Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Winterse herfst

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Winterse herfst

Noorwegen

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het is nacht. Vrachtwagens achtervolgen ons en alleen door zeer geconcentreerd te rijden kunnen we ze voor blijven. Dan... een sneeuwbui. Even later moet ik het opgeven. De weg langs de Zweedse kust naar Oslo wordt wit èn glad. Achter ons denderen de zware machines dichterbij. Hun sterke schijnwerpers grijpen onze auto, ze rijden even naast ons en wat overblijft zijn hun achterlichten. Terwijl mijn twee reisgenoten slapen, flitsen mijn gedachten naar Noorwegen. Het is oktober. Volgens de weermannen moet het in dat land dan rustig herfstweer zijn, een soort "indian summer". Ik moet grinniken, ja ja, het zal wel. En de weg wordt hoe langer hoe witter...

Zo'n 180 km boven Oslo ligt Fagernes. Vanaf deze plaats klimt de weg naar Gjendesheim (1000 m) aan de rand van "Jotunheimen nasjonalpark". Ons overvalt een gevoel van grote verlatenheid. We zien bergen, rotsen, keien en hier en daar een poel met zwart water. Het is een uitgestorven, naargeestige streek. Gjendesheim biedt volop keus in hutten; toch hebben we geen keus bij het horen van de weersverwachting. We hebben geen sneeuwkettingen en dus nemen we de reuzenslalom van 50 km naar Vagamo om de nodige kettingen aan te schaffen. Jan heeft als eigenaar van de auto zijn veilige gevoel weer terug. In Lom, aan de noordkant van het Nasjonalpark, huren we een houten hut waar alles op elektriciteit draait. Waterkracht heeft hier dezelfde betekenis als het gas bij ons. Deze avond geven Hollandse pot uit blik en Noors elektrisch kookplaatje een demonstratie: de boerenkool met worst staat dampend op tafel.

Ijspegels
Het bergwandelen begint. Je zet de ene voet voor de andere en de rest gaat vanzelf Bij het startpunt staat een hermelijn ons verbaasd aan te gapen. We zien het beestje denken: „Wat doen die hier?". En we geven hem wel een beetje gelijk. Het vriest een graad of zeven en de eerste sneeuw viel afgelopen nacht. Maar ja, wij zijn nu eenmaal geen trendvolgers. Koude eenzaamheid straalt ons tegen vanuit het schijnbaar verlaten gebergte. Gelukkig krijgen we een bondgenoot als de stralen van de zon het dal verlichten. De vallei ademt rust en reinheid. Tegen de bergwanden hangen bevroren watervallen met ijspegels van vijf meter. Bij de beek in het dal zijn ze kleiner, maar beter bereikbaar. Een groot voordeel van de eerste sneeuw in de herfst is dat je niet door een dikke laag sneeuw hoeft te ploeteren om de mooiste ijskristallen van dichtbij te zien. Ze zijn vers en helder. Genietend lopen we veertien kilometer tot aan een bergmeertje, waar een clubje waterspreeuwen het ijsduiken beoefent. Wij duiken in onze ijskoude veldfles en eten ons broodje. Zo meteen gaan we dezelfde veertien kilometer terug. De zon verliest haar strijd en maakt plaats voor wolken, wind en sneeuw. De jachtsneeuw striemt onze gezichten en de appelsientje in m'n veldfles krijgt ijsklontjes. „Rustig herfstweer, een soort "indian summer", hadden we gezegd, ja ja, de capuchon gaat omhoog en ik knijp mijn ogen tot kleine streepjes, nog zes kilometer. Arie bromt: „Vanavond eten we jachtschotel."

Spiegelglad
Stryn aan de Nordfjord is het doel van onze autotocht. We volgen een beek, die niet zoals verwacht richting fjord stroomt, maar vanaf de bergen rondom de fjord bij Oslo in het Skagerrak. Op een hoogvlakte is de weg spiegelglad. De Noren rijden desondanks onverstoorbaar hun 80 km per uur. Zij weten dat er geen zijwegen zijn en dat autoloze zondagen hier elke dag voorkomen. Je hoeft dus bijna nooit te remmen. Wij doen het kalmer aan, vooral als blijkt dat alleen remmen op de motor mogelijk is. i> De weg lijkt dood te lopen tegen een rotswand. Dichterbij zien we een zwart gat, het begin van een kilometers lange tunnel. De andere kant heeft een verrassing, de herfst! Eindelijk gevonden waarvoor we kwamen. Het dal richting fjord geniet bescherming door de warme golfstroom. We ontdekken dat een fjord niet alleen hoge steile wanden heeft, maar ook glooiende heuvels. Langs de kant van de weg hangen de ijspegels omhoog! In de afgelopen nacht heeft een beekje uit de rots de grassprieten besproeid. Ook een berkeblaadje is door het glasblazen van de schepping ingekapseld, 't Is maar een gewoon blaadje, maar de schoonheid ervan is vergelijkbaar met de mooiste vergezichten. Weinig mensen kennen deze kabouterwereld in bos en veld. Toch is het recept eenvoudig: zet een paar tussenringen op de camera en je móet dichtbij kijken. Op de terugweg is de ijsbaan wat gesmolten, zodat het gaspedaal een centimeter dieper kan. Benieuwd welke uitvoering het Hollandse blikvoedsel en het Noorse kookplaatje vanavond geven. Het wordt zuurkool.

Sprookjeswaterval
Tussen Lom en Vagamo ligt Vagavatnet, een 50 km lang meer. Het staat nergens in boeken of folders vermeld, maar aan de weg ten noorden van dit meer ligt een sprookjeswaterval. Onverwachts zien wij de hoge, deels bevroren, witte waterval. Honderden ijspegels vormen de omlijsting van dit levende schilderij, muzikaal begeleid door het spetterende ritme van duizenden waterdruppels. Waar de beek haar laatste stuiptrekking heeft voordat het meer haar verzwelgt, vinden we bolletjes ijs. Op één plek liggen berkeblaadjes onder de ijsbolletjes, waardoor het ijs de kleur van barnsteen heeft. Voor mij zijn dit soort vierkante centimeters de beloning voor 5000 km asfalt eten. Mijn bewondering voor zo'n stuk "barnsteen" is groter dan het mooiste vergezicht. Op zondag bezoeken we een Noorse stafkerk. Deze naam houdt verband met de bouwstijl waarbij houten pilaren, ieder als een staf, het gebint van het houten gebouw vormen. Er is doopdienst met Noren in hun traditionele kleding. Is het door de drukte rond deze bijzondere dienst dat niemand ons aanspreekt of blijft hun volksaard werkelijk op een afstand?

Toll
Verhuisdag. We trekken zuidwaarts richting Dokka in de hoop elanden te ontmoeten. Opvallend zijn de lijsterbessen met een wit hoedje. Sneeuwval maakt de weg spekglad, merken we bij een sanitaire stop. Als de wielen blijven malen en de auto achteruit glijdt moeten we duwen en dan maar zien hoe we na grip van de wielen weer in het rijdende vehikel komen. In Dokka snel een hut veroverd waar volgens de eigenares zo af en toe zelfs elanden in de achtertuin lopen. We ontmoeten ze echter liever in de wildernis en dus maken we een eerste verkenningstochtje. Als buit zien we vijf reeën, een vers elandenspoor en een dik pak sneeuw. De sneeuw loopt vermoeiend maar maakt de dagen wat langer. Donker wordt het uiteindelijk toch en het kwik begint te zakken. De volgende ochtend staan we stil bij een bordje "toll", midden in een uitgestrekt bosgebied. Als we doorrijden moeten we betalen, maar er is geen mens te zien, alleen een kastje met pen, papier en enveloppen. Op een bord staat geschreven: „Zet het kenteken van de auto op papier, neem het gevraagde geldbedrag en doe dit in de envelop. Gooi deze in de brievenbus zodat de boswachter kan controleren wie er betaald heeft op deze doodlopende weg." Slapend rijk worden op z'n Noors, denk ik. Het zal ze bij ons niet lukken, wij verlaten de auto en wandelen verder. Midden op de dag zien we eindelijk onze eerste eland liggen in de sneeuw. Het genieten is kort want het beest staat op en verdwijnt achter een heuvel. Nou goed, kunnen we tenminste ongestoord ons broodje eten.

Lijsterbes
De eerste honderd meter van onze laatste tocht kost me een uur. Oranjevinken tanken gratis rode lijsterbes, die al eeuwen lang als lijfspreuk heeft: „Help de vogels de winter door." Naast de lijsterbes staat een grote berk uitdagend te pronken. De witte bast is met mossen ingekleurd. Mijn twee kameraden zijn in dit uur doorgelopen en het zal tijd kosten hen in te halen. Maar na een kilometer zie ik ze stil op het pad staan. Ze hadden het achterwerk van een eland zien verdwijnen achter een heuvel en terwijl de oranjevinken aan tafel zaten, hadden zij de achtervolging ingezet. Boven op de heuvel bleek echter dat elanden niet voor niets zo hoog op hun poten staan. Teleurgesteld stonden ze op het pad nog wat na te praten. Samen trekken we verder. We kiezen een diepblauw meer om ons brood te eten. In het water drijft gras in waaiervorm als echte kunst. Wat geen mensenhand kan maken, neem ik mee in de camera als een slechte kopie van het origineel. Op de terugweg zakt de zon richting horizon. Het is koud. We kwamen voor de herfst, we zagen ook de winter. Elanden waren dun gezaaid, maar het sprankelende ijs in duizenden vormen blijft steken in mijn herinnering. Afwisselende dagen met één overeenkomst: het broodje eten tussen de middag.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 20 oktober 1993

Terdege | 108 Pagina's

Winterse herfst

Bekijk de hele uitgave van woensdag 20 oktober 1993

Terdege | 108 Pagina's