Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Zoals een boer zijn logge beest uit de stal leidt ...

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Zoals een boer zijn logge beest uit de stal leidt ...

„Gelijk een beest dat afgaat in de valleien ...." Jesaja 63 : 14a

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

<br />

Gelijk een beest...! Een wonderlijk woord. Wat zeg ik, het is onbegrijpelijk dat de Heere Zijn volk, Zijn keurlingen, vergelijkt met een beest. Wie wil er nu graag met een beest vergeleken worden? Een onbekeerd mens zeer zeker niet en een vrome Farizeeër haalt hierbij verachtelijk de schouders op. Maar Asaf heeft het moeten leren in Gods heiligdom. Aldaar hoort ge hem snikken: „Ik was in mijn verwaande geest bij U een onvernuftig beest." En als ge dan de tekst leest, schijnt het dat ook de profeet geen vreemdeling van deze les geweest is.

Gelijk een beest! Heel het hoofdstuk is een woord van rijke herinneringen. Herinneringen aan de goedheid en trouw des Heeren. Ondanks alle schuld is en blijft Israël Zijn volk (vers 8). En welk een volk is dat nu? „Maar zij zijn wederspanning geworden" (vers 10). Gelijk een beest! Het beeld is duidelijk, dacht ik. In de vroege morgen is daar de boer in het Oosten, die de staldeuren open maakt. Ge ziet hoe het jonge vee naar buiten dartelt, naar de grazige weide.

Maar nu het logge en lompe vee, het beest, het durft niet, het schrikt overal van. Niemand is in staat om dat lompe dier naar buiten te trekken. Alleen zijn meester! Ge ziet hem staan naast dat schrikachtige dier. Hij klopt het op zijn hals, hij lokt met lieve woorden en een handje vol gras doet zo veel. En zo komt dat logge dier stap voor stap naar buiten, naar de valleien. Daar wacht voor hem rust aan de verkwikkende waterstroom.

Zo heeft de drieënige God Zijn volk geleid. Als een beest stond Zijn volk in de vuile stal van Egypte. Niemand kon de deuren openen, alleen de Heere Zelf. En hoe lieflijk heeft Hij gehandeld met Zijn kinderen. Gelijk een beest ging de weg door de zee en langs onmogelijke wegen. Door een huilende wildernis heeft de Geest des Heeren geleid naar het land der rust. Gelijk een beest. Nu eens bevreesd, dan weer opstandig en murmurerende. Veertig lange jaren heeft de Heere nodig gehad om ze tot rust te brengen in de valleien.

Gelijk een beest. Het is een woord van herinnering, ook voor u en voor mij. En heel in het bijzonder voor Gods volk. Onze afkomst wordt getekend in dit hoofdstuk. Het land der vreemdelingschappen, de stal der zonde. Onwetende van ellende en dwaasheid. Een voorhoofd van koper en een nek als een ijzeren zenuw. En wie is dan in staat om een mens uit te leiden uit stad des verderfs? Maar ziet nu Gods uitverkiezende liefde. Daar gaan de staldeuren voor Manasse open en ook een Efraim wordt dan geleid als een ongewend kalf. Als een beest!

Ach, wat is er toch veel voor nodig om een mens op zijn plaats te brengen in de valleien van ootmoed en schuld. Soms moet Gods kind getuchtigd worden als een ongewend kalf. Dan weer wordt het trouwelijk geleid. En gelijk die boer een hand vol gras gebruikt, zo doet de Heere het met de brokskens, die vallen onder de tafel.

Gelijk een beest. Ik zie nog eenmaal dat beest, de stal ligt achter en voor ligt de diepte, die voert naar de valleien. Voor het jonge vee is dat niet moeilijk, maar nu voor dat logge beest. Dan moet de boer stap voor stap voorgaan, anders zou het beest struikelen. Is het mogelijk uw weg geweest? De weg naar de hoogte gaat beter dan de weg naar de diepte. O, als de dierbare Koning Zelf niet vast zou houden, was heel dat volk omgekomen in de woestijn. Hij heeft echter trouwelijk geleid. Tot aan de valleien der rust.

En wie is dan Deze, Die van Edom komt, met besprenkelde klederen van Bozra? (vers 1). Daar ligt het geheim van dit ontroerende woord. Het is de allerbeminlijkste Heere Jezus Christus. Hij heeft dat beest voor Zijn rekening genomen. Hij is voor dat beest heengegaan met wolkkolom en vuurkolom. En langs de onmogelijkste wegen bracht God ze door Jozua in het land der rust.

Gelijk een beest. Ge wordt herinnerd aan uw afkomst. En voornamelijk dat volk dat uitgeleid is uit de stal der zonde. En nu voortgeleid naar het land der rust. Hoe zalig dat uur als ge met Asaf tot rust moogt komen in die vallei, waar geen traan meer vloeit. En waar de vreemdelingschap vergeten is.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 9 oktober 1991

Terdege | 80 Pagina's

Zoals een boer zijn logge beest uit de stal leidt ...

Bekijk de hele uitgave van woensdag 9 oktober 1991

Terdege | 80 Pagina's