Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het weerbericht voor iedere dag: wisselvallig met kans op stormvogels

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het weerbericht voor iedere dag: wisselvallig met kans op stormvogels

De zee vogelrijkdom van de Fär Öer

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

<br />Ongeveer 300 kilometer ten noorden van Schotland liggen de Far Öer. Op deze archipel zijn regen en mist bekende weertypen. . . Mykines, het meest westelijke eiland met een oppervlakte van zo'n elf vierkante kilometer, is befaamd om zijn (zee) vogelrijkdom. Met de ,,Sülan'', een boot uit S0rvagar, zetten Annemieke Meeuwisse en ik op een regenachtige dag koers naar Mykines. Een vakantie tussen vele gevederde vrienden.

Zachtjes glijdt de „Sülan" de baai uit. We worden omringd door imposante bergketens; een laaghangend, loodgrijs wolkendek onttrekt de toppen aan het gezicht. Het geheel biedt een troosteloze indruk. Recht voor ons doemen uit het niets twee torenhoge rotspilaren op, de Tindholmür en de Gasholmür. Als we er langs varen, lijkt de,,Sülan' ' niet meer dan een notedop. . . De smalle, door uitwerpselen witgekleurde, rotsrichels zijn bezaaid met broedende drieteenmeeuwen. Zij vliegen af en aan. Na het landen op het nest volgt de begroetingsceremonie, waarbij de vogels diep buigen en hun schallende roep laten horen. Als deze sierlijke meeuwen met opengesperde snavels tegenover elkaar staan, zien we de roodgekleurde kelen. In de verte zien we soms de contouren van Mykines. De wateren rond Mykines staan bekend om hun sterke stroming. Zo nu en dan duikt de,,Sülan" in de kolkende en bruisende watermassa. Na anderhalf uur varen draaien we een baai in en kunnen we aan land.

Geen auto's
Op Mykines bevindt zich een kleine nederzetting: zo'n twintig huizen met grasdaken en witgepleisterde muren. Er rijden geen auto's, wèl twee tractors. Koekoeksbloemen en dotters wuiven in de wind. Tussen de huizen scharrelen wat kippen. Uit sommige schoorstenen kringelen wat rookpluimen. Een kabbelend beekje maakt de idylle compleet. Op stenen muurtjes, bedekt met kleurige korstmossen, zingen gras- en oeverpiepers. Door de geïsoleerde ligging van de Far Öer hebben de watersnip, spreeuw, zwarte zeekoet en eidereend zich ontwikkeld tot aparte soorten. Aan de wetenschappelijke namen werd daarom,, faroensis'' toegevoegd. Vogels bepalen het beeld van dit fraaie eiland. Overal klinkt het gegak van bakkeleiende noordse stormvogels. Met visjes in de snavel terugkerende noordse sterns worden krijsend achterna gezeten door kleine jagers. Watersnippen scheren over en weer. Met de verrekijker kun je ze mooi volgen. Bij baltsvluchten winnen zij eerst hoogte, dan vallen zij in de diepte, waarbij door vibreren van de buitenste staartveren, het kenmerkende geluid wordt voortgebracht. Vandaar de bijnaam,, hemelgeit''. Het wisselvallige weer op de Far Oer speelt menigeen parten. Uniek zijn de hiermee gepaard gaande lichteffecten. Een donker en grauw landschap fascineert door een gouden streep zonlicht aan de einder. Inééns opkomende (zee)mist, vele schakeringen van licht naar donker en indrukwekkende wolkenformaties bieden de landschapsfotograaf voldoende motieven.

Plankton
Door samenkomst van diverse zeestromingen rond Mykines, ontstaat een enorme planktonproduktie. Gewoonlijk stopt dit proces in juli; de wateren in de omgeving van de Far Öer vormen een uitzondering (augustus-september). Deze gebieden kunnen de enorme hoeveelheden zeevogels alleen in de zomermaanden voldoende voedsel verschaffen. Hierbij is het van belang dat de diverse zeevogelsoorten niet concurreren in voedselkeuze. Het stormvogeltje, de drieteenmeeuw en de noordse stormvogel verzamelen organismen die zich aan de oppervlakte van het water bevinden. De papegaaiduiker duikt kleine visjes op, terwijl de zeekoet de wat grotere (tot zo'n vijftien centimeter) prefereert. De forsgebouwde jan-vangent duikt als een levende torpedo op vissen als haring en makreel. Bij deze spectaculaire stootduiken zijn de ingebouwde luchtzakken en verstevigde schedelbasis onmisbare attributen. Zwarte zeekoet, eidereend en kuifaalscholver blijven vlak onder de kust. Hun aantallen blijven laag; het ontbreken van geschikte fourageeromstandigheden (ondiep water) is hier debet aan.

Afgesloten
Zeevogels hebben altijd een belangrijke rol gespeeld in het leven van de bewoners van Mykines. Tijdens de wintermaanden waren deze eilandbewoners vroeger namelijk wekenlang van de buitenwereld afgesloten. De tijdens de zomer geraapte vogeleieren en gevangen zeevogels dienden dan als voedsel. Soorten als zeekoet, noordse pijlstormvogel, jan-van-gent en noordse stormvogel prijkten op de menukaart. De belangrijkste soort was echter de papegaaiduiker. Jaarlijks werden er in de hele Far Öer 400.000500.000 gevangen. De vogelvangers van Mykines hadden er gemiddeld zo'n 30.000; bij goede weersomstandigheden soms het twee- of drievoudige. In de loop der jaren is de noodzaak van het vangen duidelijk afgenomen, maar desondanks worden op de kleinere eilanden nog steeds papegaaiduikers gevangen met de zogenaamde, ,fleygastong''; een vier en een halve meter lange, Y-vormige stok waaraan een net is bevestigd. Gedurende vele generaties hebben de vogelvangers gewerkt vol-1> gens een gouden stelregel. Een aanvliegende „zeepapegaai" met visjes in de snavel is een broedvogel en wordt daarom met rust gelaten. Vogels die niet broeden, voeren geen visjes aan en kunnen worden gevangen: een stelling die natuurlijk niet altijd opgaat.

Vogelvangst
Op één van mijn wandelingen maak ik kennis met EmilJoensen. We raken aan de praat over papegaaiduikers. Hetvangen van deze clowneske vogels begint in juli en eindigt in augustus. Een goed dagtotaal is zo' n 200 tot 250 vogels. Het record schommelt rond de 900. . . Om het vangen eens mee te maken, ga ik de volgende dag met Emil mee naar een vangplek, de ,,rók". Erzijn op Mykines tientallen ,, r0kur''. De keuze van zo' n vangplek, hangt af van de windrichting. Een onder een hoe waaiende aanlandige wind biedt de beste vangstperspectieven. Daartegenover is een harde, aflandige wind zeer ongunstig. De papegaaiduikers vliegen dan recht naar hun broedplaatsen, in plaats van langs de steile rotswanden. Het lopen over de met vogelmest besmeurde rotsen valt niet mee. Doorgraafactiviteiten van papegaaiduikers is de grond hier en daar poreus. Vlakbij de loodrechte rotswand verschansen wij ons tussen de rotsblokken. Ver onder ons zie ik de golven uiteenspatten op de rotsen. Tussen het meedeinende wier scharrelt een grijze zeehond. Een papegaaiduiker scheert over het water. Twee kleine jagers hebben het gemunt op de in zijn snavel bengelende, glinsterende visjes. Keer op keer duiken de ranke jagers naar de papegaaiduiker, die uiteindelijk uit balans raakt en zo' n vier of vij f keer op het water stuitert. De gevallen visjes worden door de kleine jagers weggeritst. Ondanks een niet zo gunstige wind, is er veel, .beweging" in de lucht. Werkelijke duizenden papegaaiduikers vliegen af en aan! Emil houdt de ,,fleygastong'', die plat voor ons ligt, stevig vast. Elke vogel die voorbijgaat staart hij gespannen na. In de verte komt een papegaaiduiker aanscheren; de felgekleurde zwemvliezen bungelen onder het gedrongen lichaam. Hij zwenkt af. . . Van rechts nog één. Op een meter of drie passeert hij. Het net zwiept omhoog en de vogel smakt in het net. De lange stok wordt voorzichtig omhooggetrokken. Snel haalt Emil de papegaaiduiker uit het net en breekt hem de nek. Intussen is het zachtjes gaan regenen. Mistflarden omgeven de nederzetting op Mykines. Er nadert wederom een nietsvermoedende papegaaiduiker. Ook voor hem is er geen ontkomen aan; met een harde klap belandt hij in het suizende net. Ondanks voorzichtige manoeuvres van Emil, slaagt de gevangen vogel er echter in, uit het net te klauteren. Eén moment balanceert hij, tussen leven en dood, op de beugel van het net. Terwijl de vogel rap wegfladdert, slaakt Emil een kreet van ongenoegen. Na zo' n twee uur vangen stoppen we ermee. Emil propt de acht dode papegaaiduikers in een linnen draagtas. Door de mazen staren enkele ogen me wezenloos aan. . .

Troosteloos
De laatste dagen maken we trektochten over het soms troosteloze eiland. Buitelende raven, alarmerende regenwulpen en de altijd aanwezige scholeksters zorgen dan voor wat fleur. De ,,bonte piet" is overigens de nationale vogel van de Far Oer en geniet daarom volledige bescherming. Voor de Zuidwestpunt van Mykines liggen twee rotsnaalden, de Pïkars- en Flottidrangur. Omringd door koddig kijkende papegaaiduikers, turen we naar de op deze rotsnaalden broedende jan-van-genten. Op een eilandje in de buurt liggen zo'n tachtig grijze zeehonden. Een onvergetelijke ervaring vormt een nachtelijk verblijf op de Mykineshólmur. Dan keren het stormvogeltje, noordse pijlstormvogel en vaal stormvogel^e terug naar hun broedholen.

Helikopter
Tegenwoordig zijn onderlinge verbindingen op de Far Oer prima geregeld. Vroeger zorgden weersomstandigheden, in combinatie met gebrekkige vervoersfaciliteiten, voor vertraging. Dat er aan een verblijf op een eiland(je) soms ook nu nog wat onzekerheden kleven, zouden we aan ,,den lijve" ondervinden. . . Aan alle goede dingen komt een eind; óók aan het verblijf op Mykines. Na het inpakken van de rugzakken lopen we op zekere dag, rond een uur of negen, naar de haven. Onderweg horen we echter dat er geen boot komt. Met een groepje gestrande toeristen overleggen we wat te doen. Er is een mogelijkheid om per helikopter naar S0rvagar te vliegen. De contacten lopen via een bewoner van Mykines, die ik prompt bombardeer tot ,,airport-manager". Diverse malen haalt de man een stapel tickets te voorschijn, fronst de borstelige wenkbrauwen en stopt de paperassen, onder onverstaanbaar gemompel, weer weg. Converseren met hem eindigt in voorspelbaar ,,yes", ,,yes". Er rest ons niets anders dan te wachten. De uren verstrijken zonder merkbare vorderingen. Ondanks de gure wind en striemende regen is de sfeer goed in het uit vele nationaliteiten bestaande groepje. Plotseling motorgeronk. Iedereen springt op. De helikopter landt met fel knipperende boordlichten op het tegenoverliggende Mykineshólmur. Na zo'n twee uur vertrekt hij weer. Bij navraag blijkt dat de heli was afgehuurd door een clubje vogelaars, die op hun gemak eens wat papegaaiduikers wilden fotograferen. Om zes uur in de avond komt de helikopter ons ophalen. Snel stappen wij in de lawaaierige cabine. Met het toenemen van het toerental begint de machine te schudden. Hierop neemt het toerental weer af en één van de twee piloten springt er nog even uit om de deur van de passagierscabine dicht te doen. . . Danstijgen we écht op en laten Mykines achter in een waas van grijze mistflarden.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 21 januari 1987

Terdege | 64 Pagina's

Het weerbericht voor iedere dag: wisselvallig met kans op stormvogels

Bekijk de hele uitgave van woensdag 21 januari 1987

Terdege | 64 Pagina's