Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Jouw vragen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Jouw vragen

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

De term reformatorisch is een heel eigen leven gaan leiden. De afkorting "refo" wordt te pas en -meestal te onpas gebruikt. Wat betekent nu eigenlijk reformatorisch? Er zullen maar weinig mensen zijn die nog denken aan de Reformatie als ze deze uitdrukking horen. Klopt dat wel?

Is reformatorisch hetzelfde als christelijk? Elke christen is toch nog geen refo?

We hadden onlangs een discussie over christelijk en reformatorisch. Als we mensen in degelijke kleren zien lopen, zeggen we vaak: Kijk daar loopt een refo. Nu is onze vraag waar komt dat woord refo/reformatorisch vandaan ? En mag je het ook zo gebruiken? Of moetje zeggen: Daar loopt ook een christen. Maar elke christen is toch niet reformatorisch (geen refo)? Wat is daar dan precies het verschil tussen?

Jan en Jolande

Geven de woorden christelijk en reformatorisch hetzelfde aan of gaat het om iets anders? Hoe zit het? Ik hoef niet uit te leggen dat het woord "reformatorisch" te maken heeft met de reformatie zoals die door Gods genade in de 16e eeuw plaats vond. Luther en Calvijn waren reformatoren.

Zij wilden geen nieuwe leer, geen bijzonder soort christendom uitvinden, maar omdat de kerk zich verwijderd had van de leer der apostelen en van het enige fundament Jezus Christus, wilden zij de kerk weer terugbrengen naar de bijbelse grondbeginselen.

De kerk moest weer voluit christelijk worden, dat is: Kerk van Jezus Christus, waar alleen Hij het voor het zeggen heeft. Zij zagen dus geen verschil tussen reformatorisch en christelijk.

Uitgehold
Maar nu naar onze tijd. In onze tijd is het woord reformatorisch weer in zwang geraakt aan het einde van de jaren zestig en aan het begin van de jaren zeventig. Het woord christelijk was helaas op diverse (niet op alle!) plaatsen binnen het onderwijs een uitgehold begrip geworden.

Men noemde zich christelijk, terwijl in werkelijkheid niet de Bijbel maar de moderne tijd de toon aangaf. Zo ontstond er behoefte aan scholen die weer echt christelijk zouden zijn. Maar hoe moest dat aangeduid worden naar de overheid toe? Voor de mensen op het ministerie van onderwijs en wetenschappen was "christelijk onderwijs" immers een in de wet verankerd begrip.

Je kon toch niet zomaar een christelijke school gaan stichten waar al een christelijke school was?! Hoe moest dan dit bijbelgetrouwe christelijk onderwijs als zelfstandige richting aangeduid worden om wettelijk ruimte te creëren voor de stichting van nieuwe scholen?

Helder
Ik herinner mij dat wijlen ir. Van Dis bij het toetreden van onze basisschool te Soest tot de VGS verslag deed van deze ontwikkelingen. Hij vertelde dat het ondanks de welwillendheid van de toenmalige minister heel moeilijk was om naar de overheid toe voldoende heldere criteria te formuleren die duidelijk genoeg aangaven dat er sprake was van een eigensoortige richting.

In die discussie koos men, om zich te onderscheiden van het moderne christelijk onderwijs, voor de aanduiding reformatorisch. Zoals de reformatie terug wilde naar de Bijbel om echt christelijk te zijn, zo wilde men op plaatsen waar het christelijk onderwijs modernistisch was geworden, terug naar het zuiver bijbelse onderwijs.

Hierna is het woord "reformatorisch" echt in zwang geraakt: We kregen het Reformatorisch Dagblad, de Reformatorisch Maatschappelijk Unie en noem maar op. Door deze naamgeving werd aangegeven dat niet moderne opvattingen, maar de Schrift uitgangspunt en norm was en is.

Eigen klankkleur
Tegelijk heb ik het gevoel dat nu na enkele decennia de aanduiding "reformatorisch" in de "volksmond" weer een eigen klankkleur heeft gekregen of begint te krijgen. Velen gebruiken het woord los van de diepe notie "terug naar het Woord, want alleen zo zijn wij echt christelijk".

Het woord reformatorisch begint meer een soortnaam te worden voor een bepaalde groep. Vandaar dat wij niet zeggen: „Daar loopt een christen", maar: „Daar loopt een refo." Vandaar dat wij ook spreken over reformatorische ontmoetingsavonden en refocafés.

Het woord reformatorisch moet echter geen aanduiding zijn voor sociologische, uiterlijke kenmerken van een bepaalde groep, maar in de geest van de reformatie een streep zetten onder echt christelijk, echt bijbels.

Niet elke christen
Ik begrijp wat jullie bedoelen als jullie schrijven: „Maar elke christen is toch niet reformatorisch (geen refo)?" En zoals jullie het bedoelen, beaam ik dat. Jullie bedoelen immers: Ieder die zich christen noemt, is nog geen christen. Een vrijzinnige die loochent dat Christus uit de doden is opgestaan, kan zichzelf wel een christen noemen, maar naar het getuigenis van de Schrift is hij dat niet.

Maar op die golflengte kunnen en moeten wij het ook omkeren: „ledere refo is nog geen christen." We kunnen de uiterlijke kenmerken hebben van een bepaalde groep, maar christen zijn wij alleen als wij van Christus zijn en leven uit en ons laten leiden door Zijn Woord. Het woord reformatorisch hoort dan niet sociologisch bij een groep, maar bij een Persoon, bij de Persoon van Jezus Christus! Zo hebben de reformatoren het gewild en zo is het.

Als wij dan tegen een ander zeggen dat wij reformatorisch zijn, willen wij aangeven dat Christus onze Koning is en dat alleen Zijn Woord het in ons leven voor het zeggen heeft. Alleen zo zeggen wij met de reformatoren terecht dat wij christen zijn. En wat dat inhoudt hebben onze vaderen geleerd in antwoord op de vraag: „Waarom wordt gij een christen genaamd?" Lees zelf het antwoord maar na in Zondag 12.

Niet evangelisch
Met opzet heb ik in het bovenstaande enigzins buiten beschouwing gelaten dat de aanduiding "reformatorisch" ook gebruikt kan worden (en zo werd het door de loop der eeuwen gebruikt) om de reformatorische christenen te onderscheiden van de "evangelische".

Hoewel dit in de loop der eeuwen het eigenlijke gebruik is van het woord reformatorisch, ben ik er nochtans aan voorbijgegaan, omdat jullie vraag zich meer richt op een eventueel verschil tussen christelijk en reformatorisch. Het onderscheiden tussen reformatorische en evangelische christenen is echter van een ander, van een veel objectiever gehalte.

Het gaat dan niet zozeer om uiterlijke, om zichtbare kenmerken van een groep, maar het bijvoeglijk naamwoord zegt dan meer iets van de leer, van het geloof dat beleden wordt. Het gaat dan om het gereformeerde geloof zoals dat vertolkt is in de gereformeerde belijdenisgeschriften en zo moeten wij het woord maar weer gaan gebruiken.

Dan zeggen wij niet: „Hé, daar gaat een refo", maar dan zeggen wij van een preek: „Dat is nu echt reformatorisch." En dat mogen wij zeggen als de prediking vervuld is van drie sola's: sola scriptura (alleen de Schrift), sola gratia (alleen genade), sola fide (alleen door het geloof).

Ds. R. van Kooten

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 19 oktober 1994

Terdege | 80 Pagina's

Jouw vragen

Bekijk de hele uitgave van woensdag 19 oktober 1994

Terdege | 80 Pagina's