Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Pubertijd

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Pubertijd

Het kind op zoek naar zichzelf

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

„ Waar bemoeien jullie je mee! Ik ben oud en wijs genoeg om zelf te weten wat ik doe. Ik ben geen kind meer. Trouwens, ik krijg veel te weinig zakgeld en ik moet nog een nieuwe spijkerbroek en nieuwe schoenen..."<br />

Het kind is ouder geworden. De puberteit komt eraan, zo schreef ik de vorige keer. Nu is de puberteit een stormachtige en tevens belangrijke periode in het mensenleven. Vele boeken zijn erover geschreven en het is dan ook ondoenlijk om alle facetten tot zijn recht te laten komen binnen de ruimte van een artikel. Ik beperk me deze keer tot beschrijving van de puberteit, terwijl ik de volgende keer hoop in te gaan op de opvoeding van de puber in die periode. In de puberteit, zo tussen het 12e en 18e levensjaar, verandert het kind sterk. Het lichaam groeit en wordt volwassener. Het is een proces dat vrij lang duurt, met horten en stoten, met hollen en stilstaan.

Disharmonie
Ook de geestelijke ontwikkeling doet daarin mee. Hoe die ontwikkeling gaat, is per kind verschillend. Het grillige van deze veranderingen is vooral te zien aan het lichaam. Soms is er een groeispurt en dan weer lijkt het of er niets verandert. Geen wonder, dat de puber bij zo'n plotselinge groei geen raad weet met zijn slungelige benen of lange armen. Er is eigenlijk een disharmonie ontstaan. Het lichaam is hem of haar vreemd geworden en dat dat zijn invloed heeft op de geestelijke ontwikkeling is zeker.

Vijandig
Rousseau vond deze veranderingen zo ingrijpend, dat hij het een tweede geboorte noemt: het kind is een ander wezen geworden. Zo'n nieuwe situatie is voor ouders en kind niet zo gauw te overzien en het is dan ook logisch, dat er herhaaldelijk grotere en kleinere conflicten voorkomen. De onbeholpenheid, onhandigheid en onbeheersbaarheid -een gevolg van het veranderde lichaam — geeft bij voorbeeld aanleiding tot standjes. Daardoor voelt de puber zich verongelijkt; hij is onrechtvaardig behandeld, is in zijn wiek geschoten en verdedigt zich, hetzij mokkend, hetzij met een grote mond. Als we niet oppassen staan we als ouders veel te vaak vijandig tegenover ons kind! De puber zelf weet zich geen raad met deze situaüe. Hij herkent zichzelf eigenlijk niet en allerlei verschijnselen vervullen hem met onbestemde angst. Het gaat allemaal zo anders dan vroeger. Zijn doen en laten wekt ontevredenheid en kritiek op bij vader en moeder. Onbegrepen trekt de puber zich terug in de eenzaamheid, of hij zoekt zijn heil bij zijn leeftijdgenoten, die ook dergelijke ervaringen hebben.

Eigen plaats
De puberteit is een belangrijke periode, noodzakelijk, en bovendien zinvol. In deze periode wordt immers het/cara/rter gevormd, de persoonlijkheid zoals zij zich verder in het leven zal vertonen. Het is een tijd van verdergaande ontwikkeling, van een zich losmaken van vader en moeder, een zoeken, een kritisch beschouwen. Het kind wordt geconfronteerd met zichzelf. Het hele gevoelsen gemoedsleven gaat zich langzamerhand ontwikkelen. Sociale gevoelens ontwaken, en de belangstelling van het opgroeiende kind gaat uit naar het innerlijke en het abstracte. ,,Wie ben ik, waar kom ik vandaan? Wat doe ik in dit leven? Waarom moet dat allemaal? Wat voor zin heeft dit alles?", zijn de kernvragen waar het mee worstelt. Zo is de puber bezig met zijn persoonlijkheidsvorming.

Geen kind meer
Het ontwaakte zelfgevoel zegt: ,,Ik ben geen kind meer en ik laat mij niet meer als kind behandelen." Inmenging, welgemeende hulp van volwassenen voelt hij aan als hinderlijk en storend. ,,Zie je wel, dat ze alles voor me willen regelen! Ik kan het zelf wel!", moppert de puber. Hij moet er niets van hebben en dat laat hij merken ook: verzet, tegenspreken, uit de band springen, doen wat hij zelf goed vindt... In deze fase denkt hij soms heel wat van zichzelf. Hij is dichter, schilder, kunstenaar, componist, diepe doordenker van de problemen. De volwassenen staan echter tegenover hem. Zij zien hem niet als geniaal, als superbegaafd. Zij hebben kritiek op hem en dat kan hij niet verdragen. Het grote kind voelt zich miskend, afgestoten, op zichzelf teruggeworpen, in zijn waardigheid aangetast, onbegrepen, alleen en vol wraakgevoelens en verzet. Toch merkt hij vaak wel degelijk, dat hij hier en daar te kort schiet en dat brengt weer —min of meer ernstige— minderwaardigheidsgevoelens mee.

Tegenstrijdig
In de puber leven allerlei tegenstrijdigheden. Alles heeft contrast, alles is in verwarring. De jongere zelf en alle verschijnselen die hij vertoont, zijn voortdurend met zichzelf in tegenspraak. Hij is zelfstandig èn afhankelijk, blij èn bedroefd, groot èn klein, hard èn meelevend... De puber staat zeer kritisch tegenover zijn ouders, zijn leraars en wie ook maar over hem gesteld zijn. Er is eigenlijk een afstand ontstaan tussen hem en dat wat vroeger zo gewoon was. Die afstand maakt, dat de puber er ook anders tegenaan kijkt. Bepaalde verhoudingen worden betrekkelijk, vader en moeder zijn geen absolute autoriteiten meer. Ze zijn ,,ook maar een mens", met (vele) fouten en gebreken. Het kind is in deze periode nog veel te veel met zichzelf en zijn eigen problemen bezet, om meegevoel, deernis of verdraagzaamheid op te brengen. Nee, het verdwijnen van vroegere zekerheden vraagt om zelfhandhaving, en dat uit zich in soms harde en meedogenloze kritiek. Personen, normen, waarheden worden op de proef gesteld, scherp bekeken, in zwartwit beoordeeld, en als ze de toets van de kritiek niet kunnen doorstaan, dan wendt de puber zich er met een "waardeloos" vanaf. Waar wij als vader en moeder pal voor staan, de normen en waarden die we onze kinderen leren, kunnen in deze periode door de jongere als nutteloos en onwaarachtig afgewezen worden. Een moeilijke tijd in de religieuze opvoeding is aangebroken!

Behoefte aan raad
Naast die verzetslust, die onafhankelijkheidsgeest tegenover volwassenen, ligt -zonder enige overgang of verbinding— echter ook een minstens even sterke behoefte aan aansluiting, bewondering, hulp, raad en vooral aan sympathie. Maar hoe vind je als vader en moeder nu het juiste moment voor goede raad? Meestal is het zo, dat de puber aan zijn ouders juist géén vertrouwen schenkt. Ze zoeken een ander, tot wie zij zich aangetrokken voelen. Het ontwakend kritisch oog van de puber ziet veel te veel gebreken in vader en moeder, en bovendien ontdekken ouders dikwijls te laat, dat hun zonen en dochters geen kinderen meer zijn. Anderen -oom, tante, opa, oma, leraar of dominee— kunnen veel goed maken, al moeten ze de puber niet aan boord komen met afgepaste meningen, waarover niet te discussiëren valt.

In de groep
De puber heeft bovenal behoefte zich aan te sluiten bij leeftijdgenoten of bij iets ouderen. Dit is de leeftijd waarop de hechtste en duurzaamste vriendschapsbanden gelegd kunnen worden. Jongeren horen graag bij een groep en bezoeken bij voorbeeld verenigingen. Anderen leven liever op straat en vormen met elkaar soms benden die weinig goeds uitrichten! Zo afwerend en ontwijkend de opgroeiende jeugd vaak tegenover volwassenen staan, zo samenscholend en samenhokkend zijn ze tegenover elkaar. Tegenover het gezag tonen pubers zich dwars en ze vechten voor hun zelfstandigheid, maar tegenover leeftijdgenoten worden ze -bij wijze van spreken"kuddedier". Ze zijn nergens zo bang voor als voor de afkeuring en de spot van hun vrienden. Ze kennen geen grotere zorg dan om te zijn, te doen en gekleed te gaan zoals de anderen. ,,De grootste misdaad in de ogen van jongens is eigenaardigheid, bijzonderheid. Geen jongen (of meisje) moetal te origineel zijn, anders is hij "een rare snuiter" en heeft geen leven onderzijn kornuiten", zei de leider van een padvindersbeweging.

"Iedereen heeft 't..."
Dat aan de klakkeloze navolging van de groep grote gevaren verbonden zijn, is duidelijk. In welke groep komt ons kind terecht? Welke geest heerst er, welke ideeën hebben de overhand? Roken ze? Gebruiken ze alcohol of zelfs drugs? De meeste jongeren zijn in wezen zo onzelfstandig, dat ze —zelfs al willen ze het eigenlijk niet— toch met de groep meedoen. „De zedelijkheid van vele jongelingen is niet bestand tegen de koele spot, de laatdunkende verwerping, ja zelfs vaak niet tegen de aanraking met de gevoelens van andersdenkende, zogenaamde "geëmancipeerde" tijdgenoten, en hun geloof nog minder'', aldus dr. Gunning, een bekende pedagoog uit de jaren twintig.

Heldenverering
Wat we ook zien op deze leeftijd is de heldenverering en het dwepen met bepaalde personen. De jongere laat zich gemakkelijk imponeren, voelt zich ook sterk aangetrokken tot zo'n indrukwekkend persoon. Het is iemand met eigenschappen die de puber zelf heel graag zou bezitten. Hebben ze zo iemand gevonden, dan,,lopen ze ermee weg." Het is hun identificatiefiguur, hun voorbeeld. Het is te hopen, dat de keuze niet op een verkeerde persoon valt! Het geheim van de imponerende invloed zit meestal niet alleen in het karakter, het zit voor het grootste deel in de bewondering die de jeugd heeft voor een of andere vaardigheid van de persoon. Zo kun je noemen: een voetballer, een popzanger, een filmster en dergelijke. Maar ook mensen die van natuur, techniek, of een ander interessant onderwerp heel veel weten, kunnen de bewondering wekken van jongelui die daarin geïnteresseerd zijn. Middelmatigheid, ,,net-doen-alsof-jeveel-weet" kunnen de pubers echter niet uitstaan. Ze doorzien de oppervlakkige kennis en het vernisje van geëtaleerde geleerdheid, en ze hebben daar zó hun oordeel over klaar: ,.Waardeloos!"

Ontdekken
Het lijkt er immers op, dat de gevoelens van pubers echt en diep zijn, de gedachten waar en origineel, de oordelen rechtvaardig en juist. Daarom kan de puber ook geen tegenspraak velen en nog veel minder spot. Maar in werkelijkheid zijn z'n oordeel, zijn smaak, sympathie en dergelijke oppervlakkig en wisselvallig. Hij neemt het over van anderen, staat onder invloed van buitenaf en wisselt net zo gemakkelijk van mening als de groep waar hij mee omgaat. Zo is de puberteitsfase in alle opzichten een periode van zelfontdekking, van peilen van mogelijkheden en krachten, van overschatting en teleurstelling, van oplaaiende activiteit, afgewisseld door hangerigheid, lusteloosheid, opstandigheid en depressie. Veel pubers zoeken uitwegen in een vlucht voor zichzelf: veel lawaai, veel krachtsvertoon, uitdagend gedrag, brutaliteit, avontuur... Het is een experimenteren met en een ontdekken van eigen mogelijkheden om ten slotte te komen tot bij voorbeeld: verantwoordelijkheidsgevoel, meeleven, begrip voor de ander, een aanvaarden van het leven, een zich instellen op de werkelijkheid, een nieuwe fase van ordening, herwaardering van de ouders. En hoe reageren wij als vader en moeder op dit hele proces van "loslaten"? De opvoeding van pubers stelt aan de ouderlijke wijsheid hoge eisen. Je kind wijst je af, protesteert tegen elke vorm van beïnvloeding, en toch... toch kan het zijn thuis en zijn ouders niet missen. Zo moet de opvoeding een loslaten èn een vasthouden zijn, maar daarover D.V. de volgende keer.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 26 september 1990

Terdege | 72 Pagina's

De Pubertijd

Bekijk de hele uitgave van woensdag 26 september 1990

Terdege | 72 Pagina's