Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

„Ik vind allerlei tegenstrijdigheden in de Bijbel en ga nu twijfelen"

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„Ik vind allerlei tegenstrijdigheden in de Bijbel en ga nu twijfelen"

12 minuten leestijd

De Bijbel is Gods onfeilbaar Woord. Toch komen we er dingen in tegen die ogenschijnlijk niet "kloppen". Een jongen ging steeds meer letten op "onjuistheden" en heeft nu erg veel moeite met wat hem altijd is voorgehouden. Als er daadwerkelijk menselijke invloeden ingeslopen zijn bij het samenstellen van de Bijbel, waar blijft dan het fundament van ons geloof, dat er vanuit gaat dat ieder woord rechtstreeks van God komt?, vraagt hij zich af

Ik ben er altijd van uitgegaan dat de Bijbel moeilijk te begrijpen is voor onbekeerde mensen, maar dat de historische ontwikkelingen ook voor de leek goed te begrijpen zijn. Tot voor kort was ik er absoluut van overtuigd dat elk woord uit de Bijbel geïnspireerd is door de Geest Gods. De laatste tijd ben ik enigszins gaan twijfelen. Een aantalpunten van t-wijfel wilde ik u ter beantwoording voorleggen: De Evangeliën - In het opstandingsverhaal uit Marcus (hfdst. 16) lezen we dat de vrouwen, die naar het graf van Jezus kwamen, bemerkten dat de steen afgewenteld was, en dat er een jongeling in het graf zat. Echter, in Mattheüs wordt verhaald van een aardbeving waarbij een engel des Heeren nederdaalt uit de hemel en de steen voor de ogen van de vrouwen afwentelt. De woorden "Zijt niet bevreesd" (wie is er niet bevreesd voor een engel) stemmen niet overeen met de woorden "Zijt niet verbaasd" (er is in dit hoofdstuk namelijk sprake van een jongeling). De kanttekeningen vanjohannes 20 vers 1 vermelden dat een engel de steen weggenomen had voor de komst van de vrouwen, maar uit Mattheüs blijkt juist dat het gebeurde tijdens de aanwezigheid van de vrouwen. In vers 12 staat dat er sprake was van twee engelen, terwijl JVlatthëus juist spreekt van één engel. Dergelijke voorbeelden zijn er in grote mate aan te voeren (vooral in de evangeliën). In 1 Korinthe 15 vers 5 staat bij voorbeeld dat Jezus gezien was door de twaalven, terwijl er in die tijd nog elf discipelen waren (ook de evangeliën spreken van 11). Oorspronkelijk las ik de Bijbel niet op deze manier. Maar sinds het lezen van dergelijke "onjuistheden"? heb ik erg veel moeite met hetgeen ons altijd is voorgehouden. Immers: als er daadwerkelijk menselijke invloeden ingeslopen zijn bij het samenstellen van de Bijbel, waar blijft dan hetfundament van ons geloof, dat er vanuit gaat dat ieder woord rechtstreeks van God komt? Ook heb ik erg veel moeite met de woorden en de daden van fezus.fezus sprak over zaken als: vergeving versus wraakzucht, liefde tot de medemens. Hoe kunnen wij de uitspraken als "bidt voor je vijanden", "70 maal 7-maal vergeven" in overeensteming brengen met uitspraken als "God is een jaloers God op zijn eer (jaloersheid wordt doorfezus als een slechte eigenschap beschouwd)?"en "Godzal lachen en spotten om mensen die in de hel komen." Dichten we dan God geen slechte menselijke eigenschappen toe?

Beste denker, Je vragen geven er blijk van dat je nadenkt over de dingen die je in de Bijbel leest. Daar kan ik alleen maar heel blij mee zijn. Dat bedoelt de Heere Jezus ook. De Bijbel is er niet om een aantal malen per dag een paar stukjes uit af te raffelen, maar de Schrift is er om te onderzoeken. Hoe nuttig is het als ouders bij het bijbellezen aan tafel er tijd voor nemen om de inhoud van het gelezene door te spreken. Dat scherpt èn kinderen, èn ouders op. Al praten we over één tekst maar wat meer door, dan kan zo'n tekst de hele dag verder met ons meegaan. Het nauwkeurig onderzoeken van de Bijbel plaatst ons echter wel voor problemen, zoals jij die ook aansnijdt. Wat moeten wij met dergelijke schijnbare tegenstrijdigheden?

Geen logboek
Wij zijn natuurlijk niet de eersten die deze dingen zien. Geslachten voor ons hebben over deze problematiek nagedacht. Polyander schreef: er zelfs een heel boek over: "Schijnbaar tegenstrijdige Schriftuurplaatsen verklaard". Jij noemt enkele voorbeelden en ze zouden met tientallen te vermeerderen zijn. Juist in de evangeliën zien we hoe dingen vaak anders weergegeven zijn. We dienen hierbij te bedenken dat het de evangelisten er niet om te doen is om een logboek van feiten te geven. Ze hebben een boodschap en die geven zij door. We kunnen denken aan twee mensen die een ongeluk zien gebeuren. Ze vertellen beiden hetzelfde ongeluk, echter de een vindt andere dingen be-1> langrijk. De ene heeft dingen gezien die de ander niet zag. Een monteur zal wellicht het meest aandacht geven aan de gebeurtenis met de auto en het merk erbij noemen. Een arts spreekt helemaal niet over de auto, maar heeft het vooral over de mensen en de tijd dat het duurde dat de ziekenauto kwam. Liegt nu de ene en spreekt de ander de waarheid? Nee! Beiden belichten van dezelfde zaak andere facetten, die elkaar aanvullen. Zo kunnen we de evangeliën ook lezen.

Bartimeüs
Ik geef een voorbeeld. Denk aan de geschiedenis van de genezing van Bartimeüs. Volgens het evangehe van Mattheüs gaat het over twee blinden (Matth. 20:29-34). Markus spreekt over één blinde (Mark. 10:46-52). Ook volgens Lukas zat er slechts één blinde (Luk. 18:3543). Er zitten nog meer verschillen in de weergave. De ene keer is het alsof dit gebeurt als Jezus Jericho verlaat en de andere keer is het alsof Jezus Jericho inkomt. We richten ons op de vraag of het hier nu gaat over één of over twee blinden. Zou het niet heel goed mogelijk zijn dat het inderdaad gaat over twee blinden, maar dat Markus en Lukas de ene blinde persoonlijk kennen en daarom de aandacht op hem richten? Mattheüs spreekt over twee blinden, zonder hun namen te noemen. Markus en Lukas kennen een van die twee blinden, daarom noemt Markus de naam van Bartimeüs en Lukas spreekt over een zeker blinde. Ze hebben het niet over een blinde, maar ze spreken over de zoon van Timeüs. Het belangrijkste is ons uitgangspunt, ons vooroordeel. Gaan we er bij voorbaat van uit dat de Bijbel Gods onfeilbaar Woord is en dat wij dingen wellicht niet goed kunnen begrijpen, of gaan we er bij voorbaat vanuit dat Gods Woord zich moet verantwoorden voor de rechtbank van mijn rede? Ons uitgangspunt bepaalt welke oplossing wij zoeken! Als we de Bijbel gelovig aanvaarden als Gods Woord zeggen we: „Dit is Gods Woord, ook al begrijp ik bepaalde dingen (nog) niet, dat zal aan mij liggen." Als we de Bijbel ongelovig verwerpen, zeggen we: „Ik begrijp bepaalde dingen niet, dus klopt de Bijbel niet."

Opstanding
Zullen we met deze houding in ons achterhoofd eens gaan kijken naar de vragen die jij naar voren brengt? Inderdaad is er tussen de evangelisten veel verschil in de beschrijving van de opstanding. Zo kunnen we ons afvragen hoe laat de vrouwen weggingen en aankwamen. Hoe zit het met de lijkwade? Enz. We beperken ons tot jouw probleem. Volgens Mark. 16 krijgen we de indruk dat de vrouwen kwamen bij het geopende graf In Mattheüs zien we dat een engel met een aardbeving neerdaalde en de steen van het graf afwentelde. Lezen we dit wat oppervlakkig, dan lijkt het alsof hier sprake is van een tegenstrijdigheid. De ene keer komen de vrouwen bij het graf terwijl de steen afgewenteld is, terwijl de vrouwen de andere keer bij het graf komen en voor hun ogen zien dat de steen afgewenteld wordt. Hoe zit dat? Is de Bijbel niet waar of is mijn indruk niet helemaal te vertrouwen? We gaan volgens het uitgangspunt dat de Bijbel volledig betrouwbaar is naar deze tekst kijken. Mijn vraag is: staat er inderdaad dat de steen voor het oog van de vrouwen afgewenteld wordt? Dat lezen we helemaal niet. Als Mattheüs beschrijft dat er een engel uit de hemel neerdaalt en de steen afwentelt, geeft hij informatie hoe de steen van het graf is afgewenteld, maar er staat echt niet bij dat de vrouwen daar getuige van zijn! Waarschijnlijk gebeurt het als de vrouwen onderweg zijn, als ze naderen. Niet de vrouwen, maar de wachters zijn getuige van de komst van de engel. De vrouwen zullen wel de enorme trilling gevoeld hebben.

Hoeveel engelen?
Hoe zit het met de engelen? Zijn er nu twee engelen of is er sprake van één engel? Zit deze of staan ze? Het zitten of staan van de engelen is niet zo'n probleem. Waarom kan de engel niet gaan staan bij het aanspreken van de vrouwen? Hoe zit het dan met het aantal engelen? Lukas spreekt van twee engelen. Het mag onze aandacht echter niet ontgaan dat de andere evangelisten niet zeggen dat het er slechts één was en geen meer! Zij concentreren zich op de sprekende engel. Blijkbaar zijn de engelen dus wel met z'n tweeën geweest. Het kan ook nog wel zo zijn dat de vrouwen in de schemering, in de kleine ruimte van het graf, ontsteld als zij waren, niet eens allemaal gezien hebben dat het ging om twee engelen. In die zin zou het zelfs wel mogelijk zijn dat er nog meer engelen waren. Het heeft echter weinig zin om dat te veronderstellen. Daar gaat het ook niet om.

Boeken
Ik hoop dat het zo enigermate duidelijk is hoe wij met dergelijke schijnbare tegenstrijdigheden om dienen te gaan. Je wilt ook graag meer lezen over deze problematiek. Als het gaat over de paradoxen in de evangeliën, kan ik je van harte aanraden om de commentaren van prof. J. van Bruggen hierover te raadplegen. Hij gaat vakkundig en eerlijk op deze materie in. Voor je vraag over 1 Kor. 15:5 waar Paulus schrijft over de verschijning van de Heere Jezus aan de twaalven, terwijl er toen sprake was van elf discipelen, kun je weer beter terecht bij Calvijn. Wil je iets lezen over het gezag van de Schrift op zichzelf zonder dat het gaat over details, dan is er een mooi boek van ds. P. de Vries "Het onfeilbare Woord". Dr. K. Dijk schreef vroeger een boek "Het profetische Woord", dat je antiquarisch voor een heel zacht prijsje op de kop kunt tikken. Dr. MJ. Paul schreef een dissertatie waarin hij uit laat komen dat ons vooroordeel beslissend is. De titel daarvan luidt "Het Archimedisch Punt van de Pentateuchkritiek". Hoe moeten we 1 Kor. 15:5 benaderen? De kanttekeningen merken bij de uitdrukking "twaalven" in deze tekst op: „Namelijk apostelen, die, hoewel zij toen maar elf waren, door Judas' uitvallen het getal verminderd zijnde, nochtans de naam van dat getal behielden, alzoo het kort daarna wederom vervuld werd." Het is dus meer een naam, dan dat het exact om dit aantal gaat. De uitleg van Calvijn komt op hetzelfde neer. hoewel hij er ook bij vermeldt dat deze naam gebruikt wordt in onderscheid van bij voorbeeld de vijfhonderd broeders. Jaloers Je vraagt je nog meer af bij het nauwkeurig lezen van de Schrift. Is het wel een goede eigenschap van God, dat Hij jaloers op Zijn eer is? Kan God lachen in het verderf van mensen? Niet alle jaloersheid is verkeerd! Het is echt niet verkeerd om de Joden tot jaloersheid te verwekken (Rom. 11:11; 14). En als een man jaloers is, is dat ook niet per definitie een kwade trek (Spr. 6:34). Hij wil zijn vrouw geheel voor zich alleen hebben. Het geeft juist te denken als een man wel kan zien dat zijn vrouw "flirt" met een ander. Zo is het met de jaloersheid van God. Hij is een ijverig God. We lezen dat altijd in verband met andere goden (Ex. 20:5; Deut. 32:16). De Heere geeft Zijn eer niet aan andere goden. Hij is alleen God. Het is een grove belediging als wij leven alsof er van mensen hulp te verwachten is, alsof systemen ons kunnen helpen. Zo is het de zuivere liefde van God dat Hij niet kan dulden dat wij Hem minder geven dan alles. Hij is jaloers, omdat in het eren van Hem mensen tot hun bestemming komen en werkelijk gelukkig zijn. Zijn ijver voor Zijn eigen eer is niet strijdig met onze zaligheid. De Heere weet wel dat alleen degenen die op Hem vertrouwen, op Hem alleen, omringd zijn met Gods weldadigheden. Zoals God ijvert voor Zijn eer, zo ijvert Hij ook voor de zaligheid van zondaren. Wat ligt er dan een rijke troost in de ijver, de jaloersheid van de Heere. Als mijn zaligheid staat of valt met de eer van God, is het wel zo eeuwig vast omdat Hij Zichzelf nooit zal verloochenen.

Gods lachen
Ten slotte: kan God lachen in het verderf van zondaren (Spr. 1:26)? Laat ons niet vergeten dat hieraan voorafgaat dat God roept en nodigt en waarschuwt en lokt. Nu is de Heere medelijdend, maar als de dag van Zijn toorn gekomen is niet meer. Dit gebeurt pas dan wanneer wij alle raadgevingen van de Heere versmaad hebben en lachten om Gods woorden... De Heere wil met dit beeld van Zijn lachen ontzaglijk ernstig duidelijk maken dat de ondergang onafwendbaar is. Als God erover "lacht", betekent dat dat we zeker kunnen zijn dat Hij het niet meer terugdraait. Dat is wat: voor eeuwig uitgesloten zijn uit Gods ontferming!... Het betekent ook dat God Zich in Zijn eigen wil en eigen werk verheugt. Dit zal bovendien het ongeluk en de wanhoop en de vrees van de verstokte zondaar nog groter maken. Nu is God een Hoorder der gebeden! Nu nog wel... Ik hoop dat dit enigermate een antwoord is op je vragen. Ik ben gaarne bereid er dieper op in te gaan. Ik hoop in ieder geval dat ik je recht gedaan heb. Ik hoop ook dat je hierdoor ziet dat christen-zijn niet betekent dat je je verstand op nul zet; wel dat je de Heere bidt om de verlichting van je verstand. Dit zou voor mij een heerlijke vreugde zijn als ik zou vernemen dat Gods Woord je kostbaar geworden is. Dat je het aan je hart drukt en uitroept: Dit is hemels brood, dit is levend water. Dat je mag belijden: „Uw Woord kan mij, ofschoon ik alles mis, door Zijn smaak èn hart èn zinnen strelen."

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 2 juni 1993

Terdege | 68 Pagina's

„Ik vind allerlei tegenstrijdigheden in de Bijbel en ga nu twijfelen"

Bekijk de hele uitgave van woensdag 2 juni 1993

Terdege | 68 Pagina's