Oud-hofmaarschalk mr. Van Zinnicq Bergmann:
"Mijn hele carrière is meer geluk dan eigen verdienste, laten we het zo zeggen"
Vijfendertig jaar lang leefde hij in de schaduw van Nederlands vorstinnen. Aanvankelijk als adjudant. Later als hofmaarschalk. Publiciteit heeft mr. R.J.E.M van Zinnicq Bergmann nimmer begeerd. Het was voor zijn kinderen dat hij zijn oorlogsherinneringen op schrift stelde. Op aandringen van vrienden besloot hij het manuscript aan de openbaarheid prijs te geven. Afgelopen maandag nam zijn vriend prins Bernhard het eerste exemplaar van'' Het doel bereikt'' op Paleis Het Loo in ontvangst. De prins verzorgde ook het voorwoord in het boek van'' Robby''. Terdege sprak met de auteur over zijn opleiding aan de rooms-katholieke kostschool "Rolduc", zijn vlucht naar Engeland, zijn carrière als oorlogsvlieger bij de Royal Air Force en zijn loopbaan als hofmaarschalk. Herinneringen van een bescheiden aristocraat. <br />
Op de schoorsteenmantel van commodore der luchtmacht mr. R. J.E.M, van Zinnicq Bergmann staan twee foto's. Links de beeltenis van zijn echtgenote. Rechts de markante kop van de Engelse president Churchill. Beide afbeeldingen zijn hem lief. Die van zijn vrouw, omdat hij met haar al 45 jaar blijde en droeve dagen deelt. Die van Churchill, omdat de legendarische Engelsman diepe indruk op hem maakte, toen hij een week met hem optrok. Als herinnering aan deze ontmoeting voorzag de Engelse staatsman zijn portret van een onderschrift. "To captain Van Zinnicq Bergmann from Winston S. Churchill". ,,Diefotozouik niet graag missen'', verzekert de bezitter me.
Kostschool "Rolduc"
Robert van Zinnicq Bergmann wordt op 11 april 1917 geboren in 's-Hertogenbosch. Zijn vader runt in deze plaats met een broer een bekend advocatenkantoor. Het geestelijke klimaat thuis typeert Bergmann als liberaal roomskatholiek. Van Den Bosch verhuist de familie naar een kolossaal landhuis in Vught. Voor de zoons is het een lustoord. Vooral Robert geniet met volle teugen van het vrije leven. ,,Ik heb een heerlijke jeugd gehad. Daar mankeerde niets aan." Voor zijn schoolprestaties is de nieuwe omgeving niet bevorderlijk. Zijn vrije tijd brengt hij door met paardrijden en motorcross. Met het resultaat dat het derde jaar van het gymnasium een lijst oplevert met uitsluitend onvoldoendes, afgezien van de negen voor gymnastiek. ,, Ik heb toen zelf voorgesteld naar een kostschool te gaan, omdat ik wel aanvoelde dat er anders niets van me terecht zou komen. M' n twee jongere broers waren daar allerminst gelukkig mee, want zij moesten mee. De opleiding daar was knalhard. Je stond om zes uur op. Half zeven ging je naar de kerk. Van de kerk naar de studiezaal. Van de studiezaal naar het ontbijt. Daarna mocht je een tijdje rondlopen. Dan ging je naarde klassen. Voor en na de lunch had je even vrij. Dan weer naar deO studielokalen en vervolgens naar de klaslokalen. Na een uitgebreide thee ging je opnieuw naar de studiezalen. Na het avondeten had je nog een uurtje vrij en om negen uur lag je in bed. Het beviel me slecht, maar ik heb er wel hard leren werken.''
"De grote stal"
Na het behalen van zijn gymnasiumdiploma begint Bergmann aan de opleiding tot officier bij de cavalerie. ,,We waren aan ons laatste jaar van de KMA bezig, toen de Duitsers binnenvielen. Dat betekende het einde van de gouden dagen voor de oorlog.'' Bergmann ligt de beruchte tiende mei van 1940 met hoge koorts te bed in zijn ouderlijk huis.,, Als je ziek werd, was het de kunst om het weekend te halen. Lukte dat niet en belandde je in de ziekenboeg, dan kwam je er niet meer uit. Het is een krankzinnig verhaal, maar ze hielden je zo lang mogelijk vast, omdat de bezetting van de bedden het voortbestaan van de ziekenboeg garandeerde. Werd de bezettingsgraad te laag, dan zou de zaak worden opgeheven. Wij wisten dat. Alsje ziek werd, dan zorgde je datje thuis kwam, soms meer dood dan levend. Want kwam j e in " de grote stal" terecht, dan was je wel even onder de pannen."
Oorlogsdagen
Met hoge koorts was Robert in Vught aangekomen. Een militaire arts had hem bevolen in bed te blijven. ,, Dat was natuurlij k mooi en aardig, maar toen die tiende mei om vier uur de luchtdoelartillerie begon te schieten, dacht ik: nu moet ik zien dat ikbijm'nonderdeel kom. Op m'n motor ben ik naar het derde legerkorps in Vught gereden en heb me gemeld. In de gang trof me het noodlot, dat ik die dokter tegen het lijf loop. Die zegt: jij had in je bed moeten liggen. Waarop ik antwoordde: u kunt toch niet van mij verwachten dat ik, met mijn opleiding achter de rug, in bed ga liggen als er een ooriog is? Terwijl wij daar stonden te bekvechten kwam generaal Van Nijnatten langs. Die hoorde onze verhalen aan en zei: ,,Ik heb begrip voor uw beider standpunt. Dokter, ik neem deze jongen ondermijn hoede als mijn ordonnans. Is hij te beroerd om nog verder te lopen, dan laat ik hem weer in bed duiken.'' Dat was een zeer sympathieke oplossing.''
Kardinale blunders
De derde oorlogsdag wordt Bergmann in Vianen door een Nederlandse legerwagen geschept. Met een gebroken been wordt hij naar Amsterdam afgevoerd, waar het lichaamsdeel in een veldlazaret wordt gezet. Vandaar brengt men hem naar een diakonessenhuis. Na zes weken wordt de jonge officier ontslagen en door een broer teruggehaald naar Vught. Daar blijkt bij controle-onderzoek dat het been in de haast verkeerd gezet is, zodat een tweede operatie moet worden uitgevoerd. Als hij weer op de been is, rijpt bij Robertal snel het plan om naar Engeland uit te wijken. Met vier vrienden van de KMA zoekt hij naar een vluchtweg. Ze zijn daarin niet de enigen. ,,We waren volkomen onervaren en begingen kardinale blunders. Praatten te veel. Gingen te lichtvaardig op informatie in. Ik was in Den Haag, toen een Schevenings vissersschip een groep militairen naar Engeland zou overbrengen. Zoals zo dikwijls zegt je intuïtie: hier klopt iets niet. Het is tè ongeloofwaardig datje op zo'n schip zomaar de haven uitvaart. Een week later werd bekend dat alle opvarenden waren gearresteerd."
Overval
Kort daarop worden drie van de vier kameraden van Bergmann opgepakt. Met een overval op het huis in Utrecht waar Bergmann met zijn overgebleven lotgenoot bivakkeert, hopen de Duitsers de laatste twee leden van de groep in te rekenen. ,,Er wordt gebeld, ik loop naar een balkon, en daar staan de heren. M'n kameraad is uit het raam gesprongen en kreeg al die Duitsers achter hem aan. M'n vriend de latere generaal Beelaerts van Blokland, die toevallig op bezoek was, rende achter me aan naar m'n kamer. Samen stonden we in een kast. Als je maar een vinger bewoog kraakte dat ding. Het was natuurlijk te ridicuul om als twee volwassen kerels in een krakende kast gearresteerd te worden. We zijn eruit gestapt en Beelaerts, die buiten alleen een chauffeur zag staan, besloot te ontsnappen. Hij is naar buiten gegaan en gewoon weg gewandeld. Ik dacht: als hij het kan moet het mij ook lukken. Een dienstbode hielp me in m'n regenjas, ik ben naar buiten gewandeld en heb het na een goeie vijftig meter op een sprint gezet. Ik denk dat in de Utrechtse binnenstad het wereldrecord hardlopen geslagen is."
België
Bergmann begrijpt dat hij zich thuis niet meer moet laten zien. Begin februari '41 wordt hij door een bevriende Deurnese huisarts ondergebracht op een stoomsleepboot. Twee maanden later smokkelt de kapitein van de "Lodewicus" hem over de Belgische grens. Een vriendin van een oudere broer heeft hem het adres meegegeven van een oom in Luik, die hem verder zal helpen. Van Luik reist de cavalerie-officier per trein naar Tournai. Van het contactadres in deze plaats, dat zijn helper in Luik hem heeft doorgegeven, is niet meer dan een geblakerde ruïne over. Het tweede contactadres bevindt zich over de grens, in Lille. Gedesillusioneerd zoekt de vluchteling onderdak in een hotelletje niet ver van de grens. Aan de waardin vertelt hij, dat hij op weg is naar familie die in de oorlogsdagen naar NoordFrankrijk is gevlucht, maar dat hij niet over geldige papieren beschikt om de grens tussen België en Frankrijk te passeren. Zij legt hem uit hoe hij de grenspost kan ontlopen.
Frankrijk
Op bevel van de contactman in Lille laat hij pasfoto's maken. Een dame die haar dochter in Parijs wil bezoeken, zal als gids dienen. Niet ver van de Somme zullen ze uit de trein stappen en naar een plaats in de buurt van de rivier lopen, waar een "passeur'' hen de over de nieuw gevormde grens zal helpen. Opnieuw wacht een teleurstelling. De passeur is opgepakt. Maar zijn vrouw kent een plaatsgenoot die hetzelfde werk doet. In het dorpscafé ontmoeten Bergmann en zijn vrouwelijke gids passeur Marcel, die met een van Bergmanns pasfoto's een primitieve identiteitspas voor de Nederlander fabriceert. Daarmee passeert hij de grenswachters van Amiens. In een dorp over de grens besluit hij iets te gaan eten op de goede afloop. In het restaurantje raakt hij in gesprek met een jonge kerel in boerenkleding. De "boer" vertelt hem dat hij in Lyon studeert en zijn ouders in het bezette deel van Frankrijk heeft bezocht. Omdat de Duitsers niet scheutig zijn met reispassen, maakt hij gebruik van een sluiproute.
Demarcaticlijn
Als Bergmann vertelt dat ook hij naar het onbezette deel van Frankrijk wil, stelt de student, Jean, voor samen verder te reizen. In Parijs neemt het tweetal de nachttrein naar Dijon, het laatste station voor de demarcatielijn. Een oude, nog geldige identiteitskaart van hemzelf bouwt Jean met een pasfoto van Robert om tot een pas voor zijn metgezel. De volgende morgen loopt de trein Dijon binnen. Per bus en benenwagen bereiken de samenzweerders de plaats waar Jean de demarcatielijn pleegt over te steken. Ze overnachten bij een kennis van de Fransman, een boer die tegen de demarcatielijn woont. De volgende morgen zwemmen ze de grensrivier over. Voor Robert is de kust in het vrije Vichy-Frankrijk nog niet veilig. Vreemdelingen worden subiet over de grens gezet. In de hoop niet gesnapt te worden, reist hij met de trein naar Lyon. Daar laat hij Jean achter en reist door naar Nice, waar hij een Nederiandse consul hoopt aan te treffen. Als hij in de restauratiewagon wat wil eten en voorwendt zijn voedselbonnen te hebben vergeten, is de ober onverbiddelijk. Een Frans echtpaar redt hem uit zijn benarde toestand. Het biedt hem niet alleen bonnen aan, maar ook onderdak voor de nacht.
Jozef Luns
De volgende dag brengt de Nederlandse vluchteling een bezoek aan consul De Kuyper. Diens zoon blijkt in de mobilisatietijd bij hetzelfde eskadron als Bergmann te hebben gediend. De consul brengt Robert onder in Monte Carlo, waar ook een nieuw identiteitsbewijs voor hem wordt gemaakt. Na overieg wordt hij op een lijst geplaatst van emigranten die naar Zuid-Amerika uit willen wijken. Een jaar brengt hij in Monte Carlo door, waarvan een deel op het landgoed van een Belgische dame. Eindelijk komt het veriossende bericht dat zijn doorreisvisum is verstrekt. In het Spaanse Barcelona gaat hij aan boord van de " Cabo de Bueno Esperanza". Vastbesloten zo snel mogelijk naar Engeland uit te wijken. Bij een stop in het Portugese Lissabon neemt Bergmann contact op met zijn achterneef Jozef Luns, die daar als secretaris werkzaam is op de ambassade. Die regelt een plaats in het vooronder van een Engelse sleepboot, waarmee Bergmann en twee vrienden naar Gibraltar worden gesmokkeld. De torpedojager H.M. IsaacSweers brengt het drietal naar Glasgow. Vandaar wordt de reis per trein vervolgd naar Londen. Daar geeft Bergmann te kennen dat hij bij de Engelse luchtmacht, de Royal AirForce, wil dienen. Het is inmiddels juni'42.
Goed gemiddelde
De jonge officier ontvangt een opleiding in het Engelse Cambridge en de Canadese plaatsen Calgary en Medicine Hat. Na het behalen van zijn brevet keert hij terug naar Engeland, waar hij een training voor het vliegen op een Spitfire en een Hurricane krijgt. Na een ongelukkig uitgevoerde landing laat de commandant van de basis hem 's avonds in de kantine weten, dat hij ongeschikt is voor het vliegen in een Spitfire. Bergmann, die zijn carrière in rook ziet opgaan, is woedend. Tot verbazing van alle aanwezigen haalt hij zijn fiets op, neemt plaats op het stuur, en rijdt in deze ongebruikelijke positie drie rondjes rond het biljart. Om vervolgens de commandant uit te dagen dit na te doen. De man neemt het sportief op en beseft dat het niet reëel is om van de onervaren vlieger een perfecte landing te verwachten. Aan het eind van de cursus tekent hij het logboek van Bergmann af met de vermelding: goed gemiddelde.
Typhoon
Berichten over de lange wachtlijst voor het Neder- \> landse Spitfire Squadron doen Bergmann besluiten zich op te geven als vrijwilliger voor de beruchte jachtbommenwerper Typhoon. „Mijn grote angst was, dat ik niet meer aan de strijd deel zou nemen. We maakten met die Spitfires wel operationele trips boven Engeland, maar dat hield niets in. Alleen als je in de buurt van de Engelse marinebasis kwam, merkte je dat het oorlog was. Die jongens schoten op alles wat vloog." Een bevriende arts levert hem een schriftelijke verklaring, waarop vermeld staat dat hoofdpijnklachten hem ongeschikt maken voor het vliegen in een Spitfire, vanwege de hoogte waarop dit toestel opereert. Na vijftien vlieguren in een Typhoon worden Bergmann en zijn Nederlandse vriend Fricky ervaren genoeg geacht voor deelname aan de gevechten. Het tweetal wordt ingedeeld bij de 124e Wing en in augustus '44 overgebracht naar Coulombs, een van de eerste Engelse vliegbases op het onlangs gevormde bruggehoofd in Normandië. Het is niet meer dan een uitgebreid stuk akkeriand. Stoffig en smerig. Een op een stelling aangebrachte badkuip vormt de wasgelegenheid. Het water in de kuip wordt verwarmd door eronder een vuur te stoken.
Kameraadschap
De vier squadrons van de Wing tellen gezamenlijk een kleine honderd Typhoons. Het pilotenbestand komt uit de hele vrije wereld. ,,De mentaliteitwas geweldig. Een enorme kameraadschap. Daar heb ik de beste herinneringen aan. Ik had het niet beter kunnen hebben. Je kon aan deze kerels merken dat ze er diep van overtuigd waren, dat ze vochten voor een goede zaak." Na zware gevechten komt beweging in het front. De Typhoons van de 124e Wing vliegen van Coulombs naar het veroverde vliegveld Creton. Vandaar naarAmiens. Van Amiens naar Brussel. Daar worden de twee Nederiandse Typhoonpiloten ontboden door prins Bemhard, om verslag te doen van hun ervaringen. In deze periode fungeert Bergmann als organisator van het uitgaansleven voor de Typhoonpiloten. Een taak die zijn makkers hem spontaan op de schouders leggen, als bekend wordt dat hij verschillende aantrekkelijke achternichten in Brussel heeft.,,De zedelijke standaard is in een ooriog niet zo hoog'', bekent de Haagse aristocraat. ,,Hetis dan echt: pluk de dag. Er zijn er maar weinigen die boven dat niveau uit weten te groeien. Ik behoorde daar zeker niet toe.''
Slag om Arnhem
Zondag 17 september wordt bekendgemaakt, dat op deze dag de grootste luchtlandingsaanval sinds het begin van de oorlog zal plaatsvinden. Parachutisten moeten de bruggen over Maas, Waal en Rijn intact in handen zien te krijgen. Taak van de 124e Wing is, de batterijen van de beruchte luchtafweergordel bij Arnhem buiten werking te stellen. Vierenzestig Typhoons stijgen op, de grootste formatie waarin Bergmann ooit heeft gevlogen. Door een regen van granaatvuur duiken ze neer op de batterijen onder hen.,, Het valt inderdaad niet mee als je die vuurballetjes langs je heen ziet gaan'', zegt Bergmann. ,, Dat is niet prettig. Maar het went en je trekt je altijd op aan de kerels die er steeds weer goed van afkomen. Je moet niet te veel vooruit denken. Dan durf je je toestel niet meer in. Je moet de situatie waarin je verkeert accepteren.'' Het toestel van Bergmann keert zwaar gehavend naar Brussel terug. Brandweerwagen en ambulance staan gereed voor het geval het toestel de landing niet zal doorstaan. Maar de kist houdt stand. Niemand is bij de operatie omgekomen. Een half uur later wordt door piloten van Spitfires gemeld dat zeventig procent van de luchtafweer bij Arnhem buiten werking is gesteld.
Bombardement
De volgende dag vliegt Bergmann als kwartiermaker van Brussel naar het veroverde vliegveld Eindhoven. Enkele dagen nadien legt hij hetzelfde traject in een auto af. De opmars verloopt veel langzamer dan is verwacht. De geruchten over de gang van zaken rond Arnhem worden steeds verontrustender. Eind september is duidelijk dat de slag om Arnhem is mislukt. Begin november is Bergmann betrokken bij een bombardement op Paleis Het Loo. In het vierkante torengebouw aan de noordvleugel van de stallen zijn SS'ers gehuisvest. Met grote precisie wordt het gebouw vemietigd. De eerste januari van 1945 tracht Duitsland nog eenmaal de luchtovermacht van de geallieerden te breken, door massaal geallieerde bases in Nederland, België en NoordFrankrijk te bombarderen. Eindhoven behoort tot de zwaarst getroffen vliegvelden. Slechts veertien dagen na de verrassingsaanval hebben de geallieerden alle escadrilles weer op volle sterkte.
Vluchtcommandant
In de maanden die volgen volbrengen de Typhoons missies tot ver in Duitsland. In de lucht zijn de geallieerden heer en meester. Maar de afweer van de Duitsers is in vijfjaar dermate geperfectioneerd, dat vele geallieerdejagers worden neergehaald. Bergmann heeft het inmiddels gebracht tot vluchtcommandant. In het voorjaar van '45 krijgt hij het Engelse Distinguished Flying Cross uitgereikt, wegens moedig gedrag bij een onderzijn leiding uitgevoerde aanval. Hij behoort inmiddels tot de oude garde van de Wing. In de achterliggende tien maanden zijn 130 toestellen verloren gegaan. Daarbij lieten 65 piloten het leven. De vierde mei voert Bergmann zijn laatste opdracht uit: een bombardement op het vliegveld Flensburg. Terwijl hij zijn moordende lading neerwerpt, ontvangt hij het bevel onmiddellijk naar de basis terug te keren. Voor het oog is er niets bijzonders gebeurd. Maar als de mannen uit hun kisten klimmen en naar de squadronshut lopen, zien ze op de motorkap van een jeep flessen champagne en glazen gereed staan. De strijd tegen het nationaalsocialisme is gestreden. Het door Bergmann geleide squadron heeft de laatste ooriogsvlucht van de 124e Wing uitgevoerd.
Adjudant
In de zomer van 1945 wordt Bergmann door koningin Wilhelmina aangesteld als haar adjudant voor de Luchtmacht. Toen tijdens een maaltijd het bombardement op Het Loo ter sprake kwam en Bergmann bekende dat hij daaraan deel had genomen, antwoordde Wilhelmina het te betreuren dat in Paleis Noordeinde geen SS'ers hadden gezeten. Ze verfoeide het gebouw en had het gaarne in rook zien opgaan. Hetzelfde jaar treedt Bergmann in het huwelijk. Na zijn driejarige adjudantschap wacht hem een topfunctie bij de farmaceutische fabriek Organon. Organon-topman Saal van Zwanenberg heeft hem al in de oorlog een directiefunctie in Zuid-Amerika aangeboden. Het zal anders lopen. Door de ooriog met Indonesië kan van ontslag van beroepsofficieren geen sprake zijn. De klap komt voor Bergmann hard aan. Ook Wilhelmina hoort van zijn teleurstelling en vraagt hem in 1947 tijdens een lunch: ,,Heb ik goed begrepen, mijnheer Bergmann, datu liever pillen gaat draaien voor mijnheer Van Zwanenberg dan voor mij te werken?" De aangesprokene weet niet beter te antwoorden dan dat hij toch ook aan zijn toekomst moet denken en aan zijn jonge gezin. Kort daarop wordt hij door de Vorstin ontboden. Ze vertelt de adjudant dat ze hem tot haar hofmaarschalk wil benoemen. ,,Ik heb gezegd: wat moet ik me daarbij voorstellen. Majesteit? Daar had ik geen notie van. Ze heeft me toen de inhoud van de functie uitgelegd. Je taak als hofmaarschalk is ervoor te zorgen dat de huishoudelijke dienst van de koninklijke familie zonder problemen verloopt. Pas later heb ik begrepen dat het een novum was dat iemand op 30-jarige leeftijd zo'n functie kreeg aangeboden.
Wilhelmina
Aanvankelijk combineert Bergmann vier functies. Behalve adjudant en hofmaarschalk is hij jagermeester en intendant van de koninklijke paleizen in Den Haag. De laatste functie houdt in, dat hij verantwoordelijk is voor het onderhoud van deze gebouwen. Het optreden van Wilhelmina heeft op Bergmann diepe indruk gemaakt. ,,Zoals op iedereen die met haar te maken kreeg. Ze was een zeer bewonderenswaardige vrouw met een geweldige wilskracht. Een in mijn ogen bijzondere beslissing die ze nam was, dat ze Nederlanders die in Engeland aankwamen liet beslissen bij welk onderdeel ze het liefst dienden om de Duitsers te lijf te gaan. Watinhield datje je maximaal inzette. Ik denk ook aan de benoeming van de broer van Rost van Tonningen tot chef van het Militaire Huis. Een man met een zeer besmette naam, die zij ondanks de publieke opinie op die post heeft gesteld, omdat hij een buitengewone persoonlijkheid was."
Afstand bewaren
Hoewel koningin Juliana door haar studie in Leiden en verblijf in Canada veel minder afstandelijk was dan haar moeder, heeft Bergmann zich nimmer laten verleiden tot een joviale houding. Zelfs niet toen de relatie van dien aard werd, dat het echtpaar Bergmann regelmatig met koningin Juliana en prins Bernhard op vakantie ging.,, In dat soort diensten moetje dacht ik goed je afstand blijven bewaren. Dan kun je ook veel makkelijker wat zeggen als ietsje niet bevalt. Ga je met elkaar om in de "jij-en-jou-sfeer", dan is dat veel moeilijker. Met de prins heb ik een zeer vriendschappelijke verhouding, maar ik heb hem nog nooit bij zijn voornaam genoemd. Ik ken veel mensen die dat wel doen en de Prins is de laatste die daarover zal vallen, maaralsje in iemands dienst bent moetje je plaats weten." Bewust heeft Bergmann zich altijd op de achtergrond gehouden. Reden waarom hij niet in een voertuig met een AA-kenteken reed. ,,Hoe minder je opvalt, hoe beter het is. Ik kreeg liever een verbaal als meneer Van Zinnicq Bergmann dan als de hofmaarschalk van de Koningin."
Formidabele man
Door zijn functie heeft de Hagenaar talloze groten ontmoet. „En ik moet zeggen, ik heb nooit een staatshoofd ontmoet van wie ik niet zei: ik begrijp dat die man is boven komen drijven. Niet dat ze me allemaal sympathiek waren, maar het waren allemaal duidelijk persoonlijkheden. De president van Liberia is vermoord. Daar zal wel een reden voor geweest zijn. Ceausescu hebben ze afgemaakt. Was ook niet voor niets. De sjah van Perzië hebben ze verdreven. Maar als je nou vraagt: wat was je ervaring met die mensen, dan zeg ik van allemaal:' t is niet m' n type, maar het waren wel persoonlij kheden.'' De mooiste herinneringen bewaart Bergmann aan Winston Churchill. Een week lang trok hij als begeleider met hem op, toen de Engelse "bulldog" kort na de oorlog met vrouw en dochter een bezoek aan Nederland bracht. ,,Een formidabele man. Formidabel. Zeer snel van begrip en zeer geestig. Heel makkelijk in de omgang ook. Ik was erg van hem onder de indruk."
Horloge
Met prinses Juliana en prins Bernhard heeft Bergmann nog altijd zeer vriendschappelijke contacten. Zo gaat hij regelmatig met de Prins uitjagen. Als blijk van waardering voor zijn plichtsgetrouwheid schonk Bernhard hem zelfs zijn eigen gouden Rolex-horloge. ,, Op een goeie dag zei hij tegen me: Robby, dat horloge heb ik in m'n testament aan jou vermaakt. Ik dacht dat het een grapje was, dus ik zei: Koninklijke Hoogheid, dat is ontzettend aardig van u. Maar punt één: wie zegt dat ik u overleef. En punt twee: stel dat u op reis gaat naar Afrika en boven Oeganda valt de motor van het vliegtuig uit, dan zou het me toch verdriet doen als Idi Amin met mijn horloge ging rondlopen. De Prins ging daar verder niet op in. Maar de volgende kerstmis komt er van Soestdijk een cadeau: een prachtige doos waarin het horioge zit. Ik draag het alleen bij heel bijzondere gelegenheden, zeker als ik weet dat ook de Prins daarbij aanwezig is." Als hem wordt gevraagd zijn loopbaan in enkele woorden samen te vatten, komt de Haagse aristocraat tot de conclusie dat zijn hele leven'' een eindeloze aaneenschakeling van geluk" is geweest.,,M'n carrière is meer geluk dan eigen verdienste, laten we het zo zeggen. Ik denk dat mijn moeder veel voor me gebeden heeft. Dat weetik welzeker."
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 25 april 1990
Terdege | 72 Pagina's