Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ideaal en werkelijkheid

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ideaal en werkelijkheid

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

<br />

De heer C. J. Verplanke heeftin de „Nederlandse Gemeente" een artikel geschreven over: de troost vanartikel 12. Dat zal de meeste lezers van dit stukje niet veel zeggen. De lezers van het genoemde blad des te meer. Verplanke zegt aan het begin van zijn artikel eigenlijk hetzelfde. Je kunt iets schrijven wat bij een bepaalde doelgroep wel en bij de rest van de bevolking geen bekendheid geniet. Hij noemt dan artikel 36, welker handhaving de SGP wel nog steeds is Verplanke aan het woord - en het GPV niet onderschrijft. De buitenstaander moet er dan maar achter zien te komen, dat het hier om een artikel uit de door Guido de Brés in 1561 opgestelde Nederlandse Geloofsbelijdenis gaat, zo vervolgt hij.

Verstaanbaarheid
Nu denk ik dat de heer Verplanke vrij goed op de hoogte was toen hij deze voorbeelden gebruikte om aan te geven dat een nauw omschreven groep tot een groepstaal kan komen die een ander niet verstaat. Als je dan tegenover anderen dat jargon volhoudt loopje de kans niet meer begrepen te worden of men neemt het niet serieus. Soms ergert men er zich aan. In die tijd zijn we beland. Ik neem als voorbeeld de politiek. Inderdaad is het niet meer vanzelfsprekend dat men weet waarover het gaat als de vertegenwoordigers van de kleine confessionele partijen vanuit hun achtergrond in de hun vertrouwde terminologie spreken. Dat wil overigens niet zeggen dat men niet wil luisteren. Maar men heeft dan wel te maken met een kritisch gehoor, het wil weten waarom iets zó gezegd wordt. En of je het meent. De moderne mens luistert kritisch. En toetst. Op waarheidsgehalte. Om bij de SGP te blijven en het voorbeeld van Verplanke te nemen: artikel 36 kun je niet zomaar noemen. Er moet een uitleg bij, een begrijpelijke uitleg.

Een vraag
Eigenlijk is de situatie nog ernstiger. Het gaat niet eens meer over partijpolitieke uitgangspunten. Het gaat over veel wezenlijker dingen. Ik heb een vraag bewaard. Daarmee zal ik dit illustreren. Een beangstigende vraag: hoe kun je in deze geseculariseerde wereld nog over God praten? Onze samenleving is zo verwereldlijkt dat God er geen plaats meer in heeft, dat men Hem dikwijls ook niet uit overlevering kent. Hoe dan over Hem en Zijn dienst te spreken? Poneren of uitleggen? In de tijd van de schoolstrijd heeft eens iemand gesproken over: Waarom gereformeerd? Hij draaide het onderwerp om, met de spits naar buiten: waarom niet gereformeerd? Waarom bent u - overheid - niet gereformeerd? U hoort het te zijn. Op grond van Gods Woord, verwoord in artikel 36 van de Belijdenis.

Uitleggen
Dat ideaal moet nóg uitgedragen worden. Alleen, we staan ermee in de werkelijkheid van deze tijd. Tegenover een overheid van deze tijd. Men accepteert deze opvatting nog wel, men deelt hem niet. In die praktijk moet ook wel eens een beroep op de overheid gedaan worden op grond van rechten die in de wet verankerd liggen. Dan moetje uitleggen en het is uiterst moeilijk om - binnen de groep als wezenlijk ervaren - verschillen te verklaren in een situatie waar men al moeite heeft het algemeen uitgedragen standpunt te volgen. Ik noem het reformatorisch onderwijs. Natuurlijk, ik ben een voorstander van de openbare school, maar dan in de zin van Groen van Prinsterer, de staatsschool met de Bijbel. Tegelijkertijd moet bijvoorbeeld in het kader van scholenplanning uitgelegd worden waarom men eigen scholen claimt. Dat gaat over het toepassen van de wet, we hebben dan onze rechten. Gelukkig gaat de overheid daarin nog mee. Soms royaal. Maar men toetst wel. Men eist wel dat er een verband is tussen het schoolwerkplan en de praktijk van de dag. Daar heeft de inspectie op toe te zien. Ook al omdat in het kader van de regulering meer bevoegdheid gaat naar de school. Overigens heeft de ministervan onderwijs het bijzonder onderwijs in het algemeen meermalen voorgehouden dat het alleen op deze manier bestaansrecht heeft.

Gebed
In het geschetste krachtenveld werken onze vertegenwoordigers, poneren zij en leggen zij uit. Zijn zij op hun wijze met hun roeping bezig. Staven ze die waar dat kan en mag met het politieke ,,handwerk". Want dat is er ook. Dat alles in de openbaarheid, op de grens van achterban en samenleving. Dat vraagt de nodige solidariteit en begrip. Dat vraagt vertrouwen, bovenal: ondersteunend gebed. Nu ik de directe politiek vaarwel heb gezegd, wilde ik dat toch eens kwijt.l< />

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 27 mei 1987

Terdege | 64 Pagina's

Ideaal en werkelijkheid

Bekijk de hele uitgave van woensdag 27 mei 1987

Terdege | 64 Pagina's