Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Au pair: kinderoppas en huishoudster in het buitenland

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Au pair: kinderoppas en huishoudster in het buitenland

"Je moet ineens alles zelf regelen"

18 minuten leestijd

Daar zit je dan in een vreemd, land met twee kinderen die in bed geplast hebben Hoe vraag je in het Frans v/aar de schone lakens liggen? Au pair gaan is een ervaring, maar je komt soms v/el voor verrassingen te staan. Op kinderen passen en licht huishoudelijk werk worden vergoed met zakgeld, kost en inwoning. En geregeld wat vrije dogen, waarop je het land kunt verkennen.Wie echter een vakantieleventje of een goed betaalde baan zoekt is aan het verkeerde adres. Vier meisjes doen verslag over "hun" baantje in Engeland, Schotland, Frankrijk en Canada.

Au pair. Tegen kost en inwoning, zonder vergoeding, betekent dat. Met name jongeren (vooral meisjes) die net eindexamen hebben gedaan en even iets anders willen dan in boeken neuzen, kiezen voor het aupairleven. Al tientallen jaren een bekende manier om een andere cultuur van nabij te leren kennen. Want ook in Europese landen kan het zo anders zijn dan bij moeders pappot. „Ik dacht: Engeland, och, dat is aan de overkant van de zee en verder is het net als bij ons", verklaart Henriëtte van 't Wout (22) uit Vianen. „Maar dat is beslist niet zo." Ze was net 19 toen ze haar opleiding tot ziekenverzorgster afbrak om au pair te gaan in Guildford. „Ik zag een advertentie in het RD en dat leek me ideaal. Ik kwam in een gezin waar het vijfde kind op komst was en de oudste autistisch." Ze zou drie maanden blijven, maar keerde pas na anderhalfjaar terug. Ook Henny van Kempen (21) reageerde op een berichtje in het RD. „Ik wist niet goed wat ik wilde en dacht dat het wel eens goed voor me zou zijn om er helemaal uit te zijn. Ik las die advertentie en drie weken later was ik al in Schotland om kennis te maken." De Maartensdijkse was van juni tot en met oktober 1993 in Strathpeffer, bij Inverness, in een gezin dat tevens bed & breakfast-voorzieningen heeft. Ook daarbij hielp ze.

Op de bonnefooi
Na zes jaar vwo was Liesbeth Verhoeven (21) uit Ridderkerk het leren even zat en plaatste een advertentie in het RD voor een au-pairadres in Frankrijk. Er kwam geen reactie, maar iemand die het oproepje had gezien gaf haar later een berichtje uit het Algemeen Dagblad. „En dat was gelijk in orde. Het was in Gap. Ik heb heel veel moeite gedaan om in een christelijk gezin te komen, maar bij allerlei organisaties kreeg ik te horen dat Franse christenen geen au pair kunnen betalen. Dat blijkt niet zo te zijn. Maar wil je in een 'gewoon' gezin, nou, hele rijen advertenties in De Telegraaf." In het zuiden van Frankrijk, waar ze een jaar verbleef, zijn er families die constant een au pair hebben. De 19-jarige Angenieke van de "Weerd ging nogal op de bonnefooi naar Canada. Ze bleef er in de zomer van '91 en vierde haar 17e verjaardag niet in Dordrecht, maar aan de andere zijde van de oceaan. „Ik wilde de opleiding tot verpleegkundige doen, maar was nog te jong. 'k Moest een halfjaar wachten en het leek me leuk om ertussenuit te gaan. Via kennissen van m'n vader in Canada probeerde ik wat, maar er was nergens werk. Toen deed ik een oproepje in de kerkbode daar, en daar kwam een vrij vage reactie op: Kom maar, dan kijken we wel of er werk is. Nu gingen mijn ouders er een poosje naartoe omdat m'n vader er ging preken, en toen ben ik meegegaan. Ik had een ticket voor drie maanden gekocht, dus ik moest blijven. En toen ik er eenmaal was, kon ik er van alles doen. Om en om was ik in Dundas en in Lynden. Als men eenmaal weet wie je bent, dan komt het werk wel." Dat herkent Henriëtte direct: „Na de drie maanden in mijn eerste gezin wilde ik nog niet naar huis. Ik heb zoveel aanbiedingen gehad, ik kon er wel > jaren blijven!" Ze bleef 14 maanden in Welwyn, in een moederloos gezin.

Yes en no
Geen van allen besefte tot in de finesses wat ze ging doen.
Henriëtte: „Op de boot dacht ik: Nou, daar ga je dan. Toen drong het pas tot me door. Je doet maar hartstikke stoer, maar ondertussen... Van Engels wist ik yes en no en I love you."
Henny: „Je kunt niet meer terug, het moet. Ik werd echt doodmoe van de taal, 's avonds op bed draaide al dat Engels door m'n hoofd..."
Liesbeth: „Met Frans is het nog moeilijker. Ik moest na een dag of twee al oppassen. De baby huilde constant en de oudste meisjes hadden in bed geplast. Ik wist niet waar de schone lakens lagen en helemaal niet hoe je dat moest vragen."
Henriëtte: „Ik dacht, ik leer het daar wel."
Henny: „Dat gebeurde ook wel, maar het was heel vermoeiend." Angenieke: „Vooral als mensen echt met je wilden praten, heel persoonlijk, dat vond ik moeilijk. Ik vond dat je vooral van kinderen leerde. Die lachen je uit en zeggen hoe het moet."

"Go out with me" 
Liesbeth: „Het ergst vond ik: de telefoon oppakken. Die man had een goeie baan, veel zakenmensen belden. In het begin was ik me nauwelijks bewust wat ik deed, ik was de hele dag bezig en 's avonds doodmoe!"
Henriëtte: „De Engelsen zeiden: Eigenlijk zijn wij lui, dat we geen taal leren. Op een gegeven moment besloot ik me niet meer te schamen voor fouten, want elk woord dat ik ken vinden ze geweldig. Ze praten heel bekakt. Ging ik ook zo praten, zeiden ze: wat kun jij goed Engels!"
Henny: „Tegen het eind van m'n verblijf zei een gast tegen mij: Kom je uit Zuid-Engeland? Dat vond ik een heel comphment." Maar al versta je de taal goed, dan nog zijn er bepaalde uitdrukkingen die je niet kent, ervoer Henriëtte. „Als je verkering met iemand wilt, zeg je: Do you wonna go out with me? Een jongen vroeg dat aan mij. Wist ik veel, ik zei ja. Ik vond het wel een aardige goser, maar verder niet. En toen hoorde ik van anderen dat ik verkering met hem had. Dus ik tegen hem: Hoe kom je erbij, maar hij hield vol. Nou, zei ik, oké, maar dan maak ik het nü uit!"
Angenieke: „O, in elke brief schreef m'n vader: Heb je nog niemand gevonden?"
Henriëtte: ,Ja, dat leek me zo leuk, een Engelstalige liefde! Het is niet gebeurd. En ik heb altijd gezegd: Ik ga terug, maar ik ben hier inmiddels verloofd... Wel met iemand die ook geweldig Engels spreekt."
Henny: „Ik heb daar wel een leuke jongen ontmoet. Maar... tja, de taal. Je zegt wat je denkt, maar dat is je eigen gevoel toch niet. Hoe breng je dat dan onder woorden." Au pair gaan en met een vriend terugkomen is overigens niet onmogelijk. Twee van de velen die reageerden op de oproep in Terdege zijn inmiddels met hun buitenlandse vriend getrouwd.

Ineens volwassen
Wie snel zelfstandig wil worden, moet beslist au pair gaan. Je krijgt veel verantwoordelijkheid.
Henriëtte: „Soms ben je alleen op jezelf aangewezen, maar ik heb nooit heimwee gehad. Vooral in het eerste gezin was het heel leuk. In het derde was de moeder overleden, daar had ik heel veel verantwoordelijkheid. Dan komt er wel wat op je af."
Henny: ,Je wordt in het diepe gegooid. Je wordt ineens volwassen." Angenieke: ,Ja, zelfstandig. Je moet alles zelf regelen."
Henriëtte: „En zelf keuzes maken, niet beïnvloed door je ouders of vrienden. Je moet echt goed nadenken: Wat vind ik hier nou van."
Angenieke: „O ja. Een jongen van de kerk vroeg of ik met 'm uitging naar... Ik verstond het niet goed, ik dacht baseball. Dat deden ze wel vaker met lui van de kerk, ik dacht: dat zit wel goed. Maar toen ik de plaatsnaam noemde tegen de familie waar ik was, zeiden ze dat het een soort voetbalwedstrijd was, net zoiets als hier Ajax speelt of zo, dat ze de boel afbreken. Ze zeiden: complete moordpartijen. Die jongen had al kaartjes gekocht voor 25 dollar per stuk, maar ik heb hem toch afgebeld. Dat scheen daar normaal, dat je als kerkelijke jongen daarheen ging. En ze vonden het vreemd als je als christen een rok droeg."
Henny: „In Schotland droegen ze wel een rok. Maar daar hadden sommigen weer tv."
Henriëtte: ,Ja, en een kerstboom bij de dominee in huis."
Henny: „En ze bidden ook voor koffie en thee. Danken doen ze daarvoor niet. En dat kunnen ze ook goed motiveren, vind ik."

Preken
Angenieke: „Ze vonden het heel gek dat je bij werk in de tuin een rok droeg. Dat kon ik ook moeilijk motiveren. Toch vind ik wel dat de mensen overal hetzelfde zijn, daar niet beter dan hier."
Henriëtte: „Dat staande zingen in de kerk vond ik heel mooi." Alle vier zeggen de preken in het buitenland goed te hebben kunnen volgen.
Liesbeth: „Ik ging naar de Eghse Réformé. Het was wel te volgen, maar het kwam meestal neer op: we moeten allemaal lief zijn voor elkaar, en zo."
Henriëtte: „Ik kerkte bij ds. Ramsbottom (Strict Baptists). Die zegt heel veel: Heb je het moeilijk, dat mag je naar God brengen. Heb je problemen, ga tot God; ben je ziek, breng het bij God, enz. In het begin vond ik dat heel mooi, maar na tien keer wil je wel 's wat anders horen."
Liesbeth: „Ja, tekstuitleg of zo."
Henny, destijds kerkend bij de Free Presbyterians: „Daar staat Ramsbottom in Schotland om bekend; wat eenzijdig, zegt men. Ik heb in Schotland juist heel veel geleerd van de preken. En van de communion seasons, de avondmaalstijden, niet te vergeten. In veel opzichten een voorbeeld voor ons."
Angenieke: „Ik voelde me prima thuis in de Free Reformed Church in Dundas. Ds. Hoefnagel was zelf ook nog maar een paar jaar in Canada; soms wist hij een bepaald woord niet in het Engels uit te drukken, dan zei hij het gewoon in het Nederlands; de gemeente onthield het des te beter!"
Henriëtte: „De mensen betonen ook veel naastenliefde. In de kerk bij Ramsbottom werd je helemaal opgevangen. D'r kwam een keer een buitenkerkelijke knul, die werd meteen op de koffie gevraagd, niet zo van: jouw kleren staan ons niet aan."
Henny: „Ze leven echt uit wat in de Bijbel staat. Hier vind ik dat het zo veel om uiterlijke dingen gaat. Daar heb ik heel fijne gesprekken gehad."
Liesbeth: „In Frankrijk was dat niet. De dominee belde een keer op zondag: Ga je mee skiën? Toen heb ik uitgelegd waarom niet. Daar zat best wat in, vond hij, maar ja, de wet is vervuld... Er was wel een goede band onderling, elkaar uitnodigen en zo. Ik moest gewoon in m'n agenda bijhouden wanneer ik bij wie was gevraagd! Toen ik 18 werd was ik uitgenodigd bij mensen van de kerk, ze hadden alle familie bij elkaar, een compleet zeven-gangendiner aangericht in de tuin... Dat vond het gezin waar ik was heel apart. Zij waren echte natuurmensen, ecologistes, dat was hun godsdienst, en ze vonden mij best ouderwets."
Henny verbleef ook in een nietkerkelijk gezin. „De mensen stelden veel vragen aan me, ze vonden het best apart dat je zo opgevangen werd in de kerk, dat er nog zulke mensen waren en dat dat geen clubje ouwe mensen was, zoals ze dachten. Ik heb hele discussies gehad, een keer bijna ruzie!" Een au pair wordt onder meer geacht met de kinderen op te trekken. De meisjes wisten dat uiteraard, maar wat dat inhield beseften ze maar half
Liesbeth: „Ik was 17 toen ik wegging. In het gezin waren vier meisjes, de jongste was een jaar en de oudste zes. Nu denk ik: Hoe heb ik het gedurfd. Maar toen had ik iets van: Dit gaat me lukken. Je denkt er niet echt over na."
Henriëtte: „In het laatste gezin waren 6 kinderen en de moeder was overleden. Toen kreeg ik als reactie: Dat red je nooit, > daar moet je moeder voor zijn, enz. Maar ik heb het nooit moeihjk gevonden. Het was leuk om uit te vinden hoe je met ze moest omgaan. Voor de oudste twee ben je een soort grote zus. Als ze ergens geen zin in hadden was het: Doe het zelf. Maar met hun schoolproblemen kwamen ze wel weer naar me toe." Liesbeth: „Als je ze op hun kop gaf zeiden ze: Ga terug naar Nederland, je bent m'n moeder niet."
Angenieke: „O ja, en: Het is óns huis hoor!"
Liesbeth: „In mijn gezin waren de ouders heel veel weg. Ik was strenger voor de kinderen dan zij. Daarom vond ik het lastig als ik samen met de ouders thuis was; dan wou ik er niets van zeggen als ze wat deden. Een keer zat ik met de kinderen in de keuken te eten en zij bekeken in de kamer foto-albums. De kinderen zaten met het eten te strooien, rijst, overal. Ik dacht: straks moet ik het opruimen. En ze liepen steeds naar de kamer, maar de ouders zeiden niks. Als zij weggeweest waren en later vroegen hoe het was gegaan, kon ik altijd zeggen: Hartstikke goed. Maar kwam ik na een vrije dag thuis, en vroeg hoe het ging, dan was het: O, ze waren zo vervelend geweest..."
Henny:, Je hangt er echt wat tussen, want bij mij draaide alles om die kinderen. Die kregen heel veel aandacht. Aan tafel mochten zij alleen praten."
Henriëtte: „Ik was in het laatste gezin natuurlijk alleen, de vader was overdag weg. Maar op een gegeven moment wilde hij ook dat ik ze naar bed bracht. Ja hoor eens, dacht ik, wie is er nou de vader?"

Gemakkelijk
"Licht huishoudelijk werk" hoort eveneens tot de taken van een au pair. Het buitenlandse huishouden blijkt voor een Hollandse over het algemeen een fluitje van een cent.
Henriëtte: „Vraag niet hoe ze dat doen in Engeland. Eén keer per week stofzuigen, en de ramen even met Glassex."
Henny: „Ik was in een bed & breakfast-huis met heel wat 'sterren' en zij was juist erg precies in het schoonmaken. We deden het meest samen." Henriëtte: ,Je leefde daar vijftig jaar terug, kookte op een kolenkachel en zo. Elke dag taart en cake bakken, jam maken. Dat was leuk. Eerst met de kinderen bramen plukken of pruimen, en er dan jam van maken. En, heel ouderwets, picknicken bij vader op het land."
Angenieke: „Je had cake en taart als toetje, mmmm. Maar ik moest zo lachen: in de supermarkt liepen dikke mensen... terwijl op alle produkten "light" stond! Canada was ook ouderwets, wecken deden ze nog veel, maar aan de andere kant vond ik het ook heel Amerikaans, 's Morgens om 8 uur naar de MacDonald's; grote vrieskisten; nooit ramen zemen... Het huis was nog nooit zo schoon geweest als nu, zeiden ze. In de kleding vond ik ze ook makkelijk. Je woont een eind uit elkaar, wie heeft er last van dat je een oud T-shirt draagt. Trouwens, op visite waren ze ook niet heel netjes gekleed. Zulke schoenen (tilt een laaggehakt pumpje op), nou, die droeg je alleen op een bruiloft! Aardappels schillen deden ze ook niet, of samen kofiïe drinken. Er staat een pot koflie, ruk maar een mok uit de kast en schenk jezelf in. Moesten ze boodschappen doen en was er geen tijd voor koffie, nou, dan nam je een kan mee. In de auto kon je je volle plastic bekertje vastzetten met een klemmetje. Dat ging bij mij dus fout, hele plens koffie over m'n rok. „Oh, dat droogt wel op", was hun reactie. Dus met een grote koffievlek boodschappen doen. En eten onderweg, daar stopte je niet voor, veel te lastig. Bij het eerste stoplicht bidden en bij het volgende danken..."
Henriëtte: „Maar ook dat gemakkelijke van: Komt het vandaag niet, dan morgen wel. Hier heb je altijd dat gehaast."
Liesbeth: „Ja, maar je hebt daar ook een relaxed leventje, 't Is je eigen huis niet. Na het eten wilde ik direct aftvassen, maar dan zeiden ze: Stop, stop!"

Kaas en drugs
Over Nederland blijken in het buitenland nogal wat misverstanden te bestaan. Het bekende beeld van klompen, molens en tulpen zal misschien wel nooit uitgeroeid worden, al is het inmiddels uitgebreid met minder fraaie thema's.
Liesbeth: „Als je ergens vertelde dat je uit Nederland kwam, gingen ze meteen Engels praten. En ze zeiden direct: Amsterdam, drugs. Alle pakketjes die mij gestuurd werden, zijn opengemaakt om te kijken of er drugs in zaten."
Henriëtte: „En de reacties van de kinderen! Die dachten echt dat je van een heel andere cultuur kwam. Ze zagen Nederland als een grote molen op een dijk waar iedereen kaas eet."
Angenieke: „Kom je uit Nederland?!, zeiden ze tegen mij, en je hebt helemaal geen blond haar!"
Henny: „En bij heel veel dingen vroegen ze: Heb je dat bij jullie ook? Dat ons land zo plat is, konden ze zich niet voorstellen."
Henriëtte: „En dat we verkeersborden en verkeerslichten voor fietsers hebben."
Angenieke: „Ja, niemand fietst ook in Canada. Picknicken? Béng, met de auto, tot vlak voor de plek waar je gaat zitten, met chips en cola. Bijna iedereen heeft een zwembad in de tuin, maar daar zwem je niet in, daar lig je in."

Zakgeld
Behalve kost en inwoning ontvangen au pairs een redelijk zakgeld. De meiden konden er goed van rondkomen.
Henriëtte: „Ik heb m'n rijbewijs ervan gehaald en de reizen naar Nederland ervan betaald. En royaal geleefd. Ik had een auto van hem in bruikleen."
Liesbeth: „Ik heb ook royaal geleefd, veel sport, bergbeklimmen, skiën..."
Henny: „Ik heb zelfs nog iets opgespaard, omdat ik na die tijd een poosje naar m'n zus in Noorwegen ging." Het algemeen gevoelen is dat je niet overhoudt, „je maakt het wel op." Henriëtte kreeg 30 pond per week, in het laatste gezin 50 („Omdat ik echt moedertje speelde"), Henny en Liesbeth ontvingen omgerekend 100 gulden per week. Angenieke kreeg verschillende bedragen. „Dertig of honderd dollar, dat lag aan de mensen, ik paste dan hier een poosje op en dan daar een paar dagen. Waar ik was, hadden ze weinig werk, dus ik hielp op een varkensboerderij."
Henny: „De mevrouw bij wie ik was had informatie opgevraagd bij een au-pairbureau, welk bedrag gebruikelijk was."
Liesbeth: „Ik had dat zelf gedaan."

Heimwee terug
Hoewel Henriëtte en Henny aan de andere kant van de Noordzee naar te koop staande huizen hebben gekeken en Liesbeth na haar studie Frans in Frankrijk wil gaan werken, is het viertal toch weergekeerd naar het vaderland.
Henny:„Het is echt een hele omschakeling als je terug bent."
Henriëtte: „Ja, ik vond het best een overgang. Ik heb soms nog zo'n heimwee. Dan zou ik wel terug willen zwemmen!"
Angenieke: „Je moet het natuurlijk ook niet gaan idealiseren; als je daar wóónt is iedereen ook niet meer zo tegen je."
Liesbeth: „Je onthoudt alleen de leuke dingen. Maar ik heb ook heel veel heimwee terug gehad, meer dan van daar naar hier. Dat jongste meisje was echt "mijn baby"." (Even later laat Henriëtte zich "mijn zoontje" ontvallen). Liesbeth: „En op een gegeven moment kreeg ik het gevoel dat men dacht: O, daar komt zij weer, met: In Frankrijk deden ze dat zus en zo."
Henny: „Ik ben alleen de zomer weggeweest, maar ik had het idee dat ik best veranderd was. En dan zeiden de mensen tegen me: Nou, jij bent ook niet veranderd!"
Angenieke: „Je moet hier weer in 't gareel lopen, alles was daar zo gemakkelijk."

Adviezen
Aanstaande au pairs krijgen het advies goed uit te kijken waar ze terecht komen. Henny en Liesbeth gingen eerst kijken; Henriëtte kreeg een briefen foto's.
Henny: „Het beste is een adres via via. Ik had het zelf via een advertentie, die was opgesteld door een Nederlands echtpaar dat de eerste maand van m'n verblijf in Strathpeffer woonde. Door hen ben ik geweldig opgevangen."
Liesbeth: „En je moet goede afspraken maken! Later moest ik steeds meer werk gaan doen, omdat ik zo hard werkte. Garage schrobben, badkamer schoonmaken met een tandenborstel... Als au pair mag je alleen licht huishoudelijk werk doen."
Henriëtte: „En denk aan jezelf Af en toe moet je even uit de sfeer stappen."
Angenieke: ,Je bent jong en beïnvloedbaar, je bent zo omgepraat. Alles komt zo mooi over en iedereen vindt je geweidig..."
Henny: „En doe aan voorbereiding van de taal. Dat was in het begin zó inspannend."
Henriëtte: „O, dat vond ik niet zo erg, maar ik ben nou eenmaal gemakkelijk."
Liesbeth: „Ik heb in Frankrijk een stuk of zes au pairs naar huis zien gaan, die hadden het idee dat ze vakantie gingen houden (Angenieke schatert het uit), maar het is best werken." Ze herinnert zich uit de eerste tijd dat ze te weinig eten kreeg. Er ging een noodkreet naar huis en moeder stuurde een "overlevingspakket" met crackers, leverpastei e.d. „Dus daar zat ik op m'n kamer crackers te besmeren. Pas toen ik later in een supermarkt was, bedacht ik dat ik zelf ook wel iets had kunnen kopen. Dat kwam gewoon niet bij me óp!"

Gevormd
De positieve ervaringen overheersen gelukkig, en de meisjes raden iedereen dan ook aan een poosje au pair te gaan.
Liesbeth: „Ik ben er best veranderd."
Angenieke: „Ja, dat vind ik ook. Je ziet meer. Je kijkt anders tegen dingen aan: Zo kan het ook. Wat je gek vond, vind je nu niet meer raar; iedereen doet het anders."
Liesbeth: „Ja, je gaat relativeren, je denkt niet meer zo rechtlijnig. Je leert je aan te passen. Ik dronk bijvoorbeeld altijd karnemelk en at bruin brood, maar daar kon dat niet. Je bent nu veel meer tevreden met wat je hebt."
Henriëtte: „En dat je spek op je nuchtere maag kan eten had ik nooit gedacht! Ik vind ook dat je veel bewuster leeft. Je denkt na: wat vind ik hiervan. Je wordt gevormd; ik weet nu wat ik wel en niet goed vind."
Henny: „Gevormd ja, dat vind ik ook. Ik heb leren zien dat mèt alle verschillen van taal, cultuur, gewoontes en dergelijke, de Bijbel dezelfde waarde heeft. God is overal dezelfde."

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 29 juni 1994

Terdege | 72 Pagina's

Au pair: kinderoppas en huishoudster in het buitenland

Bekijk de hele uitgave van woensdag 29 juni 1994

Terdege | 72 Pagina's