De Hoge Venen in België: een onvoorstelbaar mooi 'poolgebied'
<br />In de vierhoek Spa-Eupen-Mütze' nich-Malmédy, in de Belgische provincie Luik. niet ver voor wie een; maal Maastricht achter zich heeft, ' ligt het grootste natuurreservaat van onze zuiderburen, de Hoge Venen. Die vormen een boeiend restant van wat in de laatste ijstijd een toendra was, met een klimaat even bar als nu in subarctische streken heerst. In voorjaar en zomer is het een prachtig oord met een karakteristieke flora en fauna. In de winter heerst er vaak een poolklimaat met sneeuw, ijzel en felle wind.
O ngemerkt zijn we verzeild geraakt in een voor mij vreemde, maar wonderlijk mooie wereld. Dat alles dik onder de sneeuw ligt is al typerend, want nog geen uur geleden, toen we de grens overgingen in Zuid-Limburg, was daarvan nog geen spoor te ontdekken. Richting Luik lag er steeds meer. Hier is echter het beeld winters op een wijze die ik nog niet ken... De azuurblauwe lucht en de dikke sneeuwvacht zijn vertrouwd, ook het felle wegketsende zonlicht. Over alles ligt echter een glans als van kristal en het zonlicht flonkert waar ik ook kijk, alsof er overal spiegels zijn. Dit is geen wereld van sneeuw alleen, maar ook van ijs. De felle wind waait over de glanzende sneeuwlaag, blaast het fijne poeder voor zich uit in witte wolken. Bomen en struiken zijn tot in hun fijnste takkenverdeling gevat in een dun laagje ijzel, dat metaalachtig ritselt door de adem van de wind, of helder tinkelt wanneer de ijsstengels elkaar raken: een ijle, zachte muziek als van rinkelend glas. Grasstengels lijken glasdraden, pluimen ervan zijn een verzameling van ontelbare ijskorrels, dor blad glimt alsof het geplastificeerd is, kale bomen, in het licht van de zon, lijken gemaakt door een glasblazer, de altijdgroene sparren zijn door sneeuw en ijsafzetting omgetoverd tot de schoonste kunstwerken.
Onvoorstelbaar mooi
We zijn verzeild geraakt in de Hoge Venen, in het oosten van de provincie Luik. Een uniek gebied, waar het typische hoogveenklimaat, mengeling van vocht en barre kou, het winterse landschap tot een betoverde streek heeft gemaakt. Waar tegelijk de barre eenzaamheid van het uitgestrekte, heuvelachtige gebied nadrukkelijk opvalt. Mooi is het, onvoorstelbaar mooi. Waar in de zomer een steppenflora is van vier soorten heide, vele soorten mos, jeneverbessen, allerlei grassoorten en nog een reeks bijzondere planten, maakt in de wintertijd maandenlang een sneeuwlaag alleen nog de vormen herkenbaar. En wanneer vochtige lucht van zee over de hoogvlakte wordt gestuwd zet zich een ijslaagje vast op alles wat niet door sneeuw werd bedekt. De verdorde grassprieten, die hoog boven de sneeuw uitsteken, lijken van glas, weerkaatsen het zonlicht. Zacht kabbelend klinkt het geluid van water dat in kleine stroompjes onder het sneeuwdek en tussen veenbulten door kronkelt, in een streek waar geen leven schijnt te zijn. Waar slechts de ijzige adem van de wind heerst, geen plekje onberoerd laat en alles hult in een transparante mantel van heel dun ijs.
Opperste verlatenheid
In haar roman over de Ardennen "Toen de herten riepen'', geeft Marie van Dessel-Poot de sfeer van die streek treffend weer. ,,Ik schrijf over de" fagnes", de hoge venen, die zich uitstrekken in de Ardennen tusschen de bosschen en de velden, in opperste veriatenheid..." staat in het voorwoord. Als volgt beschrijft ze dat veengebied: ,,In al haar glorie schijnt de najaarszon over de fagne. Het honinggele dorre buntgras buigt stug in den feilen wind. 't Is koud. Een paar oude eiken, kromgewaaid door de winterstormen, wringen hun kruinen omhoog. Het doode hout rondom de wortels getuigt van veel opgegeven strijd. Een enkele struik kruipt moeizaam met schraal vergroeide takken langs het zanderige veen. Het is stil, zóó stil, dat de roep van een vogel, ergens in het bosch naar het dal toe, schuw weerom lijkt te komen, geschrokken door zooveel eenzaamheid. Witte wolken zeilen snel door den diepblauwen hemel. Zij hebben haast om deze troosteloze streek te ontgaan..." Wij zagen de "fagne" in januari, toen we nog indringender de,,opperste verlatenheid" beleefden, toen de felle wind, spelend met ontelbare ijskegeltjes, dat gestolde water deed klingelen en gierend door de takken joeg. Toen koud zonlicht uit een spiegelstrakke lucht ontelbare fonkelingen deed wegkaatsen van de zachtgolvende hoogvlakte, een wondermooi 'poolgebied'.
Europees reservaat
De natuurwaarde van de Hoge Venen is groot en het gebied is daarom sinds 1966 geregistreerd als "Europees Natuurreservaat''. Het bijzondere van flora en fauna wordt veroorzaakt doordat de verspreidingsgebieden van kust, gebergte en Noord-Europa elkaar daar raken, waardoor de verscheidenheid groot is. De mens heeft van het oorspronkelijke karakter niet veel overgelaten. Sinds de 16e eeuw is er turf gewon nen, struikheide gemaaid en werd er vee geweid. Aan het eind van de 18e eeuw werden de loofbossen gekapt, werd naaldhout voor produktie aangeplant en het veen voor een deel ontwaterd. Slechts in restanten loofbos groeiden nog typische planten als bergcentaurie en bosooievaarsbek. In de naaldbossen is vrijwel geen ondergroei. Maar nog is het een rijk natuurgebied dat in deze vorm uniek is voor de lage landen. En nog zijn flora en fauna heel bijzonder. Op de heidevelden groeien de zeldzame wolveriei en grote en kleine wolfsklauw, terwijl er een bijzondere combinatie is te vinden van Atlantische soorten als stekelbrem, dopheide en liggend walstro, met Centraal- en Noordeuropese planten als bosbes, rijsbes en zevenster. Tussen de vele soorten gras en mos bloeien de klokjesgentianen, zonnedauw, grote pimpernel, beenbreeken nog veel meer soorten, afwisselend op droge, natte of vochtige plaatsen. Ongeveer tachtig hectare van het bijna 4000 hectare grote gebied bestaat uit levend hoogveen, waar dus nog steeds groei plaats vindt. Dat kan alleen waar het veen uitsluitend is aangewezen op regenwater. Afgestorven plantenresten hopen zich op onder de levende bovenlaag en vormen een dikke sponzige massa. De voornaamste veenvormer is veenmos of sphagnum.
Levend hoogveen
Het grootste deel van dit bijzondere reservaat ligt in de omgeving van de BaraqueMichel; enkele kleinere, maar ook zeer fraaie veengebieden liggen langs de weg van Eupen naar Monschau en noordelijk van Elsenborn. Het grootste deel ligt bijna 600 meter boven de zeespiegel en is het hoogste gelegen landschap van België, geen berggebied, maar een golvende hoogvlakte. Daardoor is het klimaat er zo vochtig en koud en zijn de winters lang en streng. Eind oktober, op z'n laatst begin november is er al strenge nachtvorst en de sneeuw blijft tot ver in april liggen. Door die omstandigheden is er op enkele plaatsen nog levend hoogveen, dat alleen kan groeien in gebieden waar meer neerslag is dan verdamping en het water langdurig blijft staan als gevolg van een ondoorlaatbare bodem. Een temperatuur van -20°C is daar niet uitzonderlijk, terwijl ook temperaturen van -34°C zijn gemeten. Zelfs in de zomer kan het kwik beneden het vriespunt komen.
Veel neerslag
Door het merkwaardige klimaat, dat overeenkomt met een hoogteligging van 1200 meter, ontstaan er die extreme, soms poolachtige toestanden. Men denkt dat dit komt door de sterk afkoelende invloed van de grote hoogveenterreinen op het plateau. Op sommige plaatsen is de sponzige veenlaag tien meter dik, ontstaan in een groeiproces van eeuwen. Per jaar valt er ongeveer 1400 mm neerslag. Die wordt voornamelijk veroorzaakt door de veelvuldige westelijke luchtstromingen die worden opgestuwd tegen het hoge plateau en door de snelle afkoeling mist, regen of sneeuw afgeven. De diepe ondergrond van de hoogvlakte bestaat uit kalkarm gesteente dat het wegzakken van vocht verhindert, een voorwaarde voor het ontstaan van hoogveen. Het plateau van de Baraque Michel is er voor meer dan de helft mee bedekt. De bijzondere omstandigheden van sterke ijzelvorming kunnen worden vergeleken met die in maart vorig jaar in het noorden van ons land optraden. Daar werd de ijsafzetting door uitzonderlijke dikte van een tot twee centimeter funest, waardoor veel bomen werden vernield. In de Hoge Venen tovert de winter vaak met ijsafzetting, waardoor het landschap een fascinerend en zeldzaam beeld vertoont, een toendra-achtige vlakte, met het karakter van ons Peelgebied, maar grootser en eenzamer.
Flora en fauna
In de zomermaanden kan het op de hoogvlakte van de Hoge Venen warm zijn. Dan zingen er de veldleeuweriken zolang het licht is en klinkt het monotone dromerige geroep van de koekoek vanuit de bossen aan de randen. Veel gewone en minder gewone zangvogels leven er en dat geldt ook voor de roofvogels, waarvan er vele soorten zijn die daar een rijke en vrijwel ongestoorde biotoop hebben. De typische hoogveenflora met vele rijkbloeiende planten lokt veel insekten. Wie er oog en belangstelling voor heeft kan er soorten ontdekken die alleen in hoge berggebieden voorkomen, een uitzonderlijke situatie. Ook de meer algemene reptielen, hagedissen, halzelwormen en slangen leven er in ideale omstandigheden. In de steenkoude riviertjes komt nog forel voor, hoewel ook in dat water al vervuiling doordringt die deze vissoort bedreigt. De recreatiedruk, ook in de winter door skiërs en langlaufers, begint een gevaar voor dit gebied te vormen en vereist een goede begeleiding. Maar nog is het door de enorme omvang en plaatselijke ondoordringbaarheid een woest gebied, waar herten, reeën en wilde varkens leven; zelfs enkele wilde katten, niet te verwarren met verwilderde, leven er. Hoewel op enkele plaatsen knuppelweggetjes zijn aangelegd, kan de wandelaar in alle jaargetijden het beste rubberlaarzen aantrekken. Wie onze hoogveengebieden kent, kan zich van de Hoge Venen een voorstelling maken, maar zal kennismaking toch een verrassende ervaring vinden.
Eenzaamheid
In "Lannoo's Natuurgids" voor België staat terecht: ,, Over het algemeen roepen de Venen een gevoel op van eenzaamheid, van desolaatheid en eindeloosheid. Een groots landschap, waarin de mens zich nog'verloren' kan voelen." Daarom wordt ook aangeraden er niet zonder goede wandelkaart en kompas ver in door te dringen. Ook vanaf de wegen krijgt men een goede indruk van de streek. Wie via Maastricht richting Luik naar Eupen rijdt, kan daarvandaan via de N28 naar de beroemde Baraque Michel, of richting Monschau via de N31 naar een ander mooi gedeelte. De moeite waard.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 6 januari 1988
Terdege | 64 Pagina's