Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het juk van Christus

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het juk van Christus

Neemt Mijn juk op u, en leert van Mij, dat Ik zachtmoedig ben en nederig van hart en gij zult rust vinden voor uw zielen. Matth. 11:29

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

<br />

Christus heeft geleden onder de verharding van Zijn hoorders. Hoe lieflijk en indringend Hij ook sprak en hoe Hij Zijn Woord ook kracht bijzette door middel van wonderen en tekenen, zij bleven er dezelfden onder. En hoewel Hij macht had het hardste hart te verbreken was het Hem pijnlijk dat Hij kwam tot het Zijne maar dat de Zijnen Hem niet aannamen. Mattheüs 11 laat iets van die smart zien in de verzen 16-24. Van Johannes zeiden ze dat hij uit de duivel was en van Jezus dat Hij een vraat en wijnzuiper was en een Vriend van tollenaren en zondaren. Niets was hen goed; of er nu op de fluit werd gespeeld of dat er klaagliederen werden gezongen. Is het niet de praktijk van het leven? Zijn we allen niet als een harde weg, waar het zaad wordt weggepikt, als een steenachtige plaats waar het groene in korte tijd weer verdroogt of tieren de onkruiden niet zo welig dat het gevoelige weer verstikt?

Christus moet hen zelfs verwijten dat zij zich niet bekeerd hadden (vers 20) en zei hen dat het den lande van Sodom verdraaglijker zal zijn in de dag des oordeels dan hen. Ontzettende werkelijkheid! Kon ook Christus niet zeggen dat het Hem berouwde dat Hij de mens gemaakt had en dat het Hem smartte aan het hart? En wanneer de Heere door de onwederstandelijke werking des Geestes ons erbij bepaalt wie wij voor Hem zijn, dan gaat het ons ook smarten dat wij overtreden hebben en altijd wederspannig waren. Maar dan is het of Christus afstand neemt van Zij n smart.,, Ik dank u Vader, Heere des hemels en der aarde, dat Gij deze dingen voor de wijzen en verstandigen verborgen hebt, en hebt dezelve de kinderkens geopenbaard.'' Alleen die het de Zoon wil openbaren zullen zalig worden (vers 27). Komt er dan iets hards over deze Zaligmaker? Ligt er verbittering in Zijn ogen en doet het Hem dan niets meer of een mens zalig wordt of niet? Ach, wie zal het kunnen peilen? Hebben wij dan te doen meteen "onrechtvaardige rechter die God niet vreesde en geen mens ontzag?" De dichter van de 130e psalm zegt: ,,Zo Gij HEERE de ongerechtigheden gadeslaat; Heere wie zal bestaan?" Wanneer de Heere ons dat leert beleven is er geen onrechtvaarNeemt Mijn juk op u, en leert van Mij, dat Ik zachtmoedig ben en nederig van harten gij zult rust vinden voor uw zielen. Matth. 11:29 digheid bij God meer, maar leven we in dat de Heere ons niets meer verplicht is.

Eerst lazen we de verwijten van Christus en dan van de eeuwige verkiezing, maar vervolgens ook drie verzen vol van nodiging. Nogmaals wendt Christus Zich naar de schare die Hij zoveel verwijten moest maken en vraagt toch nog naar hun hart. ,,Komt herwaarts tot Mij, allen dië vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust geven." Zijn er dan niet van zulken, vraagt Hij, die met een zwerende ziel over de aarde lopen, vermoeid zijn van zichzelf en van de zonde? Is er dan niemand meer die belast en beladen zijn weg loopt omdat hij of zij het Godsgemis en de schuld niet kan dragen? Waar zijn de rustelozen, die nergens rust kunnen vinden dan bij mij? Nee, niemand wordt bij voorbaat uitgesloten. Ze mogen allen deze roepstem horen. Wanneer zij zich niet aangesproken voelen is dat eigen schuld! Nogmaals horen zij en wij: ,,Neemt Mijn juk op u en leert van Mij, dat Ik zachtmoedig ben en nederig van hart.'' Is dat geen zachtmoedigheids Gods dat Hij zo langdurig wil nodigen en vragen naar vermoeide zielen? Zelf draagt Hij het zwaarste juk. De smaad van het volk, de minachting der overpriesters. Maar dat is Zijn zwaarste juk niet. Zijn schouders moeten gebukt gaan onder de last der zonde. Hij draagt de schuld weg en torst de toorn Gods. Is er zwaarder juk denkbaar dan het Zijne? Dat mensen Hem verlaten is voor Hem nog minder geweest dan dat Hij de Gunst van Zijn Vader niet meer ondervond! Gestriemd en geslagen draagt Hij het zware kruis op de gegeselde rug omdat Zijn volk zoveel te verwijten is!

Zfelf neemt Hij het juk en vraagt zachtmoedig Neemt Mijn juk op u. Nee, Zijn juk hoeft niemand over te nemen,maar Zij njuk dragen is tot Hem vluchten en met een afgematte ziel geen andere weg meer weten dan dat Hij de welverdiende straf overneemt. Maar zulke vermoeiden en belasten durven niet. Zij blijven maar doorlopen met hun zielekwaal en juist daarom daalt Christus hier zo laag af. Hij moedigt aan daar Hij de zachtmoedigste is en nederigste en werkelijk niet leeg terug zal sturen. En geeft dat geen rust, als de Kerk Gods bij Hem als een verloren zoon mag komen met hun onwaardigheid en ongerechtigheden, met hun hardnekkige ongehoorzaamheid? Dan worden de drie stukken beoefend: ellende, maar ook iets van de verlossing en er is dan ook een oprechte en hartelijke begeerte om nooit meer te zondigen. Wat is dat juk dan zacht en die last licht. Dat is bij Hem weer ademhalen. Verwondering doorstroomt het hart wanneer het oog gericht mag worden op Zijn zware juk dat Hij gewillig droeg voor harde zondaren. Helaas, dat vermoeide volk komt niet zo snel. Zij zijn het niet waard. Zij hebben niets om zich aangenaam te maken voor God. Maar blijven lopen met een opgelost leven valt toch niet mee. Hij nodigt echter. Zie het dan staan in Zijn eigen Woord en leg er de vinger dan maar bij en vraag eens of dat dan ook voor u is.

Nee, de dienst des Heeren is geen slavendienst. Al wordt de vermoeidheid smartelijk ingeleefd en is de beladenheid geen vreemde zaak, maar te mogen rusten aan Zijn voeten en zich te laten zaligen is een groot gewin met vergenoeging. En ook de kleinen in de genade zien die rust wel eens liggen. Hoewel ze schromen te denken dat het voor hen is, wordt er weleens wat van geproefd. Alleen Zijn nodiging al, kan vermaak geven. Meergeoefenden worden meer bepaald bij Zijn ware juk en leren het meer vinden in Zijn wonden. Er blijft evenwel nog over voor straks. Er blijft een rust over voor het volk van God. Zijn er dan geen onder de lezers? Komt herwaarts vermoeiden, die vreest dat het voor u niet kan. Zo Hij vertoeft, verbeidt Hem, Hij zal gewisselijk komen. Of moet het Sodom verdraaglijker zijn in de dag des oordeels?

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 16 september 1987

Terdege | 96 Pagina's

Het juk van Christus

Bekijk de hele uitgave van woensdag 16 september 1987

Terdege | 96 Pagina's