Novemberwinter geen voorbode van extreme kou

Veel mensen zijn inmiddels op de hoogte van het feit dat door een gerenommeerd Duits instituut vooral in januari en februari zeer koud winterweer wordt verwacht. Afgezien van de waarde van zo'n verwachting, kun je bij voorbeeld met wat statistiek ook een verwachting voor de komende maanden maken. In deze bijdrage zal ik proberen op grond van de statistiek een verwachting voor januari en februari uit te spreken.

Verschillen
In de eerste plaats moet ik een belangrijk verschil duidelijk maken. De winterverwachting van de Duitse meteoroloog Roder is onder meer gebaseerd op de patronen in het weerbeeld in de zomer en de herfst. Met mijn duik in de statistiek let ik daar in het geheel niet op: koude novembermaanden worden onder de loep genomen, zonder te letten op de luchtstromingen die in die maand zijn opgetreden.

Vier voorbeelden
Extreem koude novembermaanden waren november 1739 en 1786, met een gemiddelde temperatuur maar net boven het vriespunt, maar de koudste november van deze eeuw was 1921, met een gemiddelde dat bijna 5 graden onder normaal lag. Andere voorbeelden zijn 1915, 1919 en 1965. Vooral in november 1921 vroor het bijna iedere nacht. Toch is november 1965 wat meer vergelijkbaar met 1993, vooral als we letten op het aantal ijsdagen (dagen dat de temperatuur het gehele etmaal niet boven nul komt), hetgeen in bijgaande grafiek goed is te zien. De koude novembermaanden van 1915 en 1919 werden gevolgd door een zachte winter, waarin het nauwelijks meer tot echt winterweer kwam. Na de koude november van 1921 volgde er in januari en februari nog een flink aantal ijsdagen, zodat de winter als geheel koud werd. Ook in 1966 was er in januari en februari sprake van winterweer, waarbij de grens van de koude en zachtere lucht soms dagenlang boven ons land lag. Op grond van de statistiek en gelet op het winterweer in november 1993,kunnen we dus een ongeveer normale winter verwachten, met een redelijke kans op winterweer in januari en februari. Op grond van de statistische gegevens zal de komende winter hooguit als "te koud" uitvallen, maar zelfs een zachte winter behoort tot de mogelijkheden. Waar ik maar mee wil zeggen dat de kans op een strenge winter (zoals Roder beweert) mij op grond van de statistiek zeer klein lijkt. En ten slotte nog dit. De beste verwachting voor elke winter is steeds de volgende gebleken: „'t Kan vriezen, 't kan dooien."

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen