Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ons leven één handbreed...

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ons leven één handbreed...

"Zie, Gij hebt mijn dagen een handbreed gesteld, en mijn leeftijd is als niets voor U, immers is een ieder mens, hoe vast hij staat, enkel ijdelheid." Psalm 39:6

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

<br />

Dat is toch wel al te eng en triest voorgesteld, zegt misschien een van onze lezers, bij het lezen van de tekst boven onze meditatie. Zou dat heus waar zijn, mijn dagen een handbreed? Op een andere plaats zegt dezelfde dichter, namelijk koning David, de liefelijke in psalmen, dat er maar één schrede is tussen ons en de dood. Als dat waar is, dan is er geen geur en fleur meer in dit leven. Moet je dan altijd maar met de dood geconfronteerd worden? Maar de Bijbel zegt, niet ik, er is maar één handbreed. De man naar Gods hart is bepaald geworden bij eigen nietigheid en vergankelijkheid. Was zijn leven niet telkens in gevaar, moest hij niet vluchten voor Saul?,, God de Heere is de eeuwig levende Schepper van hemel en aarde, die eind nog oorsprong heeft.'' Doch wie en wat ben ik? Krachteloos als een ademtocht, inhoudloos als een schaduwbeeld, dat is de mens! Wat zegt de psalmist? ,, De levensdraad wordt schielijk afgesneên; wij schenen sterk, en ach, wij vliegen heen." Is dat nu een boodschap voor deze tijd in deze vakantiemaand? Wat somber! Is het beeld te pessimistisch getekend? Maar... gaan ziekte en dood niet gewoon door, spreken daarvan niet de vele ongelukken in binnen- en buitenland? Zijn de ziekenhuizen dan niet bezet toen wij vakantie hadden en werden er geen graven gedolven?

Immers, de bezoldiging der zonde is de dood. Ethan onderwijst ons in Psalm 89: ,,Wat man leeft er, die de dood niet zien zal? Die zijn ziel zal bevrijden van het geweld des grafs?'' De dood is dus in onze onmiddellijke nabijheid. Maar wie heeft daarvan nature nou erg in? We zien de graven vlak naast elkaar op het kerkhof, van mensen van 19 en van ruim 90, mijn leeftijd is als niets voor U. Ja, maar die jongen kan zo moeilijk gemist worden, en die moeder in dat gezin en die ouder die brood moest verdienen voor zijn kinderen. O, wat een onopgeloste vragen blijven er dan achter. Maar God is Rechter Die beslist. Wij hebben ons leven niet in eigen hand. Wat is de mens, wat is in hem te prijzen? Een ademtocht en een handje vol stof. Hij kan zo spoedig aan het einde van zijn leven op aarde zijn. Eén stap en de dood heeft ons ingehaald. Dan moet u niet denken aan een ander, die misschien oud of ernstig ziek is, maar aan uzelf. Ik geloof dat wij mensen altijd veel te druk met anderen bezig zijn en niet met onszelf. Van David lezen wij wat anders. In vers 5 vraagt hij:,,Heere! Maak mij bekend mijn einde, en welke de mate mijner dagen zij, dat ikwete, hoe vergankelijk ik zij?" Zou dat niet het voornaamste moeten zijn? Of ik nu lang te leven heb op deze aarde dan wel kort, hoedanig zal eenmaal mijn einde zijn? Dat is toch wel de moeite waard om zich druk over te maken. We zijn in de wereld en we moeten door de wereld, maar eenmaal moeten we uit deze wereld! Zal het dan vrede zijn? Zal het goed zijn als God u dan zal onderzoeken? Het is niet zo belangrij k wat mensen van ons zullen zeggen als wij zijn heengegaan! De mooie spreuk die wij zo vaak kunnen lezen:,,Rust zacht" is nog geen waarborg dat we de rust zijn ingegaan die er overblijft voor het volk van God.

Weet het wel: God zal het laatstewoord hebben. Waar is uw leven mee gevuld? Het is zo'n persoonlijke zaak, mijn lezer. Wij maken ieder apart de reis, u moet tegen uzelf zeggen: ,,Ik ben op weg naar de grote, alles beslissende eeuwigheid, nog een korte spanne tijds, één handbreed, dan zal ik staan voor de Rechter van hemel en aarde, dan moet ik God ontmoeten, o hoe zal dan mijn einde zijn?" Met de wereld komt een mens voor eeuwig om want:,, Wie ver van U de weelde zoekt, vergaat eeriang en wordt vervloekt." Daarom, zoekt de Heere terwijl Hij nu nog te vinden is. Het zal wat zijn straks te komen voor een gesloten deur. Er is niets erger dan door eigen schuld voor eeuwig verloren te gaan. 't Behoeft niet en de Heere wil het niet.,, Ik heb geen lust in uw dood, in uw verderf.'' Waar heeft de Heere dan wel lust in? Hoort dan wat Jesaja zegt: ,,De goddeloze verlate zijn weg, en de ongerechtige man zijn gedachten, en hij bekere zich tot den Heere, zo zal Hij Zich zijner ontfermen, en tot onze God, want Hij vergeeft menigvuldiglijk." Door ontdekking, wedergeboorte en bekering wordt zulk een mens afgevoerd van de brede weg en door genade gebracht op het smalle pad dat ten leven leidt. Wat een wonder toen dat gebeurde. De Heere opende de ogen. Toen kwam daar die heilzame schrik. Uit 's harten diepsten grond werd er toen een roepen geboren. Te moeten sterven en niet te kunnen. En dan één handbreed. Dan is het nood, ja nood der eeuwigheid. Het komt dan maar op één vraag aan: hoe kom ik met God verzoend en hoe raak ik het pak van mijn schuld en zonde kwijt?

Gelukkig de mens die daar in het heden der genade mee te maken krijgt. Dan kan het geen uitstel lijden. Wordt het dan niet:,,' k Liet niet af mijn hand en oog op te heffen naar omhoog?'' Zalig ogenblik voor de ziel te beleven in een weg van onmogelijkheid: ,,Toen hoorde God: Hij is mijn liefde waardig." Immers, de Heere Jezus heeft met Zijn bloed betaald op Golgotha voor de zonden van Zijn volk. In 't kruis zal 'k eeuwig roemen. Zijn gerechtigheid enkel door loutere genade de mijne. ,,De schuld uws volks hebt G' uit Uw boek gedaan, ook ziet Gij geen van hunne zonden aan.'' Dat nu moet geleerd worden in het korte leven hier op aarde. En die het leren mogen, wel, er is geen gelukkiger volk hier op aarde. Hoeven die niet te sterven, zijn hun dagen geen handbreed gesteld? Ja, maar de Heere Jezus heeft met Zijn dood de dood te niet gedaan voor al de Zijnen. Dat volk, ze weten het, heeft hier ook geen blijvende stad. Maarzij mogen met Abraham en al 't volk van God verwachten de stad die fundamenten heeft, welker Kunstenaar en Bouwmeester God is. Weet het wel, kinderen des Heeren, één handbreed is uw tijd gesteld en dan eeuwig bij uw Koning. ,,En mij hiertoe door u bereid, opnemen in uw heerlijkheid." Nog één vraag: is dat ook het geheim van uw leven?

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 20 juli 1988

Terdege | 64 Pagina's

Ons leven één handbreed...

Bekijk de hele uitgave van woensdag 20 juli 1988

Terdege | 64 Pagina's