Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ralph Erskine

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ralph Erskine

Prediker van Gods beloften

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Onze Heere Jezus Christus is zo'n wonderlijke Zaligmaker, dat Hij balsem heeft voor elke wond, medicijn voor elke kwaal en hulp voor elke nood waarin een zondaar, wie hij ook is, op deze aarde maar kan verkeren." „De belofte is voor u om ze aan te nemen en te geloven, en zult u dan zeggen: Zij is voor mij niet? Zult u de genade van God afwijzen?" Twee uitspraken van Ralph Erskine. Ze typeren deze Schotse prediker als een indringende boodschapper van de genade Gods in Christus

Ralph Erskine ziet het levenslicht in 1685, als zoon van de Schotse predikant Henry Erskine en diens vrouw Margaret Halcro. Zijn broer Ebenezer, met wie hij meestal in één adem wordt genoemd, is vijf jaar ouder. In de tijd dat Ralph geboren wordt, verblijft het gezin in Moniwals. Het dorp ligt aan de Engelse zijde van de grens met Schotland. Als predikant verricht Henry Erskine aan beide zijden van de grens zijn arbeid. Zowel in Engeland als in Schotland ondervindt hij vanwege zijn geloofsovertuiging moeilijkheden en ontberingen. Ondanks zijn adellijke afkomst is armoede geen onbekend verschijnsel in het predikantsgezin. Als opgroeiende jongen heeft Ralph reeds een diep besef van afhankelijkheid en weet hij zich op Gods hulp aangewezen. In een schrift met aantekeningen schrijft hij de volgende gebeden neer: „Heere, geef mij Uw vreze in het hart. Laat mijn gedachten heilig zijn en laat alles wat ik doe gericht zijn op Uw eer. Zegen mij in alle goed werk. Geef een helder verstand en een goed geheugen, een vast geloof in Jezus Christus en een zeker blijk van Uw liefde."

Preekoefeningen
Het sterven van zijn vader in 1696 maakt op de jongen een grote indruk. Hij ervaart dat God door de waarschuwende woorden van zijn vader zijn hart naar Zich toe trekt. In 1699 volgt hij zijn oudere broer naar de universiteit van Edinburgh. De eerste jaren draagt het onderricht dat hij hier ontvangt het karakter van middelbaar onderwijs. Vanaf 1703 volgt de eigenlijke theologische studie. Zijn scherpe onderscheidingsvermogen wordt nader gevormd. Ook zijn dichterlijke gaven komen in deze tijd al openbaar. Van 1705 tot 1709 is Ralph geestelijk verzorger in het gezin van kolonel John Erskine, een ver verwijderd familielid. Doordat het gezin 's zomers het verblijf in Edinburgh verwisselt voor dat in Culross, maakt hij ook kennis met de gemeente daar. Vooral het contact met de predikanten van Culross betekent veel voor hem. Hij is hier ook enige tijd ouderling. Ralph Erskine moet veel schroom overwinnen om het ambt van predikant te aanvaarden. Op de stille heuvels achter het landelijke Portmoak, waar zijn broer predikant is geworden, houdt hij wel preekoefeningen. Ebenezer, die hem een keer volgt, spreekt de wens uit dat hij nog eens daadwerkelijk zal gaan preken.

Predikant
dikanten. Bij de komst van Erskine staat Thomas Buchanan nog in Dunfermline, maar die vertrekt in 1714. Na vier jaar krijgt de achtergebleven predikant in James Wardlaw een collega met wie hij vele jaren hartelijk zal samenwerken. De beide diensten op zondag en de doordeweekse dienst op donderdagavond worden beurtelings door één van de predikanten in de oude Abbey Church gehouden. Om de goede verstandhouding te bevorderen, stellen ze schriftelijk een aantal regels op. De eerste is dat zij geen kwaad gerucht van elkaar zullen aanvaarden, van welke zijde dit ook komen mag. Hun vrouwen worden daarbij niet uitgesloten.

Avondmaalsdagen
Hoogtepunt in het gemeentelijke leven zijn de avondmaalsdagen, eenmaal in het jaar. Tot de predikanten die assistentie verlenen behoort ook Ebenezer Erskine. Overeenkomstig de gewoonte van die tijd komen de mensen uit de wijde omgeving. Doorgaans zijn er enkele duizenden avondmaalgangers. Bij gebrek aan accommodatie brengt men de nachten vaak door in de open lucht. Iets van de sfeer rond de avondmaalsdagen in Schotland wordt weergegeven door de volgende anekdote. In de tijd dat James Fisher (schoonzoon van Ebenezer Erskine) predikant is in de omgeving van Glasgow, logeert Ralph Erskine bij hem in een avondmaalsweek. Op de zondag van de avondmaalsbediening maakt hij 's morgens een wandeling. Vanuit diverse tenten hoort hij het psalmgezang al opklinken. Zijn commentaar luidt: „Het belooft vandaag een schone dag te worden. De vogels zingen al zo mooi!" Op de achtergrond van Erskines publieke werkzaamheid is er de arbeid in de studeerkamer. Tot in de nachtelijke uren is hij, en dat tot vlak voor zijn heengaan, bezig om zich te verdiepen in het Woord. Tegelijk is er een intens gebedsleven. Hoe zouden wij de woestijn van dit leven kunnen doorkomen zonder deze oases, verzucht hij in één van zijn preken. De Bijbel is voor hem een Boek waaruit hij ook zelf troost put. Soms leest hij geknield in het Woord van God.

Afscheiding
Uit verzet tegen de invloed van magistraten en landeigenaren bij het beroepingswerk vindt in 1733 de eerste grote afscheiding plaats van de nationale kerk van Schotland. In de zeggenschap van "de man met de gouden ring" ziet men een aantasting van het gezag dat Christus als het Hoofd over Zijn gemeente toekomt. Wanneer vier predikanten in de buurtschap Gairney Bridge onder leiding van Ebenezer Erskine besluiten tot het vormen van een afzonderlijke classis, en zo de grondslag leggen voor een nieuw kerkverband, is Ralph Erskine wel aanwezig, maar doet hij nog niet mee. Pas na veel aarzeling en gebed voegt hij zich in 1737 bij de Seceders, zoals de afgescheidenen genoemd worden. Een van de gevolgen is dat de oude Abbey Church verlaten moet worden. In 1741 verrijst voor de afgescheiden gemeente een nieuw kerkgebouw, dat aan elfhonderd kerkgangers plaats biedt. De kwaliteit van het eenvoudige gebouw is zo slecht, dat 's zomers het pek van de dakbedekking smelt en op de kerkgangers neerdaalt. Dat is een ongerief dat men voor lief dient te nemen.

Huwelijk
Naast alle kerkelijke en ambtelijke zorgen is Ralph Erskine ook het huiselijk leed niet bespaard gebleven. Margaret Dewar, met wie hij in 1714 in het huwelijk is getreden, overlijdt al in 1730. Hoewel ze nog maar 33 jaar oud is, zijn reeds vijf van de tien kinderen haar vooregaan in de dood. Na twee jaar hertrouwt Erskine, met Margaret Simson. Met vreugde en dankbaarheid aan God ziet hij hoe zij zorg draagt voor de achtergebleven kinderen. Wat de natuur uit zichzelf niet gemakkelijk doet, leert de genade haar! Ook over dit huwelijk gaan zware stormen. Van de vier kinderen die nog geboren worden, overlijden er drie op jonge leeftijd. Als in 1747 in het nieuwe kerkverband een scheuring plaatsvindt, stelt een van de zoons van Erskine zich als predikant publiekelijk tegenover zijn vader. Die waarschuwt hem ernstig en wijst met een verwijzing naar het vijfde gebod op het gevaar dat zijn leven verkort zal worden. Inderdaad moet de vader het meemaken dat ook deze zoon jong sterft. In de kerk van zijn dagen, die een uitgesproken gereformeerd karakter wil dragen, neemt Ralph Erskine bepaalde eenzijdige tendenzen waar. Door menig predikant wordt sterk de nadruk gelegd op de mens en zijn hoedanigheden. Vereisten zijn nodig om tot Christus te mogen gaan. Een bepaalde mate van berouw en verbrokenheid van het hart is onmisbaar. Soms wordt in de prediking ernstig gewaarschuwd, zonder dat de weg van de verlossing duidelijk wordt voorgesteld. Het resultaat is dat veel serieuze leden van de gemeente in twijfel hun weg gaan. De onzekerheid wordt nog gevoed door een eenzijdig spreken over de uitverkiezing. Ralph Erskine behoort tot een kleine groep van predikanten die hierin een vorm van wetticisme ziet. Door de omgang met de Bijbel en de bestudering van bepaalde geschriften komen zij tot een helderder zicht op het Evangelie. Nodig is een scherp onderscheid tussen de wet en het Evangelie. We kunnen ook zeggen: tussen het werkverbond en genadeverbond. In het eerste vraagt God alles van ons. In het tweede, dat al in de eeuwigheid is opgericht, komt God tot ons als een ontfermend en gevend God.

Diepe ernst
Tot de geschriften die de bezwaarde predikanten hogelijk waarderen, behoort ook "The Marrow of modern Divinity" (Merg des Evangelies), een geschrift uit het midden van de zeventiende eeuw. Het rumoer over dit geschrift en de daarin voorgestane opvattingen, leidde tot de "Marrow-controversy" en in 1722 tot de veroordeling van de verdedigers ervan. Maar die veroordeling heeft Ralph Erskine en zijn geestverwanten, onder wie zijn broer, er niet van weerhouden om vanaf de kansel onverkort het Evangelie te verkondigen.

Beloften
De prediking van Erskine is allereerst proclamatie van de blijde boodschap. Dit houdt niet in dat hij de wet en het oordeel niet heeft gepredikt. De vloek rust op ons mensen. We zijn als ter dood veroordeelden, wier terechtstelling nog op zich laat wachten. Van nature leven wij op de rand van de hel. Deze wetenschap geeft aan zijn verkondiging een diepe ernst. De prediking van de wet is echter geen doel in zichzelf, maar dienstbaar aan het Evangelie. God wil de wetsprediking gebruiken om ons geweten wakker te schudden en ons zo ontvankelijk te maken voor het Evangelie. Dit Evangelie, we mogen ook spreken van de beloften, begeert Ralph Erskine in haar volheid te prediken. Het Evangelie is niet anders dan een boodschap van louter genade. Het is als het suizen van een zachte stilte. Christus en Zijn onnaspeurlijke schatten worden ons hierin nabij gebracht. Tegelijk is dit Evangelie een kracht tot zaligheid. Het is het kanaal waardoor de Heilige Geest in ons hart wil komen. De beloften van het Evangelie komen tot een ieder. Heeft God in de raad des vredes bij de vaststelling van het genadeverbond alleen gedacht aan de uitverkorenen, in de prediking van het Evangelie worden ze ons persoonlijk voorgesteld. De Schrift zelf spreekt ondubbelzinnig. Te denken valt aan teksten als Spreuken 1 vers 22, Spreuken 9 vers 4, Marcus 16 vers 15, Handelingen 2 vers 39, Handelingen 13 vers 26, Romeinen 9 vers 4 en Openbaring 3 vers 18. „Het is toe te schrijven aan een verduisterd verstand en het ongeloof als wij de gewilligheid van Christus verdenken", stelt Erskine. Scherp kan hij zich uitlaten over het feit dat mensen dit doen met een beroep op de uitverkiezing. „Het is een boze en listige verzoeking van de satan, die de mens stoutmoedig en vermetel wil doen inzien in de verborgenheden van de hemel."

Persoonlijk geloof
„Er is geen nood in een mensenleven of er is een belofte voor", onderwijst hij zijn gemeente. „De Bijbel staat er vol van. Er is bij God vergevende genade, maar ook vertroostende genade, versterkende genade, vernieuwende genade, enzovoorts. Voorwaarden worden er van onze kant niet gevraagd. Aan de grote voorwaarde die aan het Evangelie verbonden is, heeft de Heere Jezus door Zijn lijden en sterven voldaan. Nu staat Christus in het Evangelie gereed om elk bezwaar en elke tegenwerping te beantwoorden." Sterk komt in de prediking van Ralph Erskine de noodzaak van persoonlijk geloof naar voren. Het geloof dat de Heilige Geest door het Evangelie in ons werkt, verlicht ons verstand. Ons hart en onze genegenheden worden erdoor omgebogen. Als wij in de nood van ons leven schipbreuk lijden, leren wij de reddingsplank van het Evangelie aan te grijpen. Het geloof is niet anders dan persoonlijk en hartelijk instemmen met het plan van God tot onze verlossing. De gevende hand van God en de ontvangende hand van een zondaar raken elkaar. In de aanbieding van het Evangelie heeft een ieder recht om tóe te gaan tot het beloofde heil, in het geloof heeft men ook het recht van bezit. Men deelt er werkelijk in. Er is geen verdoemenis voor degenen die in Christus Jezus zijn.

Twee soorten
Erskine kent slechts twee soorten mensen: gelovigen en zondaren. Een tussensoort is er niet. Wie niet voor Christus is, is tegen Hem. Wel kan het geloof heel klein zijn. Maar een levend geloof kent groei. Een christen heeft ernaar te staan om steeds weer en steeds meer door het geloof op de beloften van God te leven. Hij betreurt het dat er zo veel ongelovige gelovigen zijn. Heel vaak wordt het geloof niet beoefend. Erskine geeft de raad om bij het lezen van de Bijbel de beloften die men tegenkomt, op te schrijven. In geval van een bepaalde nood kan men dan op de passende belofte pleiten. Christen zijn zonder een geheiligde levenswandel is voor de predikant van Dunfermline ondenkbaar. Als wij geen betere vader, moeder, echtgenoot of knecht worden, stelt ons geloof niets voor. In Christus' volbrachte werk ligt de grond en het recht op de hemel. Maar de christelijke levenswandel is de wijze waarop wij daar komen. Volstrekt onmisbaar is daartoe de persoonlijke geloofsvereniging met Christus. Wij dienen eerst in Hem te zijn, om met Hem te leven. Zoals het lichaam geleid wordt door het hoofd en zoals de rank gevoed wordt door de wijnstok, bezielt en leidt Christus de Zijnen.

Heilzame invloed
Het zal duidelijk zijn dat de prediking van Ralph Erskine een sterk bevindelijk karakter draagt. De gloed van de omgang met God is in zijn verkondiging aanwezig. Evenals Samuel Rutherford weet hij over het leven met God te spreken in een taal die herinnert aan het Hooglied. „De verborgen binnenkamers van de goddelijke tegenwoordigheid zijn de alleraangenaamste vertrekken. Christus kostelijke liefdesschoot is het allerzachtste en liefelijkste bed om op te rusten." Veel van Ralph Erskines preken zijn in druk uitgegeven. In vertaalde vorm vonden zij ook naar ons vaderland hun weg. Ze oefenen vanwege hun nodigende en priesterlijke karakter tot op vandaag hun heilzame invloed uit. Het persoonlijk getuigenis dat Erskine gaf vanaf zijn sterfbed onderstreept hun betekenis: „Ik zal voor eeuwig een schuldenaar zijn aan vrije genade."

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 24 augustus 1994

Terdege | 72 Pagina's

Ralph Erskine

Bekijk de hele uitgave van woensdag 24 augustus 1994

Terdege | 72 Pagina's