Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het nakomertje, 'n kind met (te) veel opvoeders

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het nakomertje, 'n kind met (te) veel opvoeders

9 minuten leestijd

<br />

Jan en Hans zijn al tien en acht jaar, als tot onze grote vreugde Annemarie geboren wordt. Zij is een nakomertje - ,,het kind dat vele jaren na de geboorte van het voorlaatste kind ter wereld komt". Zij is niet alleen de baby van vader en moeder, zij is evenzeer de baby van de grote broers. In het opgroeien blijven Jan en Hans zich graag bemoeien met het wel en wee van Annemarie. Ze "weten" heel precies hoe hun zusje zich gedragen moet en wat er verkeerd gaat in de opvoeding. ,, Annemarie, zit eens stil, eet door, niet van je stoel aflopen..."; de vermaningen zijn niet van de lucht, tot we er een stokje voorsteken. Soms blijft het niet alleen bij vermaningen; dan komen de dreigementen: ,, Als je niet ophoudt met gillen, ga je naar bed!" of, ,Ruim je speelgoed op, anders mag je niet mee!" Annemarie heeft echter in haar leventje van 3 V2 jaar allang geleerd, dat het toch maar bij deze dreigementen blijft, dus... De standjes van haar broers waardeert ze duidelijk anders dan die van vaderen moeder. Zo heeft ons dochterfle haar plaats in ons gezin. Ze heeft een overmaat aan volwassenen en groten in haar omgeving en iedereen bemoeit zich met haar doen en laten....

Veel opvoeders
Het leven van een nakomertje is niet altijd even gemakkelijk. We zagen al dat het kind te maken heeft met veel opvoeders. De relatie met de grote broers en zussen is heel anders dan wanneer het kind maar een paar jaar met de anderen zou schelen. Zussen en broers treden nu als moeders en vaders op en soms is dat wel fijn; er is hulp en troost genoeg voorhanden! Terwijl ik bezig ben met dit artikel hoor ik elders in huis een klaaglijk gehuil. O, Annemarie is met haar voet van de trapper af geschoten en dat bezorgt haar veel pijn. Nadat ik eerste hulp verleend heb, leg ik haar op de bank en... direct is Jan bij haar. Hij troost haar, speelt versjes, sleept speelgoed aan en maakt grapjes. Al gauw gaat het na-snikken over in hartelijk gelach! Vaak is het echter minder prettig om zoveel opvoeders te hebben: er is altijd wel iets op het gedrag aan te merken en er zijn zóveel ogen die het nakomertje volgen! De oudere kinderen laten het kleintje voortdurend zien wat deze (nog) niet kan: ze kleden zich zelf aan, mogen later naar bed, kunnen hun veters strikken, ze fietsen, gaan naar school, terwijl de jongste nog maar pas komt kijken, nog moet leren lopen, zindelijk worden, fietsen, naar schoolgaan... Bijna in iedere functie is een nakomertje de mindere van de anderen en die belevenis werkt door in de vorming van z'n persoonlijkheid. Vaak blijft de jongste een beetje de speelpop van de oudere kinderen. Hij kan heel lang onzelfstandig blijven, omdat de ouderen alles voor hem opknappen. Het verschil tussen allerlei kinderen op de basisschool is heel goed te merken. In de eerste groep kunnen de kinderen die de oudste zijn thuis zich al vaak zelf helpen, terwijl de juf aan de jongsten en de nakomer^es nog heel wat werk heeft om jassen dicht te doen, veters te strikken en om te zorgen dat alles in hun tas zit.

Klein houden
Die geringe zelfstandigheid komt vaak ook, doordat moeder haar jongste zo graag klein houdt. Het kleintje is haar 'hekkesluiter', haar laatste kans om te bemoederen en te verzorgen. Ze weet hoe snel de tijd gaat, hoe vlug deze periode voorbij is en ze wil die graag zo lang mogelijk rekken. Laat dat kind nu nog maar even haar baby zijn! En zo heeft ze de kleinblijvende jongste nodig om aan haar behoeften tegemoet te komen. Ze is het zich echter niet bewust, maar denkt, dat het kind haar zoveel méér nodig heeft, dan de andere kinderen vroeger. Hij is zeker wat langzamer in z'n ontwikkeling! En moeder vindt het eigenlijk prima, dat haar nakomertje zo aanhankelijk is, dat hij naar haar toe rent, zodra het voor zijn gevoel onveilig wordt en dat hij zich verschuilt achter haar rokken. Het kind blijft ook lang moeders schoot waarderen en waagt zich veel minder uit haar gezichtskring, dan andere kinderen van die leeftijd. Dat gebeurt echter niet omdat hij een kind is dat zich van nature wat langzamer ontwikkelt, maar omdat zijn moeder hem in deze richting gedrongen heeft. Gaat het altijd zo? Nee, natuuriijk niet! Net zoals we bij de andere besproken kinderen zagen is er een veelheid aan mogelijkheden. Er zijn nakomerfles die —omdat iedereen in hun omgeving alles al kan— fantaseren dat dat "zomaar vanzelf gaat". Ze denken dat ze niet hoeven te leren om zich alleriei kundigheden eigen te maken. "Het gaat vanzelf' is de instelling van dit nakomertje en dat zal hem in zijn leven parten kunnen spelen als hij op school terechtkomt. Je kunt immers overgaan zonder je daarvoor in te spannen? Hij blijft ook graag klein, laat alles voor zich doen, wil geholpen O worden en doet eigenlijk lui en dom aan, terwijl hij dat niet is. Zo zal hij ouder worden, volwassen worden, maar ook dan zich vlug onder de hoede van anderen willen stellen. Het zijn goede rechterhanden in zaken en bedrijven!

Dwars
Een andere groep nakomertjes is eigenlijk van jongs af aan al dwars. Zij accepteren geen hulp, willen zélf hun zaakjes oplossen. Vaak is er ruzie, omdat ze juist anders doen, dan ze aangeraden werd. 't Zijn echte doe-het-zelvers, die liever urenlang in een vreemde stad ronddwalen, dan de weg te moeten vragen. Zelfstandig proberen ze problemen op school en bij het werk op te lossen en dat lukt ook als ze een goede aanleg hebben en als ze de mogelijkheid hadden om terloops allerlei kundigheden van ouderen af te kijken. Zo komen we dus nakomertjes tegen, die de altijd aanwezige hulp van oudere kinderen dankbaar aanvaarden, of die die hulp trots weigeren. Een aantal kinderen zal door de onbewuste fantasie dat "alles vanzelf gaat" het op de middelbare school niet kunnen redden. In de maatschappij zal de één zelfstandig een plaats kunnen bemachtigen, terwijl de ander een steuntje van broer of zus nodig heeft. Deze laatsten blijven afhankelijk van hun ouders, van hun broers en zussen, van hun werkgevers en van hun man of vrouw!

Zelfstandig
In de vorige artikelen kwam herhaaldelijk naar voren dat het van belang is welke plaats een kind inneemt in dekinderrij. Het oudste kind is ook een poosje enig kind, krijgt te maken met concurrentie van het tweede kind en valt als oudste vaak in de rol van plaatsvervangend vader of moeder. Op jonge leeftijd krijgt dit kind meer verantwoordelijkheid te dragen. ,,Jij bent groot, niet huilen", of ,,jij ben al groot, je kan best opje zusje passen." Het oudste kind moet al jong veel dingen zelfstandig doen: zich aankleden, z'n brood snijden, meehelpen, en dergelijke. Het is duidelijk dat de persoonlijkheid van het oudste kind zich anders ontwikkelt dan die van de middelste, de jongste, het enig kind en het nakomertje. Een psychotherapeute die zich had verdiept in de geboortevolgorde en persoonlijkheid, de invloed van de plaats van het kind in het gezin, gebruikt haar kennis om patiënten te kunnen helpen. ,,Alsde mensen voor het eerst bij me komen, vorm ik me aan de hand van hun levensgeschiedenis een beeld van hun vroegste jaren in de schoot van het ouderlijk gezin. Als ik hoor dat ze enig kind waren, of broers en zusjes hadden en hoe hun plaats was binnen de gezinshiërarchie, vraag ik me af onder welke spanningen ze in dit bepaalde gezin hebben moeten leven, en wat ze deden om die spanningen het hoofd te bieden (...). Het is vaak al voldoende om de patiënt alleen te wijzen op de mogelijkheid dat zijn problemen mede uit geboortevolgorde voortkomen, om hem een beter inzicht in zijn verhouding tot zijn omgeving te geven."

Een of twee?
Het is trouwens ook van belang voor het geestelijk groeiproces van het kind of het uit een groot of een klein gezin komt. Tegenwoordig zijn de meeste gezinnen —door het moderne denken- klein. Een tijdlang zag men één of twee kinderen als het ideale. Nu is dat weer enigszins gewijzigd: nadat moeder twee kinderen op jongere leeftijd heeft gekregen, wordt het nakomertje geboren als ze al tegen de veertig loopt. Ze wil nog eenmaal het moederschap in al zijn facetten meemaken, genieten van dit jongste kindje, zichzelf misschien zelfs bewijzen, dat ze nog niet hoort tot de 'oude vrouwen'. Een moderne pedagoge die dit verschijnsel beschreef voegde er echter aan toe: ,,Wie besluit een nakomerfle te nemen, doet er goed aan zich af te vragen of het niet beter is om twéé nakomertjes te nemen. Ze hebben steun aan elkaar, zullen zich minder eenzaam voelen temidden van al die groten en het teveel aan aandacht en liefde kan verdeeld worden overhelde kinderen." Mij overvalt een rilling van afgrijzen als ik zo' n stelling lees. Men krijgt geen kinderen, maar men produceert ze naar eigen keuze in de gewenste hoeveelheid...

Bevoorrecht
De kinderen die in een klein gezin opgroeien worden door pedagogen en psychologen gezien als bevoorrecht boven kinderen uit een groot gezin. Ze kunnen immers veel meer aandacht krijgen, worden meer gestimuleerd om verder te leren; hun ontwikkelingskansen zijn veel hoger en de prestaties zullen dus groter zijn. Dr. R. W. M. Croughs (kinderarts) bekijkt echter de zaak van de andere kant. Hij schrijft: ,, Het lidmaatschap van een verticaal opgebouwde (dat is van jong tot oud), wat grotere gezinsgemeenschap kan voor het kind een voorsprong in diens geestelijke groeiproces betekenen." De groteren helpen de kleinere kinderen en daardoor ontwikkelen zich onzelfzuchtigheid, verantwoordelijkheidsbesef en moederlijk-koesterende gevoelens. De kleintjes kunnen al spelend heel veel leren, maar ouderen (ouders, broers, zussen) zijn in dit stadium nog helemaal onmisbaar om strcutuur aan het spel van het kind te geven.,,Het opgroeien in een groter gezin kan een oefenschool zijn voor de ontwikkeling van onzelfzuchtige, behulpzame en minder op wedijver ingestelde karaktereigenschappen. Zo kan het harmonische grotere gezin voor de kinderen een voorsprong betekenen op de weg naar echte volwassenheid en mogelijk later ouderschap." De prestatie is hierbij minder belangrijk. Uit al het voorgaande blijkt steeds weer, dat de plaats die onze kinderen innemen in het grote of kleine gezin z'n invloed heeft op hun persoonlijkheid, hun karakter, hun geestelijke groei. Hoe belangrijk is toch het gezin, de relatie tussen ouders en kinderen, tussen broers en zussen! Moesten we dat niet veel meer beseffen?

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 31 augustus 1988

Terdege | 64 Pagina's

Het nakomertje, 'n kind met (te) veel opvoeders

Bekijk de hele uitgave van woensdag 31 augustus 1988

Terdege | 64 Pagina's