Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kunstschilder Henk Roosink, De man achter de Terdege verjaardagskalender

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kunstschilder Henk Roosink, De man achter de Terdege verjaardagskalender

Ze zeggen tegen mij wel "Je ziet er vrij normaal uit"

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Albert Wessels moedigde hem aan om van zijn hobby z'n broodwinning te maken. Na enige aarzeling nam Henk Roosink de stap. Hij heeft er geen moment spijt van gehad. Werk heeft hij in overvloed. En hij is vrij man. Een groot deel van de dag zit hij in z'n atelier achter de schildersezel. Voor de variatie houdt hij zich tussendoor bezig met boetseren en beeldhouwen. Hij zou fortuin kunnen maken als hij commerciëler ging werken, maar daar voelt hij niet voor. „Ik heb geen zakenbloed. En waarom zou ik het doen. We hebben het goed." Portret van de man achter de Terdege-verjaardagskalender.

Vader Roosink zat in z'n vrije tijd graag met hout te prutsen, moeder was een liefhebber van handwerken. Zoon Henk, die hun creativiteit erfde, zocht het aanvankelijk in potlood en papier. Op de middelbare school zette hij zijn eerste doekje op. Z'n grote stimulator was plaatsgenoot Albert Wessels, met wie hij er geregeld opuit trok om in het vrij veld de wonderen van de natuur vast te leggen. Wessels gaf de voorkeur aan het landschap, Henk aan de levende have in het landschap. Zwanen, koeien, een koppel eenden... Om zich verder te bekwamen in het vak liet hij zich inschrijven aan de christelijke kunstacademie te Kampen. Hij hield het er een jaar uit. „Vroeger kreeg je aan de kunstacademie een gedegen opleiding. Je leerde bij voorbeeld een mens tekenen, van binnen en van buiten. Nu is het allemaal zo vrijblijvend. Je schijnt een kunstenaar niets voor te mogen schrijven.. Die sfeer ligt mij niet. Wel ben ik bepaalde vormen van moderne kunst meer gaan waarderen. Je kunt niet alles op dat terrein afdoen als geknoei."

Stijl
Het was Albert Wessels die hem adviseerde als zelfstandig ondernemer te beginnen, onder het motto: de praktijk is de beste leermeester. „Ik was toen nog alleen, dus veel risico's zaten er niet aan vast. Ik heb een hele poos bij hem in het ateher gewerkt. Albert had toen al heel wat bekendheid. Via hem kreeg ik m'n eerste opdrachten. We zijn zeker geen concurrenten van elkaar. Als mensen een doek met fazanten of ander wild zoeken, dan stuurt hij ze door naar mij. En mensen die bij mij komen voor een schildeij met bloemen, verwijs ik naar hem." De invloed van Wessels ziet hij vooral terug in zijn werkwijze. „Albert heeft een zekere zwier. Als je met hem buiten zit, dan pakt hij de kwast en daar gaatie. Borstelen maar! Dat is z'n aard. Hij gaat niet zitten peuteren. Ik heb een heel ander karakter, minder emotioneel, maar die manier van werken heb ik overgenomen." Wat stijl betreft voelt de Rijssenaar zich aangesproken door de Zweed Bruno Liljefors en de Canadees Robert Bateman. Ook voor het werk van Rien Poortvliet heeft hij grote waardering. „Je ziet wel 's schilderijen van fazanten of herten, waarvan je denkt: best aardig, maar dat vleugeltje of die poot zit niet helemaal goed. Dat zul je bij Poortvliet nooit treffen. Alles staat er gewoon perfect op. Bijzonder knap."

Boetseren
Net als Poortvliet wil Roosink het wild dat hij schildert zo getrouw mogelijk op het doek krijgen. Om dat te bereiken zit hij uren met z'n verrekijker en schetsboek in de vrije natuur. „Je moet studie maken van het gedrag van de dieren, hun gang, de anatomie. Vroeger heb ik veel geprepareerd. Dan krijg je de vormen in je vingers." Van het prepareren stapte hij over op boetseren. Met verrassend resultaat. Een door hem vervaardigd edelhert wordt inmiddels door een plaatselijk bedrijf fabrieksmatig gekopieerd in een legering van zilverzand en kunsthars. De afwerking verzorgt Roosink zelf In z'n schuur ligt alweer een berg gereed. Ze gaan als warme broodjes weg, onder meer in het Aardhuis, het voormalig jachthuis van prins Hendrik in Hoog-Soeren (bij Apeldoorn). „Ik zou dat werk liever uit handen geven. Aan de andere kant vind ik het niet onaardig om eens een dag wat ambachtelijks te doen. Je begint 's morgens om zeven uur gewoon te werken, zonder dat je erbij na hoeft te denken. Met schilderen moet je er altijd weer even in komen. Meer dan eens heb ik het advies gekregen om het boetseerwerk veel grootschaliger aan te pakken en er de Duitse markt mee op te gaan. Maar het bezwaar is dat ik geen zakenman ben. En ik wil niet te veel aan m'n hoofd hebben."

Houtsnijwerk
Na het boetseren kwam beeldhouwen in het vizier. Op de werkbank in de schuur zitten Ot en Sien, uitgehakt uit een klomp gasbeton. Voor de nieuwe Rabobank ter plaatse vervaardigde hij de voormalige dorpsomroeper. „Dat vond ik een heel leuke opdracht. Zoiets zou ik nog wel eens willen doen. Iets groter dan, of iets in metaal." Het houtsnijwerk op de kast in de woonkamer, een Germaan die met een mes een wild zwijn te lijf gaat, hield hij aan zijn diensttijd over. „Ik zat bij de verbindingen. Tijdens de opleiding in Ede heb je nog wat te doen, maar zodra je in Eibergen komt houdt het echt op. Daar brengen mensen de dagen door met niks-doen. Dat is even wennen als je altijd bezig bent geweest. Onvoorstelbaar. Op een dag heb ik een klomp hout genomen en ik ben begonnen met houtsnijden. De hele ploeg zat eromheen. Die vonden dat heel bijzonder. Er wordt wel 's gezegd dat onze gezindte weinig creatiefis, maar dat geloof ik niet. Ik denk dat er in onze gezindte heel wat geprutst wordt. Wel staat men wat huiverig tegenover kunst. Dat heeft denk ik vooral te maken met de leefwijze van veel kunstenaars. Die is in het algemeen niet om over naar huis te schrijven. Ze zeggen tegen mij wel: je ziet er vrij normaal uit. Ik voel me daar het prettigst btj."

Schepping
Met de eindeloze discussie rond de vraag waar ambacht overgaat in kunst en omgekeerd, heeft hij zich nooit beziggehouden. „Het maakt me weinig uit of ze me kunstenaar of ambachtsman noemen. Ik heb gewoon plezier in m'n werk. Op de academie heb ik ook moderne stukken gemaakt, maar uit mezelf zal ik daar niet aan beginnen. Het ligt me niet. Waarom zou ik dan? Het vastleggen van wat ik zie in de natuur verveelt me nooit. Alles bekijk je door die schildersbril. Als ik buiten iets moois zie, moet het op het doek. Die onrust heb ik altijd gehad. Je hebt altijd een potloodje op zak. Voor je het weet zit je alweer te schetsen. Ik ben pas rustig als het er goed op staat, maar dan dient het volgende zich alweer aan. Je bekijkt alles ook veel nauwkeuriger. Wat je niet getekend hebt, heb je niet gezien. Neem een weiland. Dat is groen, zeggen de mensen. Moet je het eens gaan schilderen. Dan ontdek je pas hoeveel soorten groen er zijn. Ik ben steeds meer onder de indruk geraakt van de schepping. Je raakt er nooit van verzadigd. Ik zal het ook nooit zo mooi kunnen weergeven als ik het zie. Hindert niet. Die eer komt de Schepper toe."

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 20 oktober 1993

Terdege | 108 Pagina's

Kunstschilder Henk Roosink, De man achter de Terdege verjaardagskalender

Bekijk de hele uitgave van woensdag 20 oktober 1993

Terdege | 108 Pagina's