De baas vindt het een genot als het regent!
De enige paraplufabriek van Nederland
Je zou in een land als het onze minstens een bloeiende paraplu-industrie verwachten met een enorme concurrentie. Niets is minder waar." Parapluiefabriek Limburg" in Amsterdam is de enige paraplufabriek in Nederland en tevens enige leverancier van Knirps. „De baas vindt het een genot als het regent!"
„Onder moeders paraplu liepen eens twee kindjes..." Natuurlijk, want die kindjes hadden vroeger geen eigen paraplu. Tegenwoordig wel. En ook voor jongeren is dit attribuut niet meer weg te denken. Want de regenschermen van de laatste jaren zijn beslist niet saai of tuttig. Flitsende kleuren en modieuze dessins hebben ook op de paraplu hun intrede gedaan. De paraplu is 'in'.
„Kort na de oorlog waren er een stuk of vier paraplufabrieken in ons land", weet verkoper J. Meijboom, die al 44 jaar bij de zaak in dienst is. „Maar ja, er zijn er een paar gefuseerd, dat liep niet zo, en op een gegeven moment viel het doek. Wij zijn nu sinds... (roept naar collega:) Sinds wanneer mag hij nou geen Knirps meer verkopen?... Zes, zeven jaar? Afijn, sinds enkele jaren zijn wij de enige in Nederland die Knirps mag verkopen."
Argeloos vraag ik of Knirps een paraplumerk is. De monden van Meijboom en zijn collega Schreuder vallen sprakeloos open. Schreuder is de eerste die zijn spraak hervindt. „Knirps is een wéreldmerk! Daar zit een jaar garantie op! Wat Mercedes is onder de auto's, is Knirps onder de paraplu's."
Baleinen
"Parapluiefabriek Limburg" ging op 1 juni 1938 in Limburg van start. Na de Tweede Wereldoorlog is de zaak opnieuw begonnen in Amsterdam, onder de oude naam, en daar zit de fabriek nog steeds. Een bordje op de deur wijst de bezoeker erop dat aan particulieren niet geleverd wordt en dat voor hen ook geen reparaties worden verricht. Want ze stappen nog wel eens binnen. „Ik was hier toch in de buurt, zegt men dan", bromt Schreuder. „Gaat u ook naar Eindhoven als uw tv kapot is?, vraag ik ze dan."
Het woord fabriek is eigenlijk niet juist, want "Limburg" zet de paraplu's alleen in elkaar. Kant-en-klare "frames" worden van stof, knop en eventueel koord of hoesje voorzien. „Baleinen hebben we nooit zelfgemaakt", vertelt Meijboom. „Ze kosten ons een paar cent het stuk en als je ze gaat maken moet je een complete metaalfabriek opzetten en honderdduizenden baleinen per dag maken, om het rendabel te houden", vult Schreuder aan.
De baleinen worden geïmporteerd, evenals de stof. Vooral Duitsland en Italië leveren aan de Hollandse fabriek. „Vroeger bonden we de monturen nog wel zelf in elkaar, met ijzerdraad", herinnert Meijboom zich. „Kort na de oorlog moesten we zelfs oud materiaal opnieuw lakken om nieuwe paraplu's te maken.
Tegenwoordig krijgen we kant-en-klare monturen, waarvoor de klant (de winkelier - AL) zelfde stof kan kiezen, en de knop en dergelijke. Knirps komt uit Duitsland, dat is een onderdeel van een staalconcern. Vele modellen met houten stok komen helemaal compleet uit Italië; dan heb je ook meteen de modetinten."
Jongeren
Tientallen jaren lang was een paraplu zwart, bruin, donkerblauw of grijs. Geen wonder dat jongeren zich niet met een regenscherm vertoonden. Sinds een jaar of tien is daar verandering in gekomen. Zijn de frisse, vrolijke kleuren op verzoek van de jeugd gekomen of kopen jongeren nu paraplu's omdat er vlotte tinten zijn? Meijboom vermoedt het laatste.
„Ik heb het vermoeden dat het door de buitenlanders in Nederland komt. Je ziet nu veel meer felle kleuren. Daar heeft de mode op ingespeeld." De paraplu's volgden deze mode en ziedaar, jonge mensen durven met een plu te lopen. De kleur van de stof (vroeger zijde of kunstzijde, tegenwoordig nylon, katoen, halfkatoen, nylonsatijn) mag dan sinds een decennium aan mode onderhevig zijn, het model van de plu is dat niet.
„Het model blijft in het algemeen rond. Dat is het sterke punt van de paraplu: de even grote banen. Je ziet wel 's langwerpige, maar dat slaat niet aan, hooguit als relatiegeschenk. Eén lang vlak wordt een zwak punt."
Het enige verschil tussen de parapluframes, afgezien van de kwaliteit, is de kleur van de baleinen: zwart, goud of nikkel. En de koepelparaplu's, waar zijn die gebleven? „Op kleine schaal worden ze nog gemaakt, die dingen van doorzichtig plastic. Dat is een tijdje een bevlieging geweest. De Koningin (Juliana - AL) heeft met zo'n ding boven d'r hoofd gelopen en toen wou iedereen er eentje.
Ha, weet je waar ze nu voor gebruikt worden? Pas kocht een man er 24; ik zeg: Ga jij zelf paraplu's verkopen? „Nee", zegt-ie, „ik haal de knop eraf en zet ze als broeikasje over m'n kostbare stekken." We hebben zelfs van een tuindersvereniging aanvragen gekregen voor zulke koepeltjes."
Concurrentie
De opvouwbare/inschuifbare paraplu bestaat ook al tijden. „Ik heb er thuis eentje van zeventig jaar oud, een Knirps. Knirps was de eerste die ermee kwam en nu denken veel mensen nóg dat een inschuifbare paraplu een Knirps is. „Ik wil een paraplu, zo'n Knirpsmodel." Dan bedoelen ze een inschuifbare."
Wat het merk Knirps betreft heeft "Parapluiefabriek Limburg" in Nederland geen concurrentie. „Er zijn wel nog twee firma's die paraplu's verkopen. Niet maken dus. Die ene zit in het goedkope spul, de andere is een Duitse firma. De zaak die eerst ook Knirps verkocht mocht dat een jaar of zeven terug niet meer."
De directeur van Limburg, de heer H. Gerritze, stond niet te jubelen toen hij vernam dat hij alleenleverancier van Knirps werd. Een werknemer die hem met het feit feliciteerde, legde hij uit: „Een stuk gezonde concurrentie is niet slecht en bovendien was hij een van de laatste vakmensen."
Op een paraplu van Knirps zit een jaar garantie „en als je 'm goed behandelt heb je 'm voor je leven. Maar de mensen behandelen hem zeker niet goed, want we blijven verkopen", grinnikt Meijboom. Hoe veel paraplu's per jaar de fabriek verlaten wil hij niet kwijt.
Seizoen
Een paraplufabriek is erg afhankelijk van het weer. „Knirps verkoop je het hele jaar door, als cadeauartikel, maar voor de rest ligt het seizoen van ongeveer september tot december: bestellingen voor de feestdagen." En in juni van dit jaar was het ook seizoen... „De baas vindt het een genot als het regent!"
Als het regent pak je je paraplu. Die hoefje dan toch niet nog eens te kopen? Maar kennelijk leggen veel plu's het loodje in de loop van het seizoen: „Als het vandaag regent, hangt vanmiddag de winkelier aan de telefoon. De winkels hebben geen voorraad meer tegenwoordig. Bang dat ze 't niet kwijt raken, en 't kost geld he. Maar als de levering dan soms een week duurt, hangen ze alweer aan de lijn."
De sticker op een van de kasten spreekt wat dit betreft boekdelen: "If you wanted it yesterday, why didn't you ask it tomorrow?" (Als u het gisteren wilde, waarom vroeg u het dan niet morgen?) De paraplu's die aan Limburg kant-en-klaar geleverd worden (met name de goedkopere, uit het Verre Oosten) kunnen direct verzonden worden. De andere moeten op de fabriek in elkaar gezet worden en dat kost nu eenmaal tijd.
„Altijd blauw"
Op regenachtige dagen lopen verschillende winkeliers in de fabriek rond, keurend en kiezend. Ze krijgen de stofstalen te zien, de frames, de knoppen en bepalen dan welke combinatie ze willen. Schreuder gooit wat stalen op de tafel, die zojuist met de post zijn gekomen. „Wat moet je hier nou van kiezen?", zucht Meijboom en 'bladert' door de nylon stalen.
Hij hoeft dat niet alleen vast te stellen. „We gaan met z'n allen om de tafel zitten en bespreken het." Ik merk voorzichtig op dat het vlekkerige roze-zwart-grijswitte dessin niet mijn voorkeur heeft; past bij te weinig kledingstukken. Het blauw-okergele stofje spreekt me meer aan. Dat lokt een lachend commentaar uit van Meijboom: „Voor Hollandse vrouwen moet het altijd blauw zijn! Blauw kan overal bij. Marine, blauw, dat is altijd goed!"
De stof wordt met een mal in banen gesneden en vervolgens machinaal in elkaar genaaid. Tegelijkertijd komt er middenboven een metalen ring, waar het uiteinde van de stok doorheen moet. Een volgende machine zorgt ervoor dat de stof op de baleinen komt. Dan is het nog een kwestie van een knop op de stok plaatsen: plastic, hout of leer, haakvormig of juist niet.
Schouderkoord
Het assortiment van "Limburg" loopt van de goedkoopste paraplu (die de fabriek kant-en-klaar koopt) tot en met de duurste Knirps. Een Knirps heb je vanaf plusminus zestig gulden (winkelprijs), maar je kunt er ook tegen de driehonderd voor neertellen.
Op een zeker moment kwamen er uit het Verre Oosten paraplu's met schouderkoord. Dat werd meteen een trend, zodat ook Knirps daarop inhaakte. De Knirps met schouderkoord ging echter absoluut niet. „De jeugd loopt ermee", verklaart Meijboom, „en die koopt een paraplu van vijftien, twintig gulden. Zestig gulden is te veel voor hen. En ouderen gaan niet met zo'n schouderkoord lopen.
De volautomatisch opvouwbare Knirps met draagkoord wordt wel door ouderen gekocht; die willen niet zo'n modedingetje." Er bestaan ook paraplu's met houten stok. Sommige daarvan zijn prima geschikt als wandelstok en zijn zelfs aanvankelijk als zodanig ontworpen. „Ouderen die een stok nodig hadden en zich daarvoor schaamden, vroegen de winkelier of hij er niet een foedraal omheen kon doen..."
Storm
Van een dure paraplu mag je natuurlijk verwachten dat hij lang goed blijft. En als je tweehonderd gulden voor het regenscherm hebt neergeteld is het best de moeite waard om het in geval van een mankement ter reparatie op te sturen. „Maar sommige winkeliers sturen paraplu's van vier gulden (inkoopprijs) terug om te laten repareren, met zes gulden porto erop!", foetert Meijboom.
En al heb je nog zo'n dure plu, tegen echte storm is niets bestand. „Nota bene, als er dikke bomen omwaaien en de daken van de huizen vliegen, komt men klagen over een kapotte paraplu: „Jamaar, ik heb toch een dure gekocht!" Dus de bomen waaien om, maar men verwacht dat de paraplu het wel uithoudt!"
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 15 januari 1992
Terdege | 68 Pagina's