Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

"De beste uitvinding van de duivel"

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

"De beste uitvinding van de duivel"

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

<br />

De reacties op mijn vorige "Beurtelings" had ik kunnen verwachten. Ik had over de tv geschreven: „Het kwaad zit niet alleen in het verkeerde gebruik. Het kwaad zit in de tv zelf." Iemand uit Gouda schreef mij: „Het kwaad zit niet in de tv, maar in ons hart. Als het kwaad in het apparaat zou zitten, zouden we het al heel simpel kunnen uitbannen door dat apparaat de deur uit te doen." Zo ook T. van de Weijden uit Dordrecht in de brievenrubriek: „Het kwaad zit niet in de tv. Dat is maar een dood ding. Het kwaad zit in de uitzenders en de gebruikers, kortom in de mens. Uit ons boze, wereldse hart komen stromen van ongerechtigheden voort." En R.M. Maris uit Zoetermeer, een nummer eerder: ,,De boodschap wordt vervormd door de mens en niet door het medium. Wanneer de tv snelheid en vlakheid biedt, ligt dat aan kijkers die dat willen en omroepen die zich op die eis richten. De schuld is niet af te schuiven op de vermeende eigenschappen van een medium." Deze lezers hebben gelijk. Als het gaat om de schuldvraag, ligt de schuld natuurlijk bij de mens, bij ons boze hart, en niet bij dat dode ding. Maar ik denk dat ik ook gelijk heb. Want het ging mij niet zozeer om de schuldvraag, maar om de vraag of de tv ooit echt een positieve, opbouwende functie in de samenleving zou kunnen innemen. Mijn antwoord is: neen. En dat ligt niet aan ons boze hart, maar ook aan de aard van het medium.

Aanjager
Natuurlijk is de secularisatie niet begonnen met de tv. Ik heb het wel eens vergeleken met een veenbrand, die allang ondergronds aan de gang was. Dat de vlammen sinds de jaren zestig zijn uitgebarsten, is voornamelijk gebeurd door de tv. De vorige maal schreef ik, dat ik het boek "De wereld in huis" van drs. A.G. Knevel nog niet had gelezen. Inmiddels is dat wel het geval en ik kan de lezing ervan ieder aanbevelen die denkt dat de tv op zichzelf maar een neutraal ding is, noch goed, noch kwaad. Zo eenvoudig ligt dat niet. Knevel stelt onomwonden: ,,De diepe oorzaak van de golf van secularisatie die de kerk sinds de jaren zestig overspoelt is de televisie." Hij noemt de tv de aanjager van de secularisatie en citeert prof. Graafland, dr. J. Hoek en anderen die zich in gelijke zin hebben uitgesproken.

Beste uitvinding
Is dat alleen maar een kwestie van zondig gebruik van een op zichzelf onschuldige uitvinding? Knevels gedachten gaan duidelijk verder. Hij citeert met instemming Malcolm Muggeridge, die de tv de beste uitvinding van de duivel sinds de val van Adam en Eva in het paradijs noemt. Wat heeft de tv dan voor kwade eigenschappen, waardoor ze wel automatisch verkeerd moet gaan? In 1986 kwam er van de Amerikaan Neil Postman een boek dat veel aandacht kreeg. Het heet: "Wij amuseren ons kapot". Hij stelt dat tv alleen maar geschikt is voor oppervlakkige verstrooiing, amusement. Tv kan wel geweldige emoties oproepen, door schokkende beelden te laten zien, bij voorbeeld van de Golfoorlog. Met behulp van die opgeroepen emoties is het heel simpel de kijker partij te doen kiezen in het conflict. Maar daarmee is de kijker meer gemanipuleerd dan dat hij echt tot nadenken is gebracht. En geldt dat niet van alle onderwerpen die je maar kunt bedenken? Alles wat vertoond wordt, moet nu eenmaal amusementswaarde hebben, wil het aanslaan bij de kijker.

Progressief
Meer cultuurfilosofen en mediadeskundigen hebben zo de laatste jaren hun bezwaren geuit tegen de aard van de tv als zodanig. Knevel merkt daarom ergens op dat de kijk van de „uiterste rechterflank van de gereformeerde gezindte" op de tv wel eens ,,uiterst progressief" zou kunnen zijn en pas nu, langzamerhand, wordt overgenomen door meer vooruitstrevende denkers. En inderdaad, wat ik in Terdege van 10 april over de tv schreef, was, breder uitgewerkt, al bijna twintig jaar geleden te lezen in De Wachter Sions (18-10-73 en 24-1-74), al voeg ik daar onmiddellijk aan toe, dat ik toen al Marshall McLuhan gelezen had. In elk geval snijdt een dergelijke bezinning op de aard van het medium dat tv heet, meer hout dan de oppervlakkige praat van „een stap naar de hemel en een stap naar de hel", of dat tv gewoon een van de vele media is en dat er hooguit een gradueel, maar geen principieel verschil is met radio of krant. Wie zulke dingen beweert, beseft niet de geweldige invloed van het kijken op het denken van de mens. Ten kwade, maar kan het ook niet ten goede? Misschien voor een deel ook wel, denk ik, maar het gelóóf is uit het gehoor en wie zijn catechismus kent, weet ook de waarschuwing om maar niet te veel goeds van het visuele element te verwachten (Zondag 35). Wel kwaads, en dat komt (daar wezen de bovengenoemde lezers terecht op) omdat de uitvinder van de tv (zie Muggerigde hierboven) een bondgenoot heeft in ons boze hart.

Vraag
Rest nog een vraag, die inmiddels vele lezers in de pen zal branden: ja, je citeert Knevel nu wel, maar intussen komt hij met deze kijk op de tv toch blijkbaar tot een totaal andere conclusie. Want hij propageert geen geheelonthouding, integendeel, hij gelooft er kennelijk nog zo veel in, dat hij zelfs programmamaker is. Dat is een goede vraag. Ik stel haar zelf ook. Na dat boekje zou ik, als ik bij de tv zat, geen dag meer de illusie hebben daar nuttig werk te kunnen doen. Knevel schreef zijn boekje om te waarschuwen, niet om zichzelf te verantwoorden. Daarom is hij op dat punt heel summier: „De tv is in Nederland volkomen geaccepteerd, ook in christelijk Nederland (...) Zo ligt de zaak nu eenmaal. Dan kan het een roeping en opgave zijn om ervoor te zorgen dat er dan tenminste nog behoorlijke, positieve, zelfs evangeliserende programma's worden uitgezonden." Maar hoe kun je na lezing van zijn boekje nog geloven in de mogelijkheid daarvan? Hij citeert Postman, dat ook religieuze programma's als amusement gebracht moeten worden om te kunnen concurreren met wereldse programma's. Maar dat is Amerikaans, zegt Knevel, in Nederland is de situatie heel anders. Principieel? Of alleen gradueel?

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 5 juni 1991

Terdege | 64 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van woensdag 5 juni 1991

Terdege | 64 Pagina's