De veelzijdige praktijk van twee dierenartsen
Van tandsteenverwijdering bij een poedel tot een laserbehandeling bij een paard
Een koe met een abces, melkziekte of leverafwijking, een merrie die niet drachtig wil worden, een stier die behandeld moet worden aan een lelijke wond, maar slechts met grote moeite in bedwang is te houden, jacht op veertien kalveren die ingeënt moeten worden. Het dagelijks werk van een veearts, uitgevoerd in een plunje die duidelijk de riekende sporen van het boerenleven draagt, 's Middags verandert hij in een keurig geklede dierenarts, die een papegaai met een tumor in z'n bek behandelt, een herdershond van zijn teken afhelpt, een konijn dat alles opeet en toch magerder wordt onderzoekt, en een niet meer te genezen hond laat inslapen. Het werk van een dierenarts die grote en kleine huisdieren doet is zeer veelzijdig. De kliniek van de artsen Van Roekei en Van der Veen in Meerkerk onderscheidt zich daarbij nog omdat ze niet alleen poedels, cavia's en katers, maar ook paarden operatief behandelen. Portret van een bijzonder duo met een zeer brede klantenkring. <br />
In de wachtkamer van Dierenkliniek Meerkerk zitten twee heren. Een jonge kerel met een kortharige bouvier en een wat oudere man met een veertien jaar oude hond van onbestemd ras. Beide dieren komen voor een laserbehandeling. De bouvier heeft een botwoekering buiten het gewricht, het straathondje tobt met slijtageklachten. Terwijl zijn grote soortgenoot met de staart tussen de benen naar de behandelkamer afdruipt, scharrelt het kleintje wat rond in de wachtkamer.,, We zitten meer voor hem bij de dierenarts dan voor onszelf bij de dokter'', zegt de man. Zijn stem mist de wrange toon die je bij een dergelijke constatering zou verwachten. Zijn troetelkind heeft m'n schoen ontdekt, snuffelt aan m'n broekspijp en probeert tegen m'n been te gaan staan.,,Niet doen Sloeber", roept de man. Als het dier niet reageert, voegt hij er verontschuldigend aan toe:, ,Hij is stokdoof. En als we hem geen spierversterkende middelen geven laat-ie alles in de kamer lopen. Niet dat wij dat zo erg vinden, maar't is voor' m zelf zo vervelend.''
Specialisering
De kliniek wordt gerund door de dierenartsen drs. S. H. van Roekei en drs. R. van der Veen. De laatste vestigde zich in' 73 in Meerkerk. Vier jaar later voegde zijn compagnon zich bij hem. Het arbeidsterrein van de beide artsen beslaat de dorpen Meerkerk, Leerbroek, Nieuwland, Ameide, Lexmond, Noordeloos, Hoornaar en Hoogblokland. Niet alleen in de humane, maar ook in de veterinaire geneeskunde is in toenemende mate sprake van specialisering. Zo zijn er al gespecialiseerde longartsen voor dieren. Van Roekei en Van der Veen behoren nog tot de garde die alle facetten van het ambacht uitoefent. Alleen dieren met ingewikkelde fracturen worden doorgestuurd naar Utrecht. Alle andere afwijkingen behandelen ze zelf, ongeacht of het om een cavia of een paard gaat.
Kliniek
Tien jaar geleden kocht Van der Veen de boerderij tegenover de monumentale scheepjesbrug. Het voorste gedeelte van de hofstede dient nu als woning. Het achterste deel is omgebouwd tot een moderne kliniek voor kleine huisdieren. Aan de wachtkamer grenzen een spreekkamer, een operatiekamer en een apotheek. Achter de apotheek ligt de intensive-care en verzorgingsruimte. De operatiekamer is voorzien van ECG- en beademingsapparatuur. Los van het gebouw ligt de kliniek voor grote huisdieren, die gebruikt wordt voor operaties van paarden. De dieren worden eerst onder narcose gebracht en vervolgens met behulp van een ijzeren juk opgetakeld en op de operatietafel gelegd. In een kamertje naast de operatiezaal staat een verrijdbaar röntgenapparaat. De verzorging van de rossen is in handen van de 74-jarige stalknecht Peet van Zessen, een gepensioneerde boer met een zwak voor paarden.
Laserbehandeling
Meteen opgelucht gezicht komt de bouvier uit de behandelkamer gestapt. Sloeber is aan de beurt. Emotieloos laat hij zich door zijn baas op de behandeltafel tillen. Van Roekei richt het laserkanon op de te behandelen plaats. Om oogbeschadiging te voorkomen zetten beide heren een beschermingsbril op. Sloeber heeft genoeg haar voor de ogen om de straling af te wenden. De laserbehandeling is een specialiteit van de Meerkerkse dierenartsen. Vooral bij botafwijkingen en slijtage van het skelet werpt de therapie goede vruchten af.,,Niemand weet exact hoe het werkt'', verklaart Van Roekei, ,,maar een feit is dat het dier na behandeling veel minder pijn heeft." Vier minuten later is de behandeling achter de rug. Gewillig stiefelt de hond achter zijn baas aan. Nog geen twee weken geleden zakte hij om de haverklap door zijn poten. Nu kan hij weer redelijk lopen, al is duidelijk dat van een grijsaard geen capriolen verwacht kunnen worden.
Werkverdeling
Elke morgen zijn de dierenartsen om half negen present bij de dierenkliniek. Als de laserbehandelingen achter de rug zijn, gaan ze de boer op. Het merendeel van de veehouders wordt uitsluitend bezocht als er problemen zijn. Een klein aantal krijgt op vaste tijden bedrijfsbegeleiding. De dierenartsen hebben de werkzaamheden exact gelijk verdeeld. Om de beurt hebben ze een week dienst. De dienstdoende man verdeelt 's morgens aan de hand van het afsprakenboek het werk, doet het spreekuur en is 's avonds en 's nachts oproepbaar. De collega voert tijdens het spreekuur operaties uit. Alleen het maandagmiddagspreekuur wordt in verband met de drukte daarvan door beide artsen gedaan. De telefoonlijn van de dierenkliniek wordt permanent bemand door één van de echtgenotes. Die assisteren hun mannen ook bij het spreekuur en verzorgen de administatie van het bedrijf.
Verschillende typen
De dierenartsen zijn totaal verschillende typen. Van Roekei is een joviale boerenzoon uit Ede, 37 jaar oud, gehuwd met Heidi. Vader van vier kinderen. Een sportieve figuur die het liefst in een verschoten spijkerbroek de boer op gaat. Met een zwak voor stoere auto's. Voor zijn werk heeft hij een Toyota Landcruiser aangeschaft, uitgerust met cd-speler, digitale meetapparatuur voor buiten- en binnentemperatuur, automatische bediening van de ramen, autotelefoon en meer van dergelijke snuisterijen. Een deel van zijn vrije tijd besteedt hij aan zijn grote hobby: wielrennen. Verschillende boeren noemen hem gewoon Steven. Van der Veen is een bezadigde Fries, 44 jaar oud, gehuwd met Hennie. Vader van drie kinderen. Op zijn tiende jaar wist hij al dat hij veearts zou worden. Na elk verblijf in een stal spoelt hij grondig zijn laarzen af, want hij heeft een hekel aan stront. Hoewel hij tegen geen enkele diersoort een antipathie heeft, hebben paarden duidelijk zijn voorkeur. Hij rijdt een gedistingeerde, lichtgroene Volvo 740 GLE. In de vakantie geniet hij met volle teugen van zijn zeewaardig zeiljacht. Hij staat op zeer goede voet met zijn cliënten, maar ze zullen het niet in hun hoofd halen om hem aan te spreken met Rienk.
Paard
Nadat Van Roekei het werk heeft verdeeld, gaan de dierenartsen uiteen. Het enige paard onder de patiënten van vandaag is voor Van der Veen. Steven kent de voorliefde van zijn collega en gunt hem in principe de vierbeners. Het dier is eigendom van paardenhouder Ad Valk, die een leuke woning bezit aan het kanaal van Steenhoek. In de stal ernaast staat het zorgenkind. De merrie is volgens de eigenaar'' keihengstig", maar wil niet drachtig worden. Terwijl Valk het dier in bedwang houdt, laat Van der Veen een in plastic gestoken arm in de endeldarm van het dier verdwijnen, een onderneming waaraan veel van zijn collega's zich niet wagen. Nadat de nog niet uitgeworpen keutels zijn verwijderd, betast hij de inwendige geslachtsorganen. ,,Een mooie slappe baarmoeder", mompelt hij,,,links en rechts gelij k..." De monoloog breekt af als hij met kracht de arm tot de schouder in het paardelijf stoot om de eierstokken goed te kunnen bevoelen. Het slachtoffer bolt de rug en trilt angstaanjagend. De dierenarts staat nagenoeg klem tussen het achterlijfvan het dier en de stalmuur. ,,Nietlaten dekken", concludeert hij. ,,Er zit geen ei." ,, Hoe is het mogelijk", reageert Ad verbaasd. ,,Wanthengstigis-ie zondermeer." Omzijn woorden te bewijzen voert hij van buiten een hengst aan en zet die naast de merrie, die onmiddellijk begint te lonken door haar staart in de lucht te steken. ,, Inderdaad'', zegt Van der Veen.,,Vreemd. Het kan zijn dat de hypofyse vruchtbaarheidshormoon afgeeft. We moeten even afwachten. Over twee weken kom ik terug en dan zien we verder."
Vlaflip
De ronde van Van Roekei voert naar afgelegen oorden als Nieuwland. Op een smalle boerenweg met aan weerskanten water stopt hij om zich te oriënteren. De handgebaren van een boer in een wat verder gelegen weiland bewijzen dat we goed zitten. Óver het gras hobbelen we naar veehandelaar Jan de Jong, die zijn drie patiënten al heeft vastgebonden aan een hek. ,, Goeiendag'', begroet Steven en trekt z'n groene overjas aan. ,,Zeg'tmaar." ,,Deze heb een abces aan de poot'', wijst De Jong. Steven betast de dikke bult bovenaan de rechter achterpoot van de koe en kijkt bedenkelijk. „Hij is nog niet helemaal rijp. Je kunt 'm het best twee weken smeren en dan zien we verder." „Smeren?", reageert de handelaar schamper, „'t Mes erin joh." „Lijkt me niet verstandig", oordeelt Van Roekei. Hij spreekt tot dovemansoren. ,, Die bult zit' r al zo lang. Steekt' r nou maar een gat in, dan zuivert de natuur z'n eigen. Je kan toch niet van me verwachten dat ik twee keer per dag hiernaartoe kom om te smeren." De veearts haalt z' n schouders op., ,Zelf weten dan. Als er narigheid van komt, weetje dat ik je gewaarschuwd heb." Meteen vlijmscherp mesje wordt het abces geïncideerd. ,,Daarkomtdevlaflipheren'', waarschuwt Steven en drukt de bult leeg. Een dikke gele drab, vermengd met sporen bloed, druipt neer op het gras. De koe vertrekt geen spier. ,, Nou maar afwachten'', zegt de veearts en loopt naar de twee andere koeien, die geplaagd worden doordaalderschurft. Met een zalf uit de medicijnkast achterin de Toyota moet de schimmelinfectie binnen afzienbare tijd zijn verdwenen. De handelaar weet genoeg. De veearts scheurt het land weer uit.
Buks
Een kilometer verderop drijft Jan Sterk een ouderwets boerenbedriji^e. Zijn zus, een vrouw van middelbare leeftijd, komt ons al tegemoet met een buks. ,, We hebben last van spreeuwen", stelt ze gerust. En tegen Steven: ,,Jan zit denk ik in de stal. We hebben er een met melkziekte." De zieke koe ligt in een donker stalletje op de grond. Het dier heeft gistermiddag gekalfd. De nageboorte zit nog vast. Door het kalven is de uier vol geschoten met biest. Daarbij is zo veel calcium aan het bloed onttrokken, dat het beest niet meer in de benen kan komen door spierslapte, een gevolg van calciumtekort. Terwijl Sterk de kop van de koe vasthoudt, prikt de veearts een infuusnaald in een halsader van het dier en sluit daarop een plastic fles met een calciumoplossingaan. Met zijn stethoscoop controleert hij de hartslag van de koe. Bij een slechte hartwerking zou toediening van de vloeistof fataal kunnen zijn. ,,Als-ie vanmiddag nog niet staat maar even bellen", spreekt Van Roekei met de boer af. ,, Komt voor mekaar'', belooft Sterk.
Slingerende gang
In de auto jammert de pieper. Ook Floor Kool in Ameide-Sluis zit met een koe met melkziekte, geeft Heidi door. Over de smalle polderwegen gaat het naar de zo mogelijk nog smallere Lekdijk. Floor blijkt een roodbebaarde agrariër te zijn. Door de stal gaat hij ons voor naar het weiland waar de koe staat.,,Gisteren het-ie gekalfd", vertelt hij.,,' k Heb' m naar boiten gedaan, want 't ging goed, maar nou heeft-ie een wat slingerende gang.'' Het dier laat zich probleemloos vangen, maar is niet van plan zich te laten injecteren. Zodra hij Van Roekei met zijn instrumentarium I> ziet naderen, neemt hij de benen. Floor wordt meegesleurd, maar laat niet los. ,,Z'n neus dichtknijpen'', roept de veearts. Het is een probaat middel. Het dier geeft de strijd op en laat zich tegen wil en dank behandelen.
Keuterboer
Het boerderijtje van Jan Bikker is er een van de oude soort. Twaalf koeien, een voorraad varkens, een boomgaardje, ouderwetse stallen, een antiek trekkertje, een omheining van struikgewas en kreupelhout. Mooi voor een kunstschilder met gevoel voor nostalgie, maar niet passend in deze tijd van computerboeren en melktanks. De eigenaar is een vriende lijke, teruggetrokken man die voor geen prijs op de foto wil. Bezorgd kijkt hij toe als Van Roekei zijn koe onderzoekt. De patiënt staat in een stalletje dat zo te zien al zware stormen heeft getrotseerd. De korsten op de huid van het dier zijn waarschijnlijk het gevolg van een leverafwijking. Corticosteroïden, een vitaminenkuur en stalrust moeten de kwaal verhelpen. De keuterboer knikt dankbaar. Een collega van hem zit met een koe die niet meer drachtig wil worden, hoewel hij regelmatig wordt gedekt. ,,D'n hele dag staat-ie te janken", laat de boer weten. ,,Niet te repen, maar te janken. Dan zou-ie zeggen: hij mot tuchtig wezen, maar hij doet verders helemaal niks." Steven knikt en verricht inwendig onderzoek bij het dier. ,,De eierstokken zijn goed", stelt hij de boer gerust.,,Maar je moet goed opletten datje hem op het juiste moment laatinsemineren. Als-ie niet goed tochtig is moetje er niet eens aan beginnen. Anders krijg je voortdurend opbrekers. Ik zal het dier een prostaglandine-injectie geven, dan moet de cyclus weer normaal op gang komen."
Inseminatiestation
Via de autotelefoon wordt Heidi meegedeeld dat het koffiezetapparaat kan worden aangezet. Daardoor wordt tijdverlies voorkomen. Het programma is overvol. Elf uur worden beide veeartsen verwacht op het KI-station Mid-West. Het coöperatieve inseminatiestation illustreert de gevolgen van de ver doorgevoerde efficiëntie in de agrarische sector. De stieren die bewezen hebben goed sperma te leveren staan in de produktiestal. De stal ernaast is voor de dieren die nog moeten tonen wat hun zaad waard is. Boven hun koppen zijn elektriciteitsdraden gespannen, om te voorkomen dat ze elkaar bespringen. Als het meezit worden ze in de toekomst bevorderd tot fokstier. Wanneer hun nakomelingen niet voldoen aan de gestelde eisen, wacht de slachterij. Dat is het lot van de meeste. ,,Je bent echt niet zomaar een fokstier'', weet Van der Veen. In de ziekenafdeling staat Berend 7. Hij heefteen smerige ontsteking aan de linker achterpoot. Het abces is de vorige dag op verschillende plaatsen geïncideerd door Van der Veen, die de wond opnieuw zal behandelen. Na het afronden van zijn opleiding in Utrecht werkte de dierenarts drie jaar op de afdeling heelkunde van de diergeneeskundige faculteit. Daarvan plukt hij nog altijd de vruchten.,,Zonder die specialisatie zou ik aan zo'n wond niet beginnen.''
Stier
Het met etter doordrenkte verband stinkt erbarmelijk. Nadat het is verwijderd zet de veearts de tuinslang tegen een van de incisies. Het water baant zich via de verschillende gaten in de poot een uitweg. De patiënt ondergaat de behandeling stoïcijns. Een soortgenoot in de produktiestal is minder tam. Het dier is de vorige dag bij de behandeling van een kleine wond aan zijn rechterpoot zo te keer gegaan, dat hij de neusring waaraan hij was vastgebonden dwars door het kraakbeen en het vlees van zijn reukorgaan heeft getrokken. Een werknemer van het KIstation heeft het touw om de kop van het dier om de dikke tiralies van de kooi geslagen. Omzichtig nadert Van der Veen met zijn stalen injectiespuit de 1200 kilo wegende kolos. Nerveus loert de stier vanuit zijn ooghoeken naar de naderende vijand, vastbesloten zijn huid duurte verkopen. Tevergeefs. Met een paar snelle stappen staat de veearts naast zijn kop. Met de linkerhand grijpt hij een oor van het beest, met de rechterhand voert hij de injectie uit. De antibiotica dringt door de dikke naald in de hals van het dier, dat staat te trillen op zijn poten.
Inenten
Na het KI-station scheiden de wegen van de veeartsen zich weer. Van Roekei wordt om half twaalf verwacht bij Jan 't Lam, een jonge boer bij wie hij 21 kalveren moet inenten. Veertien daarvan staan al op stal. De overige zeven worden opgehaald door een broer van Jan, die elk moment kan arriveren met de dieren. Op alle mogelijke manieren proberen de kalveren te ontkomen aan de man met de spuit. De spekgladde strontlaag maakt het werk niet gemakkelijker. Als een dweil wordt Jan door de hokken gesleurd. Hij kan de neus van de dieren niet dichtknijpen, omdat Steven in dat orgaan het entingsmiddel moet sprayen. Na het veertiende kalf druipt het zweet tappelings langs het gezicht van de boer. De resterende zeven kan hij voorlopig wel vergeten. In de deuropening staat zijn moeder zenuwachtig te roepen dat de kar met kalveren in een bocht bij Lakerveld is omgeslagen. Als een haas rent de boer op zijn strontlaarzen naar z' n auto en scheurt de dijk op, gevolgd door de terreinwagen van Van Roekei. Met onverantwoorde snelheid jagen de mannen voort. Op de plaats des onheils is de orde alweer enigszins hersteld. De kar is door een passerende vrachtwagen met een kraan overeind getild. De kalveren zijn met de schrik vrij gekomen en in een weiland naast de weg gezet. De dader verhaalt laconiek aan twee politieagenten en wat boeren de toedracht van het ongeluk. De dierenarts heeft het wel gezien. ,,Die laatste zeven kun je zelf wel", zegt hij tegen Jan. ,,Je weet hoe het werkt. Ik krijg de spuit wel van je terug.'' Eén van de agenten werpt een jaloerse blik op de Toyota Landcruiser en keert dan weer terug tot de realiteit van zijn Opel Kadett.
Boven-modaal
Iets na half één zijn we terug bij de riante woning van Van Roekei. Door op een knopje in de auto te drukken gaan de garagedeuren automatisch open. Duidelijk is dat de dierenartsen tot de groep bovenmodaal behoren. Waarbij de kanttekening past, dat ze hun aantrekkelijke sala- O ris te danken hebben aan lang en keihard werken. Gemiddeld zijn ze voor hun praktijk een zestig uur per week in touw, nog afgezien van de tijd waarin ze oproepbaar en dus aan huis gebonden zijn. In de winter en het vroege voorjaar maken ze door de overvloed van bevallingen nog veel meer uren. In principe kan een dierenarts zich vrij vestigen. In werkelijkheid wordt een praktijk voor grote huisdieren altijd overgenomen. Momenteel telt Nederland ruim 1900 praktizerende dierenartsen. Van hen werken er ongeveer duizend in geassocieerde praktijken, variërend van twee- tot acht-mansassociaties.
Snelwegdierenartsen
Wie in de huidige tijd dierenarts wil worden, moet een grote motivatie bezitten. Jaarlijks worden slechts 150 studenten toegelaten tot de diergeneeskundige faculteit, wat betekent dat veel liefhebbers meermalen worden uitgeloot. Het overnemen van een praktijk kost vaak goud. Het gevolg is een toename van het aantal zogenaamde snciwegdierenartsen, vooral in streken met veel bioindustrie. Het zijn afgestudeerde dierenartsen die met een wagen vol geneesmiddelen door het land crossen en ver beneden de prijzen van collega's met een eigen praktijk duiken. Met nazorg voor de behandelde dieren en hun bezitters houden ze zich meestal niet bezig. ,, Er wordt enorm gerommeld met medicijnen", weet Van der Veen. ,,Veel boeren proberen ook buiten de dierenarts om aan medicamenten te komen. In de praktijk zijn ze vaak nog duurder uit, omdat ze gewoon bedrogen worden. Ik heb met eigen ogen gezien hoe op de veemarkt in Zwolle sulfapreparaten werden verkocht voor antibiotica."
Spreekuur
Na de maaltijd is het tijd voor het dinsdagmiddagspreekuur. Steven ondergaat een complete metamorfose. Van de veearts met smerige laarzen en een met stront bespatte broek verandert hij in de smaakvol geklede dierenarts. ,,'t Is net een opvoering'', grijnst hij. ,,Je speelt twee totaal verschillende rollen.'' Een smetteloos witte overjas verandert Heidi van huisvrouw in assistente. De wachtkamer zit tjokvol. De eerste patiënt is een foxterriër die met zijn baas en bazin op vakantie mag, maar vooraf moet worden ingeënt tegen hondsdolheid. Kwispelend staat het dier op de behandeltafel en het heeft de injectie al onder zijn vel eer hij het in de gaten heeft. De vrouw rekent af. Twintig gulden voor het consult, exclusief de medicijnen. Een persoonlijke hobby van Van Roekei is de beoefening van homeopathie. In een kast tegenover zijn bureau staan bekende VSMpreparaten en zalven als SRL, Calendula en Arnica. Van der Veen is er niet van onderde indruk, maar Steven houdt bij hoog en laag vol dat het spul soms wonderen doet., ,Ik ben echt geen homeopathiefanaat. Maar ik heb meegemaakt dat hier een aangereden Dobermann werd binnengebracht. Heel z'n poot open. Alle botjes waren te zien. Met je veterinaire verstand zegje dan: reddeloos verloren. Om toch wat te proberen heb ik die poot dik in de Calendulazalf gezet. En met drie dagen helemaal genezen meneer.''
Papegaai
De papegaai die als tweede aan de beurt is is slecht gehumeurd. ,,Hij heefteen gezwel in z' n mond", zegt de eigenares, terwijl ze zijn mand openmaakt.,, We zitten hier in de buurt op een camping, maar ik ben toch maar gekomen want hij eet geen hap meer." Beschermd door rubber handschoenen pakt Heidi het dier uit de mand. De afwijking aan zijn snavel belet hem niet haar stevig in de arm te bijten., ,Hij bijt niet door hoor", zegt de vrouw, die van een afstand toekijkt. Steven trekt een grimas en komt pas naderbij als hij zeker weet dat zijn echtgenote het dier in de houdgreep heeft. Met een speciale lepel inspecteert hij de bek van het dier.,,Die tumor valt wel mee", constateert hij. ,,Z'n snavel moet even worden bijgeknipt." De behandeling wordt uitgevoerd met een veredelde snoeischaar en een soldeerbout. De papegaai krijst wanhopig. Zijn bazin kan het niet langer aanzien en draait zich handenwringend om. ,,Hetis gebeurd hoor'', laat de dierenarts opgewekt weten als de operatie achter de rug is. ,, Het lij kt me verstandig hem een anti-bioticakuurtje te geven. Hij zal wel een dag boos zijn, maar dan is alles weer achter de rug.''
Ontredderd
Terwijl Van Roekei een herdershond ontdoet van twee teken, staat Van der Veen een moeilijker taak te wachten. De hond die hij zou opereren aan een tumor is in een dermate slechte conditie, dat behandeling geen zin meer heeft. De bejaarde eigenares is al op de hoogte gesteld. Ontredderd staat ze erbij als hetO dier door een injectie wordt weggemaakt. Rustig slapend ligt de hond op de behandeltafel in de intensive care. Twaalf jaar lang was hij een trouwe huisgenoot. Nu wacht het einde. Manmoedig verbijt de vrouw haar tranen. Als Van Roekei binnenkomt, streelt ze het dier voor de laatste keer over de kop. „Hij moet gecremeerd worden' ', zegt ze en verlaat dan snikkend de dierenkliniek. Dooreen euthesate-injectie beëindigt de dierenarts het leven van de hond en keert terug naar de spreekkamer. „Vorigjaar ging m'n eigen hond dood door een hartverlamming", vertelt Van der Veen. „Het is wel eens goed om dat mee te maken. Dan voel je wat er door mensen heen gaat als hun dier sterft. Eerst wilde ik zelf sectie doen, maar ik kon er gewoon niet toe komen. Ik heb het in Utrecht laten doen." Behoedzaam laat hij het dode dier vanaf de tafel in een witte plastic zak glijden. Morgen zal het vrachtje worden opgehaald door de vervoersdienst van het dierencrematorium in Stompwijk.,, Voor een waardige crematie van uw huisdier'', zoals de reclamefolder vermeldt.
Tandsteen
De ene patiënt na de andere wordt weggewerkt. Een golden retriever die vreselijk verhaart en nog erger stinkt. Een konijn dat wordt aangevoerd in een doos voor tomatenketchup. Het dier eet alles op, zelfs zijn kooi, en wordt toch steeds magerder. Een bejaard poedeltje dat onder narcose door Heidi wordt verlost van tandsteen. De herdershond die aan een huidschimmel lijdt is sinds het vorige artsenbezoek enorm opgeknapt. ,, Ik kan wel zeggen, het is een wonder, dat preparaat dat u hebt voorgeschreven", verklaart de enthousiaste eigenaar. ,,Hij ziet'r inderdaad weer florissant uit", bevestigt Steven. , ,Nog even op dezelfde wijze doorgaan en het probleem is voorbij. Tot ziens en sterkte ermee. De volgende."
Kunstkater
De volgende is een jongen met een witte weekendtas. Op de vraag wat erin zit, antwoordt hij raadselachtig: ,,Een goeie vraag. Eerst was het een kater, toen een kat en nu is het een kunstkater. Hij kent die tas veel te goed. Hij kruipt al weg als-ie' m ziet." Het duistere verhaal wordt toegelicht door Steven.,, Dit zie je niet iedere dag", lacht hij en pakt de patiënt uit de tas. „Een kater met een kunstpenis." „Vanmorgen werd ik weer uit m'n werk gebeld door m' n vrouw'', zegt de jongen zuurzoet. ,,Hij kan niet plassen. Hoe zit dat als ik vragen mag. Blijft dit zo doorgaan." ,, Als het goed is niet hoor'', belooft Steven en zet het dier voor zich. Een verstopping van het kunststof slangetje in het achteriijf van het dier blijkt de oorzaak van de narigheid te zijn. Op hetzelfde moment dat het propje wordt verwijderd, stroomt het gele vocht naar buiten. Nadat hem is uitgelegd hoe hij voortaan zelf het euvel kan verhelpen, vertrekt de eigenaar van de kunstkater.
Prothese
,,Katers hebben nogal eens steentjes in het voorste deel van de urinegang", licht Steven toe.,,Dan amputeren we het uitwendige geslachtsorgaan en maken van de kater een vrouwtje. Dat gaat eigenlijk altijd goed. Alleen deze kreeg klachten, omdat de nieuwe uitgang dichtgroeide. Daarom heb ik anderhalve week geleden een silicone-penis in de urinegang vastgehecht." Het was de tweede keer dat Van Roekei deze operatie uitvoerde. De eerste keer ging het om een acute opname van een hevig bloedende kater. De eigenares wilde het dier door de dierenarts laten castreren, maareen bereidwillige buurman had verzekerd dat hij het zeker zo goed kon. Van Roekei mocht de schade herstellen. Te redden viel er niets meer. Het dier was van onderen finaal kaal geschrapt. Een prothese was de enige oplossing.
Verzakelijking
In de operatiekamer staat Van der Veen in steriele operatiekledij met op tafel een poes met een borsttumor. Het dier ligt gestrekt op de rug, de poten vastgebonden aan de zijkanten van de tafel. Het tongetje steekt een centimeter uit de bek. De ogen kijken glazig naar het plafond en worden door Heidi gezalfd om uitdroging te voorkomen. Nadat de dierenarts het door Heidi geschoren operatiegebied heeft gejodeerd, zet hij het mes erin. ,, Het verbaast ons eigenlij k wel eens hoe makkelijk mensen tegenwoordig kleine huisdieren laten opereren", zegt hij. ,,Het gebeurt maar zelden dat een operatieadvies in de wind wordt geslagen. Dat was vroeger wel anders. Wat dat betreft zijn de zaken totaal omgekeerd. Door de verzakelijking in de veehouderij zijn het nu de boeren die soms uit financiële overwegingen besluiten om niet meer te opereren." In de spreekkamer heeft Steven de laatste patiënt geholpen. Omdat hij dienst heeft, is de resterende operatie voor hem: een straathondje castreren. Het dier is op straat gezet, waarschijnlijk in verband met de vakantie van de vorige eigenaar. Een jonge vrouw heeft zich over hem ontfermd, op voorwaarde dat aan de uitbreiding van zijn geslacht een eind wordt gemaakt. ,,Het is gebeurd met de burgemeester'', constateert de dierenarts als de tweede testikel is verwijderd. ,,Ik zeg vaak tegen mensen: u kunt hèm komen brengen en de dag na operatie: u kunt hèt komen ophalen. Een standaard grapje dat het bijna altijd doet."
Geen beter middel
Half vier is het operatieprogramma ten einde. Voor Van Roekei zit de dag er nog niet op. Jan Sterk en Jan Bassa hebben gebeld, omdat hun koe nog niet staat, zodat een tweede calciuminfuus moet worden toegediend. Terwijl hij zijn koffie naar binnen giet, geeft de dierenarts telefonisch een bestelling van medicijnen door. Hij wil de hoorn alweer op het toestel leggen, als hij de gebaren opmerkt van stalknecht Peet van Zessen. ,,OoknogArnica", fluistert de roodverbrande Alblasserwaarder. ,,Plus nog vij f tubes Arnica'', geeft Steven gehoorzaam door.,,Da's geweldig spul", dweept Peet.,,Hebie je knie gestoten en hai is dik, smeer d'r mar Arnica op, want 'ris gin arts die een beter middel heb.''
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 12 oktober 1988
Terdege | 96 Pagina's