Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De onbekende jeugd van Maarten Luder

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De onbekende jeugd van Maarten Luder

Vijftien stokslagen omda Latijn niet kende

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

<br />Luther slaat zijn stellingen aan, 31 oktober 1517. Begin van de kerkhervorming. Deze gebeurtenis wordt elk jaar op talloze plaatsen herdacht. Maar wie denkt er ooit aan die donkere novemberavond, vierendertig jaar daarvoor, toen de kleine Maarten Luder {want dat is zijn echte naam!) in het stadje Eisleben geboren werd? Wat weten we van Luthers jeugd, van zijn ouders, broers en zusters, zijn opvoeding, zijn school? We gingen op zoek naar een antwoord op deze vragen in de streek waar hij zijn jeugd doorbracht.

Het stadje Eisleben ligt achter de Harz, in OostDuitsland. Sinds de herdenking van Luthers sterfdag in 1946 heet het officieel Lutherstad Eisleben. De grote Duitse reformator is er geboren en hij is er gestorven. Voldoende reden dus om daar onze speurtocht naar het verleden te beginnen. In een van de spaarzame reisgidsen die er van (het voormalige) Oost-Duitjland verkrijgbaar zijn, hadden we gelezen dat zowel het geboortehuis als het sterfhuis van Luther nog bestaat en dat ze beide bezichtigd kunnen worden. We hadden ons er van tevoren veel van voorgesteld; oude, eenvoudige, lage huisjes natuurlijk, scheefgezakt in de loop der jaren. En binnen waarschijnlijk van die kleine donkere kamertjes, met misschien nog een paar van die half vermolmde antieke meubeltjes. En ergens een veel te kleine bedstee, waarin de kleine Maarten geboren zou zijn. Maar niets van dat alles. In de Lutherstrasse nr. 16 vonden we een fors woonhuis, uitgestorven leek het wel. Een grote berg grint tegen de achtergevel, de voordeur onwrikbaar op slot, de zijkant en de achtertuin afgesloten door een hek met een schilderachtig, gemetseld poortje, ook zorgvuldig gesloten. Niemand kon ons vertellen waarom het hier gevestigde museum niet open was. De mensen die we het vroegen keken ons verbaasd aan: In de DDR weetje toch nooit wanneer en waarom iets wel of niet open is?...

Boerenafkomst
,, Ik ben een boerenzoon; mijn vader, grootvader en voorouders zijn echte boeren geweest", heeft Luther eens gezegd. Dat is echter niet helemaal waar. Zijn vader was wel van boerenafkomst, maar is zelf nooit boer geworden. Hij kwam uit het dorpje Möhra, niet vervanEisleben. Daar wonen nu nog mensen die afstammen van de Lutherfamilie. De grootouders van Maarten hadden er een boerenbedrijf. Groot of klein? Welvarend of armoedig? We weten het niet, waarschijnlijk wel het laatste. Luthers vader was de oudste in het gezin en daarom zag de toekomst er voor hem heel somber uit. Dat klinkt misschien vreemd, want wij denken al gauw dat de oudste zoon vroeger de oudste rechten had op de opvolging in zijn vaders bedrijf. Maar dat is lang niet altijd en overal de gewoonte geweest. Het kwam ook voor dat een bedrijf bij het overlijden van de vader werd opgedeeld onder de mannelijke kinderen. Dat was natuurlijk een ramp yoor de bestaansmogelijkheden van kinderen uit grote gezinnen. Het leidde tot een grote versnippering van de beschikbare grond en daarmee vaak tot bittere armoede. In Möhra was het gewoonterecht in de vijftiende eeuw nog weer anders. Daar was het niet de oudste, maar de jongste zoon die het recht had zijn vader op te volgen op het ongedeelde bedrijf. Oudere broers waren dus dikwijls genoodzaakt om als arbeider, als geestelijke, of anderszins de kost te gaan verdienen. Dat hing Hans, de vader van Maarten Luther, dus ook boven het hoofd. Maar hij zocht en vond een uitweg uit de moeilijkheden. Hij trok met zijn vrouw Margaretha, geboren Lindemann, en zijn oudste zoon naar Eisleben om daar een bestaan te zoeken in de mijnbouw.

Doop
Eisleben, hoofdstad van het graafschap Mansfeld, was het centrum van de winning van kopererts. Dat werd al sinds de twaalfde eeuw in die streek gedolven. Lange tijd bevonden zich hier de rijkste kopermijnen van Duitsland. Toen Luthers vader er in 1483 kwam wonen, heeft hij ongetwijfeld als eenvoudig mijnwerker moeten beginnen. En toen zijn vrouw op die bewuste novemberavond van datzelfde jaar haar tweede kindje kreeg, zal het wel geen vetpot zijn geweest in het jonge gezin. De kindersterfte was groot in die tijd. Wat wist men van voedsel en hygiëne? Heel vaak stierven de kinderen al kort na de geboorte. En volgens de kerkelijke leer van die dagen ging een ongedoopt kind verloren. Vandaar dat vader Hans de volgende morgen in alle vroegte door de achterdeur het huis verliet, om zich met de pasgeboren baby op de arm naar de SintPetri en Paulikerk te spoeden. In deze kerk, op een steenworp afstand van Luthers geboortehuis, wijst men de bezoeker nog de kapel waar de kleine Maarten meer dan vijfhonderd jaar geleden gedoopt werd. Men bewaart er een lap stof, waarvan beweerd wordt dat het een stuk van de mantel van Maarten Lutheris. Maar voor de echtheid daarvan durft niemand de hand in het vuur te steken.

Namen
In de Rooms-Katholieke Kerk is elke dag van het jaar gewijd aan de een of andere persoon uit het verleden die door de kerk heilig is verklaard. Zo was de elfde november, de dag waarop Luther gedoopt werd, gewijd aan Martin van Tours, een legendarische Franse bisschop uit het begin van de middeleeuwen. Naar hem noemden Hans en Margaretha Luther hun zoontje Maarten. Eigenlijk heette de jonge Maarten helemaal niet Luther. Deze naam komt in oudere documenten niet voor. De grootvader van Maarten heette Heinrich (ook wel Heine) Luder. Diens oudste zoon, de vader van Maartus dus, werd ook altijd Luder genoemd; nooit Luther. Het oudste officiële document uit het leven van de kerkhervormer dat bewaard is gebleven, is zijn inschrijving in het universiteitsregister te Erfurt. Daarin wordt hij Martinus ludher (zonder hoofdletter) uit Mansfeld genoemd. Pas later in zijn leven komen we regelmatig de spelling met th tegen. Misschien was Maarten Luther niet helemaal vrij van ijdelheid. Het Duitse woord Luder betekent namelijk: loeder, kreng, beest. En we kunnen ons voorstellen dat iemand het niet erg prettig vindt zo te heten. Het zou ook kunnen dat Luthers bewonderaars later begonnen zijn de naam van hun meester te veranderen.

Opvoeding
Heeft Luther een gelukkige jeugd gehad? Was de kleine Maarten een vrolijke knaap, of een stil en teruggetrokken jongere? Haalde hij veel kattekwaad uit, of was hij een toonbeeld van braafheid en gehoorzaamheid? We zouden daar wel graag wat meer van willen weten. Maar er is helaas niet zo veel over bekend. Toch kunnen we ons wel ongeveer een beeld vormen van Luthers kinderjaren wanneer we iets meer weten over zijn ouders, zijn omgeving en de scholen die hij bezocht. Van moeder Margaretha is bekend dat ze niet alleen erg godsdienstig, maar ook erg bijgelovig was. Toen een van haar kinderen stierf, was ze ervan overtuigd dat een heks, in de persoon van de buurvrouw, daaraan schuldig was. Dat was niet zo vreemd in die tijd. We weten uit alleriei bronnen dat angst voor duivels en heksen een belangrijke rol speelde in het leven van de middeleeuwse mens. Vooral ook het mijnwerkersleven was vol van gedachten aan geniepige, kwaadaardige geesten. Men voelde zich omringd door gevaarlijke demonen, die men ook vaak zag als oorzaak van de talrijke ongevallen die zich in het mijnbouwbedrijf voordeden. We krijgen de indruk dat Maartens moeder streng was voor de kinderen. Luther vertelt later dat ze hem een keer tot bloedens toe geslagen heeft,,,alleen maar om een noot." Een sterke band met zijn moeder heeft Luther nooit gehad. Maar hij schrijft wel ergens dat zijn ouders het beste met hem voor hadden. Volgens Melanchton, een vriend van Luther, was Margaretha Luder een vrouw die opviel door ,,haar zedigheid, haar godsvrucht en haar ijverig gebed, zodat andere eerbare vrouwen in haar een voorbeeld van deugd zagen."

Vader Hans
Hoe groot het gezin Luder precies is geweest, is niet helemaal duidelijk. De ene onderzoeker houdt het op vier jongens en vier meisjes, volgens anderen moet het gezin meer kinderen hebben geteld. Hoe het ook zij, vader Hans heeft er hard voor gewerkt. Hij slaagde erin zich te ontworstelen aan de armoede van het boerenbestaan door werk te zoeken in de mijnbouw. En daar stelde hij zich op den duur niet tevreden met het karige inkomen van een dagloner. Hij wist zich op te werken tot voorman en later zelfs tot zelfstandig ondernemer. En hoewel hij niet lezen of schrijven kon, wist hij toch zo veel aanzien te vergaren, dat hij een plaats kreeg in het gemeentebestuur van zijn woonplaats, Mansfeld. Hij was niet alleen een harde werker. Hij was ook een strenge vader. Hij had iets in zich van het nieuwe type mens dat in die tijd ontstond: de mens die zich grote inspanningen ge- I> troost om vooruit te komen in het leven. Iemand die wil dat zijn kinderen het later beter zullen hebben dan hijzelf. De kleine Maarten is vast wel een pienter jochie geweest. En dat zijn vader daarom hoge verwachtingen van hem had, staat wel vast. Maar er werden ook hoge eisen aan hem gesteld. Het beste onderwijs werd voor hem gekozen: eerst de "lagere school" in Mansfeld, dan de Latijnse school in Eisleben, daarna een jaar naar een beroemde opleidingsschool in Maagdenburg, voor hij in Eisenach werd klaargestoomd voor de universiteit.

Lagere school
In Luthers tijd was er, ook in het graafschap Mansfeld, geen leerplicht. De kinderen werden vaak thuis gehouden omdat ze mee moesten verdienen. Schoolgaan kostte alleen maar geld. En velen zagen het nut er niet van in. 's Zomers waren de scholen dan ook meestal gesloten en 's winters bleven veel kinderen thuis omdat de school te ver weg was, of omdat ze geen jassen en warme kleren hadden. Maarten Luther werd, zoals hij later vertelde, reeds als klein kind naar school gebracht, soms zelfs gedragen. Dat wijst erop dat zijn ouders onderwijs erg belangrijk vonden. Het ging om een soort van lagere school die men ook wel Duitse school noemde. De kinderen leerden er, als het goed ging, een beetje lezen en schrijven. Geen aardrijkskunde, geschiedenis of zoiets. Zelfs rekenen kwam er niet aan te pas. Wel moesten ze in de kerk leren zingen. Nietzelden had zo'n Duitse school meer het karakter van een "bewaarschool". Er werd les gegeven door de koster, door de dorpsschrijver of door een handwerksman die toevallig een beetje lezen en schrijven kon. Het kwam ook vaak voor dat de kinderen helemaal geen les kregen, maar mee moesten helpen in de huishouding van de meester, die hen dan liet,,biertappen, in de pap roeren, of kersen plukken." Luther ziet later niet met plezier op die schooltijd terug. Hij schrijft dat het voor hem een "innerlijke marteling" was. En hij leerde er niet eens genoeg ,,om te kunnen kakelen of een ei te leggen."

Latijnse school
Na een paar jaar lagere school ging de kleine Maarten naar de Latijnse school. Er heerste tucht en het ging er dikwijls barbaars toe. Vanaf een bepaalde klas mochten de leerlingen alleen nog maar Latijn spreken, niet alleen op school, maar ook daarbuiten. Om dit te controleren wezen de leraren elke week in het geheim een scholier aan die als Wolf moest optreden. Dat betekende dat hij op een zogenaamd wolfsbriefje nauwkeurig moest aantekenen welke medescholier hij Duits had horen praten en hoe vaak. De "verklikker" mocht daarbij nooit laten merken dat hij Wolf was. Elke vrijdag werd het wolfsbriefje op school voorgelezen. Elke overtreding werd met stokslagen bestraft. Degene die het i tv nn LJ vaakst op het wolfsbriefje voorkwam, werd tot£ze/ uitgeroepen. Men zette hem een ezelsmasker op het hoofd en dat moest hij blijven dragen tot hij een andere scholier erop betrapte dat hij Duits sprak. Luther heeft deze opvoedingsmethode later als ,, een plaag voor de j eugd'' aangemerkt. Hij vertelt ook dat hijzelf eens op een ochtend ten onrechte vijftien stokslagen kreeg toegediend, omdat hij bij de wekelijkse overhoringen woorden in het Latijn moest vervoegen die hij nog nooit geleerd had. Daar staat tegenover dat Luther veel waardering had voor een leraar in Eisenach, die elke keer als hij de klas binnenkwam zijn baret afnam en hem pas weer opzette als hij in de katheder had plaats genomen. Hij deed dat uit eerbied voor de leerlingen, verklaarde hij, want er zouden in de klas wel eens jonge mensen kunnen zitten ,,uit wie God later een burgemeester, een kanselier, een hooggeleerde doctor of een regent zou maken.''

Gewone jeugd
Merken we in Luthers jonge jaren iets van een bijzondere belangstelling voor kerk en godsdienst? Stond hij als kind misschien al kritisch tegenover de praktijk van het geloofsleven in die dagen? Zijn er uit zijn jeugd gebeurtenissen bekend waarvan je achteraf zegt: Kijk, daarin herken je iets van de latere kerkhervormer? Het antwoord is kortweg: nee. Niets wijst erop dat Luther vóór zijn intrede in het klooster zich meer betrokken voelde bij het reilen en zeilen van de kerk dan welke andere jongen ook van zijn leeftijd. En zijn opvoeding stuurde hem zelfs in een heel andere richting. Maartens vader zag voor zijn intelligente zoon geen toekomst in kerk of klooster. Hij zou een hoge baan moeten krijgen in het maatschappelijk leven. Hij werd dan ook niet naar de universiteit gestuurd om theologie te gaan studeren, maar rechten. Dat was een goede voorbereiding voor een hoge positie in dienst van vorsten, steden of kooplieden. Pas toen de veelbelovende .student plotseling zijn studie opgaf en zich aanmeldde bij een klooster, werd duidelijk dat zijn leven een andere loop zou nemen. Maar toen was zijn jeugd voorbij.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 24 oktober 1990

Terdege | 72 Pagina's

De onbekende jeugd van Maarten Luder

Bekijk de hele uitgave van woensdag 24 oktober 1990

Terdege | 72 Pagina's