Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De "dwaas", bent u dat?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De "dwaas", bent u dat?

"De dwaas zegt in zijn hart: er is geen God." Psalm 141:1

5 minuten leestijd

<br />

Is dit een bijbeltekst die atheïsten -Godloochenaars— als dwazen aan de kaak stelt? Moeten we denken aan de communist, de socialist of de materialist, die keihard het bestaan van God durft te ontkennen? Hoe erg dit op zichzelf ook is, toch moeten we niet allereerst aan hèn denken, maar —schrik niet— aan onszelf! Zou dat wel waar zijn? Moeten we niet over de kerkmuren heen naar buiten zien, maar ook naar binnen? Ja, juist naar binnen zelfs! Ik maak het u duidelijk. Het gaat in dit vers om mensen die leven alsof er geen God is. Zeker, er zijn mensen die het luidkeels beweren: er is geen God. En van hen zegt Hellenbroek: Dat is meer een wensen, dan een dadelijk geloven. En zo is het. Maar er zijn ook mensen die —zonder dat ze gemeenschap willen hebben met een atheïst— leven alsof God er niet is. En als ik het daarover heb, spreek ik niet van een bepaalde categorie van mensen, maar van de mens in het algemeen. De dwaas, wie is hij? Het is de van God afgevallen, de van God vervreemde mens, de natuurlijke mens. En die zegt in zijn hart: er is geen God. Hij zegt het in zijn hart, dat wil zeggen: heel zijn leven en streven, doen en laten wordt bepaald door de ontkenning van God. Hij leeft voor zichzelf. Eigen ik en wil kraait koning!

Zijn uw ogen daarvoor open gegaan? Hier wordt de ellende van mijn hart blootgelegd, mijn zondekwaal aangewezen, ja van mij, godsdienstig, gereformeerd mens! Daarom moeten we niet over de kerkmuren, en over de muur van mijn buurman kijken, maar ik moet leren een blik te slaan in eigen hart: het leeft - ïk leef buiten en zonder God! In het Paradijs nam ik in Adam, mijn vader, afscheid van God, om nu nooit meer tot Hem weder te keren. In dit natuurlijk bestaan buiten God ben ik een dwaas gelijk.

Wat is een dwaas? Het is een mens die het goede verwerpt en het kwade verkiest. Hij zoekt de dood en haat het leven. Hij leeft in haat en heeft niet lief. Zo'n mens leeft dus averechts. Hij leeft in een omgekeerde wereld. Anders gezegd: hij leeft niet zoals de Heere het in de schepping bedoeld heeft. Hij gaat tegen God en het leven in. Hij verwerpt Hem, Die zijn zaligheid wil en hij volgt hem die zijn rampzaligheid wil. Ontzettend, zulk een dwaas te zijn. En weet u wat nog het ergste is? Hij heeft er geen erg in dat hij dwaas is. Hoewel hij zich in de ongelukkigste toestand bevindt, voelt hij zich in zijn element als een vis in het water en een vogel in de lucht.

Zoek toch eeriijk gemaakt te worden en geopende ogen te krijgen. We zijn diep, diep gevallen mensenkinderen, dwazen, verkerend midden in de dood en op weg naar de eeuwige dood. In Psalm 14 wordt ons een schilderij getoond. Het is geen mooi schilderij, het is zelfs afschuwelijk. Nooit eerder zag ik zulk een lelijk portret. Het is het portret van de mens buiten God. En deze mens leeft, als is er geen God, Die wederkeer eist. Bent u aan deze kwaal ontdekt? Bent u aan de dwaasheid ontdekt? En... is het u tot schuld mogen worden? Deed het u zien, wat wij ervan gemaakt hebben? We kunnen geen vinger uitsteken naar God. Want God zag al wat Hij gemaakt had, en ziet, het was zeer goed.

Hoe moet het ooit goed komen? Kan het ooit wel goed komen? Nee, niet van de mens uit. Maar van God uit. De Schepper moet... herscheppen, het kostelijke werk... overdoen! En nu niet van stof een kind Gods maken, maar van een dwaas, een zondaar, een goddeloze. Zie, Hij zond Zijn lieve Zoon, de Heere Jezus Christus, de tweede Adam. En Hij is de Opperste Wijsheid. Hij volbrengt volkomen Zijn werk en brengt alles tot het door God gestelde doel. En overeen in dwaasheid gevallen wereld roept Hij uit: Het is volbracht. In Hem en om Hem is er toch nog zaligheid. Voor wie alle wegen door eigen schuld zag afgesloten. Voor wie zich als een hater Gods leerde kennen. Voor wie er geen weg terug meer was.

Gelukkig de mens die door het geloof in de Heere Jezus Christus verlost wordt van de schuld, van de dwaasheid, van de erfenis van Adam! Om nu het Beeld van Christus gelijkvormig te zijn (Rom. 8:29). Want die Hem vindt, vindt het Leven en trekt een welgevallen van den HEERE. Maar die tegen Hem zondigt, die in dwaasheid aan Hem voorbijgaat, doet zijn ziel geweld aan; allen die Hem, dat is Christus haten, hebben de dood lief. Maar 's HEEREN vrees zal altoos wezen 't Begin der wijsheid; wienGods hand die doet betrachten, heeft verstand; Zijn Naam blijft eeuwiglijk geprezen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 22 juli 1987

Terdege | 60 Pagina's

De "dwaas", bent u dat?

Bekijk de hele uitgave van woensdag 22 juli 1987

Terdege | 60 Pagina's