Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De was doen en eten klaarmaken vormen het meeste werk in een groot gezin

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De was doen en eten klaarmaken vormen het meeste werk in een groot gezin

"Men kent de gezelligheid van het gezin niet meer"

23 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wat is een groot gezin? Op onze oproep kregen we brieven van moeders met zes kinderen tot en met een telefoontje van een moeder met zeventien spruiten. In het laatste geval kunnen de oudste kinderen aardig meehelpen. Maar ook in 'kleinere' gezinnen heeft het kroost een taak. De zwaarste taak rust echter op de schouders van moeder. Een oudere moeder: ,,lk heb tien jaar van mijn leven alleen maar zorgen gehad. Er gaat zo veel moois aan je voorbij, je hebt geen tijd om ervan te genieten. Maar als je terugkijkt, heb je toch een hoop prachtige dingen meegemaakt. '' Terdege was te gast bij drie grote gezinnen. Een reportage over veertig wassen in de week, zes broden per dag, drie verjaardagen binnen vijf dagen, een dubbeldekker als trouwauto, kinderen van negen die alleen naar de tandarts gaan, cake bakken of spencers breien en een drukke moeder die ook nog kaas maakt en de moestuin doet.<br />

Onderaan de Lekdijk te Bergambacht staat een woning die klaarblijkelijk diverse malen is uitgebouwd. De prefab-container achter het forse huis doet geen dienst als kantoor, maar vormt een broodnodige aanvulling op de slaapvertrekken van het huis. De bewoners ervan zijn de negentien leden van familie De Jong. Alle kinderen (,,elf jongens, zes meiden") wonen nog thuis. In de grote woonkeuken zit moeder De Jong (44) achter de naaimachine. Haar oudste dochter, de 16-jarigeHelena, heeft eveneens een werkje onder handen. Sinds ze vorig jaar van school kwam helpt ze thuis. ,, Daar heb ik wel naar verlangd hoor", bekent haar moeder. Martin (1) vermaakt zich met speelgoed in de box, Lydia van twee en Dirk van ruim drie vermaken en plagen elkaar. Of hun moeder. Dirk posteert zich naast haar en prutst -ondanks diverse vermaningen — weer aan de naaimachine. Hups, daar gaatie.,,Heb je't voor elkaar?", vraagt zijn moeder streng. ,, Ja'', bevestigt haar zoontje. ,,Dat is de ondeugendste die erbij is", verzucht mevrouw De Jong. ,,Ik snak ernaar dat hij naar school gaat, hij speelt nergens mee. Maar van sommige kinderen vond ik het heel erg als ze naar school moesten."

Half zes op
Per week worden in huize De Jong veertig tot vijfenveertig trommels was verwerkt. Als de maandag amper een uur oud is draaien de twee wasmachines al op volle toeren.,,'s Maandags sta ik om vier uur op om de was te doen. Om één uur ben ik er dan al uit geweest om de machine aan te zetten. De rest van de dagen sta ik om half zes op. Ik gebruik geen wegwerpluiers, maar allemaal katoenen luiers. Al die was moet ook weggewerkt worden, gestreken. Sinds negen jaar heb ik een droogmachine. Maandag, donderdag —dan verschoon ik alle bedden- en zaterdag zijn de drukste wasdagen. Zaterdags en zondags slapen we uit, dat is wel lekker hoor." Hoewel de dag vroeg begint, eindigt die pas laat voor de vrouw des huizes. ,, Na het eten ga ik naaien of strijken. De oudste drie hebben avondschool en komen pas om elf uur thuis. Ze zeggen wel: moe, ga maar naar bed, maar dat doe je niet. Meestal ga ik om elf uur, half twaalf naar bed." Overigens is mevrouw De Jong niet de enige die om half zes naast haar bed staat. Ongeveer het hele gezin houdt het bed omstreeks die tijd voor gezien. ,,De meisjes stoffen hun kamer en zitten daarna op een rij achter elkaar eikaars haar te doen. M'n zoon van 14 maakt 't brood klaar datl> ze allemaal meenemen, de jongens van 8 en 10 schillen de aardappels; ze hebben allemaal een taak. Ze mopperen af en toe wel 's; ééntje heeft een gruwelijke hekel aan werk, die moet ik altijd aanzetten."

"Heel geen erg in"
Alle schoolgaande kinderen (en het jongere kroost) eten met elkaar; meneer De Jong en de vier oudsten, zoons, moeten in verband met hun werk al eerder weg. ,,'s Avonds eten we wel metz'n allen, dan moet er een derde tafel bij. Er wordt aan tafel' s avonds heel wat afgekakeld, ik zeg wel 's: ik zou het moeten opnemen!" De tafel, die een dominante plaats in de woonkeuken heeft, bestaat uit twee forse tafelbladen (extra breed in verband met schoppen onder tafel en andere lange-benenproblemen) die op twee onderstellen rusten. Een buitenstaander kijkt ongetwijfeld met ontzag naar zo' n groot gezin en hel daaraan verbonden werk. De moeder in kwestie is er nogal laconiek over: ,,Je groeit erin, je hebt er heel geen erg in. Als er een of twee weg zijn, is het net of er een hele koppel weg is, vooral als het" drukken'' zijn", verklaart ze, met op elke knie een kleuter. Zelfs deze kleintjes helpen al mee: ,,Lydia en Dirk ruimen de vaat wel eens op. Veel breken? Dat valt ontzettend mee. Ik heb nu een jaar een vaatwasmachine -ja, de kinderen deden de afwas ook wel, maar overdag moest ik het zelf doen. De oudsten waren het er niet mee eens dat ik die machine kreeg: moe, je hebt er zat om het te doen, zeiden ze."

Automatisch...
's Middags uit school wacht de kinderen weer een taak: „Eerst hun tas uitpakken, dan de vaatmachine leegmaken, andere vaat afspoelen en in de machine zetten, eentje zet de aardappels op, met stofzuigen helpen ze... Ze doen het om de beurt, ik noem de naam van wie aan de beurt is. Nee, daar heb ik geen lijst voor nodig." Na school moeten de jongens allemaal een overall aantrekken (,,die naai ik zelf'), waarna ze buiten kunnen spelen. Regent het, dan wordt er aan tafel gespeeld, gepuzzeld, geschreven of met lego gespeeld. Het dochtertje van zeven blijkt uitstekend de kunst te verstaan om haar broertjes en zusjes zoet te houden. Onlangs vroeg ze haar moederom "werk", waarna ze de was mocht opvouwen. De kinderen die huiswerk moeten maken kunnen dat op hun eigen kamer doen.,,Maar om kwart over vijf komen ze automatisch beneden om de kleintjes te wassen. Ze zeggen wel eens dat het zo'n karwei is in een groot gezin om de kinderen elke dag te douchen, nou, hier doen de groten de kleintjes in bad'', legt mevrouw De Jong uit. Zijzelf is dan druk bezig met het eten, dat om half zes op tafel moet staan. Omstreeks half vier begint ze daar al mee.,, De kleintjes krijgen hun pyjama aan en dan gaan we eten. Om zeven uur gaan de acht kleintjes, de kinderen tot tien jaar, naar bed. Ze zijn 's morgens per slot al vroeg op. Dan wordt het rustig. Behalve woensdagavond, de catechisatieavond: dan hebben de groten veel te vertellen."

Grootverbruik
Hoewel het duidelijk is dat moeder De Jong niet kan volstaan met een tarwebrood, een halfje wit en een pak melk in de week, sta je toch te kijken van de gigantische hoeveelheden levensmiddelen die "erdoorgaan". ,, Vijfentwintig kilo aardappels in de week is nèt te krap. Per week hebben we vijfenveertig tot vijftig bollen brood —elke morgen gaan er al zes aan. Brood bestellen we bij de supermarkt; eerst deden we 't bij de bakker maar dat werd te duur. Drie keer in de week komen ze het brengen. Alles is grootverbruik, dozen boter, dozen sinaasapppels..." Geen wonder dat er twee koelkasten en drie vrieskisten in huize De Jong staan. Verder is er de nodige thuisproduktie:,,Chocoladepasta maak ik altijd zelf, acht pond in een keer; zaterdags maak ik tien liter yoghurt, daar eten we drie maal van. De melk haal ik bij mijn broer die veehouder is. We gebruiken veertig tot vijfenveertig liter melk en karnemelk in de week, want pap maak ik ook. En alle koek bak ik zelf, dat doe ik graag. Als ik bak doen m' n dochters het werk, en ook als ik kleren voor ze aan 't naaien ben. Vrijdagavond doen we boodschappen op het dorp en eens in de tien dagen gaat mijn man met zijn bus naar een supermarkt in Gouda waar 't goedkoop is. Ik zeg wat er op is en hij vergeet niets; ook niet voor het bakken."

In de war
Gebak voor negentien personen op de vele verjaardagen is een geregeld weerkerende, forse aanslag op de portemonnee. Daarom komt dat eveneens uit eigen oven. Veel familie komt er niet ter felicitatie, hoewel meneer De Jong uit een gezin van zeventien kinderen komt en zijn echtgenote de oudste van acht is. Meestal komen de enige oma en drie tantes. ,,En een of twee vriendjes. Ja, ze noemen er wel vier op, maar ik zeg: twee is zat! Vanaf 31 december hebben we om de veertien dagen een verjaardag, behalve in april. In juni drie binnen vijf dagen, in juli drie in tien dagen." Met de verjaardagsdata raakt mevrouw De Jong nooit in de war, zegt ze; wel met de namen. ,,Je wordt een beetje duf in je denken.'' Ook de "volgorde" van de kinderen blijkt voor haar wel eens een punt van discussie te zijn. Een verhaal rond Anieta dat ze wil vertellen wordt voorafgegaan door een gedachtenwisseling met dochter Helena: ,, Is Anieta nu de twaalfde of de dertiende?" Helena begint op haar vingers het rijtje af te tellen; na enig peinzen stelt haar moeder; ,,Nee, ze is de elfde!", maar vrijwel direct daarop corrigeert ze zichzelf: ,,0 nee, ze is toch de twaalfde." Een naaimachine is in een groot gezin een onmisbaar attribuut. Prettige bijkomstigheid voor moeder De Jong is dat handwerken een hobby van haar is. ,, Voor breien schiet niet veel tijd over, naaien gaat vlugger. Ik hou er echt van. Als ze wat nieuws willen, helpen ze me wel! Ik krijg ook veel kleren en ik vernaai veel. Soms krijg je hemden die zo goed als nieuw zijn, maar wijd zijn geworden. Daar naai ik onderbroekjes van voor de kleintjes. En ze dragen kleren van elkaar natuuriijk. Wat de oudste heeft aangehad, draagt nu de tiende jongen al."

Gezelligheid
Commentaar van de buitenwacht is er volop als je zeventien kinderen hebt. , ,Dat trok ik me eerst wel eens aan, maar dat heb ik nu van me af gezet. Pas ging 't nog door het land dat er weer een kwam. De kinderen trekken het zich wel aan, als er gezegd wordt: ,,Ha, jij bent er een van achttien!" De mensen kennen de gezelligheid van het gezin niet meer. Ruzie? Ruzie is er haast nooit bij. Drie hebben er een auto, nou dat gaat heel gezellig: zal ik je even brengen, of zal ik het doen? Een van onze aanstaande schoondochters is enig kind: die is hier ontzettend graag.'' De directe omgeving is op den duur gewend geraakt aan de talrijke familie De Jong. Tijdens dagjes uit —vakantie zit er uiteraard niet in — met vaders bus en de drie luxe auto's ligt dat anders. ,,We gaan veel naar het bos, dan staan de mensen wel eens te tellen. Maar ze vinden het ook wel leuk. Sommigen vragen: heb je er niet veel werk aan? Och, dat zie ik al niet meer." Meteen ontkent mevrouw De Jong haar eigen woorden door te vertellen: ,,Voorzo'n dagje uit ben je een dag van tevoren bezig met inpakken en een dag daarna met opruimen. We nemen altijd ons eten mee."

Stokje
Het opvoeden van haar zeventiental baart de Bergambachtse moeder nog niet al te grote zorgen.,, De kleintjes, dat gaat wel. Als ik' s woensdags wil werken bind ik ze wel eens met een riem vast op hun stoel, dan gaan ze rustig spelen aan tafel. Vroeger hadden we een speelkamer, nu niet meer. Ze sleepten al het speelgoed naar de keuken. Ik heb gemerkt dat ze toch 't liefste bij moeder zijn. Je hoort wel dat de moeders vroeger een matteklopper klaar hadden staan, anderen sloegen iedere week een pollepel kapot. Ik heb soms een stokje, maar meer voor dreiging. Ik kijk wel eens boos." Het standje dat Dirk krijgt heeft weinig effect, want Helena kan haar lachen niet inhouden en daardoor schiet haar moeder ook in de lach. ,,Ja, nou moet jij er niet om lachen!", bromt ze. ,,Metde groten komen er meer zorgen, maar ze lossen het ook wel met mekaar op."

Graag thuis
De jongste spruit, de eenjarige Martin, is een mongooltje. ,,Daar heb ik het in 't begin wel moeilijk mee gehad", bekent mevrouw De Jong.,,Maar later bedacht ik, dat dat al veel eerder had kunnen gebeuren. Ik heb zestien gezonde kinderen!" Ook zijzelf weet nauwelijks wat ziekte is. „De dokter zegt wel eens: ik kom hier alleen maar voor bevallingen.'' De oudste zoons, die verkering hebben, zijn geregeld een zondag bij hun meisje, of de aanstaande schoondochter is bij de De Jongs. ,,Maar pas op een zondag had ik ons hele koppeltje weer thuis", vertelt mevrouw De Jong; ze geniet nog bij de herinnering. ,,Ik verlang op het moment echt nog niet dat het wat rustiger wordt, ik heb de kinderen graag thuis!"

Dansen
Vader en moeder De Vries, woonachtig in Alblasserdam, hebben het "hele koppeltje" niet meer thuis. Acht van de twaalf kinderen (acht dochters en vier zoons) zijn de deur uit; de drie jongste dochters (19, 15 en 11) zijn nog thuis. Vader is inmiddels met de vut. Enthousiast haalt mevrouw N. de Vries (56) herinneringen op aan de kleine en grote belevenissen van haar gezin.,, Ik was 45 toen de jongste geboren werd. Ik durfde het eigenlijk niet te vertellen aan de oudsten, hoe zouden ze het vinden? Thea, die was toen eenjaar of twintig, hielp mij thuis. Op een keer waren we aan 't afwassen en ik werd zo duizelig. ,,Mam, watiser?", vroeg Thea. Ik zei: ,,Joh,je moeder is in verwachting.'' ,,Omam, wat fijn!", riep ze en ze begon me toch door de keuken te dansen met mij!" Mevrouw De Vries verduidelijkt haar woorden door het toneel van ruim elf jaar geleden te herhalen en verklaart dan: ,,Toenwasik eroverheen, he." De Alblasserdamse woning die familie De Vries momenteel onderdak biedt heeft niet alle vreugden en moeiten van het gezin meegemaakt. Na haar trouwdag kwam mevrouw De Vries op een molen bij Bodegraven terecht, waar haar man als timmerman werkte. ,,Ik had daar geen elektra, geen waterleiding, geen radio; ik kon gillen zo hard ik wilde maar niemand hoorde 't, zo afgelegen. Een keer had Thea een ongeluk gehad, ze lag bewusteloos en bloedde erg. Nou, ik ben zo" -de vertelster springt op en rent met een denkbeeldig kind in de armen door de kamer- ,,naar de weg gerend en heb geschreeuwd! Ten slotte hoorde een boer me die in het land bezig was. Gelukkig zijn we later naar Nieuw-Lekkerland verhuisd. Daar had ik elektrisch licht, ik kon strijken, mensen wat een luxe! Weet jenogAnton?"

Vlizotrap
Het huis in Nieuw-Lekkerland was een dubbele woning, waarvan de familie aanvankelijk de helft verhuurde. Maar het gezin breidde zich uit, zodat ze zelf die tweede helft nodig hadden. ,,We hadden een vlizotrap in onze slaapkamer naar de zolder, waar de kinderen sliepen. Toen Jeanine geboren werd, 't was nacht, had ik zo' n angst dat ze van de trap zouden komen. Daar zat ik meer over in dan over de geboorte. Toen ze wakker werden, zei de dokter: nog even wachten jongens. Later kwamen ze beneden, behalve een. Die bleef lekker liggen en zei: ik zie 't morgen wel." Twintig jaar woonde het gezin De Vries in NieuwLekkerland. Behalve veel grappige dingen —waarover moeder smakelijk kan vertellen— waren er ook droeve gebeurtenissen. Zoals de geboorte van een dood kindje. ,,Ik liep te mopperen dat al m' n zussen al uit de kleine kinderen waren en ik was weer in verwachting... Toen kreeg ik een doodongelukkig kindje, zonder hersens. Dan houdjeje mond wel. Ik dacht: dat kindje heeft geen hersens en ik gebruik ze niet. Daarna heb ik nooit meer gedacht: alweer een." Verschillende malen kwam in huize De Vries een gezinshulp over de vloer. ,,Ik heb een maagzweer gehad", verklaart mevrouw de Vries.,,Dejonge meisjes vonden dat wel leuk, zo' n zustertje. Daar hadden ze grote lol mee. Maar ik werd ook veel geholpen door mijn dochters hoor. De kinderen hebben nooit ruzie, zé gaan heel goed met elkaar om. Eentje is zo nuchter! Mam, zei ze eens, ik heb kiespijn. Ik dacht dat het zomaar wat was en zei: ga dan naar de tandarts, 't Is zo druk in een gezin, je kunt niet aan alles aandacht besteden. Kwam ze een uurtje later bij me: kijk mam, deze is getrokken. Ik zeg: meisje toch!"

Werkschema
,,Je krijgt veel kleren. Iemand zei eens: je moet voor veel rommel "dank je" zeggen om wat goeds te krijgen. Dat is waar hoor! Een keer kreeg ik een doos met kapotte kousen.,, Als jij ze stopt kunnen die van jou er een poos mee lopen'', zei de gever. Toen heb ik zo zitten huilen! Maar ik heb ook eens een doos met gloednieuwe onderleggers, flanellen lakens en babykleertjes gekregen. Zelf kleren naaien heb ik niet gedaan, daar had ik ook geen tijd voor. Wel heb ik veel vermaakt, of bij een trui iets anders erop gemaasd, of bij plissérokjes de plooien er weer ingeregen en geperst. Dick z'n eerste nieuwe jas was van zijn eigen geld gekocht: hij spaarde speldjes en die had hij toen verkocht voor twintig cent per stuk. Zo kwam hij aan 64 gulden! Hij was zo trots op die jas, veel gelukkiger dan dat ze nu naar de winkel rennen.'' Volgens een vast schema werkte mevrouw De Vries niet. Misschien had ze het wel,,, maar dat houdt nooit stand. Ben je boven bezig en dan is er beneden een [> bloedneus... 't Was altijd wassen en strijken. En je had altijd een baby, dus je moest altijd vroeg opstaan. Om half zeven stond ik op; het brood en dergelijke had ik de vorige avond al klaar gemaakt. Nadat ik in het ziekenhuis had gelegen deden ze het zelf. Ik werkte tot negen uur 's avonds en dan was het afgelopen. Dan pakte ik een boek of een handwerkje. Dat was mijn tijd. Dat is goed hoor! Dat je je niet schuldig voelt als je even rustig zit. Dat zou ik alle moeders willen aanraden." Van verenigingen en dergelijke was mevrouw De Vries geen lid; daar had ze gewoonweg geen tijd voor. „Toen de kinderen nog thuis waren moest je bijna elke avond naar een schoolavond. Dan kerst van die school en dan van die..."

Boodschappentas
Toen het gezin tien kinderen telde ging men voor de eerste keer op vakantie. „We hadden een boerenschuur gehuurd, 't was vreselijk krap —gelukkig was het mooi weer. We lieten ons door een vrachtwagen brengen. De wasmachine ging mee, want Els was nog niet droog. Als we fietsten met het hele groepie gingen de mensen tellen, of ze wezen naar hun hoofd. Maar dan was ik verschrikkelijk trots. Els zat tijdens de vakantie in een boodschappentas: we hadden geen wandelwagen, wel altijd tweedehands kinderwagens. Ik had geen ruimte om de wagens op te slaan, overal stonden bedden en er waren vaak vrienden over de vloer. Dus bij ieder kind opnieuw een tweedehands kinderwagen kopen. Maar het was wel leuk. Maar druk! Altijd druk en altijd levendig, en als je terugkijkt heb je een heleboel prachtige dingen beleefd. Bijna eenjaar lang heb ik gezegd dat ik 37 was, terwijl ik al 38 was; ik had geen tijd om het uit te rekenen. Op een keer zei m'n man: maar Nel, jij bent toch al 38? Toen zijn we gaan rekenen. Als ze zeiden:,,Hoeveel kinderen heb je?", en ik antwoordde:,,Twaalf", dan vroegen ze soms: ,,Wat moetje daar nou mee?'' Ik zei altijd:,,Nette mensen van proberen te maken."

Liever tien...
Als zijn gezellig kletsende echtgenote even zwijgt, peinst meneer De Vries hardop; ,,Erzitwel een verborgen zegen in. Ze hebben allemaal hun werk, en zelf ben ik ook nooit zonder werk geweest." Zijn vrouw valt in: ,,Ikheb het heus niet slechter gehad dan mijn broers en zussen die minder kinderen hebben. Toen we trouwden zei ik: liever tien kinderen dan geen kind, maar toen wist ik nog niet wat ik zei. Ik wist niet wat het inhield, hoeveel zorg en inspanning het kost. Ik ben zielsblij dat al mijn kinderen het rijker hebben dan ik, maar dat maakt ook niet gelukkig. Ik wens mijn kinderen geen gezin met twaalf kinderen toe. Niet omdat het èrg is, maar ik gün'tzeniet: danlééfje niet. Ik heb tien jaar van mijn leven alleen maar zorgen gehad. Zorgen voor eten, drinken, kleren. Er gaat zo veel moois aan je voorbij, je hebt geen tijd om ervan te genieten. Van de oudste weet ik bij wijze van spreken nog wat-ie woog toen-ie acht maanden was; dat weet ik van Wout niet."

Buikpijn
Dat neemt niet weg dat moeder De Vries,, verschrikkelijk trots" is op haar twaalftal. ,,Alsjemetz'n allen in de auto zat, stonden ze soms te tellen. Hoe ouder ik word, hoe trotser ik word. Onze dochter Agnes is getrouwd met een jongen die ook uit een gezin van twaalf komt. We moesten op de trouwdag in een dubbeldekker naar''t gemeentehuis, nou, ik straalde!!" Bij de herinnering straalt mevrouw De Vries nog. Aanvankelijk had ze er moeite mee haar kinderen het huis uit te zien gaan. ,,Toen de eerste trouwde, heb ik veertien dagen buikpijn gehad: zou ze het wel redden, hoe zou het gaan? Maar toen de vijfde trouwde dacht ik: nu krijgen we lekker wat meer ruimte. Want ja, ze hebben allemaal hun eigen spulletjes." Aan de muur in de Alblasserdamse woning hangt een tegeltje met daarop het bekende "Gebed voor mijn kinderen": Ik leg de namen van mijn kinderen in Uw handen...,, Dat vind ik toch zo mooi", vertrouwt moeder De Vries me toe.,, Weet je, ik bracht de kinderen altijd een eindje weg naar school op de fiets. En als ze op de dijk waren en alleen verder gingen, bad ik: ,,Heere, bewaart u ze nou verder.'' Alsof ik ze zelf het eerste eind wel kon bewaren. Op een keer draaide ik me om om naar huis te fietsen, toen ik bijna onder een auto kwam. Toen besefte ik dat ik mezelf nog niet eens kon bewaren, en die kinderen helemaal niet..."

Kaas
Trouwdagen in dubbeldekkers zijn nog geen zaken waaraan vader en moeder Olieman uit Driebruggen denken. Hun oudste zoon is elf, de oudste meisjes, een tweeling, zijn negen. Dan komen er nog vijf kinderen; in totaal dus acht. Dejongste, Gerdineke, is eind januari geboren. Vijf van de acht kinderen gaan naar school; Johan van bijna drie zit in de kamer aan een lang touw vast (,, Er is hier allemaal water, zo gevaarlijk; de kinderen laten de deuren open", legt zijn moeder uit) en Jacoline van anderhalf staat in de box. Gerdineke ligt uiteraard in de wieg. Tijdens de zwangerschap had mevrouw A. OliemanHogendoorn drie uur in de week hulp van een meisje; nu runt ze het huishouden weer alleen. Tot het huishouden behoort ook het tot kaas verwerken van de melk die de bijna dertig koeien produceren. Momenteel (februari) van elf, de rest van de dieren staat droog omdat ze moeten kalven. ,,Ik sta nu nog om zes uur op; straks, als er meer melk is, weer eerder. We maken kilokaasjes, elke dag twee keer; 's ochtends en 's avonds. Samen met schoonmaken en dergelijke gaat er wel een paar uur werk op een dag in zitten. Ik doe het voordat de kinderen opstaan en 's avonds als de meisjes afwassen en opruimen. Het is hier naast de keuken, vlakbij." In de zomermaanden komt daar nog het werk in de twee groentetuinen bij. ,, Dat doe ik ook graag, ik kan niet stil zitten. We hebben twee diepvriezers, waar alles in gaat."

Bar makkelijk
Hoewel de oudste meisjes nog maar negen jaar zijn, hebben ze al een behoorlijke taak in het gezin. ,,Annelies en Anneke schillen de aardappels, ze strijken, ze bakken cake, ze wassen en drogen af en ruimen 's avonds de woonkeuken op. Ze vinden het leuk, ze doen het graag. Ze zijn bar makkelijk. Als er vriendinnen komen en ik herinner ze aan hun taak, zeggen ze: o, mam, dat doen we straks wel, en dat gebeurt ook. 's Zaterdags moeten ze de bedden opmaken, vaat wassen, schoenen poetsen en het grind harken. Ikzelf heb een vreselijke regelmaat in mijn werk. Ik ga nooit eerder weg dan als alles klaar is. ledere week doe ik een helft van het huis. En met eten klaarmaken en de was ben je een heel poosje kwijt. Ik heb er drie nat." Dejongens hebben buiten hun taak, bij hun vader, die veehouder is. ,,Zogauwze wat kunnen doen, moeten ze helpen", vindt vader Olieman. ,,De oudste verkleedt zich meteen uit school om me te helpen. Natuuriijk werkt hij niet elke middag even hard. Hij mest een paar hokken van de zeugen uit, of hakt hout voor de kachel, of maakt bij voorbeeld de stal schoon. Bert, van zeven, moet elke dag de kippen verzorgen en de pinken voeren.''

Uitleven
's Middags neemt mevrouw Olieman een half uur tot drie kwartier om even te rusten. Haast ter verontschuldiging voegt ze eraan toe:, ,Je bent altijd vroeg op..." Haar avonden vult ze grotendeels met kledingproduktie.,,'s Avonds hoefik haast niets te doen: vaat spoelen, dejongens (Johan en Jacoline) naar bed brengen en kaas maken. Daarna zit ik bijna altijd te naaien of te breien. Het is geen straf, ik doe het graag. Toen ik in de gaten kreeg dat Johan nog geen jas had voor de winter heb ik er een genaaid. De tweeling wil alles hetzelfde, dat is moeilijk om te kopen. En voor nette kleren vragen ze hoge prijzen. Of ik wel tijd heb voor een spelletje met ze? O ja hoor, leuk! Mens erger je niet, of stratego... Als ze naar bed zijn ga ik naaien, breien of borduren. Dat zijn m'n hobby's. Vooral op naaien en breien kan ik me nu uitleven. En die twee meiden breien nu al een spencertje voor hun broertje en zusje. ,,Jij hebt meiden", zeggen ze wel eens. Maar ze zijn nog klein! Ramen zemen laatje ze niet doen, dat komt op jezelf neer. Gelukkig ben ik goed gezond." Er is een tijd geweest dat moeder Olieman dat niet kon zeggen. Johan, die aan zijn touw op moeders schoot is geklommen, was er namelijk ook een van een tweeling. Het ene kindje is na een dag overieden. ,,Toen was ik er heel slecht aan toe. Ik denk: 't gaat nooit. Dat zeg ik niet gauw, maar ik dacht het wel!"

Niet alleen
Wat de ruimte betreft kunnen er nog wel een paar kinderen in de Driebruggense boerenwoning worden ondergebracht. ,,Maar wij zullen geen zestien kinderen krijgen", weet mevrouw Olieman. ,,Dan moetje ergjong getrouwd zijn. "Zij is 37 jaar en is I2V2 jaar getrouwd. Hoewel ze 'nog maar' acht kinderen heeft, krijgt ze voldoende commentaar. ,,Ze zeggen datje in verwachting bent terwijl het nog lang niet zo is. Pas zei iemand: En ze moeten allemaal later aan de kost komen. .. Dacht je dat ik er nü al over in zat wat Gerdineke moet worden?! De mensen kunnen niet begrijpen datje het prachtig vindt. Nou ja, als ze ziek zijn en overgeven en je nachten achter elkaar eruit moet ben je 't ook wel eens zat... Maar als alles maar goed gezond is. Opvoeden is wel moeilijk. Ze nemen vaak meer van een ander aan: pas had de dominee in een preek gezegd datje God verdriet doet als jeje ouders niet gehoorzaamt. Nou, dat kon ik toch een paar dagen merken! Van elkaar nemen ze trouwens ook veel aan, ze voeden elkaar ook op. Als ze tegen me zeggen: Het is te zwaar voor je, zeg ik: Wie moet de kinderen opvoeden, jij of ik? En je hoeft het niet alleen te doen." Er zijn nog maar heel weinig gezinnen waar tien of meer kinderen geboren worden, ook in onze gezindte. Door menselijk ingrijpen? Zo ja, mag dat, in het licht van Gods Woord? Een onderwerp waar niet of nauwelijks over gesproken wordt. In de volgende Terdege laten we hierover een huisarts en een predikant aan het woord.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 26 april 1989

Terdege | 80 Pagina's

De was doen en eten klaarmaken vormen het meeste werk in een groot gezin

Bekijk de hele uitgave van woensdag 26 april 1989

Terdege | 80 Pagina's