Vrijbuitersleven van Dirk van Nooit in foto's vastgelegd
Er zijn altijd van die aparte typen mensen geweest die zich van de gevestigde orde niets aantrekken en wetten ontduiken. Zij passen niet meer in onze moderne maatschappij. Een halve eeuw en nog iets langer geleden waren er omstandigheden die tot een dergelijk leven aanleiding gaven. Men ging bij voorbeeld stropen om vlees in de pot te krijgen. Het kleinwild werd beschouwd als het eigendom van iedereen. Stropen was dus geen kwaad. Er werd sportief gestroopt en getracht uit handen van de jachtopzichter te blijven. Die heeft minder moeite met de "eerlijke stroper" van vroeger, dan met de misdadige stropers van nu. Dirk van Noort uit Eist is zo'n vrijbuiter. Over hem verscheen onlangs een bijzonder fotoboek.<br />
Dirk van Noort, die vorig jaar negenentachtig jaar is geworden, woont als vrijgezel in boerderij "Rijnzicht" aan De Opslag te Eist. De hofstede staat op enkele tientallen meters afstand van de Rijn. Op en langs dat water heeft die merkwaardige vrijbuiter zijn leven gesleten. Met vissen en jagen bracht hij de dagen door in de natuur. Dat buitenleven is voor de oude baas het belangrijkste. Over andere zaken maakt hij zich niet zo druk, al heeft hij er wel zijn mening over. Dat hij ongestoord zijn eigen gang gaat, bleek op de dag toen aan hem het boek over zijn leven door de burgemeester van Rhenen werd overhandigd. Om vier uur stonden enkele tientallen vrienden en belangstellenden bij de boerderij te wachten. Dirk was nergens te zien. Hij was nog "even de rivier op" om zijn netten te inspecteren. Na een half uur verscheen er eindelijk een bootje, ver weg in de richting van Rhenen, op het glinsterende water. Na nog een poos wachten legde Dirk aan bij De Opslag. Hij keek de verzamelde mensen eens aan en begon kalm de vis over te zetten in de bun langs de kant. Haast maken was er niet bij. Erg onder de indruk scheen hij evenmin te zijn. De plechtigheid van hetaanbieden van "zijn platenboek" bracht hem niet van zijn stuk.
Riviervisser
Dirk van Noort heeft vooral op en van het water geleefd. Op z'n twaalfde jaar ging hij al met beroepsvissers uit Rhenen mee zalm drijven op de rivier, die toen nog schoon was en fantastisch goed viswater had. De zalm is verdwenen door de vervuiling van het water. Dirk beweert dat visstropers de mensen bedriegen. Die vangen baars en snoekbaars, geven die een rode kleur en verkopen ze dan als zalm. Met een groot kruisnet ving Dirk alvertjes, kleine blanke visjes die je zonder ze schoon te maken kunt bakken. Hij ventte ze uit met de hondekar in en om Wageningen. Nog werkt de oude baas met dat grote kruisnet. Daarvoor is kracht en behendigheid vereist. Dirk beschikt nog steeds over een stel stevige armen. Zelf zei hij, toen hij op de dag dat hem het boek werd aangeboden wat stram naar de gereedstaande stoel liep:,, Ik kan beter roeien dan lopen.'' Dat eerste heeft hij dan ook een leven lang vrijwel elke werkdag gedaan. Met zijn aalfuiken heeft Dirk een niet te schatten aantal palingen gevangen. Ook heeft hij'' gepoeierd'', repen gelegd en met de "aalscheer" gewerkt. Het laatste apparaat gebruikt hij graag om in de landsloten paling te verschalken. De aalscheer of aalschaar is een ijzeren vork met drie tanden, waarmee de aal of paling "gestoken" wordt.
Boven de wet?
Nu ben ik meteen bij een merkwaardige situatie. Tijdens het aanbieden van het boek over het leven van Dirk van Noort sprak burgemeester Schoonderbeek van Rhenen.,, Het is voor het eerst dat ik je in levenden lijve zie. Dirk, maar ik ken je al lang van de foto's die je elk jaar opstuurt voor een nieuwe jachtvergunning. Dat doeje altijd trouw en op tijd. Ik neem aan dat jij je ook strikt aan de regels van de Jachtwet houdt.'' Dirk grijnsde en de burgemeester glimlachte. Beiden weten dat de wet geregeld wordt overtreden. Ook met de aalscheer, een reeds lang ,,verbooie waope". Dat weet Dirk heel goed. Waarom wordt het van de oude zwerver door de vingers gezien? Ik denk vooral vanwege zijn leeftijd. Ook omdat de eigenzinnige Dirk het niet kan of wil laten. Door z'n merkwaardige opvattingen, die voor hem ook het stropen verantwoord maken. Navolging ervan wordt echter wel gestraft. Het levenspatroon van de oude Dirk van Noort wordt geromantiseerd, hoewel vrijwel niemand met hem wil ruilen. De eerlijkheid gebiedt te zeggen, dat er voor die geïdealiseerde "vrijbuiterij" in onze samenleving geen plaats meer is. En dat die ook niet gepropageerd moet worden. Dat is ook niet de bedoeling van Jan Bosch. Hij heeft het curieuze leven willen vastleggen van de man met wie hij bevriend is geraakt. Dat is hem gelukt met dit fotoboek.
Geloof
Toch mis ik er iets in. In "Dirk van Noort, vrijbuiter aan de Rijn" staan ruim 160 foto's, die een duidelijk beeld geven van het leven van Dirk. Bij de meeste staat geen verklarend bijschrift. Voor degene voor wie het buitenleven weinig of geen geheimen heeft, is dat geen bezwaar, die herkent de situatie. Voor veel kijkers zal het niet steeds duidelijk zijn, wat het uitgebeelde voorstelt. Bijschriften, een enkele maal misschien zelfs een uitvoerig bijschrift, zouden veel verduidelijken. Toch is dat niet wat ik bedoel met dat ik er iets in mis. Na het lezen van de twaalf bladzijden tekst blijft een vraag in mij achter. Ik ken het leven van mensen zoals Dirk van Noort wel een beetje. Een deel van hun belevenissen heb ik zelf ook beleefd. Met anderen dan Dirk van Noort, maar mensen met vrijwel hetzelfde levenspatroon, heb ik vriendschap gehad. Ik denk aan de oude Veluwse imker Rein Boom. Mijn zoon kwam er als twaalfjarige schoolknaap en raakte geboeid door de imkerij. Ik wilde weten bij wie hij zo veel uren doorbracht en zocht de oude baas op. Hoe ons gesprek precies verliep, weetik niet meer, maar ik vroeg hem: ,, Gelooft u dan ook?'' Ik zie hem in gedachten nog staan, een echte Veluwenaar in z'n oude plunje, een zwarte pet op.,,Geloven, man? Ik wéét het." Meer dan tien jaar lang heb ik mij vaak verwonderd over heel wat vreemde gedachten en praktijken van die oude baas. Hij kon smakelijk vertellen over het stropen, dat voor de Tweede Wereldooriog voor velen de enige mogelijkheid was om eens vlees op tafel te krijgen. Hij vond dat ook verantwoord, want ,,het wild is van ons allemaal''. Hij kon echter ook spreken over zijn enige troost in leven en in sterven. Door het boek over de "vrijbuiteraan de Rijn" heb ik Dik van Noort niet leren kennen. Of juist wel? Leefthij alleeneen "vrijbuitersleven" ? Wat is dat vrije leven dan vreselijk arm en uitzichtloos. Dat ik daarover duidelijkheid mis in dit boek is geen kritiek op het werk van de auteur. Die heeft in beeld en tekst weergegeven wat hij van Dirk heeft gezien en gehoord. Ik hoop echter dat Van Noort meer kent dan zijn "vrijbuitersleven". Als dat zo is zou een getuigenis daarvan in dit levensverhaal het boek bijzondere waarde hebben gegeven.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 18 januari 1989
Terdege | 64 Pagina's