Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

"Kleren maken de man, zeg ik altijd, en dat geldt zeker voor een kalf"

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

"Kleren maken de man, zeg ik altijd, en dat geldt zeker voor een kalf"

Heeft de veemarkt nog toekomst? Drie dagen tussen handelaren in slacht- en gebruiksvee, kneusjes en kuisjes

26 minuten leestijd Arcering uitzetten

<br />Handelen wordt vrijwel nergens zo letterlijk in praktijk gebracht als op de veemarkt. De onderhandelingen worden niet alleen door handjeklap ^ gevoerd, maar bovendien zijn de meeste kopers slechts korte tijd eigenaar van de handelswaar. Het vee wordt in de meeste gevallen nog diezelfde dag weer een of meer keren doorverkocht of is ingekocht in opdracht van anderen. Specialisatie viert hoogtij op de markt, iedere handelaar heeft zo z' n eigen soort vee. Er klinken nogal wat sombere geluiden over de toekomst van de veemarkt.Terecht of niet? Terdege ging drie dagen marten en dook in de wereld van gebruiks- en slachtvee, nette, schrale en worstkoeien, starters en dik billen. Als toetje serveren we kneusjes voor de frikadellen. Er wordt contant betaald, met groene en bruine briefjes, maar volgens de f fiscus wordt er ook nog een andere kleur geld gebruikt. . .

Donderdagavond elf uur. Een somber geloei stijgt op van het veemarktterrein in Zwolle. De aanvoer van vee is in volle gang. Chauffeurs rijden hun wagens achteruit naar de rand van het parkeerterrein en laten de achterkleppen als een brug neer op de hoger gelegen losplaats. Felle gele lampen werpen hun lichtbundels op het slachtvee, dat de volgende dag met de kop naar beneden bij de slachterijen zal hangen. De veedrijvers staan gereed. Het zijn meest werklozen en arbeidsongeschikten. Ook wel postbestellers en buschauffeurs die op deze wijze wat bijverdienen. Voor die drie gulden riskeren ze menig gevaar. Wild rukt een drijver aan het touw om de kop van een stier. Het dier weigert de warme wagen te verlaten. „Heul", schreeuwt een veerijder en slaat het dier op z' n achterste. De stier zet zich schrap, schudt met de kop en verzet geen poot. Een nieuwe poging wordt ondernomen. Het resultaat is indrukwekkend. Met een paar bokkesprongen verlaat het dier de wagen en holt de markt op. De drijver wordt als een dweil meegesleurd. De stier eindigt zijn spurt bij een hek. Zijn begeleider krabbelt overeind. Grimmig bindt hij het dier vast aan een ijzeren stang. De vers geproduceerde mestlaag heeft fikse sporen nagelaten op zijn broek.

Onrustig
Kwart over negen in de avond klimt veerijder Wim van de Riet uit Oldebroek in zijn vrachtwagen. Met een jonge hulp moet hij vannacht 69 koeien naar Zwolle transporteren. De handelaren hebben hem de adressen doorgegeven van de boeren bij wie het vee opgehaald moet worden. De wagen kan maximaal veertien volwassen dieren bergen, zodat vijf keer gereden moet worden. Tot een uur of elf krijgt het tweetal hulp van de boer bij het inladen van de dieren. In de nachtelijke uren moeten ze het zelf zien te rooien. De dieren staan in de stal gereed met het merk van de handelaar op hun rug. Soms gaan ze zonder problemen mee. Een andere keer moet een waar gevecht geleverd worden. ,,Door die loopstallen zijn ze er niet rustiger op geworden" , is de ervaring van Wim van de Riet. ,,Ze zijn niet meer gewend aan een touw om de kop. Het ligt ook veel aan de boer. Als die druk is, is z'n vee ook wild, We hébben er één gehad, héél verschrikkelijk. Die dieren waren gewoon gek. Als je ze ophaalde liep die man erachter met een ijzeren staaf. En bij iedere slag een vloek. Vier keer ben ik daar geweest. Toen heb ik gezegd:,,Weetjewat jij moet doen?" ,,Nee", zegt hij.,, Een ander zoeken", zegik. ,,Je bekijkt het maar. Ik komt hier niet meer''.

Goed vertrouwen
Alles gebeurt op goed vertrouwen. De boer moet maar geloven dat de juiste koe uit de stal wordt gehaald. De veerijder moet er maar op vertrouwen dat het beestje op de marktplaats van de handelaar komt te staan en goed wordt vastgezet. ,, Er wil er nogal eens een losgaan",zegt Wim. ,,Daarom ga ik 's morgens vroeg altijd even kijken of alles er nog staat. Als er één weg is moetje zo snel mogelijk de markt over om 'm te zoeken. Als de handelaren eenmaal op de markt zijn kan het uren duren eer je'm terug hebt". Het vervoer van een koe of een stier naar Zwolle levert 21 gulden op. Naar Leeuwarden 25 gulden. Daarvoor wordt het dier bij de boer opgehaald, verscheept en op de markt afgeleverd. ,,Kennissen vragen me wel eens of ze een keer mee mogen naar de veemarkt", vertelt H. J. W. Kuhlmann, die als adjunctdirecteur van de overkoepelende organisatie RVU in Zwolle verantwoordelijk is voor het reilen en zeilen van de veemarkt.,, Vaak willen ze dan weten: Wat verdienen die lui nou? Als ze zien wat die veerijders moeten trotseren aan kou en wat een inspanningen het kost om een beest dat geen zin heeft om op een kouwe markt te gaan staan overeind te krijgen, wat er allemaal voor nodig is om ook nog niet in conflict te komen met de dierenbescherming, dan denken ze dat die mensen goud verdienen. Nou vergeet het maar. Het is een gehannes en een geheister voor een paar gulden. Als je het puur zakelijk bekijkt kun je beter een uitkering zien te krijgen en op je bed blijven liggen. Dan ben je spekkoper''.

Apart publiek
De inkomsten van de veemarkt bestaan voor 99 procent uit de opbrengst van de marktgelden. Voor de standplaats van een koe of een stier betaalt de handelaar ƒ 9,25, voor een nuchter kalf ƒ 4,-. Zo zijn voor alle diersoorten tarieven vastgesteld, die per veemarkt verschillen. In Zwolle worden iedere vrijdag zo' n 3000 runderen, 2500 nuchtere kalveren. 1500 schapen en 300 varkens verhandeld. De markt staat onder toezicht van bedrijfsleider Dubbeldam, die wordt bijgestaan door de hoofdmarktmeester. De overige posten, uiteenlopend van varkensweegschaal tot de centrale omroep, worden bezet door part-timers die indien mogelijk uit de agrarische stand worden gerecruteerd.,,Om problemen te voorkomen", licht Kuhlmanntoe. ,,U begrijpt natuurlijk wel dat er nogal wat voor nodig is om een beest dat op de veemarkt los raakt op een verantwoorde manier te pakken, een touw om de nek te doen en weer vast te binden. Een stadse jongen die net het verschil ziet tussen roodbont en zwartbont, omdat-ie niet kleurenblind is, zou bij wijze van spreken de stieren op de koeien binden. Punt twee is dat het veemarktpubliek een apart publiek is. Dat bedoel ik niet discriminerend, maar je moet die mensen begrijpen en weten wat hun werk inhoudt. Daarom hebben wij liefst personeelsleden die de pet in dezelfde richting hebben staan. Dat werkt gemakkelijker".

Toneelspel
Half vijf gaat de grootveemarkt open voor de handelaren. Ze drommen binnen. Het zijn meest gespierde figuren met enorme hangbuiken. Ze lopen op klompen of Zweedse muilen. Op het haar een hoed, pet of ijsmuts. Vooral onder de oude garde is de blauwe stofjas populair. Daaronder dragen ze manchester jasjes en schipperstruien. In de hand de veestok, die ze tijdens het handelen nonchalant aan de arm laten bungelen. Aan een koperen ketting om de hals hangt de gevulde geldbuidel. Met sombere gezichten keuren ze het vee en knijpen in de huidplooi tussen buik en achterpoot. Dan begint het toneelspel. Terwijl ze krachtig op eikaars handen slaan voeren ze een voor de leek onbegrijpelijke conversatie. De strekking is duidelijk. De verkoper staat voor honderd procent achter het dier, kan het niet voor minder wegdoen, heeft zelden zo' n beestje verkocht. De koper knijpt misprijzend in de billen van het rund, duwt in de flanken zodat de botten zo veel mogelijk uitsteken en trekt bekommerd aan de spenen. ,, Ik kan' oe niet meer geven", zegt een koopman. ,,'tlsmetejoker". Na een laatste agressieve klap loopt hij traag weg. Uit zijn ooghoeken bespiedt hij de verkoper. Die laat zich niet kennen, kijkt nonchalant de andere kant op en zet met een willekeurige voorbijganger een boom op over het al dan niet doorgaan van de Elfstedentocht. Maar als zijn klant om een bocht dreigt te verdwijnen slaakt hij een krachtige brul. Onmiddellijk keert de koopman op zijn schreden terug. Het notitieblok komt voor de dag. Met een dikke stift zet hij zijn merkteken op het gekochte dier. De schets van de koe wisselt van eigenaar. Een handdruk bevestigt de koop.

Belasting
Om half acht loopt de markt voor grootvee ten einde. De dieren worden afgevoerd. In een veewagen staat een groepje koeien dat de uitgemergelde dieren uit Farao's droom in herinnering roept. Als de handelaren de fotograaf bespeuren maken ze kort en bondig duidelijk dat die niet op de foto mogen. Hun gezichtsuitdrukking en lichaamsbouw benemen ons de behoefte tot discussie. De kooplieden verzamelen zich in de cafés rond het marktterrein. Caféhouder Wijnberg doet goede zaken. Onafgebroken slepen serveersters koffie. Jagermeister en vette happen aan. In het rokerige vertrek wordt het vee afgerekend. De buidels komen te voorschijn. Groene en bruine bankbiljetten wisselen van eigenaar. De handelaren spreken van rooi ruggen en bankjes. ,,Pas op, da's er een van de belasting", brult een koopman die de fotograaf in de gaten krijgt. Een stormachtig gelach weerklinkt. ,,Zet Jan er maar niet op", waarschuwt een oude baas. \> ,, Dan knap' oe de lens''. Wederom een lachsalvo.

Vroeg
Vrijdagmorgen half vier ratelt in de slaapkamer van Eppe van de Riet de wekker. Een kwartier later zitten we in de keuken. De broodpakketten liggen gereed. Op het vroege tijdstip wordt uitsluitend een glas thee genuttigd. Om vier uur arriveert Wim van de Riet. De 69 koeien zijn in Zwolle afgeleverd. Twee exemplaren hebben zich weten te bevrijden, maar zijn weer opgespoord en vastgezet. De veewagen is oppervlakkig gereinigd en gereed voor de rit naar Leeuwarden. De beide broers hebben een maatschap gevormd. Eppe is de handelaar, Wim de transporteur. Het feit dat ze dezelfde naam dragen biedt voordelen. De kartonnen schijf van Wim wordt uit de rijtijdenklok in de veewagen gehaald en vervangen door die van Eppe, om bij controle problemen over het ontbreken van rusttijd te voorkomen.

Commissie
Drie keer per week is Eppe van de Riet op veemarkten te vinden. Dinsdag in Purmerend, donderdag in Utrecht, vrijdag in Leeuwarden. Dan maakt hij dagen van een uur of zestien. De andere dagen gaat hij de boer op. Hij heeft z'n vaste klanten. Weet aan wie hij welk beestje kan slijten. De een wil roodbont, de ander zwartbont, die een drachtig dier, die een dier dat net gekalfd heeft. Voor veel klanten is hij vertrouwensman die adviseert als een beestje weggedaan moet worden. De meeste klanten geven hun vee aan hem mee in commissie. Van de verkoopprijs krijgt hij 75 gulden. Voor dat bedrag wordt het dier ook vervoerd en het marktgeld betaald. Liever zou de Oldebroekse handelaar de dieren van de boer kopen om ze in eigen risico te verkopen. „Dan kun je nog 's een kwartje aantreffen tussen de dubbeltjes", legt hij uit. „Dat heb je nooit als je in commissie verkoopt. Maar onze klanten willen dat graag en dan doe je dat. Ook al verkoopje in commissie, je doet je uiterste best om een beest zo duur mogelijk kwijt te raken,"

Specialisatie
Half zes rijdt Wim van de Riet het parkeerterrein naast de Frieslandhal in Leeuwarden op. Eppe is in een luxe wagen vooruit gereisd met zijn vader, die ondanks zijn 69 jaren het handelen niet kan laten. In het café van de overdekte veemarkt hangt de blauwe walm van sigarenrook. Gedisciplineerd wachten de handelaars op het moment dat de klok zes uur aangeeft. Dan staan ze als één man op en stromen de Frieslandhal in. Tijd is geld. Ze hebben slechts kort de tijd om zich te oriënteren en af te tasten hoe de prijs ligt. In enkele uren moeten de dieren gekocht en ingeladen zijn. Of eventueel weer doorverkocht, als er wat op te verdienen valt. In de loop der tijden is onder de handelaren een spontane specialisatie ontstaan. De één koopt voornamelijk kalveren, een volgende roodbonte stiertjes, een derde gebruiksvee, een vierde is geïnteresseerd in starters en dikbillen. . . De mogelijkheden zijn schier onbeperkt.

Slachterijen
De handelaren van de slachterijen vormen een aparte groep. Zij hebben helemaal geen tijd te verliezen. Bij Gosschalk worden drie keer per week een duizend runderen geslacht. Op vrijdag moet die kudde uit de veestapel op de Zwolse en Leeuwardense veemarkt gedestilleerd worden. Om halfzeven worden de eerste dieren al afgevoerd naar Epe, waar de slachters gereed staan. Ook in slachtvee is de nodige variatie. Een nette koe kost een honderd of zestien. Die levert het exportvlees op. Een schraal beestje gaat weg voor pakweg dertienhonderd gulden, een worstkoe voor duizend. Zij leveren het produkt dat de meeste Nederlanders op hun bord krijgen. Veelal zien ze er akelig uit. Buiten staan onder het bordje ,,ziek en wrak vee" de kneusjes. Totaal afgemolken beestjes met slappe uiers, ingevallen flanken, een uitpuilende borst en X-poten.

Voor het leven
,,Die zijn voor het leven", zegt Wim van de Riet, alsof het over pro-life artsen gaat. Hij wijst naar een rij koeien die er in het algemeen genomen aantrekkelijker uitzien dan hun soortgenoten voor de slacht. Hun huid is opgeborsteld. De rosé uiers zien er gevuld uit, wat te danken is aan het feit dat het melken een keer is overgeslagen. Achteloos loopt Van de Riet senior naar een koe. Hij lijkt matig geïnteresseerd. Met de ervaring van ruim een halve eeuw taxeert hij het dier. ,,Mooibeestje", vindt de verkoper.,, Dat past jou". Van de Riet schudt mismoedig het hoofd, doet een stap terug, bekijkt het dier nog eens en knijpt naast de staart.,, Twaalf en een half", zegt hij en slaat hard op de hem toegestoken hand. De handelaar schudt resoluut het hoofd en slaat kletsend terug. ,, Dertien!" Van de Riet verzinkt in gepeins en staart naar de koe. Na een korte stilte neemt hij een besluit. ,,Vooruit, een kwarterbij". De handelaar kijkt wezenloos voor zich uit, alsof zijn doodvonnis is voorgelezen en schudt opnieuw het hoofd. ,,Nu schei ik eruit", zegt Van de Riet. ,,Ikmag't niet doen'', klaagt de handelaar. ,,Daar ben jij baas van", laat Van de Riet hem weten en loopt weg. Om na tien meter stil te staan, terug te keren en in de uier te knijpen. ,,Nog één keer twaalf en een half erbij en nu moetje ja zeggen of hij blijft staan". De handelaar ziet dat het menens is en kiest eieren voor zijn geld. Een harde klap bezegelt de koop.

Glad
Om negen uur houdt Eppe van de Riet het voor gezien. Dertien dieren heeft hij gekocht. Vier zijn alweer met winst van de hand gedaan. Zijn vader heeft van de vijftien gekochte dieren er tien verpatst. Hij behoort tot de schossers, de speculanten van de markt die een dier op een gunstig moment kopen om het even later met winst te verkopen. Het vee dat overblijft zet hij bij een > kennis op stal om het de volgende week aan boeren in Oldebroek en omgeving te slijten. De afvoer van het vee levert wilde tonelen op. De vloer van de Frieslandhal bestaat uit gladde klinkers, die door de drabbige uitwerpselen van de dieren spekglad worden. Het gaat nog als de dieren los lopen. Problemen ontstaan wanneer ze een touw om de kop hebben en niet willen lopen. Een voorbijganger is allicht bereid zo' n dier een mep op het achterwerk te verkopen. Veelal met resultaat dat het een run neemt en onderuit gaat, gevolgd door de drijver die soms als een skiër over de derrie suist.

Dik geld
Voor in de hal is een koe gestruikeld. Het dier bloedt en kan geen poot meer verzetten. Een paar veerijders schieten te hulp om het tegen de laadklep van de veewagen op te trekken. Hun spieren spannen zich. ,,Een, twee, drie, heu!" Een enorme ruk aan het touw om de kop van het beest brengt het een centimeter of tien hoger op de klep. ,,Een, twee, drie heu!", klinkt het weer. Opnieuw stijgt de koe enkele centimeters. ,, Dat kost dik geld'', verzekert een handelaar uit Noord-Holland me verbolgen, ,,Scheeltzo vijftien kilo bij de slachter. Maar je mag niks zeggen. Blijf van de Friese veemarkt af! Ik weet niet welke architect hier bezig is geweest. Die vloer is levensgevaarlijk. En niet alleen voor dieren. Eens per maand ligt er wel een handelaar met de heup stuk. Je moet 's naar Leiden gaan. Moetje daar de vloer eens bekijken. Maar je mag niks zeggen. De markt van Leeuwarden is een eremarkt. Nou als je mijn mening wil weten,' t is een kreng van een markt''.

Administratie
Als de handel voorbij is worden de gekochte dieren afgerekend. Meestal gebeurt dat in het café van de Frieslandhal. Soms ook in de hal zelf. De handelaren hebben een onbeperkt vertrouwen in elkaar. Als één het vertrouwen beschaamt is dat binnen korte tijd bekend. Een ,,muiter" wordt gemeden als een besmettelijke zieke. Tot voor een jaar of tien was de administratie van een veehandelaar bijzonder overzichtelijk. Die bleef beperkt tot enkele krabbels op een sigarendoos. Na de laatste sigaar verdween de boekhouding in de vuilnisbak. Aan het eind van het jaar werd een schatting gemaakt van de omzet. Die glorietijd is voorbij. Tegenwoordig moet een inen verkoopboek bijgehouden worden, met daarin naam en adres van de boer of koopman, de datum van verkoop, de diersoort en de koopsom. De belastinginspecteurs worden steeds fanatieker. In 1985 kreeg Eppe van de Riet de FIOD op bezoek. Ze constateerden dat hij verzuimd had de namen van de boeren te noteren. Het liep met een sisser af, nadat hij beloofd had zijn leven te beteren. Het afgelopen jaar heeft zijn vrouw de administratie nauwkeurig bijgehouden. ,, Uiteindelijk gaat het de belasting om de boeren'', meent de veehandelaar. ,, Die proberen ze over mijn rug te grazen te nemen als ze een diertje zwart verkopen. Ik heb niks tegen die administratie, maar dan moet wel iederéén schrijven. Nu lopen er nog rond die het niet doen en daarom goedkoper kunnen werken. Dat kan je klanten kosten".

Vlooien
Maarten Blok uit Hattemerbroek is het daar roerend mee eens.,,Veel boeren zijn net als vlooien", houdt hij me voor. ,,Ze springen van de ene handelaar op de andere. Vroeger had ik naast de handel een melkveebedrijf. Dat was niet vol te houden. Als het melken uitliep was je te laat bij de boer. Ik heb het meegemaakt dat bij de eerste boer een handelaar me voor was geweest. Bij de tweede hetzelfde. Na de vierde ben ik woest weggereden. Te hard natuurlijk. Ik ging met m'n wagen de dijk af. Een splinternieuwe Sunbeam. Total loss! 'k Heb een vriend gebeld. Die heeft me opgehaald. Diezelfde dag nog heb ik al m'n melkvee verkocht en een nieuwe wagen opgehaald. Daarna ben ik met m'n vrouw vier dagen op vakantie geweest. Toen ben ik opnieuw begonnen. Alleen maar handel. Maar ik kan je wel vertellen, als je alles volgens de papieren doet en er niet links en rechts wat bij handelt, dan haal je de armoe in huis''. Ernstig knikt hij me toe en staat op om zijn zaken af te handelen. Een collega kijkt hem peinzend na. ,,Hij heeft vijftien kinderen", deelt hij mee,,,dus daar moet nogal wat binnen komen". Het klinkt als een argument van een advocaat die verzachtende omstandigheden aanvoert.

Schot
Wim van de Riet heeft de koeien die zijn broer bij verschillende handelaren gekocht heeft, verzameld. Ze zijn op de rug gemerkt met een groene ,,R". Het zijn mooie beestjes. Niet te mager, niet te vet, glanzende huid, stevig uier, nette spenen. Veertien koeien verdwijnen in de veewagen. Ze staan rug aan rug, maar dat kan geen kwaad, weet Wim uit ervaring. Dat voorkomt geduw en gestamp. Kwart voor elf verlaten we het veemarktterrein. Achterin blijft het opmerkelijk stil. ,,Een rustig dier^e tegen het schot'', constateert de veerijder tevreden. ,,Sommige beesten hebben er een hekel aan om daar tegenaan te staan en gaan dringen. Dan worden ze allemaal onrustig".

Snert
Bij een tussenhandelaar in Uhorst worden vier koeien afgeleverd. De dieren verdwijnen in de lage stal van de afgelegen boerderij. In de woonkeuken wordt afgerekend. De vrouw des huizes schept voor de liefhebbers snert, een compacte groene substantie waarin een lepel zonder problemen rechtop blijft staan. De tweede klant, een boer in Staphorst, staat al gereed om de dieren in ontvangst te nemen. Bij het volgende adres is niemand thuis. ,,Ze zijn naar een begrafenis", weet Wim. Hij trekt het bestelde beestje de stal binnen en bindt het naast de andere koeien vast. Op de Zwolse veemarkt wordt de knecht opgehaald die donderdags en vrijdags de gebroeders Van de Riet hulp verleend. Hij is niet alleen, maar heeft zes koeien en twee stieren bij zich die voor handelaren naar verschillende adressen gebracht moeten worden. Om plaats te maken voor de beesten moesten eerst drie koeien in Ittersum, een gehucht bij Zwolle, worden afgeleverd. De tocht wordt voortgezet. Over smalle wegge^es gaat het naar afgelegen boerderijen. Hier worden twee stieren afgeleverd, daar een koe, daar twee. Vier en een half uur nadat we uit Leeuwarden zijn vertrokken rijden we het erf naast de woning van Eppe van de Riet op. De knecht gaat verder om de laatste beesten te droppen in Doornspij k, Hulshorst en Nunspeet.

Coöperaties
,,Alsje rijk wiltworden moetje geen veerijder worden", waarschuwt Wim van de Riet. Toch is hij niet ontevreden. Het afgelopen jaar was er door de superheffing overvloedig werk. Veel boeren moesten vee afstoten door de melkquotering. Als het aan de grote slachterijen ligt worden die dieren rechtstreeks naar het abattoir afgevoerd. Ze zien de veemarkt als een oninteressant tussenstation dat uitsluitend de prijs verhoogt. Ook de Noordbrabantse Christelijke Boerenbond (NCB) en Coveco denken er zo over. Deze boerencoöperaties houden zich bezig met de in- en verkoop van vee. De aangesloten boeren kunnen hun dieren rechtstreeks slijten aan een handelaar van de coöperatie voor een centraal vastgestelde prijs. De coöperaties moeten zich nu nog aan de prijs houden die op de veemarkt tot stand komt. Op den duur zal de markt voor slachtvee verdwijnen, verkondigen ze. Niets is immers eenvoudiger dan een dier rechtstreeks leveren aan de slachterij. Het hoeft niet vervoerd te worden, niet in de kou te staan en de boer weet vooruit wat hij beurt.

Vreedzame coëxistentie
De veehandelaren en niet te vergeten de veemarktdirecteuren denken daar anders over. Hun broodwinning is in het geding.,, De handel gaat dood'', verzekert een handelaar in de kleinveehal van de Zwolse veemarkt me grimmig. ,,Over vijfjaar zijn we weg. De rijken worden rijker en de armen worden armer''. ,, Als de groten de baas worden, dan wordt het niks meer", bevestigt een collega somber. Ook de adjunct-directeur van de Zwolse veemarkt Kuhlmann is beducht voor een monopoliepositie van de coöperaties. Hij is voorstander van wat hij noemt een vreemdzame coëxistentie tussen vrije handelaren en handelaren van de coöperaties. Naar zijn mening ontstaat alleen op een vrije markt een eerlijke prijs. ,,De markt heeft een heleboel functies'', betoogt hij. ,,Een collecterende functie. Dieren van verschillende bedrijven worden hier verzameld. Een sorterende functie. De koeien worden geschikt, zoals de kooplui dat noemen. Die past hierbij, die daarbij. Het is niet een kwestie van groot naar klein, zoals bij een regiment grenadiers, nee hij schikt ze naar kwaliteit. Vervolgens vindt distributie plaats. Hoe je het ook wendt of keert, er zal altij d een gevarieerd aanbod blijven datje niet in één keer kunt plaatsen. Een grote slachterij kan niet rijp en groen gebruiken. Alles wat buiten de standaardmaat valt komt toch weer op de veemarkt terecht. Je ziet dat zelfs bij confectiedieren als varkens. Als de coöperatie haar klanten wil behouden zal ze ook de incourante maten moeten accepteren. Die worden weer afgevoerd via de veemarkt. De handelaren van de coöperaties hebben hun plaatsen bij ons niet voor joker''.

Classificatie
Een zwaard van Damocles voor de veehandel was de invoering van de classificatie van runderkarkassen. Het zogenaamde EUROPsysteem werd bedacht door de Europese Gemeenschap om vaste maatstaven te hebben, waarnaar dieren uit verschillende lidstaten van de EG beoordeeld kunnen worden. De E staat voor de hoogste klasse, de P voor de laagste. De ellende voor de veehandela- O ren is dat die classificatie geschiedt na slachting. Dit betekent dat bij algemene invoering van het systeem de prijs van het vee niet meer op de veemarkt, maar in de slachterij wordt bepaald. Inmiddels heeft de Groep Nederlandse Veemarkten (GNV) tegenmaatregelen genomen. Er is een EUROPsysteem voor levende dieren ontwikkeld, zodat het dier ook in levenden lijve geclassificeerd kan worden. Kuhlmann heeft goede hoop dat het gevaar hierdoor is afgewend.

Veehandelscentrum
Het opperhoofd van de Zwolse veemarkt deelt de visie van sombere handelaren over de toekomst van de veehandel niet. Zijn rug recht zich als hij plechtig verklaart; ,,Zoalsuweet staan wij voor een gigantische investering. De veemarkt Zwolle wordt geheel overdekt. Veemarkt Zwolle moet Veehandelscentrum Zwolle worden. Kijk, de veemarkten in Nederland hebben de laatste jaren alleen maar op de winkel gepast. Ze hebben zich uitsluitend beziggehouden met de basisfunctie van de veemarkt: het gelegenheid geven tot het vermarkten van vee. Ik vind dat dat anno 1987 niet meer kan". Als Kuhlmanns wensen gerealiseerd worden zal het veehandelscentrum onderdak bieden aan tal van bedrijven en instanties die voor de boer van belang zijn. Er zal niet alleen vee vermarkt worden, maar ook geveild. De voortschrijdende automatisering zal de veehandel niet voorbij gaan. Kuhlmann ziet het beeld voor zich van veekopers die aan de hand van huiscomputers vraag en aanbod na kunnen gaan. ,,Ook al is de markt maar één of twee dagen per week geopend, de veebeweging gaat dan in Zwolle de hele week door", adverteert hij.

Fraudeurs
De vermindering van het aantal boeren en de verkleining van de totale veestapel door milieuwetten en quoteringsmaatregelen ziet Kuhlmann niet direct als een bedreiging voor de veehandel. , ,Een vent die een behooriijke opleiding heeft, kan net zo veel geld verdienen als-ie wil. Een Nederlander is bekend omz'n handelsgeest. Meneer Braks, de regering en de EG kunnen bedenken wat ze willen, maarzo lang er nog twee boeren en twee handelaren in Nederiand zijn weten die wel een gaatje te vinden waardoor het toch net wat anders gaat dan de heren dachten. Ik denk dat wij daar sterk in zijn. Ik denk ook dat wij de grootste belastingfraudeurs ter wereld zijn. Als er een regel gemaakt is weten wij die altijd wel te ontlopen, zonder dat er een haan naar kraait. Op de veemarkt hebben we met het incasseren van het marktgeld nog nooit van z' n leven de indruk gehad dat we honderd procent binnen hadden. Dat zal ons ook nooit lukken. De mensen zijn zó creatiefin het ontduiken van het marktgeld, daar heb ik diep respect voor. Ik ben ook helemaal net boos als iemand kans heeft gezien met twee koeien op de markt te komen en z'n geld in de zak te houden. We vinden het wel een uitdaging om hem een volgende keer te pakken. We maken er een gezonde en eerlijke competitie van".

Stukje inhoud
Met zijn zwarte regenjas, witte sjaal en donkere borstelkuif valt kalverhandelaar Marten Bronkhorst wat uit de toon in de kleinveehal van de Doetinchemse veemarkt. Vanaf z'n veertiende jaar handelt hij in vee. Z' n voorkeur gaat tegenwoordig uit naar roodbonte stiertjes. En dan het betere soort. Ze hebben hem geen windeieren gelegd. „Kwaliteit mag gerust betaald worden'', vindt de handelaar uit Uddel. „Ik tel liever 25 gulden meer neer dan dat ik iets koop wat me niet lijkt. Smal. Hoe moet ik dat zeggen. Een beestje dat niet uit mekaar wil komen. Dat staat ons gewoon tegen". Misprijzend wijst hij naar een vaarskalf. „Zo'n kuis bijvoorbeeld heeft z'n model niet mee. Kleren maken de man, zeg ik altijd en dat geldt zeker voor een kalf". Wat verderop staat zijn broer, met wie hij samenwerkt. Ze bezoeken de veemarkten van Zwolle, 'sHertogenbosch en Doetinchem. Jaarlijks verhandelen ze een vijftien- tot twintigduizend kalveren. Een deel daarvan gaat naar het buitenland. Daarnaast hebben ze beiden stallen waar ze kalveren mesten of tijdelijk opslaan als de markt slecht is. ,,Jan doet vooral de verkoop, want hij heeft wat meer verstand van de termen van de handel'', zegt Marten. ,,Hij heeft zo z'n gepaste woorden om iets precies uit te drukken. Die gave heeft hij, ik niet. Hij kan zo een man boeien, zal ik maar zeggen. Om' m toch te lokken hè. Dat moet je met woorden kunnen. Woorden die toch een stukje inhoud hebben."

Kneusje
Zelf doet hij de verkoop. Hij heeft z'n vaste klanten. Particulieren, maar ook exporteurs. Verder levert hij iedere vrijdag een partij kalveren aan Alpuro, een kalvermelkfabriek met contractmesterijen. Daarvan ontvangt hij een vast bedrag van vijf gulden per kalf. In snel tempo loopt hij langs de handelaren, klapt, loopt weg, komt terug, koopt. ,,Ach man, je krijgt ze al voor weinig, maar je gelooft toch niet dat ik ze weg ga geven'', jammert een Achterhoekse handelaar. Hij is het soort koopman dat de wijze spreukendichter voor ogen gehad moet hebben toen hij schreef: ,,Hetis kwaad, het is kwaad, zal de koper zeggen, maar als hij weggegaan is, dan zal hij zich beroemen". Bronkhorst keurt de koppel kalveren kritisch en wijst onbarmhartig de minste beestjes aan,,,In een boek met honderd bladzijden zit allicht een kneusje", verdedigt de handelaar zich. Het geklap en geëmmer over een rijksdaalder per kalf wordt voortgezet. ,,Dusje hebt er al één te duur, zeg je". Verongelijkt kijkt de handelaar me aan. ,,Ze weten dat ik royaal ben en daar maken ze misbruuk van". Uit een shagbuiltje haalt hij wat suiker om het mooiste kalf aan zijn vingers te laten sabbelen. Het heeft geen succes. Bronkhorst staat al met een volgende handelaar te klappen.

Benauwd
,,' s Morgens vroeg koop ik eerst de goeie", onderwijst hij. ,,Ik kom graag met het beste materiaal dat er is, want daar heb je de meeste klanten voor, begrijp je. Maar als zo' n markt slecht is zal je er toch wel aan verliezen moeten. Je zal onderde prijs door moeten. Je hebt 's morgens gewoon te duur gekocht. Verdrinken in schoon water, noemen ze dat. Maar 't is allebei benauwd, zei die man. Als ik 's morgens om zes uur een koppel te duur gekocht heb blijf ik daar niet de hele morgen achterstaan. Op een markt die daalt kun je ook altijd hele goeiekope kalveren kopen. Gooi die er maar weer onder, mix ze maar door mekaar, dan kom je vaak nog wat los. Dan zal er die dag wel niet veel winst wezen, of een klein beetje verlies, maar je moetje nooit blind staren op een partij die j e twintig, dertig gulden het stuk te duur hebt gekocht''. De prijzen van de kalveren lopen sterk uiteen.,,Gisteren heb ik er nog een verkocht voor acht en een kwart", vertelt Marten. ,,En dan praatje nog overroodbont, want kom je met een piemontees of een blonde aquitaine, dan zitje zomaar op negenhonderd voor een nuchter kalf". Halverwege de morgen wordt het kleinvee ingeladen. Een grote veewagen met aanhanger slokt zonder problemen driehonderd kalveren op. In principe blijft niets onverkocht, noch bij het grootvee, noch bij het kleinvee. Een deel van de dieren wordt zelfs meerdere keren op een morgen verhandeld. De ene keer met winst, een volgende keer met verlies. De kneusjes onder de kalveren gaan mee met Jilis van Kooten. De slachter uit Montfoort gebruikt ze als grondstof voor kroketten en frikadellen. Ze brengen soms nog geen dertig gulden op.

Weinig te erven
Nu de markt voorbij is zitten de handelaren broederlijk bijeen in het café van de Doetinchemse kleinveehal. De sfeer is allesbehalve somber. ,,Jullie zijn zeker van ,,De Boerderij", informeert een jolige koopman. Van,,Terdege" heeft hij nog nooit gehoord. Vertwijfeld schudt hij het hoofd.,,Schrijf maar op!", zegt hij dan en citeert: ,,Wie handelt in vee maakt veel mee. Maar komt hij te sterven, dan valt er weinig te erven." Zijn lach schalt door het café. Over wat hij verdient laat hij zich niet uit. De constatering dat zijn buik niet getuigt van een sober leven schijnt hij niet te horen. Met een glas Jagermeister in de ene hand en een veestok in de andere concludeert hij diepzinnig: ,,Als de pastoor niet meer vraagt en de boer niet meer klaagt, dan is het niet best".

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 18 maart 1987

Terdege | 64 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van woensdag 18 maart 1987

Terdege | 64 Pagina's