De Wegenwacht
Geen organisatie in ons land kan zich in een grotere populariteit verheugen dan de ANWB. Dit jaar werd het driemiljoenste lid genoteerd. Ondanks bewogen discussies over files en luchtvervuiling koestert de Nederlander z'n automobiel. En iedereen heeft haast. Laat het voertuig het onderweg afweten, dan moet hij zo snel mogelijk weer op gang worden geholpen. Via praatpalen kunnen gestrande automobilisten de bekende gele Golf bestellen. De bestuurder ervan moet maar zien hoe hij het redt. Met beperkt materieel, bij nacht en ontij. Een dag onderweg met Freek van de Weg van de Wegenwacht.
Zijn naam zorgt nogal eens voor verwarring, vooral in de winter. De automobilist die door gladheid in de berm is beland, kan weinig anders doen dan bevestigend knikken als de gealarmeerde wegenwacht het gesprek opent met „Van de Weg." Deze maand viert hij een klein jubileum. Hij zit twaalf en een halfjaar langs de weg. Na ervaring te hebben opgedaan in twee garages, koos hij voor het nomadenbestaan van wegenwacht in de regio 't Harde. Daarvoor is even wat meer vereist dan technisch inzicht. Aan het Technisch Opleidings Centrum van de Wegenwacht in Voorschoten wordt ook aandacht besteed aan de stimulering van het improvisatievermogen, EHBO en de benadering van mensen. „Een goeie monteur is nog geen goede wegenwacht", weet Van de Weg. „Je moet met mensen om kunnen gaan. Onderweg kom je van alles tegen, van dominee tot drugsgebruiker. Te plannen valt er niets. Het is elke dag weer afwachten wat er komt. En je moet voor alles een oplossing weten. We verkopen nooit nee."
Hechte gemeenschap
Meldingen van gestrande automobilisten in de regio komen binnen bij de meldkamer in 't Harde. Daar bepaalt de dienstdoende verkeerswacht wie de klus gaat klaren. Via de mobilofoon geeft hij de collega langs de weg informatie over voertuig, plaats en probleem. De gemiddelde wachttijd voor de cliënt ligt rond een halfuur. De reparatietijd in de buurt van een kwartier. Als herstel van het euvel waarschijnlijk meer dan een uur in beslag neemt, wordt een garage ingeschakeld. Meestal is dat niet nodig. Meer dan negentig procent van de storingen wordt door de ridders van de weg verholpen, vaak met simpel gereedschap.
Op Freek wacht de eigenaar van een Lada, ergens in de binnenstad van Zwolle. De bestuurder van een naderende truck van de ANWB-alarmcentrale steekt collegiaal de hand op. De wegenwachters vormen een hechte gemeenschap. Ondanks het zware werk ligt het verloop opmerkelijk laag. „Als je dit werk een paar jaar hebt gedaan, pas je niet meer tussen vier muren", zegt Freek.
Pan aardappels
„'t Lijkt wel een kokende pan met aardappels", lacht de vrouw. Ze heeft haar bejaarde Lada nog net naar een parkeerplaats langs de weg weten te loodsen. Een paar dagen terug is er een nieuwe radiateur in gegaan, maar het water dat Van de Weg erin giet spoelt met dezelfde snelheid de straat op. Radiateurslang gescheurd, ziet hij, en duikt in de laadruimte van zijn Golf Uit een verborgen hoek komt een gebruikt stuk slang te voorschijn. Niet identiek aan het gebarsten exemplaar, maar wel bruikbaar. „Kijk, zo gaat dat", deelt hij opgewekt mee. „Dat stukje lag er misschien al een halfjaar in. En dan ineens kun je het gebruiken." De dame boft. De tweedehands slang kost haar geen cent. Alleen de klemmen moeten betaald. Met de belofte er zo snel mogelijk weer een originele slang op te laten zetten, neemt ze afscheid. „Dat moet volgend jaar nog gebeuren", verzekert Freek me. Met wat garagezeep en water uit een weggemoffeld tankje reinigt hij de handen, waarna hij de reparatie afmeldt, grotendeels in cijfers. Eerst zijn mannummer: acht vier zeven. Dan de cijfercode van de reparatie die is uitgevoerd. Met behulp van een lange lijst kan de wegenwacht een keuze maken uit meer dan tweehonderd codes, variërend van starthulp tot een persoonlijke dienst.
Verboden te vloeken
Een fors deel van de laadruimte van de Golf wordt in beslag genomen door EHBO-uitrusting. Het technische gereedschap is toegesneden op de meest voorkomende klachten. Naast het standaard assortiment heeft elke wegenwacht een eigen arsenaal van onderdelen, die op grond van praktijkervaring worden aangeschaft en tegen winkelprijs aan cliënten verkocht. Het volgestouwde wagentje heeft ruim 457.000 kilometer achter de rug. Gemiddeld gaan de Golfjes van de Wegenwacht drie en een halve ton mee, maar die van Freek zal als het een beetje mee zit de vijf halen. Door een felblauwe sticker van de Bond tegen het Vloeken, aangebracht op het dashboard, bekent de bestuurder kleur. Meerijders worden er continu aan herinnerd dat het misbruik van Gods naam overtreding is van de hoogste wet. „Er gaat een preventieve werking van uit. En het kan een aanknopingspunt zijn voor een goed gesprek. Dat heb ik al heel wat keren ervaren."
Zondagsarbeid
De wegenwacht uit Wezep rekent zich tot de rechterflank van de gereformeerde gezindte. Dat wekt nogal eens verbazing. Men kan niet plaatsen dat hij een baan heeft waarmee ook zondagsarbeid is gemoeid. Van de Weg verklaart die kritiek uit gebrek aan kennis. De doelstelling van de Wegenwacht is niet alleen het verhelpen van technische mankementen aan automobielen, zoals velen denken. Ook het verlenen van eerste hulp bij ongelukken en het bevorderen van de verkeersveiligheid behoren tot het takenpakket. Het gros van de ongevallen op de snelweg wordt gemeld via een praatpaal. Dat betekent dat de Wegenwacht vaak eerder op de plaats des onheils is dan politie en ambulance. Er bestaat dan ook een nauwe samenwerking tussen de Wegenwacht en de Algemene Verkeersdienst van de Rijkspolitie. Als een predikant aan Van de Weg vraagt waarom hij ook op zondag moet werken, is zijn antwoord eenvoudig. Voor voorgangers die het hele land door rijden om elders te preken. Als ze vinden dat hij op zondag niet hoort te werken, moeten ze daar ook de consequentie uit trekken en bij pech tot 's avonds twaalf uur langs de snelweg blijven staan. Die belofte durft niemand te geven. Het land is door de Wegenwacht opgedeeld in dertien districten. Volgend jaar begint een grote reorganisatie, waardoor dat aantal wordt teruggebracht tot vier. Gelijktijdig wordt de organisatie verder geautomatiseerd. De computer zoekt dan uit welke wegenwacht in de nabije omgeving van een hulpbehoevende automobilist beschikbaar is om bijstand te verlenen. De code van de reparatie hoeft dan ook niet meer mondeling te worden doorgegeven, maar kan worden ingetoetst.
Eigen veiligheid
Omdat er geen meldingen binnenkomen stuurt Freek zijn Golf naar de A28 richting Staphorst, om te patrouilleren. De snelweg levert van alles op. Niet alleen achtergelaten auto's, maar ook hyperventilerende automobilisten die op de vluchtstrook over het stuur hangen, aangereden wild en flarden van een autoband. We zijn nog maar net op weg als een collega, die op een gevaarlijke punt met een vrachtwagen bezig is, om assistentie vraagt.
„Een eerste vereiste in ons werk is, dat je aan je eigen veiligheid denkt", zegt Freek. „Vooral het werken op de vluchtstrook is riskant. Elk jaar weer raken wegenwachten daarbij gewond. Punt twee is dat je verdere calamiteiten voorkomt."
Karavaan
De vrachtwagen, een oud beest, staat een paar kilometer voor de afslag naar het centrum van Zwolle op de vluchtstrook. De chauffeur doet in een al gearriveerde politiebus verslag van zijn noodstop. Beide linker wielen van de achterste as zijn verdwenen. Het ene exemplaar is inmiddels door een politieagent gevonden, veertienhonderd meter verderop. Het is een wonder dat er geen ongelukken zijn gebeurd. De schade aan het overige verkeer is beperkt gebleven tot een ster in de ruit van een personenwagen, veroorzaakt door een weggeslingerde moer. Met de bekende oranje "pionnen" markeert Van de Weg de plaats des onheils.
Zijn collega Jakob kan weinig beginnen met z'n steeksleutels en heeft de Truckservice van de Wegenwacht gewaarschuwd. Die is al in aantocht, met zwaar materieel. De servicebus arriveert gelijktijdig met een tweede politiewagen, waarin het opgespoorde wiel ligt, en een bus van Rijkswaterstaat. Het begint een aardige karavaan te worden, daar op de vluchtstrook. „Laten wij maar gaan", stelt Van de Weg voor. „We kunnen verder toch niets meer doen." De pionnen blijven achter. Die komen langs wat voor weg dan ook wel weer terug. Hulpverlening bij ongevallen heeft voor de Wegenwacht de hoogste prioriteit. Dat vereist van de werkers langs de weg een grote stressbestendigheid.
Lelijke eend
Recent hielp Van de Weg nog mee om een verongelukte motorrijder in de lijkwagen te tillen. „Daar moet je wel tegen kunnen. De ANWB heeft een eigen traumateam, waar ook het personeel na dergelijke gebeurtenissen terecht kan." De mobilofoon slaat alarm. Bij een Shell-station in Zwolle staat een Citroen met panne, meldt de verkeerswacht. Onderweg ernaartoe maakt de wegenwacht een weggebruiker erop attent dat de linker achterband van zijn aanhanger zacht is. De gestrande Citroen blijkt een hoogbejaarde Eend te zijn, eigendom van een jeugdige docent aan een Zwolse middelbare school, en in onderhoud bij Beun de Haas. Met een leerlinge is de docent op weg van Lieren naar Lemele, voor een introductiekamp. De achterbank is volgestouwd met kleding en slaapzakken van leerlingen. Het wagentje rijdt nog wel, maar daarmee is alles gezegd. Van de Weg heeft geen twee seconden nodig om de diagnose te stellen. „Hij draait maar op één cilinder." Glimlachend stelt hij de bougies af en monteert de bougiekabels volgens de regels der kunst. „Een Opel Kadett kun je nog wel aan Beun overlaten", vermaant hij, „maar voor een Citroen moet u bij een echte garage zijn." De docent lacht, bedankt uitbundig, belooft een vakman in te schakelen en zet het vehikel weer in beweging.
Richting Lemele.
Transportbedrijven
De groei van het vaderlandse wagenpark vereist een evenredige toename van het aantal wegenwachten langs de weg. Vier jaar terug waren dat er zevenhonderd. Nu al ruim achthonderd. Momenteel loopt een advertentiecampagne om het korps opnieuw te vergroten. De selectie is streng. Het overgrote deel van de sollicitanten wordt afgewezen. Het aantal hulpvragen is gestegen tot 720.000 per jaar. Dat komt neer op één melding per vijftig seconden. Om de kennis van de wegenwachten op peil te houden, krijgen ze jaarlijks een vierdaagse bijscholingscursus. Vooral op het terrein van de elektronica gaat de ontwikkeling snel. Het transport van auto's met een technisch mankement dat niet te verhelpen valt, is door de ANWB uitbesteed aan transportbedrijven. Daaraan worden strenge eisen gesteld. Het materieel moet in goede staat verkeren en geschilderd zijn in de kleur van de Wegenwacht: kanariegeel. De wagens moeten bovendien 24 uur per dag beschikbaar zijn. Van de bestuurders wordt verwacht dat hun optreden in overeenstemming is met dat van de Wegenwacht, zodat het imago van de organisatie niet wordt geschaad door "onderaannemers".
Firma Redder
Een van de bedrijven waarmee rayon 't Harde samenwerkt, is autosloperij en transportbedrijf Redder in Staphorst. De naamgever van de firma is al overleden. Het bedrijfis in andere handen overgegaan, maar de weduwe Redder bedient nog altijd de pomp. In de Staphorster dracht, geschoeid met witte klompen. Als Van de Weg in de buurt is, gaat hij even bij haar op de koffie. Ook wij zijn welkom, mits er niet gefotografeerd wordt. Kwart over twaalf keren we terug naar Wezep. Een Opel Corsa die in de berm langs de snelweg staat, wordt door de wegenwacht "afgekrijt". Op een van de banden noteert hij het tijdstip en een dubbele W. Aan de meldkamer geeft hij door bij welk hectometerpaaltje het voertuig staat. Is de auto de volgende dag niet opgehaald, dan wordt de politie ingeschakeld. De maaltijden nuttigt Freek als het even kan thuis. Alleen in zeer dringende gevallen wordt hij van zijn bord weggeroepen. Na de schaft koersen we richting Zwolle. Voor de zoveelste keer. Van de Weg raakt nimmer uitgekeken op het traject. „Het bos is in elk seizoen weer anders. Het verveelt me nooit."
Persoonlijke dienst
Voor de IJsselbrug staat een Citroen XM op de vluchtstrook. De eerste reactie van de inzittenden bij het zien van de wegenwacht is er een van schrik. Als hij hen vraagt wat het probleem is, grijpen ze moed. Of hij de weg weet naar het ziekenhuis van Zwolle. Ze bedanken uitbundig voor zijn aanwijzinging. Via de mobilofoon geeft Van de Weg het hulpbetoon door aan de meldkamer: 823, een persoonlijke dienst. ,,Je kunt er niet genoeg op hameren dat mensen altijd uiterst rechts op de vluchtstrook moeten gaan staan, als er iets is", doceert hij. „Liever nog in de berm zelfs. Die vluchtstroken zijn levensgevaarlijk. Een auto hoeft maar iets uit te wijken en je wordt geschept." „Ze rijden als gekken", schreeuwt de bestuurder van een wagen met een oplegger vol eenden geïrriteerd. De combinatie staat langs de snelweg omdat het touw rond de kratten waarin het gevleugeld gedierte zit opgesloten, los is gegaan. Met woeste rukken probeert de man het touw weer vast te krijgen, daarbij gehinderd door de zuiging van voorbij jagende vracht- en personenwagens. „Nu ziet u hoe hard honderd kilometer is", kalmeert Van de Weg. „Sneller rijden ze echt niet." „Als u het zegt zal het wel", reageert de man ongelovig en snelt schichtig om zich heen blikkend naar zijn plaats achter het stuur. Om te voorkomen dat niet zijn eenden, maar hijzelf verongelukt.
Sociaal werker
„Bij pech langs de snelweg en problemen in de avond en nacht zijn mensen vaak erg emotioneel", is de ervaring van de wegenwacht. „Vooral vrouwen. Die tref je soms in tranen aan. Op zo'n moment gaat de mens voor het voertuig. Je voelt je soms meer sociaal werker dan monteur. Ik heb thuis legio bedankbrieven liggen. Dat is het leuke van dit werk. De meesten zijn bijzonder dankbaar als je ze geholpen hebt." 't Harde heeft weer wat te melden. Bij het hoofdkantoor van de PTT in Zwolle staat een Peugeot met een lege accu. De portier ter plaatse weet van niets. Hij heeft net zijn collega afgelost. Na veel onduidelijkheid, gediscussieer en getelefoneer komt de eigenaar nietsvermoedend aanwandelden. Het probleem aan de auto is dank zij startkabels met een minuut opgelost. „We hebben vannacht nog geprobeerd om hem met een vrachtwagen aan te trekken", vertelt de PTT'er, „maar hij gaf geen teken van leven." Joviaal stelt hij voor het herstel van zijn voertuig te beklinken met een kop koffie, maar daarvoor ontbreekt de tijd. In Wezep staat er nog een met een lege accu.
In het duister
Een dagdienst loopt bij de Wegenwacht van halfzeven tot drie uur. Een avonddienst van drie uur tot half twaalf In beide diensten zijn er in rayon 't Harde twaalf gele Golfjes op de weg. Valt er niets te verhelpen, dan wordt er gepatrouilleerd. Alleen in de nacht staan de wagens stil en worden de mobiele monteurs pas opgeroepen als er problemen zijn. Het werken in het donker vereist nog meer flexibiliteit van de wegenwacht dan overdag. Bij kunstlicht moet hij het probleem zien op te lossen. De garages zijn dicht, zodat niet even onderdelen opgehaald kunnen worden. Kan het voertuig daardoor niet gerepareerd worden, dan zal er een oplossing moeten komen voor het transport van de inzittende naar de plaats van bestemming. De man van de gele Golfstaat daar alleen voor. Aan de andere kant heeft de arbeid in het duister ook zijn charme. Nog meer dan overdag is de door maanlicht beschenen wegenwacht redder in nood. Alleen zijn komst breng bij menige automobilist al tranen van dankbaarheid in de ogen.
Magnetron
Dinsdagavond zeven uur. Het wachten is op Freek. Zijn warme maaltijd staat steenkoud op tafel. „Hij had al een halfuur thuis moeten zijn, maar er kan altijd iets tussen komen', zegt zijn vrouw. Iets na zevenen draait de Golf het erf op. Er kwam een wagen met dieplader tussen, vertelt Freek. Beide banden van de dieplader geklapt. Zijn prak, in de magnetron met dertig seconden warm, is binnen tien minuten opgegeten. ,Je kunt het nauwelijks eten noemen", erkent Van de Weg, „maar zo gaat dat als je weinig tijd hebt. Laten we maar weer gaan." Voor Shell-station "de Haerst", langs de snelweg van Staphorst naar Zwolle, liggen de restanten van de twee banden van de al vertrokken dieplader. Uit veiligheidsoverwegingen en ter bescherming tegen de kou draagt de wegenwacht nu een fel reflecterende veiligheidsjas over het lichtblauwe uniform. Als een wandelende fakkel beweegt hij zich voort over de vluchtstrook en werpt de lappen rubber in de berm. Morgen zullen ze daar worden verwijderd door de kantonnier die dit deel van de autoweg beheert.
Onverlichte bak
Het weer is gunstig, het verkeersaanbod beperkt. Dat betekent voor de meldkamers van de Wegenwacht een minimum aan meldingen. Wat doelloos rijden we het traject van Zwolle naar Staphorst, waarvan ook ik inmiddels elke hectometerpaal ken. Iets voor negenen is er toch nog werk aan de winkel. Bij "de Haerst" staat een Mercedes met oplegger, met verlichtingsproblemen. De bestuurder begint enthousiast met de armen te zwaaien als hij ons ziet naderen. Hij komt van Hoogeveen, heet Willem Nas en is woest op zijn vriend die hem met ondeugdelijk materieel op pad heeft gestuurd. „Een werknemer van 'm heeft vanmiddag een ongeluk gehad. Of ik die rit kon maken. Nou ben ik daar niks te beroerd voor, maar dan moeten ze je wel goed spul meegeven. Voor 'tzelfde geld had iemand zich dood gereden tegen die onverlichte bak." Met zichtbaar genoegen trekt hij zijn ANWB-pasje te voorschijn. „Zo, m'n hdmaatschapsgeld heb ik er dit jaar alweer uit." Freek is bij het licht van een schijnwerper de diagnose aan het stellen. Kapotte zekering, slechte contactdoos, beroerde stekker... „Gebrekkig onderhoud", vat hij samen. „Zo'n wagen moet rijden, rijden en nog eens rijden om geld op te leveren en voor onderhoud is geen tijd. Dan krijg je dit." De zekering wordt vernieuwd, contactdoos en stekker provisorisch gerepareerd. Willem loopt over van dankbaarheid, belooft z'n leven lang lid te blijven van de Wegenwacht en neemt afscheid met de veelvuldig herhaalde mededeling dat hij morgen vroeg bij z'n kameraad op de stoep staat en dat het er dan stevig toe zal gaan.
Verlichting
Verlichting blijkt vrij algemeen een zwakke schakel te zijn in het onderhoud. Een jonge automobiliste toert van geen kwaad bewust voorbij met slechts één koplamp. Pas na veelvuldig seinen van de wegenwacht rijdt ze de vluchtstrook op en draait welwillend de radio wat zachter om Freek gelegenheid te geven boven de muziek uit te komen. Stuurs blijft ze in de auto zitten als het lampje wordt vervangen. Maar na de operatie kan er zowaar een lach af En ze heeft nog geld bij zich ook. De achterlamp van een achttien jaar oude Kever levert meer problemen op. De chauffeur, een knaap met een ringetje in het oor, heeft het antieke geval zelf gerestaureerd. Inclusief de bedrading. De fijne kneepjes van het vak beheerst hij niet helemaal, met gevolg dat het rechter achterlicht niets doet, terwijl de richtingaanwijzer met duizelingwekkende snelheid knippert. Een grondige aanpak van het probleem is te tijdrovend. Van de Weg kiest voor het aanleggen van een uitwendige "bypass" van de linker naar de rechter lamp. Het zwaailicht op het dak van de Golf zwiept z'n gele bundel door het nachtelijk duister, om naderend verkeer tot voorzichtigheid te manen.
Regen
De temperatuur daalt snel. Zeker in de winter moet het uitvoeren van een wat grotere operatie een aanslag op de gezondheid zijn. Toch prefereert Van de Weg kou boven regen. „Tegen kou kun je je kleden. En wij zijn erop berekend. Eigenlijk zou elke automoblist in de winter extra kleding of een deken bij zich moeten hebben. Als je wagen stil staat, daalt de temperatuur enorm snel. Meer dan eens heb ik mensen onderkoeld of met bevroren tenen uit de auto gehaald. Zelf zie ik niet tegen vorst op. Regen is veel vervelender. Als het goed plenst kun je niets beginnen. Dan moet je gewoon even wachten. Een enkele keer maak je het mee dat een automobilist van je verwacht dat je toch aan de slag gaat, terwijl hij zelf achter het stuur blijft zitten. Daar heb ik een aardige oplossing voor. Ik vraag ze om even te assisteren. Dan is het in één keer over."
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 7 oktober 1992
Terdege | 56 Pagina's