de wet goed kent heeft dat in' 77 voor me geregeld," geeft hij als verklaring voor z' n bevoorrechte positie.

Nat
Het scheepje is inmiddels behoorlijk afgedreven. Met fikse snelheid nadert een uit de kluiten gewassen zandschip. Hartman lijkt nergens erg in te hebben en is druk inde weermet z'n kroppen sla. Wanneer ik het m'n plicht acht om met hese stem op het ijlings naderende gevaar te wijzen lacht hij. ,,Ik hou ze wel in de gaten, 't Water is nat. Daar hebben wij ook een hekel aan. In al die jaren heb ik maar één keer een aanvaring gehad." Ik geloof hem op zijn woord, maar voel me toch opgelucht als hij weer in zijn stuurhutje kruipt. De uren verstrijken. De opmerkingvan de parlevinker dat de maandag weinig oplevert is niet uit de lucht gegrepen. Een kille wind blaast naar binnen. Zon en regen winnen het afwisselend van elkaar. Hartman zit op z'n harde kruk alsof het een crapaud is. Het gebrek aan klandizie heeft geen enkele invloed op zijn humeur. Wat niet is kan komen, is zijn instelling. Hij heeft gelijk. Het voorkomteen maagzweer en levert ongedachte verrassingen op. Want onverwacht wordt de parievinker weer opgeroepen. Voor de tweede keer kleeft het scheepje zich vast aan een binnenvaartschip. Een potige schippersvrouw zwaait een krat met lege pilsflesjes naar Hartman en stapt binnen. Ze begint haar tocht in het kruideniersgedeelte. Hartman is op z'n gemak op het trapje gaan zitten. Met sierlijke letters noteert hij de inkopen. Sla, jonge Bokma, eieren, appels, worst, prei, blikken, de hele handel verdwijnt in een groentekrat.

Liegen
Als ze heeft afgerekend klautert de vrouw zonder enige moeite met de krat naar haar schip. De parlevinker volgt met twee zakken aardappels en keert terug met twee brieven. Post bestellen is service van de zaak. We varen terug naar de ligplaats. Het geklots van water tegen de basaltkeien mengt zich met het gegrom van de motor. Het griendhout en de rietpluimen buigen gehoorzaam als de wind dit beveelt. Rusteloos spoelt de grauwe rivier om het bootje dat aan de steiger heel wat leek, maar op de Merwede ineen lijkt te schrompelen. Zeker in vergelijking met de kolossale schepen die soms passeren. Toch is Hartman niet jaloers op de bezitters ervan. ,,Je moest eens weten wat een armoei er soms op die schuiten geleden wordt," zegt hij met levenswijsheid. ,, In de goede tijd moest alles steeds mooier. Nog een grotere stuurhut dan de buurman. Nog een betere motor. Maar de hypotheek moet wel betaald worden, ook in de slappe tijd. Er zijn mensen die naar buiten toe groot doen, maar bijna droog brood eten. Daar hou ik niet van. Ik zeg altijd: Je moet nooit liegen uitje eigen zak."

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 28 mei 1986

Terdege | 64 Pagina's

,,Alles is zo zakelijk geworden, het moet allemaal zo jachtig tegenwoordig''

Bekijk de hele uitgave van woensdag 28 mei 1986

Terdege | 64 Pagina's