Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Stichting overstap

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Stichting overstap

Minder begaafd, maar gewoon aan het werk

13 minuten leestijd Arcering uitzetten

De scholing van jongeren met een verstandelijke handicap is in ons land voortreffelijk geregeld. Maar na de schoolperiode vallen ze in een gat. De sociale werkvoorzieningen zijn overbezet. Op de arbeidsmarkt is voor hen geen plaats, dacht men tot voor kort. Verschillende projecten hebben inmiddels aangetoond dat een verstandelijke handicap een plaats in het reguliere arbeidsproces niet hoeft uit te sluiten. Ook in de gereformeerde gezindte zijn stappen ondernomen om de minder begaafde medemens een arbeidsplaats te bieden. Met succes. Het Project Arbeidsinpassing boekt op vallende resultaten.

Voor John Brouwer uit Driebruggen leek een baan in het bedrijfsleven niet weggelegd. Een gewone school kon hij niet aan. Hij bezocht in Gouda een reformatorisch instituut voor voortgezet speciaal onderwijs aan moeilijk lerende kinderen (vso-mlk). Hoe het daarna verder moest was onduidelijk. Inmiddels werkt de epilepsiepatiënt alweer twee jaar bij kaasgroothandel Treur in Woerden. Spraakzaam is hij niet. Pogingen tot een gesprek stranden op een monotone beantwoording met ja of nee. Maar zijn werk verricht hij met volle overgave. Z'n collega's zijn gewend geraakt aan zijn zwijgzaamheid. Ze accepteren hun minder begaafde collega zoals hij is.

Stage
Door een berichtje in de kerkbode van de plaatselijke Gereformeerde gemeente kwam Daan Treur, commercieel directeur van de groothandel, in aanraking met het "Project Arbeidsinpassing". Werkgevers werden opgeroepen om zo mogelijk iemand met een lichte verstandelijke handicap in dienst te nemen. In Treurs besluit om te reageren speelden zowel ideële als zakelijke motieven een rol. „Wij konden in het pakhuis wel een mannetje gebruiken. Daar vind je niet zo makkelijk personeel voor. En als je zelf zo'n kind had, zou je het ook prettig vinden als het werk had in een wat beschermde omgeving. Dat heeft voor ons duidelijk meegespeeld." Via de vereniging Helpende Handen van de Gereformeerde Gemeenten legde de reformatorische ondernemer contact met de mlk-school in Gouda. Na overleg werd besloten dat een van de schoolverlaters stage zou lopen bij het bedrijfin Woerden. Als de nieuwkomer beviel, zou de stage worden omgezet in een vast dienstverband. Januari '91 deedjohn zijn intrede. Na drie maanden wist Treur wat voor vlees hij in de kuip had en besloot hij de in zichzelf gekeerde knaap in dienst te nemen. „Hij is zo'n beetje het manusje van alles. We laten hem vegen, kleine partijtjes kaas plastificeren, auto's laden en lossen, planken reinigen, allemaal van dat soort klusjes. Hij rijdt zelfs al op de heftruck. Dat vindt hij geweldig interessant. Je ziet hem echt opbloeien."

Motivatie
Het werktempo van de via Arbeidsinpassing geplaatste jongen blijft wat lager dan dat van zijn collega's. Op grond daarvan krijgt zijn werkgever dertig procent loondispensatie. „Dat is gezien zijn prestatie een reëel percentage. Maar als het om z'n arbeidsmotivatie gaat, kunnen heel wat Nederlanders een voorbeeld aan hem nemen, 's Morgens is hij als eerste aanwezig en 's middags staat hij echt geen vijf minuten voor tijd al gereed om te vertrekken."

Arbeidsinpassing
Arbeidsinpassing ging in 1990 van start, als een samenwer- > kingsproject van de interkerkelijke stichting Overstap en de vereniging Helpende Handen van de Gereformeerde Gemeenten. Overstap kwam voort uit een werkgroep die zich bezighield met arbeidsbemiddeling voor schoolverlaters van de reformatorische scholen voor voortgezet speciaal onderwijs. De werkgroep werd in 1988 omgezet in een stichting. Stuwende kracht achter Overstap is A. Geurtsen uit Barendrecht, voormalig directeur van vormingsinstituut "De Proeftuin" in Middelharnis. Hij nam niet alleen het secretariaat voor z'n rekening, maar ging ook de boer op om arbeidsplaatsen te vinden voor de doelgroep. Om aan gerichte geldwerving te kunnen doen, besloot het bestuur een gedetailleerd werkplan op te stellen. De ontdekking dat Helpende Handen met hetzelfde bezig was, leidde tot samenspreking van beide organen. In 1990 werd gezamenlijk Arbeidsinpassing op poten gezet. Coördinator van het project, dat voorlopig voor vijfjaar is opgezet, werd drs. Gerda van Herwijnen van Helpende Handen. Overstap draagt verantwoordelijkheid voor het werk van de dertien regionale arbeidsconsulenten, die het werk in het veld verrichten. Het zijn gepensioneerden en vutters, voor een groot deel aflcomstig uit de onderwijswereld. Ze verrichten hun arbeid pro deo. Alleen hun
onkosten worden vergoed, door Overstap.

Consulent
Arbeidsconsulent in de regio Gouda is L.A. Koster, gepensioneerd technisch rechercheur. Toen hem gevraagd werd zijn krachten voor dit werk te geven, durfde hij geen nee zeggen. Hij begeleidt inmiddels vijftien pupillen. Onlangs werd een tweede consulent voor zijn regio aangezocht. „Er zit heel wat werk aan vast", constateert de oud-politieman. „Je zoekt niet alleen een baan voor deze mensen, maar je onderhoudt ook de contacten met de werkgever, de personen die geplaatst zijn en hun ouders of verzorgers. Als er iets mis gaat, moet je direct in kunnen grijpen. Voor mezelf houd ik alle relevante gegevens, gesprekken en telefoontjes bij. Aan de hand daarvan gaat eens per maand een rapport naar de landelijke coördinatrice. We bieden ouders en werkgevers ook ondersteuning bij het aanvragen van bijvoorbeeld een aaw-uitkering of loondispensatie. Dat was een totaal nieuw terrein voor me, dus in het begin maakte je wel eens een foutje, maar nu zit ik er aardig in."

Trouw
Geurtsen, de secretaris van Overstap, vindt het reëel dat een ondernemer ook de zakelijke kant in het oog houdt. „Het is duidelijk dat je iemand die maar voor zestig procent prestatie levert, niet het volle loon kunt geven. Dan zal loondispensatie worden aangevraagd. Heel wat mensen die via ons project geplaatst zijn, werken ook met behoud van uitkering. Maar het moet niet zo zijn dat de financiële kant van de zaak de doorslag geeft om zo'n jongen of meisje in dienst te nemen. Toen ik zelf nog werkgevers langs ging, heb ik er altijd op gewezen dat er de bereidheid moet zijn om deze jongeren goed te begeleiden. We hebben er bij voorbeeld een jongen bij die uitstekend functioneert zolang de chef aanwezig is. Maar heeft z'n chef een snipperdag, dan is hij helemaal van slag. In het algemeen kun je van deze mensen zeggen dat ze bijzonder trouw zijn in hun werk. Dat was voor mij ook altijd een verkoopargument als ik werkgevers langs ging. Al moet je wel oppassen voor idealisering. De doorsnee menselijke eigenschappen vind je ook in deze groep terug."

Begeleiding
De bereidheid van werkgevers om iemand met een verstandelijke handicap aan te nemen, is groter dan arbeidsconsulent Koster had verwacht. „Wij scoren erg hoog. Maar je moet er wel opuit. Je maakt maar zelden mee dat een werkgever zich uit eigen beweging aanmeldt. Ik verzamel adressen van werkgevers uit onze kring, om ze gericht te kunnen benaderen. Soms moet je echt wel even praten eer je ze over de streep hebt, maar in het algemeen mogen we niet klagen. Het moeilijkst plaatsbaar zijn de meervoudig gehandicapten." Van een werkgever die iemand via het Project Arbeidinpassing in dienst neemt, wordt verwacht dat hij de geplaatste persoon goed begeleidt of laat begeleiden. De noodzaak van begeleiding, zeker in het begin, is voor Koster reden om bij voorkeur kleine bedrijven te benaderen. „In een groot bedrijf gaan werknemers snel verloren in de grote massa. Dat kun je bij deze mensen niet hebben, want ze zijn wel kwetsbaar." Als werkgevers bereid zijn wat tijd te investeren in werknemers met een verstandelijke iiandicap, groeien er vaak goede krachten uit. „Ze hebben een sterk pHchtsgevoel", is de ervaring van Koster. „Ik was verleden week bij een werkgever in Moerkapelle. Die zei me: Die jongen die we via u hebben is de enige die altijd ruim op tijd op z'n werk is. Dat hoor ik op andere adressen ook."

Thuiszitters
Naast de stroom van schoolverlaters van de vijf reformatorische scholen voor voortgezet speciaal onderwijs, krijgen de arbeidsconsulenten in toenemende mate te maken met aanmeldingen van thuiszitters via de vereniging Helpende Handen. Vaak gaat het om mensen die al lange tijd op een wachtlijst van een sociale werkvoorziening staan. Deze groep vergt van de consulenten veel meer tijd en aandacht dan de groep van schoolverlaters. Die hebben in het algemeen al stage gelopen in een bedrijf Bij een groot deel wordt de stage omgezet in een vast dienstverband. De stagedocent draagt zijn ervaring en kennis dan over aan de arbeidsconsulent van Overstap. Wordt door het maatschappelijk werk van Helpende Handen een "thuiszitter" bij het Project Arbeidsinpassing aangemeld, dan moet de arbeidsconsulent bij nul beginnen. Hij begint met een uitgebreid gesprek met de betrokkene en zijn ouders of verzorgers. Op grond daarvan gaat hij gericht op zoek naar een passende baan. Tot nu toe kunnen de dertien consulenten het werk volgens Geurtsen goed aan. „En als het nodig is boren we een nieuwe voorraad aan uit het arsenaal van vutters en gepensioneerden", lacht hij. „Wel vragen we ons af hoe lang je kunt blijven werken met uitsluitend vrijwilligers. Het liefst zouden we op niet al te lange termijn één vaste kracht aanstellen, voor het waarborgen van een stuk continuïteit. Maar dat kost nogal wat."

Somber perspectief
Rini den Nederlanden behoorde bij de groep van thuiszitters. Van de reformatorische mlkschool in Ede stapte hij over naar de Udemans-scholengemeenschap. Na zijn schoolopleiding draaide hij mee in het leerlingenstelsel, als toekomstig bouwvakker. Al snel bleek dat hij ongeschikt was voor de bouw. Ook zijn loopbaan bij een hoveniersbedrijf was van korte duur. „Er moesten een paar mensen weg en daar was ik bij. Ik kon niet zelfstandig werken. Dan ga je er als eerste uit." Zijn arbeidsperspectieven waren door de gepasseerde mislukkingen uiterst somber. Een zwager attendeerde hem in deze periode op het Project Arbeidsinpassing en bracht hem in contact met de vereniging Helpende Handen. Tegen alle verwachting in wist een arbeidsconsulente binnen twee maanden een arbeidsplaats voor hem te bepraten bij het hoveniersbedrijf van de gebroeders Rebel in Huizen.

Waardering
Aanvankelijk waren die broers niet enthousiast. „We hebben het behoorlijk druk", zegt Dirk Rebel, „en dan zit je niet te popelen om allerlei snaken aan de praat te houden. Er moet ook gewerkt worden. Maar je wilt zo'n mevrouw van Helpende Handen niet meteen voor het hoofd stoten, dus ze mocht een keer langs komen. Dat gesprek verliep erg prettig en we hebben besloten het maar eens te proberen. We gingen er toen nog van uit dat het ons wat geld zou kosten. Wel hebben we afgesproken dat het niet uit de hand moest lopen, want we zijn geen sociale instelling. Kort daarna kwam ze terug met Rini. Eerst heeft hij een paar maanden op therapeutische basis gewerkt. Omdat dat heel goed uitpakte, hebben we hem voor een jaar in losse dienst genomen. En sinds mei vorig jaar heeft hij een vast dienstverband." Het eerste jaar ging de nieuwkomer met Aart Rebel op pad, die zich voornamelijk met aanleg bezighoudt. Het tweede jaar trok hij op met de onderhoudsploeg, zodat hij inmiddels overal inzetbaar is. De waardering van z'n bazen is ongeveinsd. Het personeelsbestand wordt ingekrompen, maar Rini kan blijven. > De arbeids- Rini voelt zich volledig opgeperspectieven nomen in de ploeg, „ik kan echt van Rini wa- niet merken dat ze mij anders behandelen dan een ander. Nog niet zo lang terug heb ik m'n rijbewijs gehaald. Ik werk vaak met een oudere man, die een uiterst som- hekel heeft aan rijden. Daar bof ber. ik mee, want daardoor kan ik achter het stuur."

Vormingscentrum
Toen hij in dienst kwam van de firma, ging hij direct het caoloon verdienen. „Dat is hij gewoon waard", oordeelt Dirk Rebel. „Wel hebben we met het oog op de toekomst loondispensatie aangevraagd. Op dit moment is hij absoluut niet te duur, maar verdient hij een volwassen loon, dan ligt dat waarschijnlijk wat anders. Vandaar die aanvraag voor dispensatie. Dan zit je alvast in de ambtelijke molen, want die draait langzaam." Een dag per week gaat de twintigjarige werknemer naar het gereformeerd vormingscentrum in Amersfoort, waar hij theoretische kennis van het hoveniersvak opdoet. Hij wordt hierin gestimuleerd door z'n werkgevers. „Misschien dat hij z'n lintje voor veertig jaar trouwe dienst haalt, maar het moet niet zo zijn dat hij hier zo vastgeroest raakt dat hij niet meer weg kan."

Financiën
Door de arbeidsconsulenten van Overstap wordt gezocht naar arbeidsplaatsen waar de aangemelde personen zich thuisvoelen. In de praktijk zijn dat meest bedrijven van reformatorische ondernemers, al is dat volgens drs. Gerda van Herwijen geen absolute voorwaarde. „Het komt ook wel voor dat een chef van een neutraal bedrijf tot de gereformeerde gezindte behoort en bereid is iemand van Arbeidsinpassing op te nemen." Gezien de capaciteiten van de doelgroep moet het werk volgens de coördinatrice van het project eenvoudig en routinematig zijn. Ook bepaalde vormen van administratieve arbeid voldoen aan dat criterium. Paradoxaal genoeg is het voor mensen met een verstandelijke handicap financieel gezien vaak ongunstig om in het reguliere arbeidsproces te functioneren. Werknemers van sociale werkvoorzieningen verdienen per definitie het minimumloon. In het gewone bedrijfsleven wordt bijna altijd loondispensatie aangevraagd. Het gereduceerde loon wordt door de GMD aangevuld tot maximaal 85 procent van het minimumloon. Staatssecretaris Ter Veld heeft onlangs na Kamervragen laten weten een oplossing te zullen zoeken. Terecht, vindt Gerda van Herwij nen. „Wel moet ik zeggen dat geld bij deze mensen meestal geen rol speelt. Als ze maar een fijne werkgever hebben en werk dat hen aanspreekt. Dat is hen veel meer waard dan een hoger salaris."

"Job- coaching"
De meeste mensen die tot nu toe via Arbeidsinpassing zijn geplaatst, hebben een opleiding op mlk-niveau. De bedoeling is volgens de projectcoördinatrice dat in de komende jaren de benedengrens wordt verlegd, zodat ook jongeren die een school voor zeer moeilijk lerende kinderen (zmlk) hebben bezocht aan werk geholpen kunnen worden. Om dat te realiseren wordt momenteel de mogelijkheid van het zogenaamde "jobcoaching" onderzocht. „Ons streven is daarvoor een beroepskracht aan te stellen, die naast de arbeidsconsulenten moet gaan werken en ook betaald wordt door Overstap. "Job-coaching" is een intensieve vorm van begeleiding van mensen met een verstandelijke handicap op de werkplek. De begeleider werkt samen met de betrokkene op, tot die het werk zelfstandig aan kan. Op dat moment kan de begeleiding overgedragen worden aan de regionale arbeidsconsulenten."

Resultaten
Hoewel Overstap en Helpende Handen geen subsidie krijgen voor Arbeidsinpassing, loopt het project als een trein. Gerda van Herwijnen verklaart dat vanuit de identiteit waaruit alle betrokkenen werken. „Bij neutrale, gesubsidieerde projecten zie je vaak een stuk concurrentie tussen de verschillende instanties. Dat krijg je snel als er geld te verdelen valt. Terwijl wij gezamenlijk proberen om zo veel mogelijk mensen geplaatst te krijgen." De resultaten van Arbeidsinpassing zijn verbluffend. Meer dan negentig procent van de aangemelde jongeren is geplaatst. De arbeidsconsulenten zijn volgens Geurtsen van Overstap inmiddels aardig thuis in het oerwoud van regelingen en subsidies die het voor de werkgever aantrekkelijk maken om iemand met een verstandelijke handicap in dienst te nemen. Dat betekent dat de trein steeds gesmeerder gaat lopen. Zowel Geurtsen als Gerda van Herwijnen is van mening dat het project na vijfjaar niet kan worden stopgezet. Waar het geld vandaan moet komen, is de coördinatrice van Arbeidsinpassing nog onduidelijk. „Ik ben helemaal geen geldmens, dus ik verdiep me daar ook niet zo in. Het project loopt zo goed, dat ik er gewoon op vertrouw dat het geld ervoor komt."

Mooiste beloning
Voor arbeidsconsulent Koster is de dankbaarheid van geplaatste pupillen de beloning voor alle moeite die hij zich getroost voor het project. „Vorig jaar waren we veertig jaar getrouwd. Dat hebben we in een zaaltje bij de kerk gevierd. Na het etentje zouden we een receptie hebben, in een andere zaal. Wie staat daar al te wachten? Een van de eerste meisjes die ik heb kunnen plaatsen, heel verlegen, in haar handen een cadeautje. Door m'n werk als technisch rechercheur heb ik veel meegemaakt, dus ik ben niet zo snel bewogen. Maar dat ontroerde me echt. Zoals dat kind daar stond, als eerste bezoeker, om me te feliciteren. Dat is toch de mooiste beloning die je krijgen kunt."

Voor meer informatie: Mevrouw G.C. van Herwijnen, Landelijk Bureau Helpende Handen, Postbus 404, 3440 AK Woerden, 0348020390.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 7 april 1993

Terdege | 80 Pagina's

Stichting overstap

Bekijk de hele uitgave van woensdag 7 april 1993

Terdege | 80 Pagina's