Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Omgaan met verstandelijke gehandicapten in de Willem van den Bergh-stichting

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Omgaan met verstandelijke gehandicapten in de Willem van den Bergh-stichting

"Iedere bewoonbaar is aanspreekbaar, al is het maar door een aai over de bol"

21 minuten leestijd

„ledere bewoner is aanspreekbaar, tot de laagste niveaus toe. Al is het dan niet door spreken, dan toch wel door aanraken. Een aai over de bol en dat soort dingen. Voor elk individu heb je wel iets, waardoor je contact krijgt. Als je maar geduld hebt." De verzorgenden van de Willem van den-Berghstichting in Noordwijk hebben wel enig recht van spreken op dit gebied. Er worden bijna duizend zwakzinnigen verzorgd, met een verstandelijke leeftijd die varieert van babyniveau totzo'n twaalf jaar. Hoe worden deze verschillende groepen behandeld? Wat kunnen ze en wat mogen ze? In hoeverre is het christelijk gehalte van een instelling merkbaar? Moet een gehandicapte altijd als kind beschouwd worden? Deze reportage over het Noordwijkse instituut is het eerste artikel van een driedelige serie over omgaan met verstandelijk gehandicapten, binnen en buiten de gereformeerde gezindte, voor en na de geboorte.

In de huiskamer van het bejaardenpaviljoen de "Uil" hangt de landerige sfeer die behoort bij het heetste uur van een zomerse middag. Muziekboxen slingeren kermisachtige hoempapa-klanken het vertrek in. Een deel van de bewoners doet een middagdufle. Anderen zijn onder begeleiding naar een modeshow in Noordwijk. Egbert is thuis gebleven. Met een slingerpop in zijn hand kijkt hij naar een tekenfilmpje. Het volgt op het"Berghjournaar', dat iedere vrijdagmiddag om half twee "live" door de audio-visule dienst wordt uitgezonden, met daarin de festiviteiten voor de komende week en vaste rubrieken, als'' De jarige van de week". De overige twee aanwezigen tonen geen enkele interesse voor het programma. De een ligt achterover in een leunstoel met zijn hoofd te slingeren, de tong uit de mond. De ander krast in een kleurboek of het aangenomen werk is.

Gelukkig
In de gangen van het paviljoen hangen portretten van bewoners en oud-bewoners. Maskerachtige gezichten met in veel gevallen een brede grijns. ,,Soms denk ik dat zij nog gelukkiger zij n dan ik met m' n volle verstand'', zegt paviljoenshoofd Agaath Kolenbrander. ,,Ik leef veel problematischer, zie veel meer leeuwen en beren op m'n weg. Zij leven bij het moment. Gebeurt er iets verdrietigs, dan huilen ze. Maar ze zij n het ook zo weer vergeten. Als de zon schijnt zijn ze weer gelukkig." Om de hoek van de gang verschijnt Herman. Met een houterig gebaar pakt hij mijn pols en bestudeert het horloge. „Tien over half drie", help ik. ,,0, tien over half drie'', zegt hij na. „Theetijd!". „Klopt", bevestigt Agaath. ,,We zullen de anderen ook eens gaan wekken."

Piano
,,Zou je er niet's uitkomen, Rinus". De aangesproken bewoner kreunt instemmend en komt moeizaam overeind. Hij heeft een gerimpeld gezicht. Zijn kleding is gekreukt. Hij weigert voor zijn middagslaapje een pyjama aan te trekken. Om het massale van de slaapzaal te doorbreken, zijn tussen de bedden lage kasten geplaatst, waarin bewoners persoonlijke eigendommen kunnen bergen. In het bed achter de kast van Rinus ligt Guus, de musicus van het gezelschap. De piano in het halletje naast de woonkamer is zijn persoonlijk eigendom. Zonder noten speelt hij Beethoven en Mozart. ,,We hebben drie groepen van een man of negen", vertelt Agaath, ,,netalsin de meeste andere paviljoens. Guus zit in een groep die klassieke muziek wel kan waarderen. Maar er zijn er ook die uitsluitend hoempapa willen horen. We hebben er een bij die echt boos wordt als je wat anders draait."

Waardevol
De gemiddelde leeftijd van de 'Uilbewoners' schommelt rond de 68 jaar. Ze behoren tot het midden en laag niveau, zoals insiders dat noemen. Zowel Agaath als haar groepsoudste Alma Kikkert voelt zich aangetrokken tot het werken met diepgestoorden.,, Het is een uitdaging", vindt Alma. „Bij deze bewoners moetje echt moeite doen om reactie te krijgen. De communicatiemiddelen zijn beperkt en anders. Als ze niet kunnen praten, kan een bepaald geluid dat ze maken of een lach al heel waardevol zijn." ,, Ik denk dat iedereen aanspreekbaar is", bevestigt Agaath, ,,tot de laagste niveaus toe. Al is het dan niet door spreken, dan toch wel door aanraken. Een aai over de bol en dat soort dingen. Voor elk individu heb je wel iets, waardoor je contact krijgt. Als je maar geduld hebt. Ik ben nooit iemand tegengekomen die totaal geen respons gaf.

Bad
In een zitbad in de meters lange badkamer zit Piet. Eenzaam en alleen. Maar elke dag weer geniet hij met volle teugen van het lauwe water. Hij zou model gestaan kunnen hebben voor de psychiater-dichteres Vasalis, toen ze "De idioot in bad" aan het papier toevertrouwde. „Zijn zorgelijk gezicht is leeg en mooi geworden, zijn dunne voeten staan rechtop als bleke bloemen, zijn lange, bleke benen, die reeds licht verdorden komen als berkenstammen door het groen opdoemen." ,,Hij is doof en blind", zegt Agaath ,,en staat te boek als diep gestoord. Ik ben het daar niet mee eens. Twee weken geleden is hij verhuisd naar een andere groep en nu kent hij de weg al. Zo iemand kun je niet diep gestoord noemen. De persoon in kwestie is zich niet bewust dat er naar hem wordt gekeken. Met opgetrokken knieën zit hij als een mediterende muzelman in het voor hem te korte bad. Voor de zoveelste keer houdt hij de douchekop boven zijn hoofd. Een glimlach van welbehagen verschijnt op zijn gezicht als het water zijn lichaam besproeit.

Willem van den Bergh
De Dr. mr. Willem van den Bergh-stichting werd in 1923 geopend op een stuk grond achter de duinen tussen Noordwijk en Katwijk. Het is een van de oudste inrichtingen van "'s Heeren Loo'', Vereniging tot opvoeding, verzorging en behandeling van geestelijk gehandicapten. De naam van de inrichting is een posthuum huldebetoon aan de Voorthuizense gereformeerde predikant Willem van den Bergh, de grote motor achter de oprichting van " De vereniging tot opvoeding en verpleging van idioten en achterlijke kinderen". Doelstelling van de inrichting is om'' met inachtneming van de uitgangspunten van de vereniging "'s Heeren Loo" aan geestelijk gehandicapten een thuis te bieden in een leefgemeenschap die aangepast is aan hun speciale behoeften en waarin hun levensomstandigheden geboden worden waarbinnen zij mens kunnen zijn." ,, De zorg die binnen de inrichting gegeven wordt, onderscheidt zich niet van de zorg in andere grote instellingen", verklaart geneesheer-directeur mevrouw T. Pouwels. ,,Wel laatje als christelijke inrichting daarin iets van het Evangelie doorklinken. Dat is een aandachtspunt, dat verweven is met alle aspecten van de zorg. Ik zeg het met bescheidenheid, want we falen daar natuurlijk dagelijks in."

Christelijk karakter
Het christelijk karakter van de inrichting komt volgens mevrouw Pouwels concreet tot uiting in de kerkgang, het bidden en danken met bewoners, het samen zingen van geestelijke liederen en waar mogelijk het vertellen van bijbelverhalen. ,,Dat is echt geen eenvoudige opdracht voor jonge mensen. Vroeger was dat vanzelfsprekender. De personeelsleden kwamen allemaal uit christelijke milieus, hadden van thuis. de kerk, de catechisatie, de zondagsschool heel wat meegekregen. Dat vanzelfsprekende is wat verdwenen. Jongeren verkeren vaak in de nodige twijfels. Wel zeggen we duidelijk in het sollicitatiegesprek: We zijn een christelijke inrichting en moeten met z' n allen proberen om er iets van temaken." De wijze waarop dit wordt ingevuld, verschilt per personeelslid. ,,U komt uit een richting waar de zaken altijd nogal duidelijk liggen", aldus mevrouw Pouwels, ,,maar ik denk dat niemand kan verwachten, dat op een inrichting waar duizend mensen werken, iedereen de Drie Formulieren van Enigheid ondertekent. Wel vragen we van mensen, dat ze met ons proberen het accent van het Evangelie uit te dragen. Sommigen zeggen daar vanuit hun eigen achtergrond heel bewust ja op. Anderen zeggen: We doen er thuis niks meer aan, maar ik heb er geen moeite mee. Er zijn er ook die als ze binnenkomen het helemaal zien zitten, maar hier hun geloof verliezen. Als je achttien, negentien jaar bent, is dat nog niet tot in eeuwigheid bevestigd. Als mensen het geloof kwijtraken, blijven we wel van ze verwachten dat ze met de bewoners bidden. Die hebben daar recht op."

Klein dorp
In 1964 bood de inrichting plaats aan 1450 bewoners. Inmiddels is dit aantal gezakt tot een kleine duizend. De massale instellingen moeten plaats maken voor kleinschaliger leefgemeenschappen. Nog niet zo lang geleden werden enkele oudere paviljoens afgebroken. Daarvoor in de plaats verrezen groepshuizen, waarin vijf tot tien bewoners onder leiding van een groepsleider of -leidster min of meer in gezinsverband leven. Ondanks de afslanking heeft de Noordwijkse inrichting nog altijd de omvangvan een klein dorp O met fraaie wegen, een eigen school, kerk, kapper, supermarkt, speel-o-theek, wasserij, kledingwinkel, bewegingscentrum en zwembad.

Integratie
Om de integratie van verstandelijk gehandicapten in de samenleving te bevorderen, zijn in Katwijk en Noordwijk fasehuizen en socio-woningen in gebruik genomen. Hoger-niveaubewoners leiden daar een behoorlijk zelfstandig leven. Overdag gaan ze naar een sociale werkplaats of naar het activiteitencentrum van de inrichting. Hun privé-leven speelt zich grotendeels af in een normale woonwijk. Mevrouw Pouwels is tevreden over de wijze waarop de integratie is verlopen. ,, We hebben maar één keer protest gehad vanuit de buuurt. Dat vonden we wel moeilijk, al kon ik er begrip voor opbrengen. Het is een heel verschil of het gezin van de buurman een verstandelijk gehandicapt kind telt, of dat er acht naast je komen wonen."

Warrige denkbeelden
,,Bovendien bestaan over zwakzinnigen de meest warrige denkbeelden. Wij hebben altijd de buurt zo snel mogelijk ingelicht, wanneer een socio-woning werd aangekocht en duidelijk gemaakt om wat voor mensen het ging. Die moet je als het ware afschermen tegen de vooringenomenheid van de maatschappij. Mijn ervaring is, datje door een goede voorlichting veel problemen kunt voorkomen. Aan de andere kant moetje die hele integratiegedachte niet overtrekken. Er blijven verschillen bestaan. Wel is het de normale situatie, dat deze mensen net als ieder ander in het dorp uit winkelen gaan. Dat was hier in Noordwijk trouwens niet onbekend.'' De integratie krijgt niet alleen buiten, maar ook binnen de inrichting gestalte door de inzet van een 120 zogenaamde bezoekvrijwilligers uit de omtrek. Zij komen regelmatig een praatje maken met bewoners die anders nooit bezoek zouden krijgen. ,,Mensen uit de maatschappij kunnen hier veel goeds doen", is de ervaring van Agaath Kolenbrander. "Alleen al door zo nu en dan een bak koffie te komen drinken. Dat betekent voor de bewoners heel veel."

"Zilvermeeuw"
Omdat een deel van de hoger-niveaubewoners is overgeplaatst naar groepshuizen en socio-woningen. worden de ruim dertig paviljoens voornamelijk bevolkt door de zwaarder gehandicapten. Voor bijzondere groepen, als doDe lichamelijke verzorging van de gehandicapten in het verpleegpaviljoen neemt soms uren in beslag. ven, bewoners met probleemgedrag, kinderen en bejaarden, zijn speciale paviljoens ingericht. Bedlegerige bewoners worden verzorgd in zogenaamde verpleegpaviljoens. In het verpleegpaviljoen de "Zilvermeeuw" ligt een jonge man op zijn buik in bed. Zijn tot een andreaskruis vergroeide benen raken de matras niet., ,Ze komen bij je kijken Ruud", lacht Irma van de Knijf. ,, Als ze nu het mooie maar niet van je af kijken." De ogen van de dubbel gehandicapte bewoner lichten herkennend op. Speels klauwt de verpleegkundige in zijn haar. „ Ik heb' t hier ontzettend goed naar m' n zin", laat ze weten. „Natuurlijk komt het wel eens voor dat je bij iemand denkt: Wat ben je toch een zielig persoontje. Maar meestal sta je daar niet eens bij stil. Ik denk dat je' t anders niet vol zou houden." ,, Onze dochter is al 26 jaar op de stichting'', vertelt de moeder van Cobie Ketting. „ Nu zit ze in de " Zilvermeeuw". Twee keer in de tien dagen ga ik bij haar op bezoek. Dan blijf ik een uur of vier bij haar. Die tijd is zo om. Ik praat met haar, ik zing, ik draai 's een bandje... En als ik weer wegga laat ik haar met een gerust hart achter. Hetvalt me altijd op, met hoeveel liefde de zusters en broeders zich inzetten voor de 'kinderen'".

Kar
De diep gestoorde bewoners van de volgende zaal liggen allemaal in bed. Ze zijn zozeer vergroeid, dat ze niet meer in een rolstoel kunnen worden gezet. Het is moeilijk na te gaan in hoeverre ze eronder lijden. Met wezenloze ogen staren ze naar het plafond., ,Ik sta het liefst op deze zaal", zegt Irma. ,,Alsjezekentishet hartstikke leuk. Het geeft echt een voldaan gevoel, als ze er allemaal weer netjes bij liggen." In het opnamekamertje staat een langwerpige open kar. Hij wordt gebruikt voor het transport van een man met een vergroeid onderlijf. Irma vind het geen succes. ,,Ik heb een hekel aan die kar. 't Is net een lijkkist op wielen." ,,Ja, een echt vrolij ke kar is het niet'', geeft Agaath Kolenbrander toe.

Jubileum
Met de mededeling "Hier hebben we de hoger-niveaugroep" introduceert de verpleegkundige de bewoners in de huiskamer van het verpleegpaviljoen. ,,Ze kunnen bijna allemaal praten. Dat is ook best 's leuk natuurlijk. Dat is Piet, Gerrie, Ko...." Ze zitten in rolstoelen in een halve cirkel rond de salontafel. Piet stoot een aantal nauwelijks verstaanbare klanken uit. Irma heeft er genoeg aan.,,Die meneer gaat een verhaal over je schrijven", antwoordtze, ,,dusje mag wel oppassen met wat je zegt." In het slaapkamertje naast de huiskamer zit een vrouw naast haar bed. ,,HaLenie", groet Irma,,,wat ben je aan het doen?" Verschrikt kijkt de bewoonster op en laat een teddybeer uit haar handen vallen. Op de plank boven haar bed staat een indrukwekkende collectie speelgoedbeesten. Het overschot van de verzameling is ondergebracht in een open wandkast. ,,Die kast heb ik gekregen van dokter Pou'ls", bericht ze opgewonden.,,Gekregen van dokter Pou'ls.'' ,,Die is haar aangeboden door dokter Pouwels, toen ze veertig jaar in de stichting zat'', licht Agaath ietwat ironisch toe. ,,We hebben ook al vijftig- en zestigjarige jubilea gevierd. Het is wel een felicitatie waard als je zestig jaar in de stichting zit. In het begin hebben we nogal aan het idee moeten wennen. Maar als je de enthousiaste reacties van de bewoners ziet, doe je vanzelf mee."

Menswaardig
,,Als maatschappij moeten we erg op onze tellen passen, als er mensen opstaan die menen de menswaardigheid van het leven te kunnen toetsen", zegt dokter Pouwels. ,, Menswaardigheid van leven vind ik een uitermate gevaariijkje term. Wie zal die waarde beoordelen? Ik denk dat die elders getoetst wordt en dan kon het wel 's heel raar uitkomen. Als ik de hele discussie rond euthanasie volg kan ik wel 's angstig worden. Tot op dit moment wordt de zwakzinnige er gelukkig buiten gelaten. Hij kan z'n verhaal niet vertellen en heeft daarom recht op leven. Het opvallende is ook dat de euthanasievraag bij het personeel dat met deze mensen werkt, niet opkomt. Voor hen is het des te meer een menselijk leven, waarvoor ze willen zorgen."

"Aster''
Achter paviljoen de "Aster' ' zit Henk, een man van middelbare leeftijd. Schijnbaar doelloos plukken zijn handen aan de rubber tegels. Het badstof boxpak dat hij aanheeft, is op zijn rugdichtgeritst.,,Anders zou die de hele dag in z' n nakie lopen", legt paviljoenshoofd Annemiek Smits uit. ,,Je moet een beetje met 'm oppassen, want hij steekt alles in z' n mond. Veiligheidsspelden zijn hier uit den boze." De verstandelijke vermogens van de Asterbewoners zijn blijven steken op het niveau van een nul- tot tweejarige. ,,Je ziet dat ook aan hun gedrag", zegt Annemiek. ,,Ze doen dezelfde dingen die een baby doet. Friemelen, likken aan de vloer, de ramen, de deuren. .. Door hun niveau kun je niet van ze verwachten dat ze zich aan ons aanpassen. Daarom passen wij ons aan hen aan. Je moet hier van de vloer kunnen eten." Bij de inrichting van de zalen is rekening gehouden met het gedrag van de bewoners. Een kaal interieur met plompe stoelen van zacht materiaal. Nergens harde randen of scherpe kanten. Een paar bewoners lopen onder het uiten van ongearticuleerde kreten rond door het vertrek. Een meisje knaagt op een plastic schopje. De man naast haar staart handenwringend naar het plafond. ,,Wij kunnen aardig bepalen of ze het naar hun zin hebben of niet'', merkt Annemiek onverstoorbaar op. ,, Je hoort het aan nuanceverschillen in de geluiden die ze maken. Net als bij een baby. Een buitenstaander hoort geen verschil in de geluiden, maar de ouders wel. Ze hebben hier ook direct door als er een nieuweling is. Neem nou Henk, Die doet bij een nieuwe direct zijn handen in z'n bord als het eten wordt gebracht. Gewoon om 'm uitte proberen."

Boeiend
Het verstandelijk niveau van de overige twee groepen komt overeen met dat van een tweejarige. Getracht wordt de zelfwerkzaamheid bij eten en aankleden te verhogen. Bij de bewoners van de derde zaal wordt dat bemoeilijkt door bijkomend probleemgedrag. Ze zitten allerriaal op hun vaste plaats. Die mogen ze [> niet verlaten, want de thee is binnengebracht. Terwijl een groepsleider de bekers vol schenkt, houdt een collega vanaf de vensterbank de groep in de gaten., .Zodra zij de kans krijgt rukt ze de beker uit de hand van de bewoner tegenover haar'', zegt Annemiek en wijst naar een bewoonster die ongedurig op en neer wipt.,, Als je ze hier niet in de gaten houdt, plagen ze elkaar continu. Daarom zijn er altijd twee personeelsleden aanwezig. Je moet een stuk duidelijkheid bieden. Zodra er een weggaat, worden ze agressief." Voorzichtig giet de groepsleider de thee in de geopende mond van een mannelijke bewoner. ,,Hij kan het wel zelf', weet Annemiek, „maar nou wil hij niet. Dan moetje zo verstandig zijn om te helpen, want anders spuwt-ie alles uit. Dat is zo'n vervelende toestand." Het paviljoenshoofd van de "Aster" voelt nog niet de behoefte om overplaatsing aan te vragen. ,,Ik vind'theel boeiend om hier te werken. Elke dag zie je nieuwe dingen. Anders was ik geen tien jaar gebleven.''

Rolstoel
De bewoners van de inrichting worden zo vee! mogelijk geactiveerd, zowel in als buiten de paviljoens. Een aantal gehandicapten verricht huishoudelijke werkzaamheden, assisteert bij het wandelen met zwaarder gehandicapten en voert eenvoudige klusjes uit voor de technische dienst. In de gang van het hoofdgebouw zit in een rolstoel een meervoudig gehandicapte bewoonster van de '' Vink''. Op haar schoot ligt een stapel brieven.,,Hallo", groet ze opgewekt. ,,Ik ben Beppie. Ik heb de post gehaald voor ons paviljoen." Nadat ze me enige tijd onderzoekend heeft aangekeken, vervolgt ze op vertrouwelijke toon: ,,Ik heb in het ziekenhuis gelegen. Maar nu moet ik weer verder hoor, anders weten ze niet waar ik blijf.'' Ze zet haar handen in de handvatten van de stangen aan weerszijden van de rolstoel. Door ze heen en weer te bewegen kan ze zich zonder hulp van anderen verplaatsen. Buiten nadert Jopie met op haar borst een stuk bont. Ze verricht hand- en spandiensten in het sociaal centrum'" t Kruispunt''. Nu is ze op bezoek geweest bij haar vriend, die met een dwarslaesie in een Leids ziekenhuis ligt. Ze woont zelfstandig op een kamer boven de " Uil". In een groep voelt ze zich niet thuis. ,,B'J ons heeft ze het best naar de zin", zegt Agaath. ,,Ze eet warm in het restaurant en een boterham op baarkamer. Dat stuk bont heeft ze meegebracht uit Oostenrijk. Het is een soort talisman voor haar. Ze praat er zelfs tegen.''

"De Triangel"
De meeste dagactiviteiten zijn gecentraliseerd in het nog niet zo lang geleden in gebruik genomen activiteitencentrum '' De Triangel''. Het aanbod van activiteiten is bijna onbegrensd. ,,Je probeert voor iedere bewoner iets te vinden, dat bij hem of haar past'', verklaart Rob van Lopik, hoofd van het activiteitencentrum. ,,Je moet steeds creatief zijn." Op de begane grond verrichten hoger-niveaubewoners licht industrieel werk, zoals het inpakken van gastenzeep voor hotels en het monteren van verwarmingsbeugels. De handvaardigheidsafdeling is onderverdeeld in een textielgroep, een knoopgroep en een houtbewerkingsgroep. Een dove bewoner wijst trots naar een houten lectuurbak en vervolgens naar zichzelf. ,,Het gaat ons niet om de produktie", zegt Rob. ,,Dan zou je beter zelf zo' n ding in elkaar kunnen timmeren. Ons enige doel is dat ze er plezier in hebben en hier graag komen."

Studio
Voor bewoners met een gering concentratievermogen zijn er de hobbylokalen, waar ze kunnen knutselen, video kijken, radio luisteren... In de studio kunnen activiteiten op het gebied van toneel en muziek worden ontplooid muziekliefhebbers staat er een professioneel drumstel. Voor toneelspelers is een podium aangebracht met spofles en microfoons. In de verkleedhoek hangen alternatieve gewaden, boa's, pruiken, hoeden en petten. Zelfs aan schmink is gedacht. Met een videotoestel kunnen de voorstellingen worden opgenomen, zodat het mogelijk is ze achteraf nog eens te bewonderen. ,, Je ziet hier soms echt play-backachtige situaties", lachtRob. ,,Ze doen net aan wat ze leuk vinden. Vooral rond carnaval natuurlijk. Dat is het topfeest van het jaar. Een keer er uitzien als een zuster bijvoorbeeld. Dat vinden ze schitterend. En dan ritmische muziek erbij. De carnavalsvereniging uit Noordwij k komt dan hiernaartoe, een boerenkapel en we hebben ook nog onze eigen bewonersdrumband. Het is gewoon groot feest."

Snoezelruimten
Laag-niveaubewoners komen minimaal twee keer per week een uur naar de speelzolder. Voor diep gestoorden zijn er de snoezelkamers, waar ze ongestoord kunnen 'snoezelen'. Bij de realisering van deze ruimten is men uitgegaan van de behoeften van een baby. Een door een schijnwerper verlichte bol tovert bewegende gekleurde lichtballen op muren en plafond. Een kunststof bad is gevuld met 40.000 zachte ballen. Naast het bad staat een poef van enorme afmetingen. Onzichtbare boxen produceren zachte sfeermuziek. ,, Het is steeds een zoeken naar mogelijkheden voor mensen die functioneren op het niveau van een baby", zet Rob uiteen. ,,Deze ruimte is al doende geschapen. Door steeds het gedrag van bewoners te observeren, probeer je erachter te komen wat ze als fijn ervaren. Bij sommigen merk je echt dat ze zich hier relaxed voelen. Bij anderen moetje maar gokken of ze het leuk vinden. Je moetje verwachtingen niet te hoog stellen. Een kind doet vandaag één stap en morgen doet hij er tien. Hier moetje absoluut niet in de sfeer van ontwikkeling denken."

Creatief
Een alternatieve snoezelkamer is de zand-waterruimte. Het half duistere, betegelde vertrek is ingericht met een ronde zandbak en een achtvormig waterbad. Op de tegelvloer staat een strandstoel. In het bad zitten twee diep gestoorde bewoners naast elkaar. Een man en een vrouw. De vrouw zit roedoos. De man knikt onophoudelijk met zijn hoofd. „Natuurlijkis dit werk wel eens frustrerend'', geeft Rob toe, ,,maarje ziet ook andere dingen." Hij wijst naar een meisje in een van de hobbylokalen. Ze hangt achterover in haar rolstoel. Voor zich houdt ze een wiel met spaken van touw. Als ineen vertraagde film voert ze een wollen draad tussen de spaken door. ,,Dat meisje heeft nog nooit wat gedaan. Nu zie je ze handwerken. Hoe houterig ook, ze doet wat. Dat zijn de dingen waardoor je het hoofd boven water houdt.''

"'t Kruispunt"
Naast'' De Triangel'' is het nieuwe sociaal centrum "'t Kruispunt" verrezen. Het wordt voor uiteenlopende doelen gebruikt. De grote zaal doet zondags dienst als kerk. Drie keer per week is voor de hoger-niveaubewoners het bewonerscafé geopend. De hal van "'t Kruispunt" is voorzien van kegelbaan, flipperkasten tafeltennistafel. Dinsdagavond en donderdagavond is er soos voor bewoners van het midden-niveau. Vier keer per week' s morgens voor bejaarden. Daarnaast nodigt de afdeling recreatie regelmatig artiesten uit en organiseert vanaf september muzieken toneelavonden. Deze afdeling is ook belast met de organisatie van de grote feesten: het zomerfeest, dat een week in beslag neemt, het sinterklaasfeest en carnaval. De organisatie van het kerst- en paasfeest valt onder verantwoordelijkheid van de pastorale dienst. De heilsfeiten worden herdacht in een groot aantal feestelijke samenkomsten, waarbij het kersten het paasspel een belangrijke plaats innemen.

Pastorale dienst
,, De pastorale dienst is er om toerusting te geven", verklaart mevrouw Pouwels,,,zowel naar de opleiding als naar het personeel toe. Hoe vul je bijvoorbeeld de zondagse kerkdiensten in. Vroeger waren die veel meer gericht op het personeel dan op de bewoners. Nu zijn de diensten zo veel mogelijk aangepast aan de bewoners. De boodschap wordt zo eenvoudig mogelijk gebracht, in voor hen verstaanbare taal en beelden." Voor vraagstukken op ethisch terrein is enkele jaren geleden een speciale commissie ingesteld. De visie op verstandelijk gehandicapten is veranderd. Ze worden niet meer als kinderen beschouwd, maar als volwassen mensen met hun eigen rechten. De geneesheer-directeur van de Van den Bergh-stichting waardeert deze ontwikkeling positief. Wel erkent ze dat de veranderde visie vragen oproept. ,,Hoe moet onze opstelling zijn ten aanzien van zaken die het beleid van een christelijke inrichting raken? Dat is een punt. Het kan voorkomen dat er zaken toegestaan moeten worden, die ik vanuit m' n eigen geloofsovertuiging niet juist vindt."

Gemakkelijker
,, Vooral met seksuele relaties moet denk ik heel zorgvuldig worden omgegaan. Ik denk ook dat wij dat doen. Ze moeten bezien worden vanuit het oogpunt van recht en misbruik. Zorg verienen betekent ook beschutting geven. Als je iedereen z'n gang laat gaan, is er van die beschutting niets meer over. Maar het is niet een kwestie van nu niet en nooit niet. De meeste relaties tussen bewoners dragen een louter vriendschappelijk karakter. Wanneer een verhouding van intiemere aard is, wordt een zwangerschap door voorbehoedsmiddelen voorkomen. Dat is geen geheim. Het wordt met de ouders besproken. We zullen de seksuele contacten niet stimuleren, maar voorkomen kunnen we ze ook niet. Daarom ben ik blij dat we tegenwoordig een zwangerschap wel kunnen voorkomen. De pil is daarvoor bij ons het aangewezen middel." ,,Ook verstandelijk gehandicapten hebben rechten", concludeert dokter Pouwels, ,,maarjekomtwelin het moeilijke gebied van recht hebben, recht krijgen en dat recht aankunnen. Je moetje houding bepalen en zaken tegen elkaar afwegen. Waarin moetje iemands wil respecteren, wanneer moetje sturen en hoe ver mag je met dat sturen gaan? Dat is de discussie. Vroeger had je het in zekere zin gemakkelijker. Een verstandelijk gehandicapte was en bleef kind.''

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 16 september 1987

Terdege | 96 Pagina's

Omgaan met verstandelijke gehandicapten in de Willem van den Bergh-stichting

Bekijk de hele uitgave van woensdag 16 september 1987

Terdege | 96 Pagina's