Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Nog vragen?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Nog vragen?

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

<br />

Ik ben een meisje van 17 jaar; ik moet een spreekbeurt houden over incest. Wat mij opvalt in veel boeken is: er wordt in haast ieder boek een hoofdstuk besteed aan "incest en godsdienst". In dat hoofdstuk wordt naar voren gebracht dat het christelijke geloof incest stimuleert. Dit zegt men op grond van: 1. De vader is het hoofd van het gezin. Hierdoor kan de vader macht uitoefenen over zijn kinderen. 2. Eert uw vader en uw moeder Ondanks alles wat het kind meemaakt moet het toch zijn ouders eren. 3. Van de kansels wordt de jeugd veel aangesproken en vermaand om hun ouders en degenen die over hen gesteld zijn te gehoorzamen. Wat moetje nu antwoorden op deze stellingen? Bestaat er ook christelijke lectuur op dit gebied?
Elly van den Berg

Bedankt voor je brief, Elly. Je vraag is in verband met de doelstelling vrij 'technisch' van aard. Let wel, dat is voor mij geen bezwaar en valt ook als zodanig geheel binnen het bestek van deze vragenrubriek, maar ik zet dit maar eerst even op papier omdat anders mijn antwoord door jongeren of ouderen met incest-ervaring als erg 'technisch' ofte wel afstandelijk ervaren zou kunnen worden. Als er een vraag op tafel zou liggen van iemand die door vader of moeder, door broer of zuster seksueel misbruikt werd, dan zou ik er heel anders op ingaan. Dit voor de duidelijkheid even vooraf. Je hebt scherp opgemerkt dat in bijna alle boeken over dit onderwerp een relatie gelegd wordt tussen incest en religie. Dat in de literatuur ook gekeken wordt naar de relatie tussen godsdienst en incest is best goed, als het maar niet beschreven wordt als zou incest een religieus probleem zijn. De christelijke religie als zodanig leidt niet tot incest. Ik denk dat een objectief onderzoek op dit terrein dat alleen maar zou bevestigen. Het zal binnen de kerk niet méér voorkomen dan daarbuiten. Let wel: dat het binnen de kerk net zo goed voorkomt is een verschrikkelijke zaak. Als het ergens niet zou mogen plaats hebben dan is het in een zogenaamd christelijk gezin, want Gods Woord laat er geen enkele ruimte voor open. Reeds van meetaf heeft Gods Openbaring seksuele omgang binnen de naaste familie als zonde afgewezen (Lev. 18:6v; 19:29; Deut. 23:1). In het Nieuwe Testament ligt dat niet anders (lees 1 Thess. 4:3-7). De Bijbel laat er geen enkel misverstand over bestaan: incest is een gruwelijke zonde voor God. Incest kan dus principieel geen religieus probleem zijn.

Misbruik
Wat iets anders is: degenen die incest bedrijven maken wel misbruik van de religie. Zoals mensen van de wereld om bepaalde zondige dingen voor elkaar te krijgen de machtsmiddelen van de wereld misbruiken, zo grijpen kerkelijke mensen naar religieuze middelen, In de wereld zal een vader zeggen: „Als je er ooit over praat, vermoord ik je", in de kerk zal een vader bijv. het vijfde gebod misbruiken als een machtsmiddel. Het één is net zo verderfelijk als het andere. De HEERE vraagt eer voor vader en moeder, omdat zij Zijn handen zijn om tot Hem te leiden. Maar de HEERE vraagt niet een vader te eren die zijn dochter onteert. Zo'n vader heeft geen recht op stilzwijgen. Integendeel, aan die afgrijselijke toestand moet zo snel mogelijk een einde komen, omdat het een gruwelijke zonde is in Gods ogen. Je hebt in je brief zelf enkele aspecten genoemd die door mensen selectief uit de Bijbel 'geplukt' worden om een goddeloze dwang uit te oefenen, ten einde een zoon, een dochter mee te slepen in de zonde en vervolgens monddood te maken. Bepaalde omstandigheden kunnen deze zaken nog eens versterken. Ik zal daar enkele mogelijkheden van aanstippen.

Gezinshoofd
Incest kan gemakkelijker begaan worden in een gezin waarin een vader op onbijbelse wijze invulling geeft aan het bijbelse gegeven dat hij het hoofd van het gezin is. Bijbels is het wanneer hij hoofd is, zoals Christus het hoofd, de hulp en de bijstand van Zijn gemeente is. Dit hoofd-zijn heeft dan niets te maken met dictator-zijn, maar met de wijze waarop mijn hoofd verbonden is met mijn lichaam en voor het welzijn van mijn lichaam waakt. Tussen mijn hoofd en de rest van mijn lichaam is —als het goed is— geen enkele concurrentieverhouding. Integendeel, ik functioneer alleen dan goed, wanneer hoofd en lichaam in harmonie zijn. Verwordt deze verhouding tot een verhouding waarin de man de baas is en de vrouw ondergeschikte, dan ontstaat er een sfeer waarin een man onderworpenheid eist van vrouw en kinderen. Niet vaders wil is dan wet, maar 's mans wil is dwang. Zo kan er een situatie ontstaan waarin een dochter door vader genomen wordt, zonder dat zij ook maar enige mogelijkheid heeft zich te verzetten. Moeder kan ook niet te hulp komen, want ook haar tegenspraak wordt eenvoudigweg niet geduld.

Werkster
Met het voorafgaande is dan vaak verbonden dat de moeder geen persoon is met een eigen hart, een eigen verantwoordelijkheid, een eigen gevoelsleven. Zij is de onbetaalde werkster in huis en de vrouw die zich zonder wil aan de man heeft over te geven als hij dat wenst. Zij is dan ook degene die zich schuldig moet voelen als de man buiten haar meer zoekt. In het verlengde hiervan ligt vaak de gedachtengang dat wat de man wil niet alleen wet, maar ook natuurlijk is. Als er iets verkeerd gaat is de vrouw per definitie degene die de oorzaak is van alle verleiding. Paulus' uitspraak dat Eva eerst verleid is en daarna Adam, wordt dan ook gelezen alsof Eva eerst verleid heeft. De vrouw is altijd de schuldige, want als zij niet gewild had, dan... Van hieruit kan een man zijn dochter het zwijgen opleggen omdat zij degene geweest zou zijn die als eerste aanleiding zou hebben gegeven. Theologisch is de cirkel rond en de dochter kan de cirkel niet meer doorbreken. Wat vader zegt, moet waar zijn. Maar het is een leugen, want zelfs als de dochter met vader begon te knuffelen was dat heel iets anders: een heel ander niveau, dat niets met seksualiteit te maken had.

Slaafs
Incest kan ook geschieden wanneer het vijfde gebod vertaald wordt in termen van slaafse gehoorzaamheid die gelijk staat aan het "Befehl ist Befehl" in het Hitler-tijdperk. In het eerste gebod van de tweede tafel gaat het echter om heel iets anders. Aan het eisen van eer, liefde en trouw van de kinderen gaat vooraf dat bij het huwelijk en bij de Heilige Doop beloofd wordt dat wij als ouders aan onze kinderen eer, liefde en trouw zullen bewijzen. Er zou nog meer te noemen zijn. Maar dit zij duidelijk: hierbij gaat het niet om de religie en incest, maar om allerlei misvattingen en misbruiken van Gods heilige inzettingen en bedoelingen. En het is een onloochenbaar feit, dat daar waar de verhoudingen niet zijn zoals de HEERE dat vraagt in Zijn heilige wet, de slavernij van het heidendom weer alle kansen krijgt. Maar dan gaat het wel om misbruik van Gods openbaring. Omgekeerd kan ik zeggen dat er geen beter en krachtiger verzet tegen incest gevonden wordt dan daar waar Gods openbaring verstaan en geloofd wordt.

Lectuur
Van harte hoop ik, dat ik je hiermee enige richtlijnen gegeven heb, niet om kerkmensen te verdedigen maar om Gods spreken duidelijk te maken en zo de ware Kerk. En op de vraag of er ook christelijke lectuur over incest is, verwijs ik je graag naar de volgende publikaties: Brochure "InceSSSt", The manummer van de Wegwijzer, 1988 (bestellen door overmaken van ƒ 7,50 op gironummer 5374526, t.n.v. De Wegwijzer, Ermelo). - "Incest, wat gaat ons dat aan?" door dr. J. Hoek; Boekencentrum, Den Haag. "Incest, een informatieve en praktische handreiking in bijbels licht" door drs. Janneke Kok, drs. Anja Koster en dr. Jan van der Wal. Dit boekje is deze maand verschenen in de serie Praktisch en Pastoraal van uitg. J.J. Groen en Zoon te Leiden. De auteurs zijn verbonden aan Gliagg De Poort en hebben allen ervaring met hulpverlening bij seksueel misbruik. Het boekje telt 124 blz. en kost ƒ 18,90.

a) Er wordt veel gezegd: als je lang haar hebt, hoefje in de kerk geen hoed op. Ik heb 1 Kor. 11 uitentreuren gelezen maar kom er niet uit!
b) Dan over gepermanent haar Daarover lees ik in de Bijbel niets. Waarom is de gereformeerde gezindte daar dan zo op tegen? Wat is daar voor verkeerds aan ?

Het zijn vragen die al vaak zijn gesteld en al vaak uitvoerig zijn beantwoord aan de hand van wat de Bijbel ons zegt ten aanzien van de bovengenoemde onderwerpen. Dit soort vragen komen bij elke generatie opnieuw aan de orde. Dat komt enerzijds doordat het "gevallenmenszijn" in alle generaties, zowel bij het mannelijke als bij het vrouwelijke geslacht, ook aan de oppervlakte komt in het stellen van vragen die reeds eerder zijn gesteld. De daaruit voortkomende problemen zijn ook niet nieuw, al worden ze ook in verschillende tijden en situaties op andere manieren ingeschat en behandeld. De Mond der wijsheid sprak reeds door Salomo: er is niets nieuws onder de zon!

Ontevreden
Eerst wil ik de vraag behandelen, die handelt over "hoofden". Ik doe dat, omdat hetgeen ik daarover zal schrijven zowel jongens als meisjes, mannen als vrouwen aangaat. Over het uiterlijk van mannenen vrouwenhoofden is al heel wat te doen geweest sinds God ons als man en vrouw schiep en de zonde in de wereld kwam. Het wangedrag van Eva en Adam vloeide ten diepste daaruit voort, dat men niet vergenoegd was met de situatie waarin God de goedgeschapen mensen plaatste. Vóór de val waren er geen problemen... men accepteerde zichzelf en de ander zoals men was en... men gedroeg zich naar de regels die God stelde. De zonde en de daaruit voortvloeiende ellende kwamen in de wereld uit ontevredenheid over het beleid van de drieënige Verbondsgod. Al wat wij met het uiterlijk van ons hoofd doen uit ontevredenheid met hetgeen de Schepper en Onderhouder van het menselijk geslacht in het algemeen en met ons in het bijzonder deed, is zonde. Wanneer wij iets met en aan ons uiterlijk doen om "bij" te zijn en te blijven met wat de mode van onze tijd is, dan is dat voor God pure wereldgelijkvormigheid, welke naam wij of anderen daaraan ook mogen geven! Wanneer men echter aan het hoofdhaar iets doet omdat het anders zó slap en sluik naar beneden hangt, dat ons uiterlijk er onverzorgd uitziet, waardoor wij ons onbehaaglijk voelen en anderen afstoten als christenen, dan ligt, naar mijn mening, de zaak anders.

Snor en baard
Dat ik geen baard draag of snor heb, terwijl God het mannelijk geslacht zó schiep, dat het hoofdhaar van de man er anders zou uitzien dan dat van de vrouw, is iets wat niet uit God, maar uit de mens is. De Romeinen hebben die mode in de wereld gebracht. Op een kerkelijke vergadering werd er over de haardracht van vrouwen gesproken. Iemand meende dat een vrouw het haar zo lang moest laten groeien als God het liet groeien. Waarop iemand terecht opmerkte, (ik was daar zelf bij tegenwoordig) dat dan alle aanwezigen op die vergadering in overtreding waren en leefden. Er was niemand op de vergadering die een baard of snor had... Mijn huisarts raadde mij vele jaren geleden aan mijn baard te laten groeien in verband met de problemen die ik telkens weer had met keelaandoeningen. Dat was voor mij als predikant heel naar en ook voor de gemeente die ik toen diende. Ik heb het niet gedaan. Waarom niet? Voor de mensen... Ik ben niet van plan om mij vanaf heden niet meer te scheren. Waarom niet? Dat blijft voor u een vraag en voor mij een weet. Laten wij ons, ook wat ons gehele uiterlijk betreft, niet laten leiden door wat "uit de wereld" is, maar door wat uit God is. Gods Geest inspireerde zowel de profeten als de apostelen om dienaangaande ons voor te lichten. Lees Jesaja 5:16-24; Titus 21-12; 1 Petr. 3:1-7.

Hoeden
Dan nu de vraag over hoeden. Ik zou zeggen: lees 1 Kor. 11 toch nog maar eens en vergeet vooral vers 16 niet. Daar staat geschreven: Doch indien iemand twistgierig schijnt te zijn, wij hebben zulke gewoonten niet, noch de Gemeenten Gods. Kijk de kanttekeningen bij 1 Kor. 11 in een Statenbijbel er maar eens op na, dan kom je er misschien wel uit. Vergeet vooral niet te bidden, zoals ik zelf ook vaak doe: Maak in Uw Woord mijn gang en treden vast, opdat ik mij niet van Uw paan moog' keren... en wordt mijn vlees door het kwade licht verrast, ai laat het mij toch nimmer overheren... verlos mij, Heere, van 's mensen overlast... dan zal ik U naar Uw bevelen eren! (Ps. 119 vs. 67 ber.)

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 8 mei 1991

Terdege | 72 Pagina's

Nog vragen?

Bekijk de hele uitgave van woensdag 8 mei 1991

Terdege | 72 Pagina's