Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Liederen voor en door Oranjes

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Liederen voor en door Oranjes

Prinses Juliana toonde al jong dichterlijk talent

10 minuten leestijd

Nederland zingt graag. Nederland zingt ook graag over zijn vorstenhuis. Er gaat geen Koninginnedag voorbij of Hare Majesteit wordt toegejubeld. Eigenlijk sinds Oranjes ons land regeren zijn er liederen voor hen gemaakt. Geboorte, huwelijk, troonsbestijging: Allemaal bronnen voor dichterlijke inspiratie. Oranjes zelf maakten ook wel eens verzen. Met name prinses Juliana heeft nogal wat op haar naam staan. De geschiedenis van het Oranjelied is al 450 jaar oud. En nu geboekstaafd.

Kinderen beschikken soms al jong over dichterlijke gaven. De kleine prinses Juliana mijmerde: „Hooge boomen/ staan te droomen/ En het blad is stil./ Zoete geuren,/ mooie kleuren,/ zonder 't minst getril/ komen mij tegen/ als milde regen/ allerwegen./ Hooge boomen/ staan te droomen/ En het blad is stil."

In maart 1919, ze is dan bijna 10 jaar, dicht ze het dromerige versje, dat als titel "Mooi weer" meekrijgt. Haar zanglerares heeft het op muziek gezet. Al eerder deed ze zoiets, met het vrolijke "Dansende haasjes". Juliaantje schreef dat toen ze 8 was. „Nu gaan wij vrolijk dansen,/ wij dansen poot aan poot ja ja,/ Wij zijn de haasjes uit de bossen,/ de kleine haasjes uit de bossen,/ En snoepen 'n hazelnoot." Je valt er niet direct van achterover, maar voor een kind van 8 is het wel opmerkelijk.

In het pas verschenen boek "450 jaar Oranjeliederen" worden deze poëtische voortbrengselen van de Prinses besproken. De meeste aandacht is echter niet voor de liederen van Oranjes, maar voor de verzen voor en over hen. Die zijn namelijk verreweg in de meerderheid. Niet elk lid van de doorluchte familie bezat de kwaliteiten van prinses Juliana.

Prijsvraag
Het bekendste Oranjelied is natuurlijk het Wilhelmus. Al wil dat niet zeggen dat de tekst door iedereen vlotweg uit het hoofd geciteerd kan worden. Zelfs de coupletten 1 en 6 gaan menigeen moeizaam af. Mede op aandringen van ds. G.H. Kersten, destijds TweedeKamerlid voor de SGP, werd het Wilhelmus bij koninklijk besluit van 5 oktober 1932 tot het officiële Nederlandse volkslied verheven.

Het prinsenslied had een felle concurrentieslag moeten leveren met "Wien Neêrlandsch bloed in d' aad'ren vloeit" van de uit de zuidelijke Nederlanden afkomstige en in Rotterdam wonende volksdichter en verfhandelaar Tollens, en met "Wij leven vrij, wij leven blij" van ene mr. Brand, gedicht naar aanleiding van een prijsvraag voor het maken van een volkslied.

Die prijsvraag was uitgeschreven op verzoek van soeverein vorst Willem I in 1814. Wellicht speelde in zijn overweging mee dat het Wilhelmus tot ver in de 19e eeuw ook in Duitsland populair was. Tollens' lied won het in ons land; de melodie werd gecomponeerd door een zekere Wilms. Zij ontvingen 300 gulden als beloning.

Ter gelegenheid van de tachtigste geboortedag van de dichter, in 1860, werd in Rotterdam een standbeeld van hem onthuld door koning Willem II. Het huidige volkslied was vooral geliefd bij rechtgeaarde protestanten. Bij de inhuldiging van koningin Wilhelmina in 1898 werd op haar uitdrukkelijk verzoek het Wilhelmus aangeheven. Dat het lied in 1932 eindelijk de officiële status kreeg, zal haar dan ook zeker deugd gedaan hebben.

Wie is de dichter?
Waarschijnlijk kent niet één Nederlander alle vijftien strofen van het Wilhelmus van buiten. Na Griekenland hebben wij het langste volkslied van Europa. De Griekse "Hymne aan de vrijheid" telt niet minder dan 158 coupletten, maar ook hiervan worden er maar twee gezongen op nationale feest- en herdenkingsdagen.

Dat het "Duytschen bloet" uit de tweede regel geen Duits maar puur Diets (= Nederlands) bloed is, mag bekend worden verondersteld. Het bloed rijmt overigens niet met „tot in den dood" uit regel vier. De dichter van het lied gebruikt bij "doet" waarschijnlijk de spreektaal, waarin men doot als doet uitsprak. In verschillende Brabantse en Limburgse dialecten gebeurt dat nu nog.

Wie die dichter is, staat voor velen vast: Marnix van St. Aldegonde, voluit Philps van Marnix, jonkheer van Sint-Aldegonde geheten. Ook Dirk Volkertszoon Coornhert wordt wel genoemd. De concertzanger Pieter Vis uit Houten heeft hier zo z'n twijfels bij. Vis heeft het boek over 450 jaar Oranjeliederen samengesteld en gaat daarin uiteraard ook uitvoerig in op het volkslied.

Zijn twijfel is gebaseerd op de volgende feiten. 1. Marnix en Coornhert hebben dit Geuzenlied nooit zelf aangegeven in hun werklijsten. 2. Het Wilhelmus komt niet in hun liederenen gedichtenbundels voor. 3. Beiden zijn gerenommeerde dichters; zij zouden voor veel meer afwisseling in de verschillende rijmvormen hebben gezorgd. De zanger vraagt zich af of Willem van Oranje niet zelf het lied zou kunnen hebben geschreven.

Koninklijk Besluit
Prinses Juliana schreef graag. Niet alleen versjes, ook briefjes aan vriendinnetjes en dergelijke. Eens vroeg moeder Wilhelmina vooraf inzage. Juliana overhandigde het briefje en de Koningin verzocht om enkele  wijzigingen. Dochter gehoorzaamde en liet de brief weer aan moeder zien, waarna het schrijven goedkeuring kon wegdragen. Snel krabbelde het Prinsesje onder het epistel: „Goedgekeurd bij Koninklijk Besluit!"

Toen de Prinses in Leiden studeerde, deed ze mee aan de opdracht een jaarlied te schrijven. De liederen, niet ondertekend, werden ingeleverd bij een jury, die het beste uitkoos. Dat bleek het lied van de Prinses te zijn.

Toen ze het enthousiast aan haar moeder vertelde, reageerde die nogal nuchter: „Kalm nu maar, ze hebben het alleen gedaan omdat je een prinses bent!" Juliana maakte koningin Wilhelmina echter duidelijk dat het vers anoniem was beoordeeld. Nu was moeder zo trots, dat ze het jaarlied volledig in haar autobiografie "Eenzaam maar niet alleen" opnam.

Tijdens haar studententijd vertaalde prinses Juliana een geestelijk lied uit het Noors. "De zon schijnt in mijn ziel vandaag,/ Het donker is gezwicht,/ En aard' en hemel lacht mij toe,/Want Jezus is mijn licht." Het refrein luidt: "Er is zonneschijn, zomerzonneschijn,/ alle uren van de dag zijn blij./ Zie ik in Jezus' aangezicht,/ Is er hemelgloed in mij." Dit lied werd gezongen tijdens de de uitvaartdienst van prinses Wilhelmina, op haar eigen verzoek.

Vloedgolf aan rijm
Juliana's kwaliteiten waren aangetoond. Dat kon niet altijd gezegd worden van de kunstenaars, dichters en amateurrijmelaars die samen een ware vloedgolf aan verzen veroorzaakten bij de geboorte van de Prinses. Voor volgende Oranjebaby's zijn nooit meer zoveel verzen gemaakt.

Niet minder dan duizend dichterlijke geesten putten inspiratie uit verloving en huwelijk van prinses Juliana en prins Bernhard. Een jaar later werd een prinsesje geboren: Beatrix. Voor haar werden aanzienlijk minder gelukwensen gecomponeerd. Ook Beatrix' zusjes moesten het met 'maar' pakweg honderd geboorteliederen doen.

Maar het waren er in elk geval meer dan voor grootmoeder Wilhelmina destijds: Voor haar werd slechts één lied gedicht. Maar zij werd bij haar vijfde verjaardag bedacht met een prinsesjeswals. En haar inhuldiging was aanleiding voor een stortvloed van verzen en liederen van allerlei gehalte. Het feit dat geen enkele hiervan nu nog bekend is, zegt waarschijnlijk genoeg over de kwaliteit.

Het vooral in Den Haag verschijnende blad "Avondpost" leverde ongezouten kritiek op de inhoud van vele verzen. „Datgene wat een lied in den mond des volks doet voortleven, de diepe zin, door allen gevoeld, de bezieling, spontaniteit, de bruisende geestdrift, ontbreekt in deze liederen." Het gevolg was echter dat de redactie nog meer kreeg toegestuurd. Ieder hoopte natuurlijk dat zijn dichtwerk wel goed genoeg bevonden zou worden.

Geen volzinnen
Begin jaren zeventig ging het vaderlandse lied een nieuw tijdperk in. Populaire zangers vervaardigden vlotte liedjes die in niets doen denken aan de plechtstatige verzen van weleer. Alleen de inhoud is gelijk: Liefde voor het Oranjehuis, zij het duidelijk anders verwoord dan vroeger. Gewoon rechttoerechtaan, geen fraaie volzinnen. Eigenlijk begon deze trend al iets eerder. In 1967 zou bijna "Willemien" hebben geklonken, maar de bekendmakingen over de Lockheed-affaire deden de kunstenaars ervan afzien het uit te voeren.

Gedeelten uit "Willemien' van Michel van der Plas: "Ik heb haar nog gezien,/ hier in mijn hoofd staan foto's:/ De ouwe Willemien,/ in hoge zwarte auto's./ De ouwe Koningin/ van 't stille Nederlandje,/ met haar kordate kin/ en het verstarde handje:/ dat wuifde wat het kon/ (...) in golven van hoezee/ en zelfs de socialen/ juichten al zachtjes mee/ in 's lands vergaderzalen."

"Ik heb haar nog gehoord,/ uit Londen waar ze waakte,/ soms, met een kwaad hoog woord/ waardoor de ether kraakte./ Wat deed het er nog toe/ hoe zij zich uit wou dossen,/ met zijen kantgedoe/ en veel te grote vossen." "Willemien, Willemien,/ zoals jij gaat verdwijnen./ Willemien, Willemien,/ een grote in het kleine./ Ik zal jou altijd zien,/ zoals jij in donkere kleuren/ waardig weggaat door die deuren:/ met een stap van nou niet treuren,/ 't is mijn tijd, het moet gebeuren./ Willemien..."

De laatste regels slaan duidelijk op de gebeurtenis op 4 september 1948 toen Wilhelmina op het balkon de nieuwe Koningin aan het volk voorstelde.

Marsmuziek
In datzelfde jaar 1967 bleek de geboorte van Willem-Alexander geen reden om feestliederen te maken. Een traditie leek te verdwijnen. Maar nee: Nadat koningin Juhana aankondigde op 30 april 1980 te zullen aftreden, verscheen binnen tien dagen "Juliana bedankt!", geschreven door M.J. Smit en gezongen door de Amsterdamse tenor Willy Alberti op muziek van Eddy Ouwens.

"Juliana bedankt voor meer dan dertig jaren,/ Voor de tijd die u gaf voor 't volk van Nederland./ Al kreeg u zilveren haren,/ uw hart bleef van goud,/ omringd door diamant."

Voor het gouden huwelijk van prins en prinses, in 1987, werd slechts één lied gecomponeerd. Naar dit soort liederen heeft de al eerder genoemd dr. Pieter Vis heel veel speurwerk verricht. Het resultaat daarvan, het boek "450 jaar Oranjeliederen", bevat dan ook een schat aan informatie over verzen voor en door Oranjes, en de muzikale belangstelling van deze familie.

Zo blijkt Willem-Alexander een echte liefhebber te zijn van militaire marsmuziek, evenals zijn overgrootmoeder Wilhelmina en betovergrootvader koning Willem III. Prins Claus heeft „vroeger" een poosje viool gespeeld, „maar het werd een ramp", verklaarde de Prins.

Boek en cd
Het boek geeft tekst en uitleg van heel veel (Oranje)verzen, bekende en onbekende, vanaf 1544 tot en met cabaretliedjes toe. De uitleg mondt nogal eens uit in een compleet stuk geschiedenis, al dan niet ter zake doend. De tekst staat soms geheel los van de liederen, zoals bepaalde anekdotes.

Jammer is dat het boek een wat rommelige opzet heeft. Zo hoopt de schrijver op blz. 22 „te hebben aangetoond dat de gronden waarop Coornhert geschrapt is op de lijst der kandidaten voor het auteurschap (nl. van het Wilhelmus, ALdB) voldoende zijn." Pas enkele bladzijden verder, onder het kopje "Den Coninck van Hispaengien heb ik altyt gheëert", worden deze gronden genoemd.

Het boek is echter, denk ik, niet bedoeld om als een lopend verhaal in één adem uit te lezen. Als "bladerboek" is het wel heel geschikt. Af en toe even stoppen bij een fotootje, een lied, een aansprekend kopje: Hé, waar gaat dit over?

Wel is nu extra lastig dat er geen inhoudsopgave of tekstregister is opgenomen. Zo meende ik ergens een opmerking te hebben gezien over het bekende "Neerland en Oranje" (op de melodie van "Land of hope and glory"), maar die kan ik niet terugvinden. Eindelijk ontdek ik het bij een verslag van Koninginnedag '94: „... bij vele Oranjezangers een geliefd koorwerk."

Om de teksten nog meer te laten spreken is er een cd opgenomen met meest onbekende Oranjeliederen. Pieter Vis en anderen zingen ze. De door de jonge Juliana gedichte versjes, het studentenlied en "De zon schijnt in mijn ziel vandaag" staan er ook op, evenals "Juliana bedankt!" Verder zijn de stemmen van de koninginnen Wilhelmina, Juliana en Beatrix te horen (de eerste bij haar abdicatie, de anderen bij inhuldiging).

                             ------------------------------

Bestel met korting

Het boek "450 jaar Oranjeliederen" en de bijbehorende cd (72 min.) kosten normaal samen ƒ 96,50. Terdegelezers kunnen deze uitgave bestellen met een korting van 25 procent, voor ƒ 72,50; inclusief de verzendkosten. Te bestellen door overmaking van het bedrag op giro 2497713 van Ibero publikaties, Houten, met vermelding van "Terdege, boek en cd". Boek en cd zijn niet afzondelijk verkrijgbaar.i< />

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 14 december 1994

Terdege | 96 Pagina's

Liederen voor en door Oranjes

Bekijk de hele uitgave van woensdag 14 december 1994

Terdege | 96 Pagina's