Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het geheim van ondernemend Genemuiden

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het geheim van ondernemend Genemuiden

Blijf je achter je bureau zitten, dan kom je er niet"

22 minuten leestijd

Ze staan aan het hoofd van miljoenenbedrijven, maarzijn niet als directeurte herkennen. Geen zegelringen en witte boorden. Het prettigst voelen ze zich in alledaagsgoed. Het personeel spreekt hen met de voornaam aan. In de directiekamerontbreken flappen met daarop de organisatiestructuur van de onderneming. In Genemuiden heerst nog het gezonde boerenverstand. Met succes. Binnenkort is het industrieterrein van het stadje groter dan de bebouwde kom. Terdege ging op zoek naar het geheim van de ondernemendste gemeente ter wereld.<br />

De plattegrond aan het begin van Genemuiden leert de niet-"Genemudiger" in één oogopslag dat hij een bijzondere plaats betreedt. Het bewoonde deel is in rood aangegeven, industrieterrein "De Buitenlanden" in grijs. In oppervlakte bestaat nauwelijks verschil. Als een wanstaltig aanhangsel leunt het industriegebied tegen de bebouwde kom. Aan de ene kant begrensd door het Zwarte Water. Aan de andere kant door weiland. Tot voor de Tweede Wereldooriog kende Genemuiden bittere armoe. Een groot deel van de bevolking leefde van de grienden buiten het dorp. De vervaardiging van biezenmatten leverde een schamel inkomen op. De opkomst van de kokosmattenindustrie verdrong de huisvlijt. Een vetpot was het nog steeds niet. Daarin kwam pas verandering na de overschakeling op de produktie van vaste vloerbedekking, aan het eind van de jaren'60. Indeachteriiggende twintig jaar jaar kwam het stadje tot een ongekende welvaart. Het industrieterrein telt momenteel 53 middelgrote en grote bedrijven, waaronder twaalf tapijtfabrieken, twaalf aannemers en drie transportbedrijven. Daarnaast kent het dorp een bloeiende middenstand en een respectabel aantal marktkooplieden.

Edel Tapijt
Van de landelijke tapijtproduktie heeft Genemuiden inmiddels meer dan de helft in handen. Edel Tapijt heeft van de huidige tapijtfabrieken de langste geschiedenis. In 1918 begon Karstde Lange, grootvader van de huidige directeuren, een bedrijfje in biezenmatten. Net voorde oodog stapte hij over op kokos, na de ooriog op sisal. In 1967 werd onder de zoons Egbert en Dirk de eerste tuftingmachine voor de tapijtproduktie aangeschaft. Sindsdien is het bedrijf explosief gegroeid. De bruto jaaromzet bedraagt nu 93 miljoen gulden. Naasteen tapijtfabriek waarin achttien tuftingmachines staan opgesteld, beschikt het concern over een immense hal waar het getufte tapijt voorzien wordt van een rug. Voor het aanbrengen van een foamlaagzijn drie "latexeerstraten" in bedrijf. Vooraan gaat het tapijt er ongecoat in, aan het einde van de straat komt het gecoate tapijt kant en klaar uit de droogovens. Voor de hele produktie draagt Karst van Egbert verantwoording. Karst van Dirk runt de commerciële kant van de zaak en treedt zo nodig op als PR-functionaris. Naar Genemuidense stijl. Geen wit overhemd, vouw in de broek en modieuze stropdas, maar ribbroek en trui. Op zijn stoel ligt een sportief jack. ,,Je lust wel koffie zeker'', informeert hij, en grijpt de telefoon om de bestelling door te geven aan de dame die de koffie verzorgt. ,,Met Karst, heb je twee koffie voor ons."

Geen elite
,,Elite kennen we hier niet", zegt hij.,,Wel een vermeende elite. Wat is nou elite? Net een ballon. Je prikt er zo doorheen. Wij zijn korter gehouden dan de kinderen van menige arbeider. Dat deed m' n vader bewust, om te voorkomen dat we gekke dingen gin- [> gen doen. Zo behandel ik nu mijn kinderen ook. Waarom zou je mensen de ogen uitsteken. Ik ben niks meer dan een ander.'' Hij geeft deze opvatting onder meer gestalte door zijn lidmaatschap van de plaatselijke voetbalvereniging. Naast werknemers rent hij over het veld en pakt met hen na afloop een pilsje in de sportkantine. Hij heeft deze mentaliteit geërfd van zijn vader, die volgens insiders een stempel heeft gezet op de stijl van het ondernemerschap in Genemuiden. „Een amicale sfeer werkt ook voor je bedrijf positief', is de ervaring van De Lange. „Het gevaar bestaat natuurlijk datje niet meer geloofwaardig bent als je een keer flink achter uit de keel moet komen. Tot nu toe zie ik gelukkig nog geen problemen, ook al noemen ze me bij de voornaam. Zou de continuïteit van het bedrijf daardoor gevaar gaan lopen, dan greep ik in. Maar als het zo kan blij ven, graag."

Vorm
Ds. W. Pieters, hervormd predikant in Genemuiden, waardeert de gezagsverhoudingen in de bedrijven van het Overijsselse stadje positief.,,Iemand met jij aanspreken is hier niet onbeleefd. Zo is de taal hier. Ik heb daar geen moeite mee. Voor mij heeft gezag niets te maken met vorm, al moet het wel een vorm vinden. Hier zeggen ze dan wel jij en jou tegen de baas, maar men spreekt achter zijn rug niet anders dan in zijn gezicht. Inspraak is hier niet van bovenaf opgelegd, maar functioneert spontaan. Daarom hebben ze in Genemuiden geen FNV nodig. Hier wordt nooit gestaakt. Pertinent niet." Van onderlinge spanningen tussen de elkaar beconcurrerende tapijtfabrikanten is volgens de predikant weinig te merken. ,,Die houdt men tamelijk goed verborgen. Sinds een halfjaar weet ik pas dat er ook tussen tapijtkoningen wel eens mot is. Maar naar buiten vormen ze een eenheid. Hetzelfde zie je in de gemeenteraad. Soms vechten ze mekaar de tent uit, maar is er werkelijk wat aan de hand, dan zijn ze eerst "Genemudiger" en dan pas PvdA, CDA of SGP."

Geen afstand
Opvallend is ook dat de tapijtkoningen van Genemuiden niet de dienst uitmaken in gemeentebestuur en kerkeraden.,, Wethouder Van der Sluis is boekhouder bij veevoederfabriek Fuite. Ook Wethouder Eekhoorn is een gewoon man. In de kerkeraad zijn alle standen vertegenwoordigd. Van afstand tussen schatrijke fabrikanten en eenvoudige arbeiders is hier geen sprake, ledereen kent iedereen nog en dat stempelt de verhouding tussen ondernemers en hun personeel. Wordt een werknemer geconfronteerd met ernstige ziekte in lijn gezin, dan krijgt hij als dat nodig is weken, soms zelfs maanden vrijaf van zijn baas. En echt niet alleen als hij tot de eigen kerkelijke gemeente behoort. In het algemeen kun je zeggen dat ondernemers hier nog oog hebben voor het hele bestaan van hun werknemers. Niet alleen voor hun prestaties.''

Calvinistische inslag
De calvinistische inslag van de bevolking ziet de hervormde predikant als een belangrijke factor voor het succes van het bedrijfsleven in Genemuiden. ,,Een kenmerk van de puriteinen was dat zij hard werkten en weinig verteerden. Nu kun je Genemuiden niet meer een puriteins stadje noemen, maar toch heeft de oude generatie ondernemers zeker nog iets van die puriteinse geest. Die leeft, gelet op het inkomen, zeer sober. Bij de middelste generatie is dat al anders. Bij de jonge generatie dreigt het gevaar dat men op kosten van pa in allerlei duurs en moois gaat rijden. Aan het uiteriijk van de huizen zou je niet direct zeggen dat hier zo veel geld zit. Maar aan kinderkleding en interieur worden enorme bedragen uitgegeven. De hele levensstijl is duidelijk luxueuzer dan in de meeste andere plaatsen. Een simpel voorbeeld. M'n zus en ii kennen van huis uit zondagse koeken en doordeweekse koekjes. Hier hebben ze alleen maar verjaardagskoeken.

Spreuk
Karst de Lange is van mening dat de invloed van het calvinisme op het ondernemerschap niet moet worden overtrokken. Hijzelf kan niet als een orthodoxe calvinist worden beschouwd, maar desondanks floreert Edel Tapijt zeker niet minder dan fabrieken die gerund worden door leden van de gereformeerde gezindte. Het geheim van ondernemend Genemuiden ziet hij bevredigender verklaard in een puntdicht op het prikbord in zijn werkkamer. Een ieder die snel beslist En zich af en toe eens vergist Brengt meer centen in de kist Dan de perfectionist Die de aansluiting mist. ,,Belangrijk is ook het hebben van goede relaties met de bank, met leveranciers en met afnemers. Daarin merkje het voordeel van onze bedrijfscultuur en organisatiestructuur. De lijnen zijn hier kort. Ik ga zelf regelmatig met een vertegenwoordiger mee. Praten met klanten, kijken, beurzen bezoeken. Blijf je achter je bureau zitten, dan kom je er niet. Verder is van belang dat de meeste ondernemers hier terug kunnen vallen op een harmonieus huisgezin. Al komen ze 's avonds om negen uur thuis, er wordt warm eten klaargemaakt. Je kunt van je af praten. Dat is veel waard."

Zonder plichtplegingen
De opkomst van de tapijtindustrie betekende een krachtige impuls voor de plaatselijke aannemers. Voor aan het industrieterrein staat het bedrijfspand van C. Heutink en zoon. Een eenvoudig, maar doelmatig gebouw. Achter de deur voert een houten trap naar de kantoorruimte waar een Heutink me staat op te wachten. Een vriendelijke man, zonder plichtplegingen. Hij heetCoren hij doet de administratie. In de directieruimte ontbreken diepe fauteuils voor bezoek, kunstwerken aan de muur en moderne lampen aan het plafond. Cor verricht zijn arbeid aan een alledaags bureau, bezoekers kunnen plaats nemen op een stoel aan de tafel in het midden van het vertrek. De ramen doen dienst als levend schilderij met het Zwarte Water als decor en een kudde grazende schapen op de dijk als blikvanger. Zowel de 49-jarige Cor als zijn tien jaar jongere broer Jan zijn jongens van de bouw gebleven. Als alle "Genemudigers" zijn ze gesteld op een goede auto, maar daarmee houdt het ook op. Jan lijkt met z' n wollen trui, geitewollen sokken en Zweedse klompen zo van de bouwplaats af te komen.,, Als er een metselaar ziek is, dan spring ik gewoon zelf bij. Dat doe ik het liefst eigenlijk, 'k Heb altijd 'emesseld en ik vind dat mooier als het werk dat ik nu moet doen. Maar dat is noodzakelijker."

Landbouwer
In verband met een chronische longziekte is Cor niet meer geschikt voor zware arbeid. In het administratieve werk dat hij nu verricht werpt zijn mulo-opleiding onverwachte vruchten af. Broer Wim is als uitvoerder verantwoordelijk voor de metselafdeling. Zwager Kattenberg, van origine een landbouwer, heeft het opzicht over de timmerafdeling. De algehele leiding is in handen van Jan. Het familiebedrijf werd aan het eind van de vorige eeuw gesticht en houdt zich vooral bezig met de bouw van bedrijfspanden, kerken en bungalows. De aannemer geldt als solide en zijn werknemers zijn uit het goede hout gesneden.,,Bijna allemaal uit Genemuden", zegt Cor.,, En dat bevalt ons best. We hebben er ook wel uit de stad gehad, maar die bederv'n alles. Ze willen niet zo werken als de Genemudigers. Hierwillen ze werken, net as op Urk, Zijn ze met iets bezig dat klaar moet, dan gaan ze gewoon door. Heb je volk uit de stad, dan gebeurt dat niet. Die zeggen: jongens, half vijf, morgen verder. Daarom beginnen aannemers bij aanbestedingen 'm al te knijpen als ze zien dat ook Genemudigers meedoen. Die benn'n altijd scherp met de prijzen."

Derde generatie
De arbeidsmentaliteit verklaart Jan uit de geschiedenis van Genemuiden. ,,Ze hebben hier slim armoede gekend. Ze moesten wel wat en daar zien we nu de vruchten van. Wel vraag ik me soms af of het zo door gaat. Als wij vroeger uit school kwamen, dan wou er geen vriendje met ons mee. We moesten altijd helpen. Nu worden veel jongeren in de watten gelegd, vooral in de tapijtindustrie. Met d'r achttiende krijgen ze een BMW of een Mercedes. Dat lijkt me niet zo best. Het is het beste dat die ouwen zo lang mogelijk in het bedrijf blijven, 't Kunn'n wel eens lastige mensen wezen, maar die hebben de zaak wel met hun eigen handen opgebouwd." Net als de meeste Genemuidense ondernemers zijn de gebroeders Heutink geen lid van de VRCL, de vereniging van reformatorische zakenlieden. ,,Ik zie er het nut niet zo van'', zegt Jan. ,,Je zit zo ver van mekaar af. As je nou zoiets hadinGenemud'n, dan was het wat anders. Maar nou is het een barre reis, een boel gepraat en ie bint vaak al zo druk. Ik zit in het bestuur van de Pieter Zandt. Dat vind ik nuttiger."

Industriestraat
Zowel de straatnamen als de bedrijfsgebouwen op het industrieterrein weerspiegelen de historie van Genemuiden. De Biezenen de Kokosstraat herinneren aan de magere jaren. I> De Sisalstraat aan de overstap naar vaste vloerbedekking, waarmee de vette jaren werden ingeluid. Aan de Industriestraat staan nog nostalgische bedrijfjes als biezenhandel en stoelmatterij H. Beens en kokosfabriek Bélakos. Honderd meter verderop staat de tapijtfabriek van Bélakos. Nog weer verder de gigantische hallen van Edel Tapijt. Blikvanger van "De Buitenlanden" is de torenhoge mengvoederfabriek van de tweelingbroers Helmich en Jan Fuite. De onderneming is voortgekomen uit de bakkerij van opa Fuite. Zijn twee zoons bouwden het bedrijf uit.

Mengvoederfabriek
In '62 namen de kleinzoons Helmich en Jan de leiding over. Helmich houdt zich vooral bezig met de technische kant van het bedrijf. Jan is meer gericht op het administratieve werk. Spraakzaam zijn ze geen van beiden. Helmich komt pas los tijdens de rondleiding door de hypermoderne, volledig geautomatiseerde fabriek. Het mengproces wordt vanachter een computer centraal bestuurd door zijn zoon. Een andere zoon runt de begin '90 overgenomen dochteronderneming in Oosterwolde. Ook Jan heeft een zoon in het bedrijf. Verder hebben beiden een dochter in de onderneming, die Jan bijstaan in de administratieve arbeid en bezoek van koffie met een gevulde koek voorzien. De omzet van het bedrijf is in i

Gemoedelijke vorm
Henk van Dieren, algemeen directeur van transportbedrijf Van Dieren, verwacht aan het eind van de morgen zakelijk bezoek. Vandaar dat hij een kostuum heeft aangetrokken. Noodgedwongen. Het liefst loopt hij net zo rond als zijn broer en mede-eigenaar, die de directiekamer binnenkomt in spijkerbroeken shirt. Wat onwennig zit hij in zijn pak aan de directietafel, met achter hem het geschilderde portret van vader Van Dieren, die in 1959 als melkrijder het bedrijf op poten zette. Hoewel zijn drie broers mede-eigenaar zijn, geeft Henk leiding aan het miljoenenbedrijf. ,, We beslissen alles in de gemoedelijke vorm. Maar er moet natuurlijk iemand wezen die zegt: stop jongens, verder gaan we niet. Heb je allemaal beslissingsrecht, dan wordt het een chaos. Dat is het nadeel van een familiebedrijf. Wij mogen gelukkig niet mopperen. We zijn zo verstandig geweest om de vrouwen buiten de tent te houden. Doe je dat niet, dan begint vaak de ellende."

Eigenwaarde
De groei van het bedrijf hield gelijke tred met de opkomst van de tapijtindustrie. De rollen vloerbedekking moesten afgevoerd worden. Er werd een tweede vrachtwagen aangeschaft, een derde. Het wegvallen van collega's bracht Van Dieren in een stroomversnelling. Schijnbaar onverantwoorde investeringen werden gedaan om de vloed aan werk aan te kunnen. In één jaar werden 26 wagen aangeschaft. Werkdagen van achttien uur waren voor de gebroeders Van Dieren geen uitzondering. Het wagenpark groeide in vijftien jaar uit van vier tot 110 vrachtauto' s. Vanuit het concern in Genemuiden en een dochteronderneming in België zijn lijndiensten opgezet naar Scandinavië, Frankrijken Engeland. Aanvankelijk chauffeurden de eigenaars zelf. Nu is dat niet meer nodig. Te goed voelen ze zich er zeker niet voor. , ,M' n broer is directeur, maar moet er een wagen gelost worden en er is geen heftruckchauffeur, dan springt hij er zelf op. Dat is de stijl hier. Samen met de jongens op de werkvloer kun je wat bereiken. Ga je op het dak lopen, dan gaat het mis. Ieder mens heeft gevoel van eigenwaarde, of je nu putjeschepper bent of directeur. Dat moetje waarderen."

Met mekaar
Kost het de meeste internationaal georiënteerde transportbedrijven grote moeite chauffeurs te krijgen. Van Dieren heeft nog een tachtig geïnteresseerden in de la zitten.,,Dat zijn hoofdzakelijkjongens die bij een bedrijf werken waar het zeven dagen per week non-stop doorgaat. Al zijn ze onkerkelijk, ze werken toch liever hier, omdat ze bij ons zaterdagavond en zondag thuis zijn. In een sollicitatiegesprek zeg ik direct welke regels hier gelden. Dat wij niet de gewoonte hebben om hen uit te vloeken, maar dat omgekeerd van hen verwacht wordt dat ook zij zich correct gedragen. Niet alleen hier, maar ook bij een klant. Daar moeten ze even aanwennen, maar het bevalt ze eigenlijk allemaal beter." Het feit dat hij geen managementopleiding heeft gehad, heeft Van Dieren nooit als een bezwaar ervaren. ,,Zolangjij kunt bewijzen datje voor een redelijke prijs een goed produkt en een goede service kunt bieden, dan mogen ze voor mij alle commerciële cursussen houden. Natuurlijk heb je scholing nodig. Er lopen hier mensen rond die veel meer in hun bol hebben dan ik. Op automatiseringsgebied en juridisch gebied bij voorbeeld. Zou ik alles nog zelf moeten doen, dan ging ik onderuit. Dat geldt voor veel ondernemers in > Genemuiden. Ik vind dat geen probleem. De een is doctorandus, de ander niet en met mekaar moetje er wat van maken."

Inspraak
De joviale omgang tussen directeur en werknemer binnen de Genemuidense bedrijven verklaart Van Dieren uit het feit dat de meeste directeuren zelf op de werkvloer zijn begonnen. „Daar wordt je bedrijf gemaakt of gebroken. De jongens aan de basis merken als eersten wanneer er iets mis gaat. Rijdt een chauffeur per week een paar duizend kilometer zonder lading, dan voelt hij wel aan dat het tijd wordt om een andere baas te zoeken. Zou zoiets hier voorkomen, dan loopt hij bij mij binnen en zegt: joh Henk, zit die planners 's effe achter de broek. Moeten er nieuwe vrachtwagens komen, dan is de keus van de chauffeurs doorslaggevend. Die knapen moeten erin rijden. Vroeger in de Bijbel ging het misschien wat anders toe, maar zo werkt het vandaag de dag niét meer. Daarvoor is het allemaal veel te ingewikkeld geworden. Ik weet dat sommigen in onze kring tegen inspraak zijn. Maar ze vergeten erbij te zeggen dat heel wat ondernemingen om zeep zijn geholpen door de eigenwijzigheid van de baas. Omdat hij niet luisteren wilde of omdat een zoon die even veel verstand van het bedrijf had als een koe, per se directeur moest worden.

Zachte heelmeesters
De zoons Van Dieren komen niet zomaar in het bedrijf. ,,Laten ze eerst maar eens een poosje bij een ander werken'', is de opvatting van Henk.,,Hebben ze zich bewezen, dan kunnen ze komen. Zo niet, dan moeten ze maar wat anders worden. Voor mijn part boswachter. Ik praat daar ook regelmatig met m' n broers over. Als je eerlijk met elkaar omgaat, kom je het verst. Zachte heelmeesters maken stinkende wonden. Visser en Beens van Lenvinyl hebben hun onderneming overgedaan aan een Engelsman. Voor Genemuiden is het jammer dat het in vreemde handen is gekomen, maar ik kan hun stap goed begrijpen. Je moet nuchter wezen. Komt het hele koor van kinderen en kleinkinderen in het bedrijf, wat blijft er dan van over? Van dat probleem zijn zij nu af. Andere bedrijven zijn uit elkaar gevallen, door onenigheid tussen zoons van de verschillende eigenaren die in het bedrijf kwamen. Dat gaat de komende jaren steeds meer spelen. Maar de meesten schuiven de problemen vooruit. Dat heeft geen zin. Je moet er niet over gaan praten als je kinderen twintig jaar zijn, maar als ze zes zijn."

Rentmeesterschap
Een Genemuidenaar die de verervingsproblematiek al in 1972 onderkende, is Reint Breman. Met vier broers stond hij aan het hoofd van een snel groeiend installatiebedrijf. In overleg besloten ze de bedrijfsstructuur aan te passen, waarbij het bijbelse begrip rentmeesterschap het uitgangspunt voor de nieuwe structuur moest zijn. Het resultaat was een uiterst revolutionaire ondernemingsvorm, waarin aandeelhouders en werknemers even veel zeggenschap over het geld hebben. Onder een overkoepelende beheermaatschappij functioneren inmiddels 25 onafhankelijke BV's. Die huren bedrijfsaccommodatie en materieel van Breman Beheer, de centrale pot. De werknemers van de BV's stellen zelf hun salaris vast en benoemen zelf hun directeur. Van de winst die gemaakt wordt gaat de helft naar Breman Beheer. De andere helft mag naar eigen keuze worden verdeeld. Voor investeringen is de goedkeuring vereist van Brebank, een orgaan waarin zowel de aandeelhouders als de werknemers zijn vertegenwoordigd. Draait een BV een jaar met verlies, dan wordt het tekort aangevuld uit de pot. Dat bedrag moet als de BV weer winst maakt worden terugbetaald. Dat weerhoudt personeelsleden ervan zich een al te riant salaris toe te kennen. Het leek een utopie. De praktijk heeft het tegendeel bewezen. De omzet van Breman steeg tussen 1972 en 1990 van 14 miljoen tot 150 miljoen gulden. Het aantal personeelsleden van 150 tot een kleine duizend.

Filosoof
Van de gebroeders Breman treedt Reint het meest op de voorgrond. Hij is het brein achter de ondernemingsstructuur van het installatiebedrijf. Dat betekent niet dat hij zich als de grote man binnen het bedrijf presenteert. De Genemuider multi-miljonair, die zijn ideeën onder meer via gastcolleges aan universiteiten uitdraagt, is wars van glamour. Uitedijk —het dreigt eentonig te worden — zou hij als onderhoudsmonteur niet uit de toon vallen. Zwarte ribbroek, blauwe trui en een sigarestomp, waaraan hij zo nu en dan bedachtzaam zuigt. In zijn persoon is de zeldzame combinatie van zakenman en filosoof zichtbaar. Op de vraag waarin het geheim van ondernemend Genemuiden schuilt, zakt hij wat onderuit en steekt opnieuw zijn sigaar aan. Dan begint hij aan de onthulling van het geheim. Sprekend met het natuurlijk gezag van iemand die weet dat wat hij zegt hout snijdt.

Voorwaarden
,,De meeste Genemuidenaren verklaren de bloei van onze gemeente uit de calvinistische inslag en de arbeidsmentaliteit. Ik denk dat dat niet vol te houden is. Er zijn dorpen waarvan hetzelfde gezegd kan worden en die nog steeds arm zijn. Onze vorige burgemeester heeft ons succes verklaard als zegen van God. Dat klinkt mij wat arrogant in de oren. Indirect veroordeel je daarmee de mensen die het niet voor de wind gaat. I> De werkelijkheid zit veel gecompliceerder in elkaar. Ik denk dat de bloei van veel Genemuidense ondernemingen in de achterliggende twintig jaar te verklaren is vanuit een aantal gunstige voorwaarden, die onze gemeente min of meer toevallig in zich verenigt. In de eerste plaats denk ik aan het hoge geboortecijfer. Zeer belangrijk. Daardoor wordt door de mannen hard gewerkt. Alle monden moeten gevoed. Men pakt elk werk aan en kijkt niet op een uurtje. Een tweede voorwaarde is het ontbreken van afstand tussen baas en knecht. De baas of de voorman werkt net zo hard mee als ieder ander. Kom je in een plaats als Zwartsluis, dan is dat totaal anders. Iemand die daar zes man aan het werk heeft draagt een hoed, een stropdas en loopt baas te wezen. Hier in Genemuiden kun je de benen breken over de bazen, zonder datje ze herkent. Ze weten wat er onder hun personeel leeft en kunnen onmiddellijk produktieprocessen bijsturen als dat nodig is.''

Geringe scholing
,,Een derde gunstige voorwaarde was onze geringe scholing, al klinkt dat wat tegenstrijdig. Wij zijn niet gewend om te werken met adviesbureaus, enquêtes, flappen aan de muur en prognoses. Terwijl andere bedrijven aan besluiteloosheid ten onder gingen, zei men hier: oké jongens, doen! In een hoogconjunctuur, zoals we die gehad hebben, valt dat meestal goed uit. In deze tijd kun je niet meer zonder specialistische kennis. Beschikt de baas daar niet over, dan zal hij deskundigen aan moeten noemen. Maar die moeten het gezonde boerenverstand niet gaan domineren. Bij Heugafelt in Steenwijk hadden de deskundigen het voor het zeggen. Een portier voor het inkomende en een portier voor het uitgaande verkeer. Een heftruck voor het laden en een voor het lossen. Toen de zaak failliet was, leek er niets meer te redden. Tot de directeur van Betap, een man met weinig opleiding maar een goed boerenverstand, het spul overnam. Van de 250 man gingen er 180 weg. Bleven er zeventig over. De produktie is inmiddels verdubbeld.''

"Artikel vijf"
,, Ook het calvinisme met het daaraan verbonden arbeidsethos heeft positief uitgewerkt op het ondernemerschap hier. Een volgende gunstige voorwaarde was de concentratie van bedrijven in dezelfde branche op een klein gebied. Investeren doet investeren. Het zit in de Genemuidenaar om niet voor de ander onder te willen doen. Hij hef' een Mercedes, moet ik 'm ook. Op zichzelf is dat een negatief iets, maar zakelijk werkt het positief uit. Men jut elkaar op. Mede door de concurrentie werd men gedwongen winsten in het bedrijf te steken. Een volgende factor van belang was de soepelheid van de voormalige directeurvan de Rabobank. Die had dezelfde instelling als de ondernemers. Terwijl andere banken alleen geld gaven aan bedrijven die genoeg eigen bezittingen hadden, leende hij geld aan ondernemers in wie hij vertrouwen had. Kwam je uit een goed nest en wilde je hard werken, dan kon je zo een paar ton krijgen, ook al hadjeniks. Dan is van belang dat een gemeentebestuur niet tegenwerkt. Bedrijven moeten zelf initiatief tonen, maar als ze dat doen moeten ze niet maanden behoeven te wachten op vergunningen. Toen ik nog wethouder was zei ik wel 's: artikel vijf gebruiken." Veelzeggend houdt Breman de rechterhand met gespreide vingers voor z'n gezicht.

Vererving
,,We hebben nu een achttal voorwaarden op een rij. Ga naar Urk of Staphorst, je vindt er grotendeels dezelfde voorwaarden en je ziet dat het ook daar goed loopt. Voldoe je aan één van de voorwaarden niet, dan is dat helemaal geen ramp. Je vindt hier nietcalvinistische ondernemers die het prima doen. Maar vallen vier of vijf voorwaarden af, danhangje." Gezien het wegvallen van een aantal stimulerende factoren, betwijfelt Breman of ondernemend Genemuiden in de toekomst z'n voorsprong zal behouden. Het hoofdprobleem wordt naar zijn overtuiging de vererving van de familiebedrijven. ,,Twintig jaar geleden speelde dat nog niet zo sterk. Bedrijven waren nog niet zo kapitaalintensief. Dat is nu totaal anders. De stakker die het bedrijf voortzet moet zich enorm in de schulden steken om de overige erfgenamen uit te kunnen betalen. Ik zeg niet dat iedereen onze structuur moet overnemen. Maar regelt men de opvolging niet, dan loopt men daarop in de toekomst stuk, of men moet zijn bedrijf verkopen aan een mammoetconcern. Vanuit reformatorisch oogpunt waardeer ik dat laatste zeer negatief. Grootschaligheid zet tal van normen en waarden onder druk.

In hun waarde
Karst de Lange van Edel Tapijt is het grotendeels eens met Breman. Veelzeggend is de spreuk op zijn prikbord: "In een familiebedrijf heb je het nooit gemakkelijk." Om narigheid te voorkomen, besloten hij en zijn medefirmanten tijdig in te grijpen.,,Hadden we niks geregeld, dan zou de zaak in handen zijn gekomen van negentien mensen, van wie veertig procent in de zaak werkzaam was en zestig procent niet. Dan krijg je het probleem dat, wanneer winst wordt gemaakt, de meerderheid dividend wil zien, terwijl de minderheid die in de zaak zit wil investeren. Dat gebeurt dus niet en de zaak blijft achter. Zo zijn al heel wat bedrijven kapot gegaan. Om dat te voorkomen hebben we met z' n zevenen, van wie er vijf zeggenschap hebben,de zaak overgenomen. Die vijf benoemen de directie. Dat gebeurt volgens het principe van m'n vader dat de geschiktsten vanzelf boven komen drijven. Met een beetje tact en goede wil wordt dat geaccepteerd. M'n neef en ik runnen de toko en dat heeft nooit wrijving gegeven. Als je mensen maar in hun waarde laat. Dat is altijd mijn lijfspreuk geweest. Ook in het voetbalbestuur. Al wordt er nog zo gezemeld, neem mensen serieus. Dan kom je het verst."

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 7 november 1990

Terdege | 72 Pagina's

Het geheim van ondernemend Genemuiden

Bekijk de hele uitgave van woensdag 7 november 1990

Terdege | 72 Pagina's