Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Rechercheur in Dordrecht

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Rechercheur in Dordrecht

15 minuten leestijd Arcering uitzetten

Terwijl de onderwereld steeds nadrukkelijker boven het maaiveld uit komt, wordt de recherche belaagd vanwege onoorbare opsporingspraktijken. Voor de gemiddelde Nederlander is het niet meer te volgen. Die wenst een deugdelijke bescherming van goed en bloed. De realisering daarvan is minder simpel. Terdege achtervolgde een maandlang rechercheur Nico Groenendijk.

De kamer van het Dordtse rechercheteam oogt als een doorsnee kantoorvertrek. Vijftien bureaus, keurig in het gelid, met daarop computerterminals. Het vertrek is nagenoeg leeg. De meeste leden van het team zijn elders, in verband met onderzoek naar een moordzaak en import van vuurwapens.

Nico Groenendijk is naar het bureau gekomen met de gedachte de aanhouding van een vrouwelijke drugsverslaafde voor te bereiden. Ze wordt verdacht van insluiping in bejaardencentra in de regio's Dordt en Delft. Tijdens de gezamenlijke werkbespreking, in recherchejargon "het ochtendgebed", wordt duidelijk dat de rechercheur zijn planning wel vergeten kan.

Door de politieregio's Zuid-Holland Zuid en Rijnmond is de achterliggende nacht, in samenwerking met het Korps Landelijke Politiediensten, op de Al6 een actie gehouden tegen drugsrunners.

Drugsrunners
De relatief lage prijs van harddrugs op de Nederlandse markt heeft een levendig verkeer van Franse junks op gang gebracht, die het kostbare goedje in Rotterdam ophalen. Ze worden gegidst door runners, die op de snelweg contact leggen door met de onderarm langs de neus te wrijven: het beruchte "sniff'-gebaar.

Bij de bestrijding van deze praktijk maakt de politie gebruik van een wagen met Frans nummerbord. De inzittenden gedragen zich als potentiële klant. Runners die in de val tuinen, worden verderop van de weg gehaald. De nachtelijke actie heeft zeven arrestaties opgeleverd. Twee runners zijn in Dordrecht ondergebracht, drie in Papendrecht.

Daarnaast zijn twee Fransen gearresteerd die, toen ze een politiewagen zagen naderen, een zakje met vier gram cocaïne uit hun auto naar buiten wierpen. Ze worden via een tolk ondervraagd door de Gorinchemse rechercheur Joop Koek, die voor een dag aan Dordt is uitgeleend.

Inverzekeringstelling
Groenendijk verzorgt de administratieve rompslomp eromheen. De verklaring van het duo zal met het proces-verbaal via het parket in Dordrecht naar de Franse justitie worden gestuurd. Die handelt sinds kort dergelijke zaken zelf af. „Een hele vooruitgang", vindt de rechercheur. „Je maakt de papieren in orde en dan is het: Aju paraplu!" 

Voor de drugsrunners moet een inverzekeringstelling worden geregeld, omdat ze anders met zes uur alweer op straat staan. In Dordrecht kan deze handeling worden verricht door Harry Wouters, hoofd van het rechercheteam. De hoofdinspecteur is door zijn rang bevoegd om op te treden als hulpofficier van justitie.

Vooraf roept Groenendijk uit de computer de informatie op die is ingevoerd door de collega's die de aanhouding hebben verricht. Dan haalt hij nummer één uit de cel: Een Franse knaap uit Rotterdam, die meermalen in aanraking is geweest met justitie en al eens een paar maanden heeft vastgezeten. Op kousevoeten komt hij binnen. Z'n gelaat verraadt een slapeloze nacht.

Op de mededeling van Wouters dat hij is aangehouden  vanwege overtreding van de opiumwet, veinst hij opperste verbazing. „We kwamen van de hoeren in Antwerpen en reden gewoon naar huis. Toen scheen ineens iemand achter ons met groot licht. We dachten: Misschien is er wat aan de hand, weet je wel."

De recherchechef hoort het relaas aan, vertrouwt het gelijktijdig aan de computer toe en belooft contact op te nemen met een advocaat en de reclassering. Het nummer van een advocaat lepelt de arrestant uit zijn hoofd op. Alleen bij de volgorde van de laatste cijfers heeft hij enige twijfel.

Aardig ventje
Ook z'n Marokkaanse metgezel is enkel voor de vrouwen naar Antwerpen geweest. „'t Is een aardig verhaal", concludeert Wouters. „Je maat vertelde exact hetzelfde. Maar ik ben toch zo vrij om het niet te geloven en je in verzekering te stellen."

Nadat hij de verklaring heeft uitgereikt aan beide arrestanten, belt de politieman meteen de advocaat. Het eerste nummer dat de Fransman hem heeft gegeven, lijkt onjuist. „O, ben jij Sara. Nou, ik ben een meneer van de politie. Ik denk dat ik een fout nummer heb gedraaid. Dag Sara." De tweede keer is het raak.

De advocaat reageert herkennend als hij de naam van de Fransman hoort en belooft in de vooravond een bezoek te zullen brengen aan zijn chënt. „Hij vindt het een aardig ventje", meldt Wouters met cynische ondertoon als de hoorn weer op het toestel ligt. Nico Groenendijk heeft inmiddels contact gehad met collega's in Papendrecht. Ook het drietal dat daar vast zit moet in verzekering gesteld en vandaag nog verhoord.

„'t Is weer een gekkenhuis", stelt hij vast en kruipt achter z'n terminal, om het bedrijfs-processensysteem na te trekken. Daarin is alle informatie van de politie in regio Zuid-Holland Zuid opgeslagen. Na enkele seconden verschijnt de naam van de Fransman op het beeldscherm. Hij is in Dordt eerder geverbaliseerd wegens autodiefstal.

Verhoor
In de voormiddag neemt de ruigharige Joop Koek in een kaal vertrek de drugsrunners het verhoor af. Groenendijk tikt hun verweer meteen in. Het levert niets nieuws op. De Franse knaap houdt vol dat de pseudo-verslaafden om cocaïne hebben gevraagd en dat hij nee heeft gezegd. Van het "sniff'-gebaar dat hij gemaakt zou hebben, weet hij niks af.

„Dus die politiemensen staan glashard te liegen?", valt de Gorinchemse rechercheur fel uit. „Dat heb je nou al zes keer gevraagd", is het laconieke commentaar van z'n donkere arrestant. „Natuurlijk liegen ze. Ik zweer het. Die agenten moeten dat maar voor de rechtbank komen zeggen."

Nadat hij zijn verklaring heeft gelezen en ondertekend, wordt de drugsrunner teruggebracht naar z'n cel. Ook de Marokkaan blijkt een oude bekende van de politie, in verband met diefstal en overtreding van de opiumwet. Hij schrikt zichtbaar als hij hoort dat de inzittenden van de Franse wagen in werkelijkheid agenten waren.

Maar net als z'n makker houdt hij vol dat hun verklaring niets dan leugentaal bevat. „Dit is mijn verhaal en daar blijf ik bij. Wanneer krijg ik m'n advocaat te spreken?"

Bespreekbaar
Het is half drie als de twee rechercheurs naar Papendrecht vertrekken, om de drugsrunners die daar worden vastgehouden, te verhoren. Ook die zijn van buitenlandse origine, heeft Groenendijk gezien. „Zoals gebruikelijk in dit circuit. Vijfjaar terug mocht je dat niet hardop zeggen, maar nu begint het bespreekbaar te worden."

Tussen de bedrijven door heeft hij de voorgeleiding van de vijf heren geregeld. Morgen worden ze verwacht bij de officier van justitie, die hen meteen een dagvaarding zal meegeven.

Voor de rechercheurs is het een hele toer om vandaag nog van elke zaak een foutloos dossier in orde te hebben, met inhoudsopgave, het hoofd proces-verbaal, het proces-verbaal van aanhouding, het verslag van de agenten die als pseudo-verslaafden dienst deden, het verhoor door de hulpofficier van justitie met de verklaring van inverzekeringstelling, een verklaring van de advocaat en het proces-verbaal van verhoor.

„Dat wordt weer laat vanavond", voorziet Groenendijk. De komende drie dagen heeft hij vrij. „Maar misschien dat ik zaterdag nog even terugkom, om de aanhouding van die vrouw voor te bereiden. Daar is niks meer van gekomen."

Naast zijn telefoon ligt een notitie van een collega. „Nico, wil jij in het weekend het volgende nummer bellen. Iemand die zegt jou te kennen." Voor de reorganisatie bij de politie kwamen nagenoeg alle misdrijven, met uitzondering van verkeersdelicten, bij de recherche terecht. Daarin is verandering gekomen. De positie van de wijkagent is opgewaardeerd.

De gebiedsgebonden politiefunctionaris (gpf er), zoals hij tegenwoordig heet, is verantwoordelijk voor alles wat in zijn wijk op hem afkomt. De recherche heeft een ondersteunende taak gekregen. Het onderscheid tussen rechercheur en straatdiender is daardoor minder scherp geworden.

Rechercheteam
Elk district binnen een politieregio heeft z'n eigen rechercheteam. Daarboven staat een regionaal bureau bovenlokale criminaliteit, een tussenschakel tussen de teams in de districten en de interregionale rechercheteams. Daarnaast kan zo nodig met politiemensen uit verschillende districten een recherchebijstandsteam worden gevormd.

Het grote voordeel van de reorganisatie is voor hoofdinspecteur Wouters de grensvervaging tussen districten en regio's. „Vroeger moest ik zelfs als ik wilde samenwerken met m'n collega van Papendrecht een aantal formele stappen zetten. Nu kan ik in drie minuten afspraken maken. Die efficiëntie is broodnodig, zeker nu de misdaad steeds meer intellect toont.

Dan heb ik het nog niet over de financiële grenzen waar wij elke keer tegenaan botsen. En de ambtenarij. Als criminelen een auto nodig hebben, staat-ie er morgen. Ik moet aardig wat tijd investeren om er volgende week een in huis te hebben."

Bevoegdheden
De afdeling is nog vrijwel leeg als Nico Groenendijk maandagmorgen vroeg met een thermoskan koffie achter z'n bureau kruipt. In z'n vrije dagen is hij verschillende keren langs de woning van de verslaafde dame gereden, om te zien of ze nog thuis was. „Ik woon er vlakbij, dus je fietst er zo effe langs."

Zondagmiddag heeft hij op het bureau aan de Nassauweg de papieren voor de aanhouding in orde gemaakt. „Ik was toch net effe in de buurt." Nu moet hij alleen nog een concept-verklaring gereedmaken waarin de verdachte instemt met een onderzoek in haar woning.

„Zo'n vrouw loopt ongevraagd overal binnen, maar wij hebben ons te houden aan onze wettelijke bevoegdheden. Als ze weigert deze verklaring te tekenen, moet je een heel circus opzetten om toch in die woning te kunnen kijken. Anders is alles wat je binnenhaalt onrechtmatig verkregen bewijs. Dan denk je inderdaad wel eens: Waar zijn we mee bezig? Je vingers jeuken soms om toch even die kast of die schuur te openen."

Herkenningssysteem
Tegen achten komen Bas Muilwijk, Gerrit Gouweloos en Ad de Vos binnen: Drie gpf'ers die bij het onderzoek betrokken zijn, omdat de vrouw ook in hun district actiefis. De zaak kwam aan het rollen toen bij het natrekken van het bedrijfsprocessensysteem en het landelijke herkenningssysteem een treffende overeenkomst bleek tussen tientallen insluipingen.

In het laatste systeem is niet alleen informatie opgeslagen over personen, maar ook over de toegepaste werkwijze bij delicten. De insluipster heeft een opvallende voorkeur voor bejaardenhuizen, waar ze zich als familielid of verzorgster presenteert. In het Dordtse verzorgingshuis "De Wielborgh" heeft ze zo twaalf bewoners van hun portemonnee afgeholpen.

Nico en Ad houden zich op de achtergrond als Bas en Gerrit de verdachte uit bed bellen. Met een slaperig hoofd verschijnt ze in de deuropening. Een kort broekje en verkreukeld shirt flodderen om het broodmagere lichaam. Verbouwereerd laat ze beide mannen binnen. Na vijf minuten wenkt Bas dat ook de collega's kunnen komen.

„Ze ontkent niet echt", fluistert hij, „en we hebben toestemming om de  woning te doorzoeken." Het aanrecht in de open keuken staat vol etensresten. De slaapkamer verraadt de drugsgebruiker. Naast de matras op de grond ligt geschroeid zilverpapier, een scheermesje voor het versnijden van cocaïne en een zakje marihuana met een pijpje erbij.

„'t Is in ieder geval geen spuiter", stelt Groenendijk vast. „En voor een junkpandje ziet het er allemaal nog redelijk uit."

Amicaal
Terwijl hij met Bas de woning doorzoekt, wachten de twee andere politiemannen tot de verdachte gereed is voor vertrek. „Nog effe d'r uit", sommeert ze, als Gerrit een steelse blik om de hoek van de deur werpt. „Ik ben zo klaar."

Als ze eindelijk gereed is, probeert Nico op luchtige toon de spanning wat te breken. „Da's even schrikken Roos, zo op de vroege morgen." De opmerking valt niet in goede aarde. „Wat doet u amicaal, met dat ge-Roos. Of we elkaar al jaren kennen." „Nou, dat gevoel hebben we ook", antwoordt Gerrit met een stalen gezicht.

Nadat het drietal is vertrokken, zetten de achterblijvers hun inspectie voort. In kasten, onder tafelpoten, tussen de kussens van de bank... Op tafel ligt een schrift met een ontboezeming voor een gepikeerde vriend. En een brief van een broer, die al een maand achter de tralies zit.

„Mevrouw in beter dagen", mijmert Groenendijk hardop, terwijl hij een mapje met foto's bekijkt. „Toen zat er heel wat meer vlees aan. Tussen '84 en '93 is ze niet met justitie in aanraking geweest. Daarna is ze weer aan het glijden gegaan."

De oogst van de huiszoeking gaat in een vuilniszak. Wat sieraden, veel dameshorloges, een diskette, een pieper, een verbruiksportie cocaïne en het roze jasje dat steeds terugkeerde in het signalement dat gedupeerden gaven.

Door de bocht
Ad en Gerrit zijn met hun zwaar verslaafde arrestante naar het politiebureau van Sliedrecht uitgeweken, omdat in Dordt geen verhoorkamer meer beschikbaar is. Ze hebben op verzoek van de vrouw inmiddels contact opgenomen met een arts. Een hulpofficier van justitie heeft de rechtmatigheid van de aanhouding getoetst.

Na een eerste verhoor zal een inverzekeringstelling volgen. Voor Gerrit is het bekende kost. Hij zat zestien jaar bij de recherche, maar is door de reorganisatie tegen heug en meug gpf'er geworden. Wel wordt hij zo nu en dan ingedeeld bij een recherche-bijstandsteam. Ook zijn dagelijks werk heeft raakvlakken met z'n vorige baan, door het vervaagde onderscheid tussen rechercheur en gpf'er.

Bas Muilwijk waardeert die verandering positief „Ons werk is boeiender geworden. De schaduwzijde is dat je voor kleine aanvragen geen tijd meer hebt. Je moet eens kijken hoe lang je met één zo'n vrouw zoet bent."

Met Gerrit zal hij haar gaan verhoren. Eerst op een zaak of vijf, omdat een verdachte die ontkent niet nog eens voor dezelfde zaak kan worden aangehouden. „Daarom moet je als het even kan wat achter de hand houden", doceert Nico. „Gaat ze door de bocht, dan stop je er steeds wat bij."

„Laten we hopen dat ze niet over Delft begint", zucht Gerrit bekommerd, „want dan zitten we er mooi aan vast en kunnen we die zaken niet voor de collega's daar laten liggen."

Groenendijk zal de administratieve afhandeling grotendeels voor zijn rekening nemen. „Het publiek heeft een totaal vertekend beeld van ons werk", weet de rechercheur. „Zeker tachtig procent van de tijd zit ik achter een bureau."

Recherchebijstandsteam
Als we hem na enkele weken weerzien, staan zijn ogen vermoeid. Hij heeft hectische weken achter de rug. Drie dagen is hij druk geweest met het verhoren van de insluipster en de samenstelling van een vuistdik dossier. De vrouw heeft 35 zaken bekend en zit inmiddels vast in verband met een gevangenisstraf die ze nog tegoed had.

De dag nadat ze bij de officier van justitie werd afgeleverd, hoopte de rechercheur wat achterstallige administratie weg te werken, maar dat werd hem niet vergund. Half elf belde Wouters dat bij Vianen een lijk was gevonden, gewikkeld in een vloerkleed. De identiteit van het slachtoffer was onbekend, reden om een recherchebijstandsteam te vormen waarin ook Groenendijk door zijn chef was ingedeeld.

„Binnen zo'n team werk je met koppels. Toevallig kreeg ik Joop Koek als maatje toebedeeld. Met het verhoren van die drugsrunners zag ik hem voor het eerst, maar de laatste drie weken heb ik 'm meer gezien dan m'n vrouw. In twee weken heb ik 140 overuren gemaakt. De opzet van zo'n recherchebijstandsteam is, dat je binnen korte tijd enorm veel informatie vergaart, waarmee collega's verder kunnen."

Tapkamer
De eerste dagen gingen heen met het vaststellen van de identiteit van het slachtoffer. Het bleek een jeugdige drugsdealer uit Alblasserdam te zijn. „Zeker zeventig procent van ons werk is terug te voeren op verdovende middelen", schat de rechercheur.

De week erna zat hij met zijn Gorinchemse collega in de tapkamer van het regiokantoor, om telefoongesprekken af te luisteren en op basis daarvan het observatieteam te begeleiden. Na twee weken kon in Rotterdam een vermoedelijke dader worden aangehouden: een Palestijnse illegaal.

„Een week lang zijn Joop en ik van 's morgens vroeg tot 's avonds laat met het verhoor van die vent bezig geweest. Confronterend, op de socio-toer, je probeert hem op z'n gemoed te werken... Maar hij blijft bij z'n verhaal. Dan maalt constant door je hoofd: Waar zit de zwakke plek? Van vrijdag op zaterdag heb ik bijna geen oog dicht gedaan. Dat-ie niet bekent is zijn keus, maar hoe kun je hem klem zetten?

Hij praat redelijk Nederlands, maar op het moment dat-ie in de hoek raakt begrijpt hij het ineens niet meer zo best. Dan moet de tolk het vertalen en heeft hij tijd om na te denken. We hebben nu besloten om van koppel te wisselen. Joop en ik gaan een andere verdachte verhoren en op die Palestijn worden twee collega's gezet. Nee, dat frustreert me niet. Ik hoop dat zij de zwakke schakel wel vinden."

Beter lot
De bewijsvoering is in de praktijk het meest tijdrovende en frustrerende deel van het recherchewerk. Een verdachte die ondanks eindeloze verhoren blijft ontkennen, moet vaak weer worden losgelaten. De Dordtse rechercheur zegt ermee te kunnen leven.

„We wonen niet in een land waar ze de pijnbank nog gebruiken. En daar mag je dankbaar voor zijn. De samenleving denkt vaak zo simpel. Dat geldt ook voor de roep om zwaardere straffen. Neem die insluipster. Met haar 26e jaar is ze verslaafd geraakt door een vriend die ze van de drugs afwilde helpen. Vervolgens in aanraking gekomen met justitie, met succes behandeld bij De Hoop, en zeven jaar helemaal clean geweest.

Ze heeft zelfs een goeie functie gehad en daarnaast ook nog haar ongeneeslijk zieke vader tot z'n dood verzorgd. Een jaar geleden ontmoet ze een knaap die ze bij De Hoop heeft leren kennen en is teruggevallen. Ze raken bevriend en met haar gaat het ook weer mis. Dat beseft ze zelf heel goed.

Je kunt zo iemand een tijd opbergen, maar zowel voor haar als voor de samenleving zie ik er meer in als ze zo spoedig mogelijk op het goede spoor wordt gezet. Nu heeft ze nog een kans.

Daarom heb ik zelf contact opgenomen met mensen van het Consultatiebureau Alcohol en Drugs, om na te gaan wat die voor haar kunnen doen. In de gevangenis zakt ze alleen maar verder af. Zo'n vrouwtje verdient toch een beter lot."

Volgende keer: De technische recherche.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 25 januari 1995

Terdege | 80 Pagina's

Rechercheur in Dordrecht

Bekijk de hele uitgave van woensdag 25 januari 1995

Terdege | 80 Pagina's