Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ds. H. J. Budding: verafgood en verguisd, ook door eigen schuld

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ds. H. J. Budding: verafgood en verguisd, ook door eigen schuld

6 minuten leestijd

Wie was eigenlijk HuibertJacobusBudding (1810-1870)?Zijn biograaf J. H. Gunning J.Hz, schreef nog in 1909 dat al wie in de tweede helft van de vorige eeuw in Zeeland geen vreemdeling was althans de naam van deze zeer merkwaardige predikant kende. Budding, die eerst hervormd predikant was, later overging naar de afgescheiden gemeenten, vervolgens een tijdlang op zichzelf stond voordat hij aansluiting vond bij de Vrije Evangelische Gemeenten, was zonder meer vermaard in zijn tijd. Maar zo wisselvallig als hij kon zijn in zijn optreden, zo wisselvallig waren de meningen over hem. <br />

Voor de een was ds. Budding aanvankelijk een bijna heilige die in een gruwelijke ketter veranderde, voor de ander een benepen orthodoxe predikant die later het ware Evangelie predikte. Dat blijkt uit de biografieën die over hem geschreven zijn. De lezer van deze werken wordt geconfronteerd meteen groot aantal tegenstrijdige meningen. Vergood en verguisd was Budding in zijn leven en dat niet in de laatste plaats door zijn eigen schuld.

Verstoorde diensten
Huibert Jacobus Budding werd in 1810 in Rhenen geboren. Hij studeerde theologie in Utrecht, waarna hij hervormd predikant werd in Biggekerke. In deze plaats legde hij in 1836 zijn bediening neer en ging hij over naar de afgescheidenen. Als afgescheiden predikant institueerde hij gemeenten, bevestigde hij kerkeraden en ging hij vele malen voor, al dan niet gestoord door procesverbalen schrijvende veldwachters of andere verstoorders van de door de overheid als onwettige diensten beschouwde bijeenkomsten. Hij liet zich daar niet door weerhouden; zijn moed maakte diepe indruk. En niet alleen hierdoor sprak hij tot de verbeelding. Hij was fascinerend in zijn gedragingen, hoe inconsequent hij soms ook was. Mogelijk heeft de populariteit hem parten gespeeld, zodat hij meende dat hij zich eigenlijk alles kon veroorioven. Soms verklaarde hij niet te kunnen preken en zat dan voorin de kerk terwijl een ouderiing een preek las. Veel hoorders schreven dat dan toe aan geestelijke verlatingen. Werd een psalm niet mooi genoeg gezongen naar zijn zin, dan moesten de kerkgangers hem over zingen, soms tot drie- of viermaal toe. Hij liet de boeren hun jas uitdoen om die vervolgens aan hun arbeiders te geven. Als hij onderweg zijn Goudse pijp had leeggerookt, zette hij die tegen een boom, waarna de pijp binnen twee dagen weer bij hem thuisbezorgd werd. Kleine tekenen van Buddings grote populariteit bij het volk.

Ernstige prediking
Was hij een profeet? Veel aanhangers meenden van wel. Had hij bij voorbeeld de Fliplandse oefenaar Pieter van Dijke niet voorzegd dat als deze door zou gaan met oefenen, dit hem zijn laatste kwartje zou kosten? De toekomst heeft geleerd dat Budding er niet ver naast gezeten heeft. Was Budding een profeet? Of beschikte hij over paranormale gaven en helderziendheid? Al naar gelang men hem achtte, beantwoordde men die vraag. Hoe ernstig kon zijn prediking zijn, hoe indringend zijn aanspreken van de hoorders. In een van de vele autobiografieën die ons uit de tijd van de Afscheiding nagelaten zijn, vertelt een man hoe hij met wat vrienden een dienst van Budding bezocht om die te verstoren. Lachend en spottend gingen ze de schuur binnen. Toen ze een kerkganger zagen huilen, jouwden ze hem uit. Totdat Budding hen in het oog kreeg. De schrijver vervolgde: ,,En hij hield een ogenblik op met preken en begon ons te vermanen of wij wel wisten dat er een God was, die alles hoorde en zag en die ons eenmaal in de hei zou straffen. En dat wij eenmaal moesten vallen in de handen van de levende God, die ons rekenschap zou vragen, als wij voor het oordeel zouden gedagvaard worden. Twee van de spotters vertrokken direct na deze woorden, de schrijver bleef: ,,Ik hoorde dat het een leer was die ik nog nooit gehoord had, en inwendig bleef ik beroerd.'' Veel later heeft hij deel uitgemaakt van de kerkeraad van Pieter van Dijke.

Verhoringen
Gebedsverhoringen heeft Budding gekend, uitreddingen, die de mensen met verwondering en bewondering vervulden. Toen hij eens in de cel zat omdat hij de boetes voor de zogenaamde ongeoorioofde kerkdiensten niet wilde betalen, was het vertrek vol wandluizen. Budding griezelde ervan; in de cel hield hij gebedsdiensten om ze weg te krijgen. En de wandluizen verdwenen. Toen een weduwe eens haar koe was kwijtgeraakt, ging Budding bij een boer een andere vragen. Hij kreeg er geen. Na een waarschuwing aan het adres van de boer vertrok Budding weer. De volgende dag lag er een koe dood in de stal van die boer. Bij een ander zelfs eens vier. Totdat men een koe bracht op de door Budding aangewezen plaats. Zijn dit fabeltjes? Niet onmogelij k is er veel overdreven, maar Buddings biograaf heeft de verhalen opgetekend uit de mond van mensen die het meegemaakt hadden. En dat verhoogt toch hun authenticiteit.

Anti-trinitariër
Had het gereformeerd protestantisme heiligen gekend, dan had Budding mogelijk een belangrijke plaats ingenomen in het rijtje, ware het niet dat hij ten slotte duidelijk in geschrifte uiteengezet heeft hoe hij over fundamentele punten van de gereformeerde belijdenis dacht. Het boekje sloeg in als een bom. Dat Budding met Hellenbroeks vragenboekje de vloer aanveegde was het ergste niet. Wel dat hij in zijn werk het leerstuk van de Drieëenheid bestreed. Wat Budding verklaarde te geloven over de godheid van Christus werd door zeer velen als ariaans beschouwd en dus als een ketterij die ten diepste te verfoeien is. Budding de anti-trinitariër. Hoe was het mogelijk? Velen hebben het niet willen geloven. Noch ook dat hij tot aan zijn dood in zijn dwaling bleef volharden. De verhalen over Buddings sterfbed zijn legio. De een hield bij hoog en bij laag vol dat Budding op zijn sterfbed al zijn dwalingen herroepen had, de ander dat hij juist de dag voordat hij stierf nog verder gegaan was in zijn ketterijen. Weer een ander beweerde dat hij als een waanzinnige gestorven was en een laatste dat zijn sterfbed heel kalm was. Men wilde er niet aan en het tekent de verschillen in opvattingen over Budding. Iets dergelijks betrof ook de van hem bekende afbeelding. Ik kocht de originele foto in Goes. Het was een foto van Buddings lijk, zo werd mij verzekerd en dat was geheel overeenkomstig andere overieveringen. Maar Buddings lijk is waarschijnlijk niet gefotogra BELIJDENIS VOOR VRIENDEN GESCHREVEN, DIE H. J. BUDDING, Het woonhuis van Pieter van Dijke, met de schuur waar Budding vaak sprak. feerd en als het al gebeurd is, dan is deze foto toch zeker niet de afdruk. Iemand heeft een schilderij van Budding gemaakt en daar is deze foto van. Vergelijking met andere afbeeldingen heeft dat aangetoond.

Evenwichtig
Wie zal het laatste woord spreken over Huibert Jacobus Budding, in leven predikant van verschillende kerkverbanden? Nog steeds verschijnt literatuur over hem. Het laatste is het werk van J. Wesseling over de Afscheiding in Zeeland. Een werk dat veel onbekende gegevens levert over Budding en andere voorgangers in de Zeeuwse provincie. Een helder geschreven werk, dat op zorgvuldig bronnenonderzoek berust en dat daarom zonder meer aan te bevelen is bij liefhebbers van de kleine kerkgeschiedenis, zij het dan ook dat men Wesselings gereserveerdheid ten aanzien van predikanten als Ledeboer, Daan Bakker en Pieter van Dijke niet altijd kan delen. Ook Wesseling lost het raadsel rond Budding niet op. Dat kan niet van hem geëist worden. Hij levert wel veel bouwstenen om tot een evenwichtiger beoordeling te komen. N.a.v. "De Afscheiding van 1834 in Zeeland" deel 1, door J. Wesseling, Uitg. De Vuurvaak, Barneveld prijs ƒ 65,-.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 februari 1989

Terdege | 64 Pagina's

Ds. H. J. Budding: verafgood en verguisd, ook door eigen schuld

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 februari 1989

Terdege | 64 Pagina's