De brede en de smalle weg

Het leven wordt hier vergeleken met een reis. Ieder mens maakt deze levensreis. We weten allen dat we deze reis begonnen zijn. Weten we ook waar we heen reizen? Het einde van onze levensreis wordt bepaald door de weg die we reizen. De Heere Jezus spreekt hierover op een zeer ernstige wijze. Er zijn slechts twee mogelijkheden. Wie op de brede weg reist en blijft reizen zal in het eeuwig verderf aankomen. Wie op de smalle weg reist, is op de weg die leidt tot de eeuwige heerlijkheid. De brede weg is de weg van de zonde. Het merendeel van de reizigers op deze weg is gemakkelijk te herkennen. Ze denken weinig aan God en de eeuwigheid. Ze hebben geen liefde voor hun Maker en zijn onverschillig wat hun zieleheil aangaat. In hun harten is geen plaats voor Christus en Zijn genade. Velen hebben Gods geboden moedwillig aan de kant gezet. Ze voelen zich thuis op de brede weg en vermaken zich met zondige genoegens.

Niet alle reizigers op de brede weg zijn zonder godsdienst. Op de brede weg gaat godsdienst vaak hand in hand met wereldse wijsheid. Doch de ware godsdienst en de wereld kunnen niet samengaan. Het is opmerkelijk dat niet alle godsdienst op de brede weg geheel en al oppervlakkig is. Sommige godsdienstige reizigers zijn conservatief en naar hun eigen oordeel vrij consequent. Toch zijn ze op de brede weg. Tijdens de omwandeling van de Heere Jezus op aarde was dit ook zo. Heel duidelijk blijkt dit uit het onderwijs dat de Heere Jezus gaf omtrent de noodzakelijkheid van de wedergeboorte. Denk maar eens aan Nicodemus en de rijke jongeling. Deze beide religieuze figuren waren geen uitzonderingen. Zie Mattheus 7:22 en 23. De weg naar het eeuwige verderf is breed en gemakkelijk, want de duivel laat de reizigers op deze weg met rust. Hij wil dat men gelooft dat alles wel is, terwijl men zonder enige zorg naar het eeuwig verderf reist. Hoe bedrieglijk is het hart dat bereid is blindelings te volgen!

De juiste weg wordt ons ook uitgestippeld. Het is de smalle weg. De reizigers op de smalle weg zijn zich bewust van het belangrijke feit dat hun levensreis een eeuwige bestemming heeft. Daarom onderzoeken ze voortdurend de Bijbel als de onfeilbare gids op hun levenspad. Door Gods Woord worden ze onderwezen dat alle mensen van nature het eeuwige leven door de zonde verbeurd hebben. Ze zien de zonde als het grootste kwaad. Zij vervreemdt van God en brengt onder Zijn ongenoegen. Zo rijst de vraag: Is er nog een weg om die welverdiende straf te ontgaan en wederom tot genade te komen? De reizigers op de smalle weg komen tot de ontdekking dat ze zichzelf niet kunnen redden. Ze hebben hemelse genade nodig. In het besef van hun totale hulpeloosheid leren ze tot de Heere roepen om Zijn Goddelijke ontferming. Dit besef van gehele afhankelijkheid wordt op de brede weg niet gekend. Alleen op de smalle weg wordt men met de plaag van het hart bekend. De Heere Jezus kan in deze grote nood voorzien. Maar hoe leert men Hem kennen? Hoe worden deze pelgrims met Hem verenigd?

De meeste reizigers op de brede weg stellen deze vragen niet, of ze hebben ze reeds beantwoord voordat ze eerlijk gesteld zijn. Maar de pelgrims op de smalle weg kunnen hun geestelijke noden niet op een dergelijke wijze veronachtzamen. Dat de weg eng of smal is, daar hoort men hen niet over klagen. Zij blijven roepen en smeken tot de Heere genade bewijst. Op de smalle weg leren ze iets kennen van de last van hun zonde en de verdorvenheid van hun natuur. Hier openbaart de Heere Zich in Zijn zondaarsliefde aan het bedroefde hart. Op de weg reizende die tot het leven leidt, ervaren ze de kracht van 's Heeren vernieuwende genade waardoor ze in Gods wegen mogen wandelen. Aan het begin van deze reis worden ze onderwezen aangaande hun afhankelijkheid van de genade van de Heilige Geest. Ze ontgroeien deze afhankelijkheid nooit. Gods kinderen zien met dankbaarheid terug op de rijke genade waardoor ze het gevaar van de brede weg leerden kennen. Zij zijn verheugd dat ze hun treden mochten zetten op de smalle weg naar de eeuwige heerlijkheid.

Reiziger op de brede weg, denk toch aan die indringende roepstem van de Heere Jezus: ,,Strijdt om in te gaan door de enge poort.'' Stel het niet uit, laat geen ogenblik verloren gaan. Bedenkt het gevaar van de bedrieglijke brede weg met die eeuwig droeve bestemming. Worstel biddende in alle ernst met de Heere dat Hij u Zijn Heilige Geest wil schenken. Die kan om Christus' wil uw Leidsman zijn en in uw hart de ware droefheid naar God werken, die een onberouwelijke bekering werkt tot zaligheid. Dat u zo door Gods genade moogt reizen op de smalle weg naar het hemels paradijs.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen