Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Zuiderzeemuseum: Een verrassend vriendelijk vissersdorp waar de bewoners helaas ontbreken

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Zuiderzeemuseum: Een verrassend vriendelijk vissersdorp waar de bewoners helaas ontbreken

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Aan de voormalige Zuiderzee bij Enkhuizen ligt een heel bijzonder vissersdorpje. Verschillende huizen en andere gebouwen zijn al eeuwen oud, maar staan nog niet lang op hun huidige plek. Ze zijn afkomstig uit allerlei plaatsen die aan of in de buurt van het Usselmeer liggen. Het dorp is toch niet helemaal,, echt'', want er wonen slechts enkele gezinnen, de overige museumhuisjes zijn compleet ingericht, maar toch ,,leeg". Niettemin kunt u uren dwalen door de verstilde straten van het sfeervolle buitenmuseum. Terdege gaat u voor.

Met een behoorlijk gangetje glijdt de veerboot over het Usselmeer. De inzittenden genieten van zon, wind en een mooi uitzicht op het stadje Enkhuizen. De strakblauwe lucht weerspiegelt zich in het heldere water, dat eens de naam Zuiderzee droeg. De passagiers van het scheepje zijn ongetwijfeld op de hoogte van dit feit, want ze zijn onderweg naar het Zuiderzeemuseum, waar je op een aangename manier in het verleden kunt ronddwalen. ,,Zuiderzee" moet wel erg ruim worden opgevat, want in het Buitenmuseum zijn zowel huisjes uit het Groningse Zoutkamp als kalkovens uit het halverwege Noord-Holland gelegen Akersloot te vinden. Storend is dat absoluut niet. Met heggen, houten hekjes, bruggetjes, klinkerstraatjes, weitjes met schapen en brede sloten met vis en eenden is een gemoedelijke sfeer geschapen die uitstekend bij de originele oude panden past. Alles ademt rust, zelfs het vrolijke gefluit van de vogels in talloze bomen.

Geen mensen
Kuierend door het vriendelijke ,, dorpje" kom je regelmatig een bordje ,,open" tegen. Als je een open woninkje binnenstapt stuit je meestal eerst op een tafeltje metpetroleumstel in het gangetje. Een hekje verspert de toegang tot de kamer (en eventuele andere vertrekjes). Het ziet er allemaal heel echt uit, het blad met koffiepot en -kopjes op tafel, wat stoelen, een rieten mat, een enkel kastje. In een huisje liggen een aangesneden brood en een kaasje op tafel. Soms hangt er werkkleding over een stoel. Toch ontbreekt er iets. Dat zijn de mensen. De interieurs zijn niet levensecht, ze zijn,,dood". In klederdracht gestoken etalagepoppen hadden hier misschien uitkomst kunnen bieden, want je kunt natuurlijk niet van het bij diverse panden op stoelen in de zon zittende museumpersoneel verwachten dat het zich uitdost in kleding die zelfs hun voorouders niet gedragen hebben. De planten die in vrijwel elk huisje op de vensterbank staan zijn wel echt. In een verkleinde reconstructie van een Aalsmeerse kas, daterend uit 1900, worden kamer- en groenteplanten gekweekt ten behoeve van het museum. Dat die kamerplanten voornamelijk geraniums zijn zal niemand verbazen. Enkele panden hebben een informatieve functie. In een Monnickendams huisje is een tentoonstelling ingericht ,,Tussen rook en water". Een videoprogramma toont aan de hand van oude filmopnamen hoe haring werd gerookt en ansjovis werd gezouten; ,,op Marken" kun je de geschiedenis van Marken en Volendam in beeld zien; in een Hoorns koetshuis worden dagelijks films en diaprogramma's vertoond.

Praktisch
Sommige huizen zijn niet slechts leuk om te zien of ,,informatief", maar hebben ook een praktische, welhaast realistische kant. In een kruidenierswinkel uit Harderwijk kan snoep in stijl aangeschaft worden: kaneel- en dropbrokken, zoet hout, Wilhelmina-pepermunt, tumtum, enz. Een bakkerij uit Hoorn (met Alkmaars interieur) heeftin de etalage weliswaar niet al te verse produkten liggen, de etenswaren in het erachter gelegen restaurant (voormalig woongedeelte) zijn beslist van recentere datum. De tegeltableaus in het restaurant, met prachtige voorstellingen van vroeger, komen uit Zandvoort. Ook een Hindeloopens dijkhuis en de benedenverdieping van een kaaspakhuis uit Landsmeer vervullen een gastronomische functie. Behalve met hun gedachten in het verleden vertoevende oudjes lopen er natuuriijk de nodige (buitenlandse) toeristen in het Zuiderzeemuseum rond. Dat is de oprichters van het museum niet ontgaan: in een Edammer pand is een museumwinkel gehuisvest, waar behalve ansichtkaarten, stickers en dia's alleriei (gebruiks)voorwerpen van vroeger verkrijgbaar zijn, zoals een boetnaald, een speculaasplank of aardewerk. Ook klederdrachtstoffen zijn hier te koop, evenals daarmee aangeklede poppen. Bijna overbodig te vermelden dat men zich hier een stel klompen kan aanschaffen.

Geen rommel
Wie inderdaad op houten schoeisel zijn weg door het museum vervolgt, hoeft niet bang te zijn dat dit al te vlug besmeurd wordt door een eraan vastklevend ijspapiertje of doordat hij in de mayonaiseresten van een leeg patatbakje stapt. Rommel ligt er namelijk absoluut niet op de straatjes van het Zuiderzeemuseum. Dat komt niet alleen door de in groten getale geplaatste afvalbakken (want zeg nou zelf, die staan op veel meer plaatsen, maar wie gooit er wat in?) maar vooral door de afwezigheid van allerlei tenfles en kraampjes met vette, hartige, zoete of wat voor hapjes dan ook. Die zouden ook niet passen in het historische dorpsbeeld. Tijdens mijn bezoek ontdek ik slechts een tentje, waar je je te goed kunt doen aan lekkernijen als augurken, zure bommen, broodje haring en leverworst in het zuur. Ongetwijfeld heeft deze properheid van het pas in 1983 geopende Buitenmuseum ertoe bijgedragen dat het Zuiderzeemuseum ai in 1984 de Europese Prijs voor het Museum van het Jaar ontving. Een rokerige lucht komt je tegemoet bij het taanhuis. Tanen is het conserveren van netten, zeilen en touwwerk door onderdompeling in taanvloeistof. Water met conserveringsmiddel (eikeschors; het looizuur uit de bast, tanine, werkt bederfwerend) wordt in een ketel aan de kook gebracht en de netten worden er drie uur in gekookt. Dan zijn ze voldoende getaand. Door invoering van synthetische netten is het tanen in onbruik geraakt. In het Zuiderzeemuseum liggen echter als vanouds op diverse grasveldjes getaande netten te drogen, wat de sfeer ten goede komt. Ook bepalend voor de sfeer is de welige begroeiing in bermen en weilanden en op de dijken. Door het gras direct na het maaien te hooien en de dijk niet langer te bemesten, krijgt de dijkflora volop gelegenheid om zich te ontwikkelen. Tijdens mijn rondwandeling zie ik vooral boterbloemen en duizendblad, maar op andere tijdstippen zijn ook muurieeuwebek, margriet, koekoeksbloem, groot kaasjeskruid, muurpeper, knoopkruid en boerenwormkruid te bewonderen.

Banken
Het museum is verdeeld in een dorpsgedeelte en een stadsdeel. Het dorp is wat ruimer van opzet, het stadje krijgt zijn eigen sfeer door een gracht met bruggen. Natuurlijk mag een kerkje niet ontbreken in het museum. Daarom is een Wieringer kapel naar het,,stadje" overgeplaatst. Ieder wordt vriendelijk verzocht in de kerk niet te morsen met pruimtabak, vermeldt een bordje in het knusse kapelletje. De rechte, houten banken zitten tamelijk ongemakkelijk, de kerkstoelen mogen niet geprobeerd worden. Wie liever buiten gaat zitten hoeft niet te zoeken naar een geschikt plekje. Overal staan groengeverfde houten bankjes in de stijl van vroeger en menige moegedwaalde toerist weet zo'n rustplaatsje dankbaar te benutten.

Binnenmuseum
Het Buitenmuseum, zoals de huisjes bij elkaar worden aangeduid, is maar een onderdeel van het Zuiderzeemuseum. Er is ook een Binnenmuseum, dat al langer bestaat (sinds 1950). Het ligt op een steenworp afstand van de huisjes en is gratis toegankelijk voor wie een kaartje voor het Buitenmuseum heeft. In een origineel ingerichte schepenhal (de bezoekers lopen over een houten vlonder, het hekje erlangs wordt afgewisseld door meerpalen) liggen diverse authentieke botters, tjotters, jollen en andere schepen. De volgende ruimte laat scheepssierzien (boegbeelden, roerkoppen, etc.) Ook wooncultuur, ambacht en bedrijf krijgen aandacht in het Binnenmuseum. De nadruk ligt echter op visserij. Schaalmodellen van allerlei soorten scheepjes en een duidelijke tentoonstelling van de verschillende netten en hoe ermee gevist wordt tonen de band met de Zuiderzee. In enkele zalen krijg je door middel van schilderijen een impressie van de voormalige zee en zijn kusten. De laatste zalen laten klederdrachten en interieurs zien. Persoonlijk vond ik het Buitenmuseum interessanter, maar dat kwam waarschijnlijk ten dele door de aanlokkelijke temperatuur buiten. Volwassenen betalen negen gulden om het museum te mogen bezoeken, voor kinderen tot 18 jaar en 65plussers is dat zeven gulden. Groepen boven twintig personen krijgen een gulden korting per persoon. Om tien uur gaat de kassa open en om half zes vertrekt de laatste boot vanaf het museum richting parkeerplaats (parkeren is gratis). Het museum is alleen met de boot te bereiken. U hoeft hiervoor niet apart te betalen, het boottochtje is bij de prijs inbegrepen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 25 juni 1986

Terdege | 64 Pagina's

Zuiderzeemuseum: Een verrassend vriendelijk vissersdorp waar de bewoners helaas ontbreken

Bekijk de hele uitgave van woensdag 25 juni 1986

Terdege | 64 Pagina's