Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Speuren naar sporen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Speuren naar sporen

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het opsporen van verdachte lieden is één, de bewijsvoering een ander verhaal. Elke dag trekken enkele honderden technische rechercheurs het land in, om belastend materiaal te verzamelen. Bij de interpretatie ervan kunnen ze terugvallen op deskundigen van het Gerechtelijk Laboratorium in Rijswijk en de Centrale Recherche Informatiedienst. Een blik in de keuken van de speurders naar sporen.

„Routinewerk", zegt technisch rechercheur Arie Bot. In de dagelijkse "briefing" van het technische-rechercheteam regio Zuid-Holland Zuid zijn de taken verdeeld. Bot zal deze dag het veld in gaan.

„Brandje in de berging van een verpleeghuis, inbraakje bij een particulier en twee kraken bij garagebedrijven", somt hij op. „Zoals het er nu uitziet tenminste. Voor hetzelfde geld word ik over een uur gebeld dat ergens een lijk is gevonden."

Achter in z'n Passat-Variant is een mini-laboratorium ondergebracht, met materiaal om onzichtbare sporen zichtbaar te maken en zichtbare sporen veilig te stellen. Verder aangepaste kleding ter bescherming van het burgergewaad, want de arbeid voert vaak naar smerige plaatsen. Letterlijk en figuurlijk.

Voor de inspectie van de uitgebrande berging verwisselt de rechercheur z'n schoenen voor kaplaarzen. De resten van verbrande parasols, kunststof tuinstoelen en verkoold hout zijn door de regen samengeklonterd. Binnen tien minuten heeft de politieman z'n conclusie getrokken. Nergens lopen elektriciteitsdraden of gasleidingen.

„Er is vuur bijgebracht of achtergelaten, al dan niet opzettelijk", concludeert hij ambtelijk. De stafleden van het tehuis, die z'n verrichtingen nauwlettend hebben gadegeslagen, knikken geleerd.

Voetstappen
Het jonge stel bij wie is ingebroken, bewoont een wat oudere hoekwoning. Terwijl ze een weekend in België waren, namen inbrekers de gelegenheid waar. De achterdeur is met een schroevedraaier geforceerd, waarna de oogst werd binnengehaald: de videorecorder, alle cd's en een horloge.

Met zijn sporenkoffer, waarin het benodigde materiaal voor dergelijke klussen is opgeslagen, gaat de technisch rechercheur aan het werk. Van de moeten in het hout maakt hij afdrukken, die van een code worden voorzien. Als bij een verdachte een schroevedraaier wordt aangetroffen, kan microscopisch onderzoek uitwijzen of dat exemplaar gebruikt is voor het forceren van de deur.

Elk gebruikt stuk gereedschap heeft z'n unieke beschadigingen. Die kenmerken zijn terug te vinden in de afdruk van de moet. Dat biedt collega's van de tactische recherche een krachtig wapen bij het verhoor van de verdachte.

De voetstappen in de sneeuw achter het huis blijken afkomstig van de bewoner. Maar het met aluminiumpoeder zichtbaar gemaakte schoenspoor op het parket, ter hoogte van de plaats waar de videorecorder heeft gestaan, is van een vreemde afkomstig en wordt door de politieman op een stuk zwarte folie overgenomen.

Identificatie
Zeker bij zware delicten is het van groot belang dat met het "veiligstellen" van het ene spoor een ander spoor niet vernietigd wordt. Dat maakt het werk volgens Bot zo tijdrovend.

„Kom je in een woning waar een lijk ligt, dan kan het zijn dat je een halve dag bezig bent met alles opnemen en fotograferen of filmen, eer je echt aan de gang kunt met de kwast en het bemonsteren van bloed, haren, vezels en noem maar op. Waarbij het niet alleen een kwestie is van sporen zoeken, je moet ze ook kunnen interpreteren."

Door zijn specialistische taak wordt de technisch rechercheur veel vaker met lijken geconfronteerd dan collega's van de tactische recherche. „Elke drie weken heb je er toch wel een. Slachtoffers van moord en doodslag, gevallen van zelfdoding, doden door vreemdsoortige ongevallen, onbekende lijken die ergens in de regio zijn aangetroffen..."

Ook de identificatie van ernstig verminkte lichamen is in handen van de technische recherche. Zo was Bot betrokken bij de identificatie van de slachtoffers van de treinramp bij Hoofddorp. „Sommigen waren zo verminkt dat je niet meer kon zien of het een man of een vrouw was.

Verfresten
De politieman zegt er geen last van te hebben. „Terwijl ik best een gevoelsmens ben. Maar het is je werk. M'n eerste dode was een vrouw die zes weken in het water had gelegen. Daar stond ik bijna te braken. Heb je er tientallen gehad, dan wordt het routine. Een dood mens is voor mij op zo'n moment een object waarmee ik werk. Anders zou je het ook niet volhouden."

Aan het dagprogramma is inmiddels een punt toegevoegd. Een inbraak bij het NS-station Stadspolders in Dordrecht. De buit voor de dader is minimaal, de schade voor NS aanzienlijk. Kapotte ruiten, geforceerde kasten, opengebroken bureaus...

Terwijl een al gearriveerde glaszetter lijdzaam toekijkt, gaat Bot met de roetkwast rond. Het resultaat is mager. Alleen wat sporen van een plastic handschoen, waarvan hij voor de zekerheid toch maar een afdruk maakt. „Je weet in dit werk nooit of je er nog eens wat mee kunt."

Ook wat glassplinters en verfresten uit een beschadigde kast worden op de voorgeschreven wijze in plastic zakjes gedeponeerd. De glassplinters kunnen een bewijs vormen als een verdachte wordt gearresteerd met gelijksoortige splinters in z'n schoenzolen. Heeft hij ook nog een schroevedraaier op zak, dan kan het Gerechtelijk laboratorium nagaan of die identieke verfresten bevat.

Bingo
De Zwijndrechtse garagehouder die voor de zoveelste keer inbrekers op bezoek heeft gehad, neemt nauwelijks de moeite om de rechercheur van informatie te voorzien. Onverschillig reconstrueert hij de gang van de daders.

„Door een klein raampje naar binnen, met een koevoet die deur geforceerd, kassie daar opzij getrokken, twee bureaus gemold, een stoel door de glazen deur naar het kantoor gegooid en daar door een vernielde ruit naar de shop."

Ook hier levert de inspectietocht weinig op. De enige duidelijke vingerafdruk aan de achterkant van een kastje in het kantoor kan net zo goed van de glaszetter zijn die de ruit erachter al vervangen heeft. Formeel mag dat pas als de technische recherche langs is geweest, de praktijk is vaak anders.

„De ene dag vliegen de sporen je tegemoet, een andere dag vind je bijna niks", is de ervaring van Bot. „Momenteel hebben we veel last van mensen uit het Oostblok. Dat zijn mannen die professioneel werken en daardoor weinig sporen nalaten. Dan moet je het echt treffen.

Pas kon ik bij een raam van inklimming een halve vinger veiligstellen. Afgenomen, opgestuurd naar de CRI en bingo. Een Oosteuropeaan die in het systeem zat. Dat zijn leuke dingen."

HAVANK
Sinds 1990 maakt de CRI (Centrale Recherche Informatiedienst) gebruik van Het Automatisch Vinger Afdrukkensysteem Nederlandse Kollektie (HAVANK), genoemd naar een detectiveschrijver. Printen van bruikbare vingerafdrukken kunnen door de technische recherche via een photophone naar de CRI worden verzonden, waar ze worden "ingelezen".

HAVANK detecteert alle karakteristieke punten in de vingerafdrukken en bergt die op als zoekbare informatie. Het systeem, waarin ruwweg vijf en een half miljoen vingerafdrukken zijn opgeslagen, is in staat om per seconde vierduizend afdrukken met elkaar te vergelijken, zodat een zoekactie maximaal 25 minuten duurt.

De uiteindelijke identificatie wordt verricht door een dactyloscoop: een specialist die de door de computer geselecteerde afdrukken vergelijkt met die van een verdachte.

Ook binnen de technische recherche is de automatisering in volle gang. Het team van Zuid-Holland Zuid heeft zelfs een sporencoördinator aangesteld, die niet anders doet dan sporen in de computer invoeren en met elkaar vergelijken. Dat ontlast de collega's, die toch al heel wat tijd achter een terminal zitten om hun bevindingen in te voeren in het Herkenningssysteem van de recherche.

Daarmee kan de tactische recherche weer z'n voordeel doen bij het opsporen van verdachten. De ontwikkelingen op technisch en chemisch gebied vragen van de technische recherche een voortdurende bijscholing. De methoden om sporen te vinden en veilig te stellen worden steeds verder verfijnd.

Daar staat tegenover dat het openbaar ministerie en de rechtspraak steeds hogere eisen stellen aan de bewijsvoering. Mede onder druk van de uiterst kritische advocatuur, die niet alleen naar vormfouten in de procesvoering speurt, maar ook naar eventuele onvolkomenheden in het werk van technische recherche.

Specialisatie
In antwoord daarop zal de technische recherche zich de komende jaren verder specialiseren. Elke man binnen een team krijgt naast zijn algemene taak een specialistisch deelgebied onder zijn beheer. Momenteel ontwikkelt de Rechercheschool in Zutphen, in samenwerking met het Gerechtelijk laboratorium in Rijswijk, cursussen om dat te realiseren. Na afronding van zo'n cursus ontvangt de cursist een certificaat dat zijn specialisme weergeeft.

Vanuit het Gerechtelijk laboratorium, een buitendienst van het ministerie van justitie, wordt deze ontwikkeling begeleid door ing. Jan Keijzer. Als medewerker van de afdeling marketing en externe betrekkingen trekt hij momenteel langs de technische-rechercheteams in het land. Het doel dat wordt nagestreefd is tweeledig.

De samenwerking tussen technische recherche, openbaar ministerie en Gerechtelijk laboratorium verbeteren en de kennis aan de basis verhogen. Het laatste moet ertoe leiden dat de technische recherche minder vaak een beroep hoeft te doen op het laboratorium, terwijl het materiaal dat wel wordt aangeleverd op optimale wijze is veiliggesteld.

Bonte variatie
De toekomstige specialismen bij de technische recherche zullen grotendeels overeenkomen met die binnen het wetenschappelijke onderzoeksinstituut in Rijswijk. De kennis is daar verspreid over zestien deskundigheidsgebieden, uiteenlopend van spraakonderzoek tot toxicologie en van DNA-onderzoek tot milieucriminalistiek.

In totaal telt het Gerechtelijk laboratorium zo'n 120 wetenschappelijke medewerkers, die jaarlijks ongeveer 40.000 onderzoeken verrichten. Ies Keereweer maakt deel uit van de afdeling techniek. Hij is specialist in het onderzoek naar kras-, indruk- en vormsporen. Een foto-album geeft een beeld van de bonte variatie aan opdrachten die hij krijgt.

De afgebeelde voet werd aangeleverd met de vraag of die wellicht bij een bepaalde schoen hoorde. Waarna de techneut een afdruk van het lichaamsdeel maakte en die vergeleek met de vorm van de schoen, slijtageplekken en karakteristieke elementen die overeenkwamen met nauwelijks zichtbare afwijkingen van de voet.

Snoeischaar
Een snoeischaar leverde het doorslaggevend bewijs in de zaak tegen een man die zijn eigen vrouw vermoordde. Haar provisorische graf bedekte hij met vers gesnoeid hout. De technisch rechercheur die werd ingeschakeld toen het graf gevonden werd, was zo verstandig om wat hout veilig te stellen. Drie snoeischaren die bij de verdachte werden aangetroffen, stuurde hij op naar Rijswijk.

Keereweer ging daarmee uit snoeien, maakte afdrukken van de snijvlakken en onderzocht onder de microscoop alle monsters op krassporen. Met een dag was duidelijk dat een van de scharen gebruikt was bij het snoeien van hout ter bedekking van het graf.

Onlangs onderzocht hij het lemmet van een enorme klewang, waarmee een man dodelijk werd verwond door twee knapen. Ze ontkenden in alle toonaarden. Tot onderzoek van Keereweer aantoonde dat de minuscule rafels in de schedelwond naadloos aansloten bij nauwelijks zichtbare beschadigingen in het staal. Toen de tactisch rechercheur die het verhoor leidde de daders confronteerde met een foto daarvan, sloegen ze door.

DNA-onderzoek
De afdeling dactyloscopie, die zich bezighoudt met het zichtbaar maken van vingerafdrukken, beschikt over materieel waar de technische recherche slechts van droomt. De plaats van aluminiumpoeder en roetkwast is in Rijswijk ingenomen door een laserapparaat en een installatie voor metaalopdamping.

De spectaculairste vooruitgang is geboekt op de afdeling serologie, door het DNA-onderzoek. Daarmee kan met grote zekerheid worden vastgesteld of biologische sporen als bloed, speeksel en sperma afkomstig zijn van een verdachte.

„Onze werkwijze en de methoden die we toepassen worden enerzijds bepaald door de ontwikkeling van de criminilateit en anderzijds door de voortgang van de technologie", zegt Keizer. „We houden voortdurend de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen bij, om te zien of die ook in ons werk bruikbaar zijn."

Belangrijke speerpunten voor het Gerechtelijk laboratorium zijn momenteel het DNA-onderzoek, de automatisering, milieucriminalistiek en onderzoek op het terrein van vuurwapens. „Zo volgen we nauwlettend het vergelijkend huls- en kogelonderzoek met behulp van een computer, waarmee momenteel in de Verenigde Staten wordt geëxperimenteerd.

Aan de hand van krassporen kun je bepalen of een kogel uit een bepaald vuurwapen afkomstig is, maar dat moet nu nog allemaal met de microscoop gebeuren. Heb je een systeem dat je een voorselectie kunt laten verrichten, vergelijkbaar met het HAVANK-systeem voor vingerafdrukken, dan verhoogt dat de objectiviteit en het bespaart enorm veel tijd."

Kwasters
Door de technologische ontwikkeling dreigt het gevaar dat een kloof ontstaat tussen de specialisten van het Gerechtelijk Laboratorium en de technische rechercheurs in het veld.

„Dat is een probleem dat internationaal in de belangstelling staat", erkent Keijzer. „De werkzaamheden op de plaats van een misdrijf worden vaak onder moeilijke omstandigheden uitgevoerd en zijn niet te vergelijken met de situatie in een laboratorium. Belangrijk is dat zo nodig in een vroeg stadium overleg plaatsvindt."

Om de aansluiting tussen technische recherche en Gerechtelijk Laboratorium te optimaliseren, zijn in samenwerking met de Rechercheschool vaste normen ontwikkeld voor het veiligstellen van verschillende sporen. Een rechercheur die twijfelt hoeft de bewuste norm er maar bij te pakken, om te zien hoe hij een bepaald spoor zo kan conserveren dat het zo veel mogelijk informatie biedt voor het Gerechtelijk Laboratorium. Of, in de toekomst, wellicht voor een collega die zich op een bepaald terrein heeft gespecialiseerd.

Arie Bot wacht het allemaal maar af. Hij heeft er geen moeite mee om zich op een bepaald terrein verder te bekwamen. Als dat maar niet leidt tot een versmalling van zijn taak.

„Pas heb ik een dag meegedraaid in Rotterdam. Daar doen de technische rechercheurs enkel zware zaken. Voor eenvoudige inbraken hebben ze "kwasters". Dat hoeft van mij niet. Ik blijf graag op het hele gebied actief Daar voel ik me het prettigst bij. Er is geen dag dat ik met tegenzin naar m'n werk ga."

Eelt
Wel vraagt hij zich soms af hoe lang hij het nog volhoudt. „Het is vaak kruipen en sluipen, haasten, lange dagen maken, 's nachts uit je bed gebeld worden... En je moet voortdurend geconcentreerd je werk doen. Vooral met grote zaken ben je 's avonds totaal afgedraaid.

Twee weken terug had ik een moordzaak, een verkrachtingszaak en een overval gedraaid. Zat ik eindelijk binnen om wat op papier te zetten, gaat de telefoon. Schietpartij in Dordt. Ik was de enige die binnen was, dus je moet ernaartoe. Daar zit ook weer een paar uur schriftelijk werk aan vast.

Na het eten kruip ik achter de computer, gaat de telefoon opnieuw. Gewapende overval. Dan groeit het wel eens wat boven je hoofd. Nee, dromen doe ik er tot nu toe niet van. Al weet je nooit helemaal wat je van binnen oppot. Het zijn toch best ingrijpende zaken waar je mee bezig bent. Niet normaal. Al ga je het wel als normaal beschouwen.

Zelf heb ik niet de indruk dat ik veranderd ben. Maar m'n vrouw zegt dat ik harder ben geworden sinds ik bij de technische recherche zit. Een beetje eelt op m'n ziel gekregen. Daar heeft ze misschien wel gelijk in."

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 8 februari 1995

Terdege | 72 Pagina's

Speuren naar sporen

Bekijk de hele uitgave van woensdag 8 februari 1995

Terdege | 72 Pagina's