Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Zo leefden Willem & Mary, het paar van de Glorious Revolution

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Zo leefden Willem & Mary, het paar van de Glorious Revolution

Mary Stuart was dol op Delfts blauw en dat is in 'haar' Paleis Het Loo goed te merken

23 minuten leestijd

<br />Het kan bijna niemand ontgaan zij ndat 1688 een belangrijk jaar geweest moet zijn. Het paar Willem III en Mary is in vrijwel geen krant of tijdsrhrift ongenocnici gebleven. Driehonderd jaar geleden voer onze stadhouder op verzoek naar Engeland en verdreel daar zijn roomskatholieke schoonvader. Vervolgens werden hij en zijn vrouw tot koning en koningin gekroond. Wie waren Willem en Mary? Was het een gelukkig paar? Waar woonden en werkten ze? Paleis Het Loo is speciaal voor fvcn gebouwd. D..sn'iaak van de Engelse koningin is er ook nu nog duidelijk te herkennen. Helaas heeft ze er nooit gewooTKi. Juist toen het paleis klaar was, overleed ze. Een rondgang langs diverse tentoonstellingen en door Het Loo leverde genoeg stof voor een wat intiemere kijk in het leven van dit vorstelijk paar.

November 1650. In een der kamers van het stadhouderlijk kwartier in 'sGravenhage staat een wieg. Het bedje is niet overdadig versierd met witte zijde, kant en satijnen linten; integendeel, de wiegbekleding is van eenvoudig zwart fluweel. De vreugde om de geboorte van een stamhouder wordt overschaduwd door diepe droefheid: de baby in de wieg is Willem III, geboren acht dagen na het overlijden van zijn vader. Moeder Mary Stuart, achttien jaar oud, moest na negen jaar huwelijk haar man ten grave dragen. Voor de opvoeding van de kleine Willem stond ze echter niet alleen. Diverse personen streden om het voogdijschap. De opvoeders van Willem III stond een dikke pil ter beschikking die als titel droeg: "Discours sur la nourriture de Son Altesse Monseigneur Ie Prince d'Orange". Wie twijfelde of Son Altesse een pak slaag moest hebben omdat hij de paarden in de stallen aan het schrikken had gemaakt, kon met een blik in de " discours" zijn gedrag in dezen bepalen. Tenminste, als hij de Franse taal machtig was. Voor de prinselijke luiers was een zilveren, fraai bewerkte luiermand beschikbaar, die je tegenwoordig voor een fors uitgevallen fruitschaal zou verslijten. Prinses Juliana bewaart het ding uit 1651 nog steeds, al zal ze hem voor haar dochters wel niet hebben gebruikt. Hoewel Mary's zoon uiteraard te jong was om zij n vader al op te volgen, werd er geen plaatsvervangende stadhouder aangesteld. De regenten vonden het allang best zonder stadhouder die hen op de vingers keek. Een stadhouderloos tijdperk brak aan. De jeugd van Willem III werd voor een groot deel bepaald door de machtsstrijd om het voogdijschap. Zijn Engels georiënteerde moederen zijn grootmoeder Amalia van Solms —een Duitse die zich goed aan Holland had "aangepast" - konden het daarover niet erg eens worden.[> In zijn eerste levensjaren was de kleine prins zich niet bewust van de onenigheid tussen de twee vrouwen en speelde hij, gestoken in een oranje zijden pakje, met zijn blokken. Maar zo simpel bleef zijn leventje niet.

Kind van staat
In 1661, hij was toen 10 jaar, overieed zijn moeder. Zijn oom Karel II, die zich tot die tijd nog wel eens met de opvoeding van de jonge Willem wilde bezig houden, voelde na het overlijden van zijn zus Mary de band met haar kind verslappen en keek weinig meer naar Willem om. Na flink wat "touwtrekken" werd Willem III op zijn vijftiende jaar kind van staat. De staat zou zijn opvoeding ter hand nemen. Met name Johan de Witt voelde zich voor de eenzame prins verantwoordelijk. Blijkbaar gingen er heel wat brieven over de prinselijke opvoeding van en naar De Witt, want de fluwelen brieventas van Johan was van behoorlijke afmetingen. Hoewel de staat de invloed van de jonge prins liefst tot een minimum beperkt zag, was Willem bij het volk heel populair. Dat hij niet met zich liet sollen bewijst het feit dat hij zichzelf op achttienjarige leeftijd volwassen verklaarde. Wettelijk lag daarover toen niets vast, zodat Willem zelf maar een besluit nam. Kennelijk ging de staat daarmee akkoord. Ook aan het officiële stuk dat verklaart dat de prins lid wordt van de "Staten Generael der Vereenichde Nederlanden" prijkt een enorm zegel, dat de statelijke goedkeuring ervan tot uiting moet brengen. In het rampjaar —1672, Holland werd bedreigd door Keulen, Munster, Frankrijk en Engeland— werd vanuit het volk de roep om een Oranje steeds duidelijker gehoord. Willem was toen 21 jaar. In de zomer van dat jaar werd hij stadhouder. Wellicht stamt de brief van oom Karel II uit die tijd:,, I write this letter to congratulate your good successe in your businesse" (Ik schrijf deze brief om je te feliciteren met het succes in je werk).

Nicht Mary
Zo langzamerhand vond Willem het tijd worden om naar een vrouw uit te zien. Hij liet zijn oog vallen op de dochter van Jacobus II van Engeland, zijn nicht Mary Stuartll, toen vijftien jaar. Rijkelijk jong, maar Willems moeder, Mary I, was negen toen ze trouwde met Willems vader. Mary's leeftijd kon dus geen bezwaar zijn. Willems vader was vijftien toen hij zijn kind-bruid huwde; Willem III had echter de leeftijd van 27 jaar reeds bereikt. Begrijpelijk dat de tiener Mary II het huwelijk niet zo zag zitten. Maar de Engelse ambassadeur in Den Haag, Wilüam Temple, was bereid als bemiddelaar op te treden. De reden voor het huwelijk was aanvankelijk niet zozeer wederzijdse liefde. Politieke en godsdienstige motieven waren er daarentegen des te meer. Mary's oom Karel II voerde namelijk in Engeland het bewind. Hoewel hij op papier tot de Anglicaanse kerk behoorde, sympathiseerde hij met de rooms-katholieken. Hij had geen kinderen en na zijn dood zou zijn broer Jacobus II, een felle katholiek, aan de macht komen. Daar zaten de anglicanen helemaal niet op te wachten. Als de protestantse Mary met Willem trouwde. zou ze heel wat sterker staan in de strijd om de Engelse troon. Mary was aanvankelijk op z'n zachtst gezegd bedroefd dat ze met Willem moest trouwen. Hij kan dan ook bepaald niet aantrekkelijk worden genoemd. Bovendien was hij astmatisch, waardoor hij nogal ineengedrongen liep. Boze tongen beweren dat hij gebocheld was. Mary was een rijzige jongedame; Willem was juist klein van stuk en droeg dientengevolge meestal schoenen met hoge hakken. Ondanks haar weerzin in het begin raakte Mary op den duur toch aan hem gehecht. Dat was wederzijds, en wat op 14 november 1677 als een verstandshuwelijk werd gesloten, groeide tot een vrij gelukkige verbintenis. Een domper op het geluk was dat Mary diverse miskramen had en Willem III geen nakroost schonk.

Huwelijkscadeau
Willem gaf Mary ter gelegenheid van hun huwelijk een ring cadeau. Dat ze het cadeau zeer op prijs stelde, blijkt wel uit wat ze er later over schreef;, ,This Ruby so set was given me by the Prince three days after we wear Married, which being the first thing he gave me, I have ever had a particular esteem for it. When I was to be crowned I had it made big enough for that finger for that ocation (tenslotte trouwde ze op haar vijftiende en werd ze gekroond toen ze eenjaar of 27 was), but by Mistake twas put on the King's finger & I had that put on Mine was designed for him, but we changed & I have worn it ever since till last the 17/7 of November the stone drop out at diner." (Deze robijn werd me gegeven door de prins, drie dagen nadat we getrouwd waren. Omdat het het eerste was dat hij me gaf heb ik er altijd een speciale waarde aan gehecht. Toen ik gekroond zou worden liet ik hem groot genoeg maken voor mijn vinger voor die gelegenheid, maar per ongeluk werd de ring aan de vinger van de koning geschoven en degene die voor hem was bedoeld aan de mijne. Maar we wisselden en ik heb hem sindsdien altijd gedragen, totdat op 17 november, tijdens het avondeten, de steen eruit viel.) Paleis Honselaersdijk, waar Willem III in zijn jeugd al veel verbleef, werd de echtelijke woning van het paar. Toch voelden ze er wel voor iets nieuws te laten bouwen. Maar dat moest dan in de buurt van het Oude Loo komen, waar Willem graag verbleef in verband met zijn passie voorjagen. Mary kon zich daar ook wel in vinden. Het stel nam een architect in de arm en legde hem de plannen voor. De architect begreep wat de bedoeling was en begon bouwtekeningen te maken. Mary en Willem leefden zich er helemaal op uit en ovedegden intensief met architect Jacob Roman en met Daniël Marot, een hugenoot die de aankleding voor het huis en de ontwerpen voor de tuindecoratie verzorgde. In 1685 werd een begin gemaakt met de bouw. Regelmatig namen Willem en Mary een kijkje. Zouden de bouwers het hoogste punt al bereikt hebben? Hoe ver zou de keuken zijn? Zouden de tegels al op de vloer liggen? De stadhouder en zijn vrouw hadden echter nog andere zaken aan hun hoofd dan de bouw van een"nesfle".

Pro religione
Het huwelijk tussen de Engelse Mary en de Hollandse stadhouder kon namelijk niet voorkomen, dat na het overlijden van Karel II in 1685 toch zijn broer, de katholieke Jacobus, koning van Engeland, Schotland en Ierland werd. Alle antikatholieke maatregelen die in Engeland waren uitgevaardigd deed Jacobus II teniet. De controverse liep zo hoog op dat vooraanstaande Engelse edelen een beroep op Willem III deden naar Engeland over te komen. Bovendien kreeg Jacobus, tot dan toe kinderloos, een zoon. Hij had dus nu een opvolger. Willem bevond zich zo wel in een lastige situatie. Op een bondgenootschap tussen het roomse Frankrijk en Engeland zat hij bepaald niet te wachten, maar Jacobus II was ondertussen wèl zijn schoonvader. Niettemin besloot hij de overtocht voor te bereiden. Dat was een gigantische operatie. Overigens werden niet alleen wapens en proviand meegenomen: onder het materiaal dat werd meegevoerd, bevonden zich ook een drukpers en een geldpers. De eerste was nodig om propagandamateriaal, de tweede om "oorlogsgeld" te kunnen drukken. Op de tentoonstelling in de Nieuwe Kerk te Amsterdam zijn tevens twee paar schoenen te zien, 300 jaar oud, die meevoeren op de vloot. Aan wiens voeten is niet bekend. Na vier maanden voorbereiding waagde Willem in oktober 1688 een poging de Noordzee over te steken; die mislukte. Enige tijd later, op 11 november 1688, voer de 635 schepen tellende vloot opnieuw de haven van Hellevoetsluis uit. Mary beklom de 317 treden van de torentrap van de Sint-Catharijnekerk in Den Briel om haar echtgenoot zo lang mogelijk te kunnen nakijken. Wellicht herkende ze het schip waarop haar man voer aan de speciale vlag met het devies: "pro religione et prolibertate" (voorde godsdienst en voor de vrijheid). In de Brielse Sint-Catharijnekerk was aan de vooravond van het vertrek een bidstond gehouden, op last van de Staten-Generaal. Tevens hadden Willem en Mary daar afscheid van elkaar genomen, waarbij Willem zijn echtgenote op het hart drukte om, mocht hij de strijd niet overleven, opnieuw te trouwen. Maar niet met een roomse man.

Protestantse wind
Ditmaal slaagde de grote oversteek: vier dagen later landde het hele spul te Torbay. In totaal 14.352 mensen had Willem in zijn gevolg meegevoerd. "The glorious revolution" was een feit. Dat de overtocht slaagde, was mede te danken aan de gunstige wind: uit het oosten. Jacobus, die Willem tegemoet wilde varen, schoot geen steek op en kon dan ook niets beginnen. De oostenwind werd de "protestantse wind" genoemd. Dichterlijke geesten in Willems vaderland werden geïnspireerd door het grootse gebeuren en stelden eindeloze rijmen op " op de blij de Uy ttogt''. P. van Hemert vuurde zijn landgenoten als volgt aan: ,, Juygt Holland/ j uygt/ de Wind waeyt uyt den Oosten/ Nu wil ons God eerst in ons droefheyt troosten". Nog vele regels volgden, in dezelfde stijl. In december bereikte Willems leger Londen. Jacobus achtte het toen raadzaam te vluchten en week uit naar Frankrijk. Juichend stonden de mensen aan de kant van de weg, toen Willem langskwam. Maar een triomftocht door Londen zag hij niet zo zitten, al dat rumoer stond hem tegen. Liever schreef hij een brief aan zijn geliefde vrouw, om haar op de hoogte te stellen van de geslaagde tocht.

Kroning
Nu Willem veilig in Engeland zat, reisde ook Mary naar haar vaderland, wellicht met enig leed in het hart om het mooie paleis Het Loo. Het was nog niet helemaal af, maar begon al aardig te lijken. In Engeland vroegen andere dingen haar aandacht. Ze zou tot koningin worden gekroond. Haar man stond dat maar matig aan, want hij wenste geen genoegen te nemen met een tweederangs plaats naast Her Majesty the Queen. Dus werd besloten dat Willem koning en Mary koningin zou worden. Op 11 april 1689 brak het grote moment in de Westminster Abbey aan. Dat ging met veel uiterlijk vertoon gepaard, hoewel Willem daar wars van was. Van die,,zotte, oude paapsche ceremoniën" moest hij niet veel hebben. Maar de machtige roep,,God save King William and Queen Mary!" zal hem toch wel wat gedaan hebben. Het torsen van de kroon (die van Willem woog ruim vier kilo) was overigens geen onverdeeld genoegen. Al was die voor Mary iets lichter, beiden waren toch blij toen ze het loodzware ding konden afzetten. Natuurlijk waren er mensen die uit de kroning een financiële slag sloegen; ook toen al werden er herinneringsborden en dergelijke gemaakt Het enige verschil met de hedendaagse borden en andere herinneringsstukken is, dat nu de afbeelding van de personen gelijkenis vertoont met degene die is afgebeeld. Willem III schijnt niet bepaald knap te zijn geweest, maar de tekening op het bord lijkt nergens naar. Foeilelijk, om wat duidelijker te zijn.

Predicaecie
Dat het het koninklijke paar niet louter erom te doen was de kroon van Engeland op het hoofd te krijgen, maar dat juist godsdienstige motieven hierbij een belangrijke rol speelden, blijkt onder andere uit het feit dat ter gelegenheid van de kroning een preek werd gehouden. Het titelblad van de vergeelde "predicaecie gedaan op de Krooninge van Willem 10 en Mary II, gedrukt in 't Engelsch door uytdrukkelijk bevel van hunne Majesteyten'' ligt in de Nieuwe Kerk in Amsterdam te kijk. Eenjaar na de kroning poogde Mary's vader, met Franse steun, via Ierland zijn rijk te heroveren. Bij de rivier de Boyne leed hij een verpletterende nederlaag. Ene Godard van Reede, heer van Amerongen en Ginkel, gedroeg zich in de strijd opmerkelijk dapper. Na de verovering van Athlone (in West-Ieriand) op Jacobus II gaf Mary hem een ring met roosdiamant, met een briefje erbij: ,,Ik verzeker u Mijnheer, dat ik nooit zal vergeten wat u hebt gedaan". Haar man verleende Van Reede de titel Graaf van Athlone. De geschiedenis vermeldt niet welk geschenk Godard meer op prijs stelde, de ring of de titel. De diamanten ring is het enige in Nederland bewaard gebleven juweel van Mary.

Sombere slaapkamer
Hoewel ze natuurlijk hun verplichtingen in Engeland hadden, vertoefden Willem en Mary ook regelmatig aan de andere zijde van de Noordzee; per slot was Willem ook nog zoiets als stadhouder van de Nederlanden. Bovendien was een verblijf op de Veluwe goed voor zijn astma. Bijkomend voordeel was dat ze hun paleis in aanbouw konden zien groeien. Rond de tijd van hun kroning was de eerste bouwfase gereed gekomen, maar nu moest het paleis worden aangepast aan de nieuwe status van de bewoners, koning en koningin van Engeland. Ze verheugden zich al op het moment dat het helemaal klaar zou zijn en ze tijdens hun verblijf in Holland in hun naar eigen wens ontworpen paleis konden wonen. Binnenshuis was je weliswaar gebonden aan de toen heersende tradities en stijlen. Een lichte, witte keuken met afzuigkap en driesterren-koelkast en een ligbad met thermostatische mengkraan behoorden natuurlijk tot de onmogelijkheden, maar ook bij de inrichting van je slaapkamer kon je niet alles doen en laten wat je wilde, al kon je je dat financieel gezien veroorloven. Mary's slaapvertrek op paleis Het Loo ziet er bij voorbeeld vrij somber uit. Dat is meteen zo'n beetje de enige overeenkomst die meubelen en bekleding in de kamer hebben. Het drukke motief en de kleur van de gordijnen die om het bed hangen zijn heel anders dan die van de wandbekleding, terwijl ook stoelen en tapijten uitsluitend in het interieur lijken te passen vanwege hun donkere tint. Maar wie weet droomde de 17e-eeuwse koningin wel helemaal niet van diagonaal gestreepte, bij de dekbedhoes passende gordijnen, en vloerbedekking waarvan de kleur in het behangetje terugkomt.

 Kapstel
Het bed dat de bezoekers van Mary's slaapkamer wordt getoond, is authentiek 17e-eeuws. De restauratie ervan —compleet met hemel en gordijnen— is door nonnen verzorgd, al kun je met evenveel recht van monnikenwerk spreken. Hoewel Mary niet in alles haar diepste wensen kon laten vervullen, genoot ze anderzijds als koningin van gemakken die heden ten dage zelfs voor Hare Majesteit misschien niet zijn weggelegd, laat staan voor de gewone burger. Een 23delig (!) verguld zilveren kapstel met wapen en monogram —toiletservies is in dit geval een betere benaming— is tenminste niet standaard op de wastafel in de Hollandse rijfleswoning. Koningin Mary kreeg het bij haar huwelijk. Overigens zou ik niet weten waarvoor ik de 23 onderdelen allemaal zou moeten gebruiken. Het koninginneslaapvertrck is uitgerust met de nodige spiegels, bijna aan elke wand een. Wellicht niet zozeer bedoeld om Mary's ijdelheid te strelen, maar om het licht in de somber aandoende kamer te weerkaatsen.

Oranje en blauw
De kamer waar Willem III zich ter ruste begaf heeft een heel wat fleuriger uitstraling. Dat komt niet door een vrolijk katoentje aan de bedhemel of een pastelkleurige lakenset. Integendeel, bed en gordijnen zijn uitgevoerd in blauw, nassaublauw wel te verstaan. De wanden van het vertrek zijn echter van onder tot boven bespannen met fel oranje stof. Op de vier hoeken van de bedhemel staan pompeuze oranje pluimen. Toegegeven, het zijn de koninklijke kleuren en in zekere zin is de aankleding dus stijlvol te noemen, maar het doet wel pijn aan je ogen. Je mag aannemen dat Willem zodra hij in bed lag de gordijnen eromheen stijf dichttrok. Zowel Willem als Mary had bij de slaapkamer een kabinet, een kleine ruimte waar ze hun brieven schreven en zich konden afzonderen, eventueel met een hartsvriend(in). Hoewel de slaapkamers beslist royale afmetingen hebben, leek het Willem en zijn vrouw wel aardig er kleedruimtes naast te situeren. Die zijn zo mogelijk nog groter dan de slaapzaal en dienden alleen > voor de aan- en afvoer van jurken, lampetkannen en dergelijke. Nu had de kleding in die tijd wat meer om het lijf dan nu, maar zo'n ruimte van het formaat doorzonkamer lijkt toch wat overdreven.

Konings- en koninginnetuin
De koninklijke slaapvertrekken bevatten een charmant detail, dat de oppervlakkige toeschouwer ontgaat. Achter elk van de bedden is een kleine deur, die toegang geeft tot een en hetzelfde gangetje. Dat gangetje verbindt de slaapvertrekken van het koninklijke paar. Het uitzicht vanuit de beide vorstelijke slaapkamers is hetzelfde: je kijkt uit op de paleistuinen. Toch is er verschil. Als Willems gedeelte, de koningstuin, in bloei staat, zie je overwegend blauwe en oranje bloemen. De koninginnetuin daarentegen is beplant met verfijnde, pastelkleurige flora: lila, rosé, wit. Oranjebomen zorgen hier voor de "koninklijke noot". Langs de muren van beide tuinen staan vruchtbomen: 1 Teen 18e-eeuwse varianten of soorten appel, peer, perzik, amandel, moerbei, kers, pruim, enz.

Delfts blauw
Mary had een speciale voorliefde voor Delfts blauw. Dat is in paleis Het Loo goed te merken. In de kamers die in Willem-enMary-stijl zijn ingericht, staat altijd wel een Delfts blauwe vaas of pot, meestal meer. Mary "winkelde" het liefst bij plateelbakkerij De Griekse A en had al voor haar overtocht naar Engeland bijzondere stukken Delfts blauw aardewerk in haar bezit. Ze had haar collectie opgesteld in de kelder; na haar kroning richtte ze in Engeland in Hampton Court eveneens een dergelijke kelder en een porseleinkabinet in, met voorwerpen die ook vervaardigd waren op haar "vaste adres". De koningin was van plan als haar paleis klaar was één kamer volledig te benutten voor haar lievelingsspullen. In kasten met glazen deuren zou ze daar al haar Delfts blauwe aardewerk opstellen. Spiegels aan het plafond moesten de pronkvoorwerpen weerkaatsen. Mary zag het al helemaal voor zich. Zover is het in werkelijkheid nooit gekomen, want nog voor het huis helemaal gereed was overleed ze. De stadhouder-koning maakte van de kamer met kasten langs de wand een bibliotheek: hij zette zijn boeken achter de glazen deuren. De talloze somber gekleurde banden zijn op het plafond opnieuw te zien, in plaats van de Delfts blauwe weerspiegeling.

Portrettengalerij
In de eetkamer van het echtpaar staat behalve het meubilair datje in een dergelijke ruimte mag verwachten, een stel pilaren. Enig praktisch doel lijken ze niet te hebben, of het moet zijn dat de bedienden zich erachter verscholen om ongezien de tafel huns heren te bespieden en gesprekken af te luisteren. Maar uit dat oogpunt zal het koninklijke paar de pilaren niet hebben laten plaatsen. In het vertrek is in ieder geval ruimte genoeg om borden en schalen aan en af te voeren zonder daarbij de kapsels van de aanzittenden hopeloos in de war te maken. Dat was vooral in die tijd van indrukwekkende pruikenbouwsels op je hoofd, bijna een ramp. Toen onlangs de Britse koningin, Elisabeth II, en haar man ons land bezochten in het kader van de " Willemen-Mary-herdenking'', dineerden ze met ons koninklijk paar in deze eetzaal. Vorst Willem had natuurlijk een grote audiëntiezaal, waar hij personen ontving die hem wensten te spreken. Anno 1988 wordt die zaal wel eens gebruikt voor een concertuitvoering. Naar goed gebruik reserveerden Willem III en zijn eega in hun paleis ook ruimte voor de portretten die ze bezaten. Willem verzamelde schilderijen. Een breed uitgevallen gang doet dienst als portrettengalerij en biedt de gelegenheid om oog in oog met de voorvaderen te mediteren. Willem en Mary zelf hangen links en rechts van de haard. Dat Mary Engelse is, komt onder andere tot uiting in de naast de haard geplaatste "poppen", die haar schoonouders op jeugdige leeftijd (negen en vijftien jaar) voorstellen. Eigenlijk zijn het geen poppen, het zijn eerder geschilderde figuren zonder achtergrond. Reliëfhebben ze niet. In Engeland vulde men zijn huis wel vaker met dergelijke poppen, "silent companions" genaamd. Een medewerkster van Het Loo vermoedt dat de poppen als haardscherm dienst deden. Je schoonouders de opspattende vonken laten opvangen lijkt echter wat onvriendelijk. Mary werd geboren toen haar schoonouders al waren overieden, dus van een slechte verhouding met hen kan moeilijk sprake zijn geweest.

Schelpengrot
Tegen een trapje meer of minder zagen koning en koningin niet op bij het ont werpen van hun paleis. Je mag natuurlijk niet verwachten dat ze in die tijd liften aanbrachten, maar of al die treden echt noodzakelijk zijn... De astmatische Willem zou best een lift hebben kunnen gebruiken. Het paleis wemelt van trappen en trapjes, smal of breed, steil of juist helemaal niet. Dat laatste lijkt heel gemakkelijk, maar het tegengestelde is waar. Als de loper op zo' n trap bovendien nog schuift, vraag je je af hoe al die generaties Oranje het paleis hebben kunnen bewonen zonder dagelijks botbreuken op te lopen. Maar misschien kozen ze de leuning wel. Eén trap kregen personeelsleden noch gasten ooit te zien. Dat is de trap die vanuit Mary's kabinetje naar de schelpengrot voert. Die schelpengrot had de koningin dan ook enkel en alleen voor zichzelf bestemd. Het is een ruimte in een hoekje van de kelder, te bereiken vanuit de tuin en via de verborgen trap. De wanden van de grot zijn in een fraai patroon "beplakt" met talloze schelpen uit de collectie van de koningin, terwijl ook blauwe steentjes (voor kenners: lapis lazuli) zijn verwerkt. Boomwortels, gefossiliseerd riet en ruwe stenen zijn eveneens gebruikt om een "grot" te scheppen. De vloer is geplaveid met witte en zwarte mozaïeksteentjes. Mary besliste dat er een volière in haar grot moest komen, waarin de exotische vogels die voor haar werden meegebracht een onderkomen zouden vinden. Mogelijk was Mary van plan in de grot de bloe men te schikken die ze uit de tuin plukte. Ze is er nooit aan toegekomen. In 1977, tijdens de restauratie van paleis Het Loo, ontdekten werklieden in de koninginnetuin, bij de noordwesthoek van het paleis, de vloer en een gedeelte van de wanden van de grot. De grot moet rond 1806 voor het grootste gedeelte zijn afgebroken op last van Lodewijk Napoleon, die Het Loo betrok en paleis en tuin ingrijpend veranderde. Aan de hand van een beschrijving uit 1699 door de Engelse lijfarts Walter Harris, op verzoek van koningin Mary gemaakt, kon men zich een beeld vormen van de grot, die zo veel mogelijk in oude staat is hersteld.

Tuinarchitectuur
Willem III en zijn gemalin legden een grote belangstelling voor tuinarchitectuur en het verzamelen van bijzondere plantesoorten aan de dag. Als het over tuincultuurgaat, wordt meestal gewezen op het belang van Engeland in dezen, maar het is eerder zo dat, mede door de stadhouder-koning en zijn vrouw, het Hollandse tuinontwerp invloed heeft gehad op dat aan de overzijde van de Noordzee. Ook in Engeland liet het koninklijke paar tuinen aanleggen en uitbreiden (Hampton Court, Kensington Palace). Het heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan het ontstaan van de specifieke tuincultuurin Nederiand en Engeland. Wat er zoal aan bloemen en planten in de paleistuinen stond, beschrijft de reeds genoemde lijfarts Harris;,,Piramiden van jeneverbesstruiken en palm, struiken heemst in allerlei kleuren, vermoedelijk hibiscus syriacus of lavatera olbia, voorts tulpen, hyacinthen, ranonkels, anemonen, aurikels, narcissen, dubbele papavers in alle kleuren, muurbloemen, riddersporen, zonnebloemen, Oostindische kers, stokrozen en goudsbloemen." Kortom: een tuin met een gevarieerde beplanting. Ook in 'groen' opzicht verloochende Mary haar liefde voor Delfts blauw niet. Haar belangstelling voor bijzondere bloemen en planten leidde tot de ontwikkeling van uitzonderlijke, zogenaamde tulpenvazen, stapelvazen en bloempotten in Delfts blauw aardewerk. Het is dus niet overdreven te zeggen dat Willem en Mary invloed hebben gehad op de ontwikkeling van het in deze periode in Delft vervaardigde aardewerk.

Serviesgoed
Gouden en zilveren voorwerpen die Willem III en zijn vrouw gebruikten, zijn vrijwel geen van alle bewaard gebleven, althans voor zover bekend. Dat vindt zijn oorzaak in het feit dat men de serviezen vrijwel altijd van monogrammen voorzag. Op de verguld zilveren borden van Willem en Mary stonden een kunstige W en M dooreen gevlochten. De familieleden op wie het serviesgoed overging droegen vaak wel de naam Willem, maar de kans dat hun bruidjes naar de naam Mary, Maria of Marijke luisterden was natuuriijk uiterst gering. En de Louises, Anna's, Henriëttes of Elisabeths vonden het niet leuk om altijd tegen die de M omstrengelende W aan te kijken. Alsof je man je ontrouw was. Dus lieten ze de gouden of zilveren voorwerpen omsmelten, zodat hun eigen initialen erin gegraveerd konden worden. Dat was aanzienlijk goedkoper dan nieuw bestellen. Bij de volgende generatie herhaalde zich dit smeltspel. Slechts één bord is voor het omsmeltingsproces bewaard gebleven. Dit unieke, verguld zilveren exemplaar uit het privé servies van Willem III en Mary, met driemaal het gekroonde monogram, tikte Rijksmuseum paleis Het Loo onlangs op de kop.

Molshoop
De plichten die Willem en zijn echtgenote hadden als koning en koningin van Engeland, Schotland en Ierland namen toch meer van hun tijd in beslag dan ze mogelijk vermoed hadden. Toen Het Loo in 1692 in al zijn glorie kant en klaar stond te wachten op zijn bewoners, zagen koning en koningin geen kans even naar Holland over te wippen. Op 8 januari 1695 overleed Mary, 32 jaar oud, aan verwaarioosde pokken. Haar gemaal was totaal overstuur. Hij had het nichtje dat hij in 1677 bepaald niet uit genegenheid had getrouwd lief gekregen. De ring die hij haar bij hun huwelijk schonk droeg hij voortaan aan een zijden lint om zijn hals, samen met een klein medaillon waarin zich een haarlok van wijlen zijn echtgenote bevond. Alleen liep hij later door de brede gangen en grote kamers van het fraaie paleis in Holland. Alles daar herinnerde hem aan zijn Mary. Enkele jaren later maakte hij eens een rit te paard door de paleistuin van Hampton Court. Plotseling struikelde zijn paard over een molshoop, waardoor Willem eraf viel. Hij brak zijn rechtersleutelbeen en moest te bed blijven. Om hem bij de verzorging niet te veel pijn te doen, werd een speciaal nachthemd voor hem vervaardigd. De rechtermouw had geen naad, maar was open en werd met strikjes gesloten. Dat hemd kan men op de tentoonstelling in de Nieuwe Kerk bekijken. Het wordt er getoond als het hemd waarin Willem is gestorven: het is achter twee zwarte gordijntjes verborgen. De verzorging van de koning-stadhouder was kennelijk toch niet optimaal. Willem kreeg vreemde zwellingen in zijn rechterhand en benen. Kort daarna viel hij voor het open raam in slaap en vatte kou. De hoest van de astmapatiënt scheurde door het paleis. Tot die op 19 maart 1702 voor altijd verstomde.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 3 augustus 1988

Terdege | 64 Pagina's

Zo leefden Willem & Mary, het paar van de Glorious Revolution

Bekijk de hele uitgave van woensdag 3 augustus 1988

Terdege | 64 Pagina's