Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Urker Jongerenkoor trok door Canada en Amerika

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Urker Jongerenkoor trok door Canada en Amerika

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een deel van het Jongerenkoor Immanuël heeft een reis door Canada en Amerika gemaakt. Waarbij uiteraard elke dag werd gezongen, soms wel vijf maal. De koorleden droegen allemaal de Urker klederdracht, want volgens dirigent Jan Quintus Zwart trek je in klederdracht zalen met mensen. Dagboek van een koorlid.

Op de avond nadat we in de VS zijn aangekomen hebben we voor het eerst gezongen in Sarnya. Het was echt geweldig. We hebben onze keel zo'n beetje schor gezongen. Zoveel versjes, dat doen we anders nooit; meestal zingen we er een stuk of acht. Engels, Nederlands, Duits van alles door elkaar, zo'n anderhalfuur lang.

De volgende dag is het in Grand Rapids Hollanddag. Dat is speciaal voor de Hollanders die in Amerika wonen. De Dutch International Society (DIS) is een instantie die deze dingen regelt. De DIS heeft ook onze reis geregeld. Op deze dag worden speciale Nederlandse produkten verkocht. Vis, kaas, tompoezen, zoute haring e.d.

Wij zingen ook op de Hollanddag. De mensen mogen in de pauze een praatje met ons maken. Allemaal Hollanders moeten opeens weer Nederlands spreken. Ze doen het met "wrollende erren".

Bejaarden
Zondag zijn we met ons gastgezin naar de kerk geweest. Zowel de dienst als de kerk is heel anders dan in Nederland. Toen we de kerk in kwamen viel het meteen op hoe netjes de mensen allemaal in zondagse kleren liepen. Alle mannen/jongens in tweedelig pak, de vrouwen in prachtige feestkleding, zonder hoedje overigens.

De mensen gingen niet meteen zitten maar gaven elkaar eerst een hand en maakten een praatje met elkaar. We werden aan verscheiden mensen voorgesteld; onze gastvrouw was zichtbaar trots dat ze twee Nederlandse "meisjes" bij zich had. En allemaal waren ze "glad to meet you."

De volgende dag staat ons een druk programma te wachten. Eerst in Hollandhome, een Nederlands bejaardencentrum. De oudjes zijn zo blij met al die Nederlandse versjes. Ze mogen meezingen als ze het nog kennen van vroeger, wat sommigen ook -nogal emotioneel- doen.

Het is voor de meesten al een jaar of vijftig geleden dat ze uit Nederland wegtrokken naar Amerika. Het valt me op dat ze de versjes nog aardig mee kunnen zingen. En als de dirigent vraagt welk versje ze zelf kiezen, zeggen ze Psalm 42 en 68. Natuurlijk als laatste het Wilhelmus, dat bijna iedereen schijnt te kennen.

Openluchtconcert
Daarna gaan we naar een winkelcentrum. Zingen in de open lucht. Allemaal tafeltjes met bankjes eromheen. Velen komen luisteren en eten tegelijk. We zingen hier namelijk om een uur of 12. We hebben een uurtje om wat te eten en wat rond te kijken. Dan worden we met drie busjes weer naar een bejaardencentrum gebracht.

We zijn intussen aardig moe geworden en als onze soliste Klaasje Frankema oude Nederlandse liedjes zingt (Op de grote stille heide e.d.) ploffen de koorleden een voor een op de grond. We stonden op een klein podium op traptreden, dus dat zit wel goed.

De dirigent kijkt dol, en schudt af en toe zijn hoofd als weer iemand zich laat zakken. Maar hij kan er niets van zeggen; hij zit zelf ook.

Daarna weer naar een winkelcentrum. Allemaal heel groot en overdekt. Het geluid is er prachtig, maar de belangstelling matig. De meesten luisteren niet eens en lopen zo door. 's Avonds hebben we ons vijfde optreden vandaag. We zijn flink moe. De een na de ander staat te gapen.

Uit eten
We hebben vandaag vier keer gezongen. Eerst twee keer bij de ochtendwijding in de High Schools. Bij de eerste school keken de leerlingen heel verveeld naar ons; blijkbaar vonden ze er niet veel aan. Maar bij de tweede school was dat anders. Enthousiaster. Maar goed, we kunnen het niet iedereen naar de zin maken.

Daarna zijn we met ons gastgezin naar het strand gegaan in Holland Michigan. Om vijf uur gaan we uit eten met ons gastgezin in een restaurant. Als we het restaurant binnen komen, moeten we eerst onze namen in een boek zetten. Dit is nodig omdat alle tafeltjes vol zijn. We moeten nu gaan zitten wachten, op leren banken die daarvoor zijn neergezet.

Op een gegeven moment worden we geroepen; we zijn aan de beurt. Er wordt ons een tafel aangewezen en meteen worden er vier glazen water inclusief ijsklontjes voor ons neergezet, terwijl gevraagd wordt wat we willen drinken. Jane, onze gastvrouw, neemt koffie en aldoor komt er iemand vragen of ze nog meer wil.

Dat is hier de gewoonte, je hoeft alleen het eerste kopje te betalen, de rest -geeft niet hoeveel- kost niks. Jane vertelt dat hier vaak oudere mannen bij elkaar komen en dan een uur of vier met elkaar zitten te kletsen; ze kunnen de hele tijd zelf koffie inschenken en alleen het eerste kopje kost geld.

Urker volkslied
Vandaag zijn we naar Canada vertrokken. Nog één gastgezin (voor drie nachten). Gelukkig. Dat zal ons zesde gastgezin worden. En dat is werkelijk verschrikkelijk. Dat wachten tot de namen omgeroepen worden, afwachten bij wat voor soort mensen (schoon of vuil, Engelstalig of Nederlands sprekend) je terecht komt. Dat zijn echt stress-situaties.

Een uur van tevoren zitten we al in de zenuwen (een uitzondering daargelaten). Elkaar opdraaiend „als het niet goed is gaan we direct naar een hotel, of we bellen een taxi." Toch is dat nog nooit voorgekomen. Onderweg trakteren Rika, Lidi en Sjoukje ons op koffie en koek bij McDonalds omdat ze jarig geweest zijn.

's Avonds zien we veel Urker emigranten terug die jaren geleden naar Canada zijn vertrokken. We zingen in Woodstok en daar wonen ze dichtbij. Speciaal voor hen zingen we het Urker volkslied. Dat valt geweldig in de smaak. Wie had dat ooit gedacht, in Canada het Urker volkslied.

Toppunt
We zijn ook naar de Niagara watervallen geweest. Geweldig! Toen we met de bus aankwamen rijden en de Falls zagen, steeg er meteen een algemeen „Oooh!" op.

We zagen het zo'n beetje als het toppunt van onze reis. Het water stortte met geweld naar beneden, het geluid ervan viel me trouwens tegen. Ik had gedacht een donderend geraas te horen, maar niet alzo.

's Avonds hebben we in een bejaardentehuis gegeten en tevens gezongen. Twee koorleden waren uitgevallen, daarom staken we nu Annie en Ria in het Urker. Zij reizen met ons mee. We besluiten om ze ook mee te laten zingen, overigens zonder medeweten van de dirigent.

Zijn gezicht is dan ook een foto waard als hij hen in het koor ontdekt tijdens het dirigeren. Grote verbazing en dan lachen. Annie heeft al grijs haar en dat staat wel raar als je voorgeeft een jongerenkoor te zijn. Toch krijgen we veel complimenten.

Klederdracht
Dan breekt ons laatste concert aan. We hebben nu al zo'n 25 keer het verhaal van JQ gehoord over onze klederdracht, dat hij aan het publiek vertelt. Eén van z'n favoriete verhaaltjes gaat over onze hullen (soort mutsjes).

Vroeger was het zo dat de getrouwde vrouwen zwarte dasjes op het witte van de achterkant van de kapjes droegen; bij de ongetrouwde meisjes bleef dat wit. Tegenwoordig dragen ze liever allemaal zwarte dasjes omdat dit wat netter staat. Op ons koor zijn er ongeveer vijf die het nog wit dragen, hoewel er zo'n vijftien ongetrouwd zijn.

Dit verhaaltje (over het verschil tussen ongetrouwd en getrouwd) wekt altijd hilariteit bij de mensen, maar wij besluiten het nu anders te doen. Alle zwarte dasjes doen we af. Uiteraard zonder dat de dirigent dit weet. We moeten oppassen dat hij het niet ziet en we zijn zowaar allemaal zenuwachtig. Met moeite kunnen we ons lachen inhouden.

JQ heeft nergens erg in en als hij -eindelijk- zijn favoriete verhaaltje begint, draaien we ons allemaal tegelijk om. Op dat moment kijkt JQ achterom en kijkt verbaasd dat we ons allemaal omgedraaid hebben. En dan gaat hem een lichtje op.

„O no, they made a joke!" en dan moet hij proberen om dit grapje in het Engels aan de mensen uit te leggen. Het valt goed. Al met al, het was een geweldige reis. We hebben het heel gezellig gehad, maar altijd was er op de achtergrond het gevoel van heimwee. En dat is toch jammer...

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 30 november 1994

Terdege | 80 Pagina's

Urker Jongerenkoor trok door Canada en Amerika

Bekijk de hele uitgave van woensdag 30 november 1994

Terdege | 80 Pagina's