Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Schilder Marcus Délanjo maakt zijn bijbelse en profane olieverven „bij de gratie Gods"

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Schilder Marcus Délanjo maakt zijn bijbelse en profane olieverven „bij de gratie Gods"

14 minuten leestijd

Waarom kent lang niet iedereen in ons land die van bijbelse of christelijke kunst houdt de schilderijen van Marcus Délanjo uit Vlagtwedde? Waarom kopen christelijke scholen en instellingen niet in groten getale zijn kleine en soms zeer monumentale olieverven met titels als "Elia bij debeekKrith", "De kracht van het gebed", "Rabboeni", "Maria Magdalena" (of: de zondares die Jezus' voeten kuste), "Het isolement van een ongelovige Thomas" of "Rachel weent over haar kinderen"? Zou het aan zijn manier van schilderen liggen, of aan zijn antimilitarisme? Aan zijn eigentijdse verwoording van de bijbelse boodschap of aan de forse prijzen die voor zijn werk moeten worden neergeteld? Alle doeken, ook zijn landschappen uit Duitsland en Michigan, ondertekent Délanjo met "Dankzij God''. Portret van een bijzondere kunstenaar.<br />

In gesprekken met de kunstenaar in zijn atelier en bij bezoeken aan zijn exposities wijst alles erop; het is geen pose, hij meent het. Alleen dank zij God en de Bijbel, zegt Délanjo, doe ik nu wat ik doe. Schetsen van een bevlogen kunstenaar, die niet in een vakje of stroming past, die ook niet zo in de grote kunst- en museumwereld aan de weg timmert, maar die via galeries in ons land en de VS al tientallen tentoonstellingen had. Hij moet van zijn kwasten en doeken leven, behoudens een enkele opdracht. Maar daarvoor is hij niet tot concessies bereid; ook z'n zo te zien niet direct religieus geladen werken zij n volgens hem'' dankzij God" tot stand gebracht.

Niet vertrouwd?
Waarom 'móet' men in sommige kringen zijn, soms felle, doeken niet? Misschien omdat hij wars is van aansluiting zoeken bij de modieuze kunststromen? Zijn werk is op het eerste gezicht immers heel herkenbaar, zij het niet figuratief in de gebruikelijke zin. En wie zijn boodschap niet snapt kan op veel van zijn schilderijen uitvoerige toelichtingen lezen, want Marcus wil graag duidelijk overkomen. Je moet zijn werk systematisch bekijken en' lezen'; niet even in één oogopslag proberen in je op te nemen. Dat "de" kunstwereld hem (nog?) niet voluit heeft ontdekt, op uitzonderingen na, kan te maken hebben met zijn "dankzij God" en religieuze thema's, hoewel hij niet alleen bijbelse taferelen schildert. Dat christenen nog niet massaal door zijn werk gegrepen worden komt wellicht omdat hij niet zo maar vertrouwde (kinder)bijbelplaatjes van Doré en Isings tot Reint de Jonge en Rien Poortvliet maakt. Marcus Délanjo "verwoordt" zijn boodschap nogal eigentijds en sommige doeken ergeren moedwillige niet-verstaanders misschien.

Thomas nú
Zo is bij hem de apostel Thomas -diealsatbibuut de haan krijgt die men eerder aan Petrus zou toewijzen— niet gehuld in lang oosters gewaad met zwarte baard, maar een mens als wij: in westerse blauwe (boeren)kiel, gewone lange broek en met korte kuif. Dat heeft zijn betekenis: Thomas staat niet bijna tweeduizend jaar van ons af; wij zijn in onze geloofstwijfels niet anders dan hij. Hij is één van ons. Dat is ook "Een discipel van Christus: schietschijf door de eeuwen'', waarin de wereld haar pijlen op de gelovige afvuurt. Ook Rachel die weent over haar kinderen is van nü. Délanjo beeldt haar in al haar vertwijfeling uit en de kindermoordenaars thans zijn niet meer de soldaten van Herodes, maar de kli- > nisch-secure artsen die op grote schaal abortus plegen. Het is een zeldzaam aangrijpend schilderij met een soort ronde box waarin tientallen geaborteerde baby's door en over elkaar heen tollen. Prikkeldraad zit aan en onder deze box en daarboven liggen een satanisch masker en een injectiespuit die uitloopt op een duivels staartje met pijl en weerhaakjes. De kille handen van de aborteur houden die spuit en een doos pillen vast. In het Engels en Nederlands schildert Délanjo onder dit grote doek uit 1984 de zinnen "De echo van geween en het geklaag van Rachel klinkt door in abortus. Jeremia31;15". Elders heb ik wel opgemerkt, dat VBOK of Ned. Patiënten Vereniging eigenlijk dit werk van vijftien mille moest aanschaffen.

Kunstlicht
We namen een kijkje bij de schilder thuis. Wie en wat is en doet hij in Vlagtwedde, waar hij aan de Schoolstraat in een eigenhandig verbouwd huis en atelier woont en werkt? Bij kunstlicht, want de vaak grote schilderijen staan in het kleine volle atelier geen ramen in de vrij lage wanden toe. Maar het kleurenrijke en felle palet van Délanjo maakt dat hij van die afwezigheid van het daglicht niet direct schade ondervindt. De vrij kleine, baardige Délanjo -getrouwd, vijf kinderen, die o.a. Rebecca en Jochébed heten- kwam niet als Marcus ter wereld. Hij werd in 1943 is Assen geboren en zijn ietwat exotisch klinkende naam kan zijn Drents accent niet verEen van Délanjo's meest aangrijpende doeken uind ik dit grote "Rachel weent over haar kinderen", waarin de abortus-artsen de hedendaagse soldaten van koning Herodes zijn. (Ook in een ander schilderij keert hij zich fel tegen abortus: Hitlers laarzen vertrappen de babies „tot in het vierde rijk".) hullen. Tot 1969 heette Marcus gewoon P. P. H. Seidel. Hij bezocht de mulo, was fabrieksarbeider en werkte als offsetdrukker en ontwerper, maar zijn echte liefde ging uit naar tekenen en schilderen. Op 26-jarige leeftijd durfde hij de stap aan. Seidel bestond niet meer. Hij koos voor een nieuw beroep, een nieuw leven en een nieuwe naam; dat laatste ook op grond van de Bijbel.

Nieuwe naam
De discipelen —met wie hij zich volstrekt niet durft vergelijken— kregen, zo zegt hij, bij hun nieuwe leven als volgeling van Jezus veelal ook een andere naam. Seidel noemde zich naar Marcus en de achternaam, waarin men van alles kan beluisteren, werd gewoon op de klank af gekozen en betekent dus niet zoiets als " van het lam'' of" van de engel". Als Marcus Délanjo staat de schilder ook in de telefoongids; Seidel bestaat niet meer... Is Marcus nu " dankzij God" een religieus schilder in de volle zin? Ja en nee, want hij zegt dat alle werk dat hij maakt voor hem godsdienstig geladen is. Hij wil niets weten van een tweedeling tussen zijn bijbelse thema's en het "profane" werk. Dieren, landschappen, een schaars zelfportret, maatschappijkritische doeken waarin hij de waanzin van abortus, militarisme en oorlogen striemend hekelt, zijn voor hem net zo goed uitingen van de gave die God hem gaf om dit alles te kunnen maken als z'n olieverven met bijbelse motieven.

Geen kinderbijbel
Ook omgekeerd: bijbelverhalen zijn voor hem geen geïllustreerde vertellingen uiteen ver verleden, maar levende werkelijkheid: zo'n voor Achab en Izebel vluchtende profeet Elia die ,, het niet meer ziet zitten en maar liever dood wil'', dat is niet iets van toen, maar van nu, zoals ook Gods bemoediging en uitredding nu ervaren worden in het leven van alle dag. Voor de schilder is dat levende werkelijkheid. Maar ook spelende kinderen voor een huisdeur of heerlijke, enigszins naïef aandoende, buitentaferelen als "De frisse adem van het land", " In de tuin'' of" De sluimering van de lente'' ziet Délanjo niet als minder religieus geschilderd werk. En voor een doek als " Plezier in het spelen van blues", waarop Amerikaanse negers als jazzmusici zich uitleven op de piano en op een tot trompet omgevormd opgerold vel papier, geldt dat ook. Daaruit blijkt wel dat hij in levensstijl en levenshouding op een andere lijn zit dan de onze. Marcus is, zo blijkt in onze gesprekken, even eigenzinnig als bescheiden, maar niet bereid om zijn 'waarheid' en wat hem 'geopenbaard' wordt prijs te geven voor bij voorbeeld een hogere omzet. Dat hij in keuzen en werkwijze tamelijk uniek is en door exposities in het buitenland wellicht meer bekend dan in Drenthe of Groningen stelt hij nuchter vast, zondereen zweem van hoogmoed.

Doek en uitleg
Vergeleken met sommige andere kunstenaars of wat daarvoor door moet gaat vond ik de ontmoeting met hem een weldaad. Hij laat zijn werk spreken en klopt zich niet op de borst, want alles wat hij denkt, droomt en in verf weergeeft ziet hij gebeuren dank zij God. Dus ook zijn "Meisje met rups" uit 1985 of het "BloemenmeisjeJudith" of zijn dochtertje "Priscilla met haar hobbelpaard", dat hij bewust niet natuurgetrouw heeft weergegeven, maar zoals hij haar in haar spel beleefde. Het gaat hem er immers niet om, foto's-in-verf te maken. Zijn "Lazarus, kom naar buiten" uit 1980 is niet een oosterse man aan het begin van onze jaartelling, maar iemand in min of meer Hollandse kleding, want de wonderen van de Heiland zijn niet iets wat alleen lang geleden gebeurd is of wat men zo nauwkeurig mogelijk zou moeten nabootsen in verf en kleur. Eén probleem heb ik bij het zien van zijn doeken wel: ze lijken soms veel beter te herkennen en te bevatten dan ze in werkelijkheid zijn. Ook Délanjo's ellenlange geschilderde toelichtingen, waardoor sommige werken iets van een tekenstrip weghebben, kunnen niet voorkómen dat pas de mondelinge toelichting van de kunstenaar diverse dubbele bodems kan verhelderen. Zijn werk is niet magischrealistisch in de trant van Magritte, Delvaux of Carel Willink. Zelf heeft hij het wel religieus-episch-lyrischexpressionistisch genoemd en dat lijkt me, naast onzin, toch wel een aardige typering: godsdienstig is het zeker, verhalend en gevoelig ook en dat het niet naar de natuur is, maar uitdrukking van Délanjo's innerlijk kan ook iedereen constateren.

Monumentaal
Maar wie hem goed wil verstaan moet naar zijn atelier tegenover de bibliotheek in Vlagtwedde, waaraan hij ook een omvangrijke bijdrage leverde. Hij liet me daar de spaanplaten panelen van 4.50 bij 3.50 meter zien, waaraan hij vijf maanden werkte. Omdat bibliotheek en muziekschool hier bijeen zitten moesten deze wandschilderingen "Klaroenblazer" muziek en het boek bevatten, maar hij zag kans ook het motief van Christus' opstanding erin te verwerken. Ik ben niet bereid, hem in al zijn actualiseringen van de bijbelse boodschap te volgen. Hij begrijpt mijn kritiek op de figuur van Jezus, Die hij hier weergeeft als een westerse man, in boerenhemd en -broek en op pantoffels. De schilder vindt —ongeacht nog de open vraag, of men Jezus tijdens Zijn aardse omwandeling mag afbeelden, aangezien Hij ook Mens was— dat hij de Bijbel wèl naar onze tijd toe mag "vertalen". In het algemeen kan dat ook wel; het gebeurt ook in de prediking. Maar over de wijze waarop en de vraag hoever men daarin

Wederkomst
In zijn atelier is Marcus een geestdriftig uitlegger van wat hem bezielt. Hij woont hier met zijn vrouw, Ida Moll, en kroost na eerst in het Drentse Zeyerveld te hebben gewerkt. Bijna twintig jaar geleden, in november 1969, kreeg hij als Délanjo zijn eerste expositie in het raadhuis van Vries en sindsdien zijn er tientallen gevolgd. Vaak in galeries en kunsthandels, maar ook in het Drents Museum te Assen, in landhuis De Oliphant te Rotterdam en recent nog in galerie Woppie's Deel te Ane/Gramsbergen. Ook in Londen, Bologna, Genève en Noord-Duitsland hing zijn werk op groepsexposities. En in Amerika werkte en exposeerde hij in Michigan, Chicago, San Francisco en het Centrum voor Bijbelse Kunst in Dallas (Texas). Dat leverde dan doeken op als "Mijn bezoek aan Chicago' 'ofdelndiaan" Tagajutah en het Vrijheidsbeeld" of "Zwerver in Chicago" of landschappen in de buurt van Holland (Michigan). Maar de veelzijdige Délanjo lijkt het meest op zijn gemak als hij zijn kritiek op deze onheilige wereld kwijt kan. Hij is dienstweigeraar en vanuit die extreme achtergrond komt hij tot doeken als "Militaire dienst - een satansinstituut. Onbegrijpelijk, dat christenen zich daarmee kunnen inlaten". Hitlers schandelijke soldatenlaarzen ziet hij "tot in hetvierde rijk trappen": in de aborterende artsen. Hitler houdt speelkaarten in zijn hand en in een helm deze vermoorde baby's. Maar boven dood, verderf, oorlog en ellende rijst ander werk uit: de Jongste Dag, als de graven opengaan, op het doek "Deze dag is nog nooit zo nabij geweest als nu, nou, nu."

Oorlog en geweld
Wie van een christen-kunstenaar verwacht dat hij niet méér doet dan de Bijbel illustreren heeft aan Délanjo's werk niet veel. Bij hem geen "plaatjes" van vissers op het meer van Galilea, geen gezichten op Jeruzalem of herders in Efratha, ook geen traditionele scènes van Maria met het Kindeke of Golgotha en de kruisafname, geen hijgende herten of David achtervolgd door koning Saul. Maar wèl de zondares aan Jezus' voeten, Maria van Magdala die haar Heiland in de Graftuin voor de tuinman houdt, Elia in zijn vlucht voor Izebel en gevoed door de raven, de engel die in Gethsémané Christus versterkt. En zijn kritische "De nazi's van Zuid-Afrika" (waarbij de neger een zwarte jodenster draagt) of "Met het leger een "memorial day" zonder eind" (waarop we een tank zien en een brandende stad en Christus op Golgotha) en "Bedelaars voor de Hof van Eden", waarin het paradijselijke bestaan nu is afgegrendeld met prikkeldraad en een vlammen werpende draak.

Kunstrichting
Kunstkritisch gezien past Marcus al evenmin in de bekende straatjes als zijn christelijk kunstenaarschap in het traditionele bijbelse plaatje. Men heeft in zijn stijl wel iets verwantschap gezien met Henri Rousseau de Douanier, of met de Engelsman Stanley Spencer en de Italiaan Renato Gutusso. Maar de laatste is marxist, de eerste is min of meer de vader van de naïeve kunst. Spencer schildert ook bijbelse taferelen in hedendaagse aankleding. Van wederzijdse beïnvloeding of ontlening lijkt geen sprake. Nederlandse collega's als Paul Chr. Bos kent hij niet, hoewel hij het werk van een fijnschilder als Henk Helmantel te Westeremden wel weet te waarderen, ,,maar mijn stijl is het niet." Dat klopt, maar Marcus' paarden doen me soms aan Franz Mare en Chagall denken. Naar de vorm is hij weinig experimenteel. Als palet hanteert hij een oud wasmachinedeksel, bol van verfresten. Hij schildert met olieverf op linnen; grote lappen aan de wanden en op de vloer van zijn atelier. Soms zijn het reusachtige vierkanten die op één punt staan, soms cirkels gespannen op een houten uitgezaagd raam, maar dan toch weer op linnen geschilderd. Er zijn zeer monumentale doeken bij, zij het niet zo groot als zijn panelen in de bieb van Vlagtwedde, maar ook kleine werkjes. Hij is geen fijnschilder, maar werkt soms uiterst nauwgezet als "pointillist" zoals Seurat: stip voor stip wordt aangebracht tot het hele doek is opgebouwd uit "sneeuwvlokjes".

Jaarproduktie
Zonder zijn uitleg zijn sommige titels on(be)grijpbaar.Een man die een fiets aan de hand houdt, waar op de bagagedrager een ineengedoken zwangere vrouw zit, gesteund door een andere man, heet "Op weg naar mijn geboorte". Het is Délanjo die hierin 1943 onder vrij moeilijke omstandigheden in zijn moederschoot op weg is naar "zijn" bevalling. Maar dat leid je niet direct uit het doek af. Délanjo maakt géén voorstudies; hij begint -na lang en diep geestelijk voorwerk, zoals hij zegt— meteen "vertellend" te schilderen, van links naar rechts, en is zelf benieuwd waar hij uitkomt. Hij doet één a twee maanden over een doek, soms langer en schildert gemiddeld wel zo'n 20 tot 25 doeken per jaar. Daarvan moet hij er voor een redelijke boterham wel tien per jaar verkopen. Andere inkomsten via een leraarschap of privélessen heeft hij niet meer; ,,dat is te tijdrovend en het houdt je maar van je eigenlijke werk af." Als iemand hem voor pakweg 30 mille per jaar vast aan één galerie zou binden zou hij wat gemakkelijker kunnen rondkomen, maar dat is nu niet het geval. Hij verkoopt trouwens redelijk goed, hoewel z'n prijzen niet echt laag liggen. Ze lopen uiteen van enkele duizenden tot achttien of zelfs vijfentwintig mille (voor het aangrijpende "Toekomstverwachting").

Kleurenuitgave
Hij zet geen composities op, beperkt zich tot een enkele houtskoolschets en dan gaat meteen de verf erover. Opdrachten zoals portretten schildert hij weinig, afgezien van een Rotterdamse zakenman en zijn vrouw, die Délanjo's werk verzamelen. Als ik kom staat de'' Steniging van StefanusdoorSaulus" op de ezel en ondanks de grote hoeveelheid doeken in voorraad is zijn werkplaats geen woeste troep, maar een keurig bijgehouden werkruimte, mèt opgeruimd bureau en documentatie die hij graag de ondervrager ter hand stelt. Praten over zijn persoon vindt hij niet zo interessant, over zijn werk des te meer. Tot heden heeft nog niemand zich aan een monografie of album over zijn schilderijen gewaagd. Kunstcriticus Dolf Welling zou er wel voor voelen. Die stelt belang in Délanjo's werk, maar is geen christen, en dat lijkt me voor de interpretatie een groot bezwaar. Bovendien moet een uitgave in kleur al een aardige oplage bereiken, wil een uitgever er brood in zien. De beschikbare zwartwit brochure doet deze kunst nauwelijks recht. In kleur is er wel zijn "Elia aan de beek Krith" op klein posterformaat en in het boek "Tabak in de kunst" dat Henk Egbers als vervolg op " Koffie in de kunst" voor de firma Van Nelle samenstelde is zijn "Zwerver in Chicago" uit 1986 in kleur afgebeeld.

Geen verkoper...
Maar ik zou een monografie op groot formaat en met toelichting van de kunstenaar zeker op prijs stellen. Wie weet, misschien is er een kunstsponsor, galeriehouder of liefhebber te vinden. Op zijn recente expositie in Galerie Woppie's Deel kwamen zo'n 350 bezoekers. Als die voor pakweg vijf tientjes een stapel Délanjo' s in kleur hadden kunnen aanschaffen was een deel van zo' n oplage al veilig gesteld. Ook voor verdere verkoop is dat boek handig. De kunstenaar kan niet permanent op élke expositie staan uit te leggen. Verder, zo vertelde de galeriehoudster in Ane me,,, is Marcus niet de meest geschikte man om zijn werk ook nog eens te (helpen) verkopen. Hij kan zijn tijd beter besteden aan schilderen en verkoop en promotie aan de kunsthandel overlaten."

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 6 juli 1988

Terdege | 64 Pagina's

Schilder Marcus Délanjo maakt zijn bijbelse en profane olieverven „bij de gratie Gods"

Bekijk de hele uitgave van woensdag 6 juli 1988

Terdege | 64 Pagina's